Base description which applies to whole site

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer en onderhoud, aanleg, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte. De realisatie van de doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in het jaarverslag van Hoofdstuk XII 2017 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004–2005, 29 644, nr. 6). Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting van Hoofdstuk XII.

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 15 Hoofdwegennet (x € 1.000)
         

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

 

Verplichtingen

818.272

468.336

1.660.126

1.392.685

1.632.806

802.092

830.714

1

Uitgaven

864.431

894.465

871.615

861.930

899.296

872.578

26.718

 

15.01 Verkeersmanagement

13.722

13.986

7.545

8.428

8.525

8.428

97

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

13.722

13.986

7.545

8.428

8.525

8.428

97

 

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

304.567

363.939

401.328

410.159

322.961

366.969

– 44.008

 

15.02.01 Beheer en onderhoud

183.968

202.742

208.340

310.851

287.799

277.635

10.164

2

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

145.561

197.713

204.205

307.117

282.128

272.959

9.169

 

15.02.04 Vervanging

120.599

161.197

192.988

99.308

35.162

89.334

– 54.172

3

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

94.842

94.437

80.140

25.080

0

21.457

-21.457

 

15.03 Aanleg

290.785

269.264

210.556

124.309

218.819

186.361

32.458

 

15.03.01 Realisatie

287.424

264.018

196.320

119.948

199.287

150.668

48.619

4

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

3.361

5.246

14.236

4.361

19.532

35.693

– 16.161

5

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.361

5.202

14.236

4.361

1.609

2.090

-481

 

15.04 Geïntegreerde contractvormen

0

0

679

11.565

39.105

10.904

28.201

6

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

255.357

247.276

251.507

307.469

309.886

299.916

9.970

 

15.06.01 Apparaatskosten RWS

242.391

233.811

225.493

278.244

281.666

272.771

8.895

7

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

242.391

233.811

225.493

278.244

281.666

272.771

8.895

 

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

12.966

13.465

26.014

29.225

28.220

27.145

1.075

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

12.966

13.456

26.014

29.225

28.220

27.145

1.075

 

15.07 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

15.09 Ontvangsten

10.853

48.344

213.179

94.081

97.115

93.675

3.440

 
  • Ad 1) De hogere verplichtingen is het saldo van verschillende mutaties. Hogere verplichtingen dan geraamd zijn aangegaan op:

    • Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 785,5 miljoen). De aanbesteding is in 2017 afgerond. Bij het opstellen van de begroting, werd met een later gunningsmoment rekening gehouden.

    • Groot Variabel Onderhoud: Vervanging en renovatie (€ 34,2 miljoen). Wordt voornamelijk veroorzaakt door het, eerder dan in de begroting verwacht, genomen uitvoeringsbesluit en gunning van de renovatie van de Waalbrug in 2017.

    • Vaarweg Lemmer-Delfzijl (fase 2) (€ 21,3 miljoen). In het project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 worden de resterende vier knelpunten opgepakt. Met de Gerrit Krolbrug wordt een eerste invulling gegeven aan de bestuurlijke afspraak tussen Rijk en Regio.

    • Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee (€ 15,8 miljoen). Er zijn hogere verplichtingen aangegaan als gevolg van extra onderzoek naar niet gesprongen explosieven.

    • Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen (€ 10,4 miljoen). In 2017 zijn versneld verplichtingen aangegaan voor grondverwerving en het verplaatsen van objecten.

    • Zeetoegang IJmond (€ 28,5 miljoen): Met de regionale partners provincie Noord-Holland en gemeente Amsterdam is overeenstemming bereikt over de eindafrekening van de bijdragen aan het project Zeetoegang IJmond (€ 17,8 miljoen). Daarnaast betreft dit een technische mutatie (€ 10,7 miljoen). De hogere verplichting in 2017 is het gevolg van actualisatie van de verplichtingen over de jaren heen.

    Lagere verplichtingen zijn aangegaan op:

    • Reservering Vervanging en Renovatie 2021–2028 (– € 23,3 miljoen) Voor Vervanging en Renovatie is budget van de reservering naar realisatie overgeheveld.

    • Vervanging en renovatie EPK BLS (– € 21,5 miljoen). Dit betreft een technische mutatie. Door overboeking van het project Twentekanalen fase 2 naar het aanlegbudget.

    • Lichteren buitenhaven IJmuiden (– € 25,5 miljoen). Dit betreft een administratieve correctie, omdat het project nog niet in de uitvoeringsfase zit.

    • Het saldo van hogere en lagere verplichtingen bij verschillende projecten (– € 1,0 miljoen).

  • Ad 2) De hogere realisatie is voornamelijk het gevolg van het besluit (in overleg met EZK) om het project Maritieme Informatie Voorzieningen Servicepunt door RWS te laten uitvoeren. Het bijbehorende budget is overgeboekt van EZK naar RWS.

  • Ad 3) De lagere realisatie is het gevolg van lagere uitgaven bij de volgende projecten:

    • Vervanging en Renovatie (– € 21,5 miljoen). Vanuit het oogpunt van de projectbeheersing is projectbudget voor achterstallig onderhoudswerkzaamheden voor het project Verruiming Twentekanalen fase 2 overgeboekt naar het projectbudget op aanleg.

    • Reservering Vervanging en Renovatie 2021–2028 (– € 18,3 miljoen). Voor Vervanging en Renovatie is budget van de reservering naar realisatie overgeheveld.

    • Groot Variabel Onderhoud: Vervanging en Renovatie (– € 11,9 miljoen). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het vrijvallen van de risicoreservering bij het project Modernisering Objecten Bediening Zeeland.

    • Baltic ace (– € 4,5 miljoen). Dit betreft een meevaller op basis van het opleverbesluit.

    Daartegenover staat een hogere realisatie bij:

    • Groot Variabel Onderhoud: Impuls groot onderhoud (€ 2,1 miljoen). Door afrondende werkzaamheden doorgeschoven uit voorgaande jaren, is er in 2017 meer gerealiseerd.

  • Ad 4) De hogere realisaties zijn het gevolg van het saldo van de volgende projecten. Hogere uitgaven dan begroot hebben plaatsgevonden bij de volgende projecten:

    • Nieuwe sluis Terneuzen (€ 49,6 miljoen). Dit betreft een aanpassing van het kasritme na gunning van het project.

    • Toekomstvisie Waal (€ 20 miljoen). Voornamelijk door het deelproject modernisering van de overnachtingshaven in Tuindorp. De uitvoering hiervan is versneld, waardoor in 2017 de uitgaven zijn gedaan die in latere jaren waren begroot.

    • Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va (€ 9,1 miljoen). In overleg met de provincie Groningen is voor de renovatie brug Aduard een versnelling afgesproken.

    • Verruiming vaarweg Eemshaven Noordzee (€ 8,9 miljoen). Er zijn hogere kosten gemaakt, als gevolg van extra onderzoek naar niet gesprongen explosieven

    • Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) (€ 4,1 miljoen). Dit betreft met name hogere kosten voor de afvoer van slib.

    Hier tegenover staan lagere realisaties dan begroot bij de volgende projecten:

    • Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde (– € 15,6 miljoen). In 2016 is de DBFM-aanbesteding van het project Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde afgerond. De budgettaire reeksen zijn omgezet naar artikel 15.04 om aan de beschikbaarheidsvergoedingen te kunnen voldoen.

    • Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek (– € 8,0 miljoen). De start van de aanbesteding is vertraagd, door onder andere gewijzigde wensen vanuit stakeholders ten aanzien van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is inmiddels goedgekeurd.

    • Twentekanalen, verruiming (fase 2) (– € 8,4 miljoen) De aanbesteding is niet meer in 2017 afgerond doordat gesprekken met de aannemer meer tijd vergen dan verwacht.

  • Ad 5) De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt door vertraging bij het project Lichteren IJmuiden (vanwege een herbezinning op de functie van de Averijhaven) en het feit dat de projecten Toekomstvisie Waal (Lobith), Wielingen en Vaarweg Lemmer–Delfzijl (Gerrit Krolbrug) in 2017 naar realisatie zijn gegaan, waarbij de uitgaven op artikel 15.03.01 plaatsvinden.

  • Ad 6) De hogere realisatie is het gevolg van:

    • Lekkanaal 3e Kolk Beatrixsluis ligplaatsen (€ 8,7 miljoen). Er zijn, eerder dan gepland, uitgaven gedaan voor grondverwerving. Daarnaast zijn aanvullende kosten gemaakt voor het verplaatsen van objecten.

    • Zeetoegang IJmond (€ 19,2 miljoen). Versnelling van werkzaamheden, zoals voor de aanpak van kabels en leidingen van het Middensluiseiland, voor de wegomlegging Noordersluis, het aansluitpunt energievoorziening en voor het weghalen van obstakels in de grond.

    Voorts hebben zich een aantal kleine mutaties voorgedaan van per saldo € 0,3 miljoen.

  • Ad 7) Dit betreft de loon- en prijsbijstelling (€ 5,0 miljoen) en extra middelen naar aanleiding van Strategisch capaciteitsmanagement (€ 2,5 miljoen). Voorts hebben zich een aantal kleine mutaties voorgedaan van per saldo € 1,3 miljoen.

Financiële toelichting

15.01 Verkeersmanagement

Motivering

De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlotter en veiliger scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS ten behoeve van het verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om beter aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Producten

Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:

  • Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;

  • Monitoring en informatieverstrekking;

  • Vergunningverlening en handhaving;

  • Crisisbeheersing en preventie.

In bestuurlijk overleg zijn afspraken gemaakt die in 2014 zijn uitgewerkt en, waar nodig, in overleg met de sector aangepast. Doelstelling van het nieuwe bedienregime is voor alle vaarwegen tot een optimale invulling van de taakstelling te komen. In het «vergezicht bediening sluizen en bruggen» (Kamerstukken II 2015–2016, 34 300, nr. A56) is opgenomen hoe er op de midden en lange termijn met bediening wordt omgegaan. Samenwerking met andere vaarwegbeheerders is hierin opgenomen. Uitgangspunt is dat de belangrijkste verbindingen op het internationaal kernnet goederenvervoer en de hoofdvaarwegen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), waarover de grootste volumes worden vervoerd, prioriteit blijven houden.

Meetbare gegevens

Specificatie bedieningsareaal

Eenheid

2015

2016

Begroot 2017

Realisatie 2017

Begeleide vaarweg (1)

km

594

592

594

592

Bediende objecten (2)

aantal

245

244

242

245

Bron: Rijkswaterstaat, 2017

Toelichting:

  • Ad 1) Alleen de vaarwegen, die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn niet meegerekend. In 2016 is de lengte van de begeleide vaarweg iets afgenomen door kleine fysieke wijzigingen bij de Waddenzee en de Westerschelde, dit was in de Begroting 2017 nog niet meegenomen. In 2017 zijn geen wijzigingen geweest.

  • Ad 2) Het aantal bediende objecten is in 2017 met één toegenomen als gevolg van de ombouw van de Meppelerdiepsluis van hoogwaterkering tot schutsluis. Het aantal bediende objecten is hoger dan in de begroting 2017 was voorzien. De overdracht van drie bediende objecten, in het kader van de overdracht van de Noordervaart naar het Waterschap Peel en Maasvallei, is uitgesteld. Daarnaast is de voorziene sloop van de schutsluis Sluis II op het Wilhelminakanaal Tilburg, in 2017 omgezet naar een herbouw van deze sluis.

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, veilig, duurzaam en efficiënt vervoer van goederen. Wat betreft de vervanging voert RWS nader onderzoek uit, waarmee steeds concreter wordt, wanneer kunstwerken in aanmerking komen voor vervanging of renovatie en wat de precieze omvang van de problematiek is.

15.02.01 Beheer en Onderhoud

Producten

Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was.

Voor het Hoofdvaarwegennet beliep het uitgesteld onderhoud per 31 december 2017 € 350 miljoen, daarvan was € 36 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2016 is het uitgestelde onderhoud met € 106 miljoen toegenomen en het achterstallig onderhoud met € 12 miljoen.

 

Jaarverslag 2016

Jaarverslag 2017

Toename (+) of afname (–)

 

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Hoofdvaarwegen

244

24

350

36

+106

+12

Uitstel van onderhoud maakt onderdeel uit van de onderhoudsstrategie van Rijkswaterstaat. Het is een optimale keuze omdat er in veel gevallen mogelijkheden zijn om werkzaamheden te combineren met andere onderhouds- en aanlegmaatregelen. Dit leidt tot besparingen op de kosten en beperking van de hinder, omdat we maar één keer de vaarweg op moeten en maar één keer verkeersmaatregelen genomen hoeven te worden. Deze keuze tot uitstel van onderhoud wordt gebaseerd op informatie uit risicogestuurde inspecties waarmee de werkelijke staat van objecten wordt bijgehouden. Uitgangpunt is dat de assets blijven voldoen aan geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken. Achterstallig onderhoud – waarbij niet meer aan deze normen en afspraken dreigt te worden voldaan – is uiteraard onwenselijk en wordt direct aangepakt indien dit noodzakelijk is voor het veilig functioneren van het hoofdvaarwegennet.

De toename ten opzichte van 2016 van het uitgesteld en achterstallig onderhoud kent een aantal redenen. De voornaamste betreft de hierboven toegelichte planoptimalisatie. Daarnaast is ook sprake van tegenvallers bij geprogrammeerde onderhoudsmaatregelen. Deze tegenvallers worden in de programmering ingepast waardoor oorspronkelijk geprogrammeerde maatregelen naar een later moment worden uitgesteld om binnen de beschikbare budgetten en capaciteit te kunnen blijven, waarbij achterstallig onderhoud zo veel mogelijk wordt voorkomen. Verder neemt het aantal storingen toe door ouderdom en intensiever gebruik van de infrastructuur dan bij het ontwerp voorzien. Het oplossen van deze storingen verdringt de reeds geplande onderhoudsmaatregelen. Tot slot is geconstateerd dat de capaciteit voor regulier onderhoud onder druk staat.

De komende jaren wordt de omvang van het uitgesteld onderhoud jaarlijks gemonitord. Na een aantal jaren kan worden bezien of er een norm (beheersbare prikkel) uit af te leiden valt hoeveel uitgesteld onderhoud acceptabel is. Dit past in de lijn die is uitgedragen in de bestuurlijke reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer over de Instandhouding van het Hoofdwatersysteem dat eerst ervaring wordt opgedaan en dat inzichtelijke informatie werkende weg zal worden aangescherpt.

Voor het bepalen van de omvang van het achterstallig onderhoud is van de uitgestelde onderhoudsmaatregelen beoordeeld of de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken.

Kustwacht

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) fulltime kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en schepen, vliegtuigen en helikopters van het Ministerie van Defensie.

De Minister van IenW is als coördinerend Minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en de begroting voor de Noordzee.

Meetbare gegevens

Beheer en onderhoud kent het volgende areaal:

Areaal

Eenheid

2015

2016

Begroot 2017

Realisatie 2017

Vaarwegen

km

7.004

7.004

6.994

7.082

Bron: Rijkswaterstaat, 2017

Toelichting:

Het totale areaal is een optelling hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal 3.437 kilometer en van zeecorridors en zeetoegangsgeulen zeevaarweg van in totaal 3.646 kilometer, tezamen is dit afgerond 7.082 kilometer.

De volgende wijzigingen ten opzichte van de Begroting hebben plaatsgevonden:

  • Rijkswaterstaat heeft nieuwe scheepvaartroutes voor de Belgische en Nederlandse Noordzeekust vastgesteld. Hierdoor zijn de zeecorridors met ongeveer 85 kilometer toegenomen.

  • Het laatste deel van de vaarweg van de gekanaliseerde Dieze van 9 kilometer is overgedragen naar de gemeente ’s-Hertogenbosch.

  • In de begroting 2017 was een afname van de lengte vaarweg van 10 kilometer voorzien, als gevolg van de overdracht van de Noordervaart. Deze overdracht is enige jaren uitgesteld.

Daarnaast hebben een aantal dataverbeteringen plaatsgevonden welke niet in de Begroting waren meegenomen, zoals het Oost-Friese gaatje (vaargeul door de Eems), dat nu niet meer als OVW maar als zeecorridor is geregistreerd, conform feitelijk gebruik.

Indicatoren Beheer en Onderhoud

Indicator

2015

2016

Streefwaarde 2017

Realisatie 2017 (%)

Gerealiseerd 2017 uren gestremd

Technische Beschikbaarheid (1) (gehele areaal)

98,9%

99,6%

99,0%

99,3%

n.v.t.

Geplande stremmingen (2) (gehele areaal)

0,9%

0,2%

0,8%

0,5%

3.018

Ongeplande stremmingen (3) (gehele areaal)

0,2%

0,1%

0,2%

0,2%

901

Bron: Rijkswaterstaat, 2017

Toelichting:

  • Ad 1) De technische beschikbaarheid geeft aan, in welke mate het vaarwegennet beschikbaar is voor veilig gebruik. In 2017 wordt met 99,3% beschikbaarheid een score behaald, die boven de streefwaarde van 99% ligt.

  • Ad 2) De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de stremmingen af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. Voor de geplande stremmingen ligt de gerealiseerde score voor het gehele areaal onder, en daarmee gunstiger dan, de streefwaarde.

  • Ad 3) De ongeplande stremmingen voor het gehele areaal liggen met 0,2% op de streefwaarde.

15.02.04 Vervanging

De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren «60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt. De projecten zijn opgenomen in het MIRT Overzicht.

Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.

Het resterende deel van het programma Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud Vaarwegen (NoMo AOV) is niet in het programma Vervanging en Renovatie opgenomen maar wel onderdeel van 15.04.02.

Meetbare gegevens

Vaarweg

Objecten/maatregel

Uitvoeringsperiode Begroting 2017

Uitvoeringsperiode Ultimo 2017

Zeeland

Modernisering Object Bediening Zeeland (MOBZ deel 1)

2017

2017

Zeeland

Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland

Gereed

2017

Oost-Nederland

Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water

2018/2020

2018/2020

Noord-Holland

Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken in verband met hogere belasting Noord-Holland

2017

2017

Limburg en IJsselmeergebied

Renovatie kunstwerken Limburg en IJsselmeergebied

Gereed

Gereed

Utrecht

Renovatie stalen boogbruggen Amsterdam–Rijnkanaal (KARGO)

Gereed

Gereed

Utrecht

Oevers Amsterdam–Rijnkanaal (damwanden en meerplaatsen)

Gereed

Gereed

Brabantse kanalen

Onderhoud oevers en bodems Brabantse kanalen

Gereed

Gereed

Maasroute

Onderhoud Oevers en bodems Maasroute

Gereed

Gereed

Zuid-Holland

Onderhoud Oevers en bodems vaarwegen Zuid Holland

Gereed

Gereed

Diverse

Achterstallig basisonderhoud diverse regio’s

Gereed

Gereed

Bron: Rijkswaterstaat

15.03 Aanleg

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.

15.03.01 Realisatie

Mijlpalen Realisatieprojecten

Producten

In 2017 zijn de volgende mijlpalen gerealiseerd:

Hoofdvaarwegennet

Mijlpaal

Project

Openstelling

– Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee

– Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

– Projecten in het kader van Quick-wins regeling Binnenhavens

– Quick-wins Volkeraksluizen

Start realisatie

– Nieuwe Sluis Terneuzen

– Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde

Ten opzichte van de begroting zijn er de volgende wijzigingen:

Openstelling vertraagd:

  • De Zaan (Wilhelminasluis)

  • Vaarweg Lemmer- Delfzijl fase 1. De mijlpaal is geschoven naar 2018 door faillissement van de aannemer en vertraging grondaankoop bij project Aduard.

Start realisatie vertraagd:

  • Twentekanalen verruiming fase 2. Vertraagd. Zie toelichting 12.03.01

  • Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden Lek. Vertraagd. Zie toelichting 12.03.01

  • Lichteren Buitenhaven IJmuiden. Met een jaar vertraagd in verband met vertraging in de scopevaststelling.

Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Realisatieprogramma Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 mln.)
 

Kasbudget 2017

 

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2017

   

2017

 

2017

   

Projecten Nationaal

               

Quick Wins binnenhavens

1

1

0

61

61

2009–2016

2009–2017

 

Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen

7

6

– 1

97

97

2015

2015

 

Subsidieprogramma Zeehaveninnovatieproject voor Duurzaamheid (ZIP)

0

0

0

4

 

2016

   

Walradarsystemen

3

1

– 2

25

25

2018

2018

 

Beter Benutten

0

2

2

20

18

     

Projecten Noordwest-Nederland

               

De Zaan (Wilhelminasluis)

0

0

0

13

13

2017

2019

 

Projecten Zuidwest-Nederland

               

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding

0

0

0

2

2

2016

2016

 

Nieuwe Sluis Terneuzen

4

54

50

999

1.011

2022

2022

1

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek

8

0

– 8

12

13

2019

2019

 

Quick wins Volkeraksluizen

3

3

0

3

3

2017

2017

 

Projecten Zuid-Nederland

               

Wilhelminakanaal Tilburg

19

20

1

82

96

nnb

na 2017

2

Zuid-Willemsvaart:

2

2

0

430

430

2015

2015

 

Maasroute, modernisering fase 2

20

20

0

628

629

2018

2018

 

Projecten Oost-Nederland

               

Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

9

14

5

64

65

2017

2017

 

Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde

19

 

– 15

83

 

2020

 

3

Verruiming Twentekanalen fase 2

12

4

– 8

37

93

2019

2019

4

Toekomstvisie Waal

 

20

20

 

132

 

2019–2020

5

Projecten Noord-Nederland

               

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1

15

24

9

284

284

2017

2017

 

Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee

14

23

9

30

30

2017

2017

 

Overige projecten

               

Kleine projecten/Afronding projecten

0

0

0

4

2

     

Afronding

2

4

           

Totaal uitvoeringsprogramma

138

198

60

2.878

3.004

     

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 m.b.t. planuitwerking

13

1

– 12

         

Programma Realisatie (IF 15.03.01)

151

199

48

         

Begroting Realisatie (IF 15.03.01)

151

199

48

         

Overprogrammering (–)

0

0

0

         

Toelichting:

  • Ad 1) Nieuwe Sluis Terneuzen. Naar aanleiding van de gunning is de het kasritme aangepast. Waardoor een deel van de uitgaven eerder plaatsvond, dan waarmee in de Begroting rekening was gehouden.

  • Ad 2) Wilhelminakanaal Tilburg. De budgettoename van € 14 miljoen is het gevolg van geohydrologische problematiek waardoor er tussentijdse afbouw van de nieuwe Sluis III en het kanaalpand voor klasse II scheepvaart benodigd is.

  • Ad 3) Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde. In 2016 is de DBFM-aanbesteding afgerond. De budgettaire reeksen zijn omgezet naar artikel 15.04 Geïntegreerde Contractvormen, om aan de beschikbaarheidsvergoedingen te kunnen voldoen.

  • Ad 4) Vaarweg Lemmer–Delfzijl fase 1. In overleg met de provincie Groningen is voor de renovatie brug Aduard een versnelling afgesproken.

  • Ad 5) Toekomstvisie Waal. De uitvoering van het deelproject modernisering van de overnachtingshaven in Tuindorp is versneld, waardoor in 2017 de uitgaven zijn gedaan die in latere jaren waren begroot.

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen
Projectoverzicht behorende bij 15.03.02: Verkenningen en planuitwerkingen Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 mln.)
 

Projectbudget

Planning

     

Toelichting

     

TB

 

Openstelling

   
 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2017

 

2017

 

2017

   

Verplicht

             

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 m.b.t. planuitwerkingsprojecten

– 23

– 1

   

n.v.t.

n.v.t.

 

Projecten Noord-Nederland

             

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2

102

102

2016

2017

2023–2025

2023–2025

 

Gebonden

             

Projecten Nationaal

             

Bijdrage aan agentschap t.b.v. planuitwerkingen

14

9

         

Reservering voor LCC

150

205

       

1

Projecten Noordwest-Nederland

             

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer

6

6

   

2025–2027

2025–2027

 

Lichteren buitenhaven IJmuiden

65

65

2017

n.n.b.

2019

n.n.b.

2

Vaarweg IJsselmeer-Meppel

36

36

   

2023

2023

 

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Capaciteitsuitbreiding overnachtingplaatsen Merwedes

20

20

2019

2019

2021

2021

 

Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil

10

10

2010

2010

2025–2027

2025–2027

 

Capaciteit Volkeraksluizen

152

152

   

2024–2026

2024–2026

 

Projecten Oost-Nederland

             

Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen)

36

36

   

2026–2028

2026–2028

 

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel

28

28

2018

2018

2019–2020

2021–2022

3

Toekomstvisie Waal

131

 

2016

 

2019–2021

 

4

Bestemd

345

356

         

Projecten in voorbereiding

             

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Kreekraksluizen

       

2026–2028

2026–2028

 

Projecten Oost-Nederland

             

Verkenning IJssel fase 2

       

2028

2028

 

Reservering garantstelling Twentekanalen

       

2018–2020

2018–2020

 

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde risico's

             

Totaal programma planuitwerking en verkenning

1.072

1.024

         

Begroting (IF 15.03.02)

1.072

1.024

         

Toelichting:

  • Ad 1) Reservering voor LCC. De reservering voor LCC is met ingang van ontwerpbegroting 2018 als separate post gepresenteerd. Voorheen zat dit opgenomen in de rubriek Bestemd.

  • Ad 2) Er is vertraging ontstaan bij het project Lichteren IJmuiden door een herbezinning op de functie van de Averijhaven.

  • Ad 3) Voor het project ligplaatsen IJssel is het aantal aan te leggen ligplaatsen bijgesteld en dit leidt tot een latere openstelling vanwege de benodigde afstemming.

  • Ad 4) Het project Toekomstvisie Waal is gedurende 2017 in realisatie gegaan en wordt verantwoord binnen 15.03.01 Aanleg.

15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen en huisvestingsprojecten boven de € 25 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM- (Design, Build, Finance en Maintain) contract meerwaarde kan opleveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats, aan de hand van de overeengekomen prestatie, die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie: de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project. Tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande vaarweg of sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het vaarwegverkeer. Bij openstelling van de vaarweg of sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de DBFM-opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven. Inmiddels is wel duidelijk dat mijlpalen rond tijdige beschikbaarheid bij deze projecten gehaald zijn, en ook de hoeveelheid meerwerk gedurende de bouwfase beperkt is gebleven. In de DBFM(O)-Voortgangsrapportage 2016–2017 zijn indicatoren opgenomen om deze prestaties te monitoren. In de Voortgangsrapportage is ook aangegeven dat de risicoverdeling in het standaardcontract mogelijk op een aantal punten zal worden bijgesteld ten aanzien van enkele specifieke risico’s, zoals het management van stakeholders, waarmee marktpartijen in het verleden op moeilijkheden stuitten. Eerder was al besloten om niet langer gebruik te maken van lijstrisico’s. Op deze wijze wordt proactief gezocht naar een betere verdeling van de risico’s, waarbij alle betrokkenen hun mogelijkheden inbrengen om risico’s zo veel mogelijk te beheersen.

De Brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II 2010–2011 32 500 A, nr. 83) bevat een lijst van in totaal tien potentiële DBFM-projecten op het hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op langere termijn (meest recente voortgangsrapportage DBFM(O): Kamerstukken II 2016–2017 28 753, nr. 43).

Producten

Op dit moment zijn er nog geen DBFM-projecten op het hoofdvaarwegennet gerealiseerd. In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld, waar de volgende projecten in ondergebracht zijn: Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde en Zeetoegang IJmond. Het contract voor de Sluis Limmel is het eerste project uit het DBFM Sluizenprogramma en is in 2014 afgesloten.

Het DBFM-contract voor de Zeetoegang IJmond is in september 2015 getekend, en dat voor de 3e Kolk Beatrixsluis en sluis Eefde in 2016. Deze projecten verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald.

Projectoverzicht behorende bij 15.04: Geïntegreerde contractvormen/PPS Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 mln.)
 

Kasbudget 2017

Projectbudget

 

Openstelling

Toelichting

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2017

   

2017

 

2017

   

Projecten Noordwest-Nederland

               

Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen

4

13

9

405

409

2019

2019

1

Zeetoegang IJmond

3

22

19

917

927

2019

2019

2

Projecten Zuid-Nederland

               

Keersluis Limmel

4

4

0

89

90

2018

2018

 

Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde

0

1

1

 

153

 

2020

3

Afronding

 

– 1

           

Totaal

11

39

28

1.411

1.579

     

Begroting (IF 15.04)

11

39

28

         

Toelichting:

  • Ad 1) Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding. In 2017 zijn versneld uitgaven gedaan voor grondverwerving en zijn kosten gemaakt voor het verplaatsen van objecten.

  • Ad 2) Zeetoegang IJmond. In 2017 zijn door versnelling enkele grote betalingen gedaan. Zoals: voor de aanpak van kabels en leidingen van het Middensluiseiland, voor de wegomlegging Noordersluis, het aansluitpunt energievoorziening en het weghalen van obstakels in de grond.

  • Ad 3) Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde. In 2016 is de DBFM-aanbesteding afgerond. De budgettaire reeksen zijn omgezet naar artikel 15.04 Geïntegreerde Contractvormen om aan de beschikbaarheidsvergoedingen te kunnen voldoen.

15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten van RWS en de overige netwerkgebonden kosten verantwoord. Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van RWS per 1 januari 2011. De Tweede Kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011 over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (Kamerstukken II 2010–2011, 30 119, nr. 4 en Kamerstukken II 2010–2011, 30 119, nr. 5).

15.07 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. In 2017 hebben geen mutaties plaatsgevonden.

Licence