Base description which applies to whole site

2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen14

Algemene doelstelling

Met het bedrijvenbeleid werkt EZK aan een uitmuntend concurrerend ondernemings- en vestigingsklimaat dat bedrijven stimuleert om duurzaam en innovatief te ondernemen. Nederland behoort tot de mondiale top 5 van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën in de wereld en is tevens ook één van de landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Het kabinet zet er met het bedrijvenbeleid op in deze toppositie te behouden en verder te versterken in een wereld waarin digitalisering, verduurzaming en internationalisering nieuwe economische kansen biedt. Innovatie en duurzaam en succesvol ondernemerschap, zowel in het grootbedrijf als bij de verschillende type MKB-ondernemers in ons land, zijn cruciaal voor ons toekomstig verdienvermogen.

Om deze toppositie te handhaven en te versterken zet het kabinet in op het realiseren van de volgende vier strategische doelen:

  • 1. Stimuleren van (duurzame) innovatie;

  • 2. Versterken van het groei- en aanpassingsvermogen van bedrijven en in het bijzonder het Midden- en Kleinbedrijf (MKB);

  • 3. Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private programma’s voor onderzoek, innovatie en menselijk kapitaal;

  • 4. Waarborgen van goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie, onder meer in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en met een adequate overheidsdienstverlening voor ondernemers.

1) Stimuleren van (duurzame) innovatie

Innovatie is één van de belangrijkste bronnen voor economische groei en welvaart. Succesvolle innovaties creëren niet alleen economische toegevoegde waarde, maar bieden ook (deel)oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, bijvoorbeeld op het gebied van medische zorg, watermanagement en duurzaam energie- en materiaalgebruik. Om bedrijven aan te zetten tot innovatie, stimuleert en financiert de overheid onderzoek en ontwikkeling (R&D) bij publieke kennisinstellingen en bedrijven. Het kabinet houdt vast aan de in Europees verband vastgelegde Nederlandse ambitie om een R&D-intensiteit van 2,5% van het BBP te realiseren (Kamerstuk 33 009, nr. 63). Investeren in R&D is echter geen doel in zichzelf, maar vormt één van de fundamenten voor het innovatief vermogen van een land, naast een goed ondernemingsklimaat, een goede kennisinfrastructuur, kennissamenwerking, een goed werkende financieringsmarkt en het beschikbaar zijn van bekwaam personeel. Succesvol innoveren vereist bovendien niet alleen technologische vernieuwing, maar ook investeringen in software en databases, nieuwe verdienmodellen, organisatorisch en menselijk kapitaal en nieuwe logistieke concepten.

Met de klimaatambities van het kabinet zal innovatie zich ook nadrukkelijk gaan richten op het realiseren van een CO2-arme en innovatieve industrie in 2050. De nationale doelstelling in het Regeerakkoord van 49% CO2-emissiereductie ten opzichte van 1990, vertaalt zich voor de industrie (inclusief de afvalverwerkende industrie) in additioneel 14,3 Mton reductie in 2030 (59% reductie ten opzichte van 1990). In het klimaatakkoord wordt deze transitie nader uitgewerkt (Kamerstuk 32 813, nr. 193).

2) Versterken van groei- en aanpassingsvermogen bedrijven en in het bijzonder het MKB

Marktdynamiek en concurrentievermogen zijn gebaat bij een grote verscheidenheid aan bedrijvigheid in zowel grootbedrijf als MKB. Het MKB kent ook deze grote verscheidenheid. Zo behoren tot het MKB ondermeer grote, kennisintensieve en multinationaal opererende ondernemingen, maar ook kleine bedrijven, startende bedrijven, éénpitters die vooral (flexibel) hun arbeidsinzet leveren, en ook het «brede» reguliere MKB zoals in de detailhandel.

Het Nederlandse MKB staat er, naar internationale maatstaven gemeten, goed voor, maar er komt veel op deze bedrijven af. De economie is in transitie door de voortgaande digitalisering, internationalisering en verduurzaming van productie en consumptie. Dat stelt nieuwe en extra eisen aan de wendbaarheid en het aanpassingsvermogen van het MKB. Door hun beperkte schaalgrootte worden zij voor extra uitdagingen gesteld, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van financiering, of het toepassen van (nieuwe) regelgeving en technologie.

In het MKB-actieplan (Kamerstuk 32 637, nr. 316) heeft het kabinet voor het MKB een samenhangende beleidsaanpak gepresenteerd op de terreinen van menselijk kapitaal, financiering, innovatie, internationaal ondernemen, regelgeving, fiscaliteit, economische samenwerking tussen Rijk en regio en digitalisering in het MKB. Het doel daarvan is om de aanpassing van de verschillende soorten MBK-bedrijven aan de nieuwe marktcondities te versnellen en te ondersteunen, onder meer bij de digitale transitie van de economie. In de Nationale Digitaliseringsstrategie (Kamerstuk 26 643, nr. 541) streeft het kabinet er naar om digitale koploper van Europa te worden. Nederland moet zich ontwikkelen als proeftuin op het gebied van digitale innovatie.

3) Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking

Voor innovatie en vernieuwend ondernemerschap is de benutting en toepassing van wetenschappelijke kennis en nieuwe technologie één van de belangrijkste voorwaarden. Het maatschappelijk rendement van publiek gefinancierde onderzoeksinstellingen kan worden vergroot door bedrijven en kennisinstellingen meer te laten samenwerken bij de uitvoering van onderzoek; in het bijzonder op het terrein van de maatschappelijke thema’s en sleuteltechnologieën. Relevant daarbij is dat innovatie geen lineair proces is dat zich binnen één organisatie afspeelt, maar een complex interactie- en kennisuitwisselingsproces is tussen verschillende actoren in een «open» innovatienetwerk of -cluster (van bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en/of consumenten). Niet alleen de ondernemer en zijn omgeving staat daarom centraal in het bedrijvenbeleid, maar ook het stelsel van toegepast onderzoek en de interactie en publiek-private onderzoeksamenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden (nationaal, regionaal en Europees) in het relevante innovatienetwerk. Daartoe faciliteert EZK met het bedrijvenbeleid ook een responsief stelsel van (toegepast) onderzoek.

In de brief «Naar missiegedreven innovatie met impact» (Kamerstuk 33 009, nr. 63) heeft het kabinet de vernieuwde aanpak van de topsectorenaanpak uiteengezet. De publiek-private R&D-samenwerking in de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) hebben er de afgelopen jaren toe geleid dat met publieke kennisinvesteringen additionele private kennisinvesteringen en cofinanciering zijn gerealiseerd. Door deze PPS-werkwijze zijn de beschikbare publieke en private investeringen voor onderzoek en ontwikkeling toegenomen. Met de nieuwe aanpak geeft het kabinet aan die hefboom een nieuwe impuls.

In het Nationaal Hervormingsprogramma 2018 heeft het kabinet aangegeven hoe zij omgaat met de landenspecifieke aanbeveling van de Europese Commissie omtrent onderzoek en innovatie uit 201715. Dit jaar luidt de aanbeveling van de Commissie als volgt: «Met inachtneming van de middellangetermijndoelstelling, het budgettaire en het structuurbeleid gebruiken voor een verhoging van de publieke en private investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie.» Het kabinet onderschrijft het belang van publieke en private investeringen in onderzoek en innovatie voor toekomstige economische groei, de aanpak van maatschappelijke uitdagingen en het bewerkstelligen van wetenschappelijke doorbraken. Het kabinet investeert vanaf 2020 structureel € 400 mln extra in fundamenteel en toegepast onderzoek, plus een incidentele investering in de onderzoeksinfrastructuur16.

4) Het waarborgen van goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie, onder meer in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en een adequate overheidsdienstverlening voor ondernemers.

Om ondernemers de ruimte te geven om succesvol te kunnen ondernemen en hun positie zowel regionaal, nationaal als internationaal te versterken biedt EZK (veelal samen met andere departementen) verschillende publieke diensten aan. De geboden informatie en dienstverlening is veelzijdig: van informatie over wetgeving, belastingregels en maatschappelijk verantwoord ondernemen tot subsidies en directe (financiële) ondersteuning bij regionale en (inter)nationale activiteiten van ondernemers uit binnen- en buitenland. Toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige publieke diensten verhogen de kwaliteit van het ondernemerschap en bespaart ondernemers kostbare tijd. Om de (hoge) kwaliteit van het Nederlandse vestigings- en ondernemingsklimaat op peil te houden werkt EZK nauw samen met haar internationale, Europese en regionale partners en andere vakdepartementen. Hierbij besteedt het kabinet aandacht voor het vergroten van experimenteerruimte in wet- en regelgeving, betere regelgeving en het wegnemen van belemmeringen voor innovatie (Kamerstuk 32 637, nr. 314).

Rol en verantwoordelijkheid

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste rollen en verantwoordelijken die de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in het Bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de vier hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.

In dit begrotingsartikel ligt de nadruk zoals aangegeven op overheidsinterventies met financiële gevolgen voor de begroting. Naast financiële interventies spelen in het Bedrijvenbeleid echter ook niet-financiële interventies een belangrijke rol bij het realiseren van de strategische doelen, bijvoorbeeld op het terrein van wet- en regelgeving, maar ook en vooral bij het organiseren van publiek-private samenwerking (bijvoorbeeld binnen de vernieuwde topsectoren aanpak en op regionaal niveau). Niet alleen de ondernemer en zijn omgeving staat centraal in het beleid, maar ook de interactie en publiek-private samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden in het relevante innovatienetwerk (innovatiesysteem- en systeemperspectief).

 

Stimuleren

Financieren

Regisseren

(Doen) uitvoeren

Stimuleren van innovatie

     

Versterken groei- en aanpassingsvermogen bedrijven

     

Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking

 

Goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie

 

Stimuleren van (duurzame) innovatie

De Minister stimuleert een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven door:

  • private investeringen in R&D onder meer te bevorderen via de WBSO en het inrichten van een effectief en efficiënt werkend stelsel van intellectueel eigendom;

  • samen met de provincies de R&D-samenwerking in het midden- en kleinbedrijf binnen de Topsectoren te stimuleren via de regeling MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT);

  • internationale samenwerking op het terrein van R&D te faciliteren, onder meer via Internationaal Innoveren en Eurostars;

  • cofinanciering van de EFRO-programma’s (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO); voor de EFRO-programma’s binnen Nederland draagt de Minister systeemverantwoordelijkheid;

  • het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden;

  • samen met de (regionale) partners van het «Techniekpact» te zorgen voor voldoende technisch personeel;

  • in samenwerking met bedrijfsleven, maatschappelijke middenveld, de vakbeweging, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en andere ministeries door middel van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) convenanten in te zetten op het identificeren, voorkomen en verminderen van IMVO-risico’s in de waarde-ketens van het Nederlands bedrijfsleven.

Daarnaast heeft de Minister ook een uitvoerende rol bij het verlenen van Nederlandse octrooien volgens de in de Rijksoctrooiwet 1995 geformuleerde voorwaarden. Naast stimulering van private investeringen in R&D richt deze zich ook op valorisatie van publiek gefinancierde kennis.

Versterken van groei- en aanpassingsvermogen bedrijven en in het bijzonder het MKB

De Minister stimuleert het groei- en aanpassingsvermogen van bedrijven en in het bijzonder het MKB door:

  • het versnellen van de toepassing van digitalisering door het MKB via de programma’s «versnelling digitalisering MKB», «smart industry» de verlenging van de «retailagenda» en het identificeren en helpen opschalen van (regionale of sectorale) best practices op het gebied van digitalisering;

  • het versterken van de samenwerking tussen het MKB en HBO/MBO-instellingen zodat de toegang tot personeel verbetert en het toezien op belangrijke hervormingen van de arbeidsmarkt als het gaat om de in het Regeerakkoord aangekondigde aanpassing van de verplichting tot loondoorbetaling bij ziekte;

  • de toegang tot financiering te verbeteren door nieuwe financieringsinitiatieven (formules) als overheid actief te stimuleren zoals «financieringstafels» en «fintech», door garant te staan voor in de kern gezonde bedrijven, en door het verbeteren van toegang tot (risico)kapitaal in cruciale fases in de levenscyclus van bedrijven;

  • het aanbieden van een pakket van fiscale ondernemersstimulering gericht op zelfstandig ondernemerschap, bedrijfsoverdrachten en bedrijfsinvesteringen; daarnaast wordt gewerkt aan de oprichting van Invest-NL. Dit om gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken;

  • eerlijk en verantwoord handelsverkeer te bevorderen via afspraken, gedragscodes of regelgeving (corporate governance, franchise, betaalme.nu);

  • MKB-ondernemers beter bij wet- en regelgeving betrekken via MKB-toets waarvoor in de zomer van 2018 een platform wordt ingesteld en het toegankelijker maken van aanbestedingen voor het MKB via de actieagenda «beter aanbesteden»;

  • het inschakelen van de Nederlandse industrie en instituten bij de productie en ontwikkeling van militair materieel (industriële participatie).

Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking

De Minister van EZK en de bewindspersonen van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast, praktijkgericht en fundamenteel onderzoek. De Minister financiert en regisseert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door:

  • de TO2-instituten TNO (inclusief ECN per 1 april 2018), Deltares, Marin en NLR te financieren.

  • gezamenlijke regie met OCW op de publiek-private samenwerking via NWO, waarbij EZK specifiek NWO-TTW (voorheen STW) subsidieert.

Sinds de oprichting van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is de Minister van LNV verantwoordelijk voor de aansturing van het onderzoek van Wageningen Research. De Minister van LNV verleent de subsidie aan dit instituut in overleg met de Minister van EZK vanuit diens systeemverantwoordelijkheid voor toegepast onderzoek.

Daarnaast heeft de Minister een stimulerende rol met:

  • de PPS-toeslag, voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s);

  • de financiële bijdrage aan het ruimtevaartbeleid, met name in Europees verband.

Tot slot heeft de Minister een regisserende rol bij het tot stand komen van publiek-private samenwerking binnen het bedrijvenbeleid.

Waarborgen van goede randvoorwaarden in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en excellente overheidsdienstverlening voor ondernemers.

De Minister biedt overheids- en informatiediensten aan ter ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door:

  • toegang tot overheidsdiensten (financieel en/of door middel van kennis) via:

    • (a) de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

    • (b) het aansturen van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) met als oogmerk het aantrekken van buitenlandse investeerders naar Nederland, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; en

    • (c) het Innovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van topsectoren, ondernemers en kennisinstellingen uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D en innovatie-ambities;

  • samenwerking met de relevante regionale netwerken en partners.

  • informeren en ondersteunen van ondernemers (van het starten van een bedrijf tot het vinden van een opvolger) via de Kamer van Koophandel (KvK).

  • het regisseren en uitvoeren van het Programma «Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening 2018–2019».

Om – aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.

Beleidswijzigingen

Verduurzaming industrie

In 2018 wordt gewerkt aan het Klimaatakkoord. Het Regeerakkoord geeft het kader voor het Klimaatakkoord. De nationale doelstelling is 49% CO2-emissiereductie ten opzichte van 1990. Daarnaast wil het kabinet Europese afspraken maken voor een aangescherpte Europese doelstelling van 55% reductie ten opzichte van 1990. De nationale doelstelling is geen einddoel, maar een mijlpaal op weg naar 2050. In 2050 willen we een duurzame industrie hebben: een industrie die concurrerend én klimaatneutraal is. Uitgaande van de nationale doelstelling 49% en op basis van de laatste PBL-cijfers (Kamerstuk 32 813, nr. 186) en de voortgang onder het huidige beleid zoals berekend in de Nationale Energieverkenning 2017, is de opgave voor de industrie inclusief de Afvalverwerkende industrie 19,4 Mton (5,1 huidig beleid en 14,3 additioneel) en mag de industrie in 2030 nog maar 35,7 Mton uitstoten. Om deze CO2-reductie te realiseren en de transitie van de industrie te versnellen worden momenteel beleidsinstrumenten ontwikkeld.

MKB-actieplan

Om het MKB beter in staat te stellen zich versneld aan te passen aan een nieuwe marktdynamiek en daarmee hun groei- en aanpassingsvermogen te versterken, heeft het kabinet een strategie ontwikkeld in het MKB-actieplan (Kamerstuk 32 637, nr. 316). Dit is een integraal actieplan gericht op alle facetten die daarbij van belang zijn: personeel, financiering, regelgeving, toepassing van innovatie en digitalisering, fiscaliteit en internationale handel. Ook heeft het kabinet hiertoe, als onderdeel van het MKB-actieplan, een gezamenlijke economische samenwerkingsagenda van Rijk en regio ontwikkeld.

Nederlandse digitaliseringsstrategie

Willen we als Nederland de kansen van digitalisering optimaal benutten en problemen effectief aanpakken, dan moeten we vernieuwen en versnellen. Daarom streeft het kabinet er met de Nederlandse Digitaliseringsstrategie naar om digitale koploper van Europa te worden en de proeftuin op het gebied van digitale innovatie. Nederland moet zich ontwikkelen tot de plaats in Europa waar bedrijven uit de hele wereld komen om op een verantwoorde manier nieuwe toepassingen te ontwikkelen en te testen. In de Nederlandse Digitaliseringsstrategie beschrijft het kabinet de uitgangspunten en acties om deze ambitie realiseren (Kamerstuk 26 643, nr. 541).

Opzet kennis- en innovatieagenda Cybersecurity

Met de middelen uit het Regeerakkoord voor versterking van de kennisbasis en innovatie van cybersecurity wordt gewerkt aan een meerjarige kennis- en innovatieagenda. Voor de periode 2019–2022 is een bedrag van € 20 mln beschikbaar op artikel 2 uit het Regeerakkoord (ook op artikel 1 zijn middelen voor cyberecurity beschikbaar). Samen met andere departementen, kennisinstellingen en het bedrijfsleven, zal een Kennis- en Innovatie Agenda worden opgesteld. Deze agenda wordt leidend voor de gelden.

Vernieuwde innovatie- en topsectorenaanpak17

In de brief over de vernieuwing van de topsectorenaanpak en de inzet van de enveloppe toegepast onderzoek en innovatie heeft het kabinet de vernieuwde beleidsaanpak gepresenteerd. De urgentie van wereldwijde maatschappelijke uitdagingen en de technologische doorbraken die daarvoor oplossingen kunnen aandragen maken gerichte samenwerking op kennis en innovatie noodzakelijk. Binnen de vernieuwde aanpak zijn daarom economische kansen van de maatschappelijke uitdagingen en de ambitie om een vooraanstaande rol te spelen op sleuteltechnologieën de centrale uitgangspunten. Dit betekent dat op initiatief van de verantwoordelijke departementen – en in nauwe samenspraak met de topteams, kennisinstellingen, bedrijfsleven en andere betrokken partijen zal worden gewerkt aan missies op de maatschappelijke thema’s energietransitie en duurzaamheid; landbouw, water en voedsel; gezondheid en zorg; veiligheid, en gaat extra aandacht uit naar de sleuteltechnologieën die de technologische (kennis)basis vormen voor het aanpakken van deze uitdagingen. Dit doen topteams in nauwe samenwerking met kennisinstellingen en departementen.

Oprichting van Invest-NL

Het kabinet gaat met de oprichting van Invest-NL investeringen bij ondernemingen stimuleren op het gebied van grote transitie-opgaven, door risicokapitaal beschikbaar te stellen voor investeringsprojecten en voor doorgroei van ondernemingen en door ondersteuning te geven bij financiering van export en buitenlandse investeringen aan bedrijven. Invest-NL krijgt een projectontwikkelingstak met een jaarlijkse subsidie van € 10 mln vanuit de Staat, en daarnaast de mogelijkheid om zelf te investeren uit de € 2,5 miljard kapitaalstorting. Voor alle activiteiten van Invest-NL geldt dat aanvullend aan de markt wordt gewerkt; er moet sprake zijn van marktfalen. Voorwaarden voor de activiteiten van Invest-NL zijn bedrijfseconomische principes en een marktconform rendement op het eigen vermogen, waarmee de kapitaalstorting kwalificeert als financiële transactie en voldoet aan de staatssteuneisen. De instelling krijgt daarvoor een private rechtsvorm, als deelneming van het Rijk met een wettelijke basis. De uitoefening van het aandeelhouderschap van de Staat in Invest-NL wordt belegd bij het Ministerie van Financiën. Zie Kamerstuk 28 165, nr. 281 en 28 165, nr. 285.

Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening

Het kabinet kiest voor betere regelgevingsbeleid dat andere accenten legt dan de afgelopen decennia. Het kabinet wil de al eerder in gang gezette transitie van een beleid gericht op regeldrukkostenvermindering naar een beleid dat meer gericht is op merkbaarheid kracht bij zetten. Hierin wil het kabinet ondernemers centraler stellen en samen met hen op zoek gaan naar juist die knelpunten die in de praktijk voor de meeste overlast zorgen.

Met het programma «Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening 2018–2021» werkt het kabinet langs 5 actielijnen aan het beter betrekken van ondernemers bij de totstandkoming van wet- en regelgeving, het vergroten en beter benutten van ruimte in regels voor innovatie en ondernemerschap, het verminderen van regeldruk (ook in Europa en bij gemeenten) en het vebeteren van overheidsdienstverlening (Kamerstuk 32 637, nr. 314). In plaats van te sturen op resultaten op basis van een generieke reductiedoelstelling, kiest het kabinet voor departementale actieprogramma’s met hierin concrete ambities en acties gericht op merkbaar betere regelgeving en dienstverlening.

Ruimtevaart

Uit de middelen, die in het Regeerakkoord beschikbaar zijn gesteld voor de Regio Envelop, is in totaal € 40 mln beschikbaar voor Ruimtevaart/ESTEC. Een bedrag van € 15 mln hiervan is in 2018 beschikbaar gesteld voor een internationale ontmoetingsplek op ESTEC, het restant ad € 25 mln in 2020 voor optionele ESA-programma’s. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd op 19 februari 2018 (Kamerstuk 29 697, nr. 38) en in de Kamerbrief over de Evaluatie van het Ruimtevaartbeleid 2012–2016 op 22 mei 2018 (Kamerstuk 24 446, nr. 62).

Internationaal

Op het gebied van internationale handels- en investeringsbevordering en innovatiesamenwerking heeft het kabinet conform het adviesrapport van de Stuurgroep Buijink uit 2017 de International Strategic Board opgericht als opvolger van de Dutch Trade and Investment Board, met de opdracht het kabinet te adviseren over een publiek-private internationale strategie voor internationaal ondernemen. Voor het uitvoeren van deze strategie en van meerjarige internationale publiek-private programma’s en projecten is de Werkplaats ingericht. Daarnaast wordt in dit kader gewerkt aan sterkere publiek-publieke samenwerking (o.a. rijk-regio-gemeente in Trade & Innovate NL) en privaat-private samenwerking in NL International Business. Het doel is de samenwerking tussen departementen, kennisinstellingen en bedrijven te verankeren en daarmee de kennisbasis, het innovatieve vermogen en de internationale positie van Nederland te versterken en bij te dragen aan de duurzame ontwikkelingsdoelen in Nederland en wereldwijd.

De Minister van BHOS heeft de Tweede Kamer hierover geïnformeerd met de beleidsbrief «Investeren in perspectief» (Kamerstuk 34 952, nr. 1).

De Staatssecretaris van EZK heeft vanaf 2018 de Global Stars-regeling ingesteld voor internationale innovatiesamenwerking met niet EU- en niet-Eurekalanden. Hiervoor is structureel € 1 mln beschikbaar. De eerste call voor gezamenlijke onderzoeksvoorstellen met India is geopend.

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

VERPLICHTINGEN

1.654.654

2.387.607

2.087.514

2.074.566

2.044.433

2.083.947

2.087.635

Waarvan garantieverplichtingen

823.852

1.500.000

1.300.000

1.250.000

1.250.000

1.250.000

1.250.000

UITGAVEN

843.401

920.494

889.968

941.079

918.749

917.751

923.091

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

88%

       
               

Garanties

58.916

57.331

57.092

57.272

57.892

57.992

62.552

BMKB

34.818

41.835

36.375

36.555

37.175

37.275

41.835

Storting reserve BMKB

11.147

           

Groeifaciliteit

4.216

8.850

8.972

8.972

8.972

8.972

8.972

Storting reserve Groeifaciliteit

2.144

           

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

1.610

6.646

11.745

11.745

11.745

11.745

11.745

Storting reserve GO

4.940

           

Garanties MKB Financiering

             

Storting reserve Garanties MKB Financiering

41

           
               

Subsidies

97.343

127.498

102.419

102.992

99.809

98.525

100.967

Lucht- en Ruimtevaart

1.587

           

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

15.818

28.080

34.747

38.517

40.317

40.317

40.317

Eurostars

13.325

17.808

17.958

17.958

17.958

17.958

17.958

Bevorderen Ondernemerschap

7.465

9.782

14.301

16.637

11.475

10.746

13.546

Groene Groei en Biobased Economy

1.147

1.023

         

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

37.356

33.803

27.464

23.361

24.090

23.535

23.177

Bijdrage aan ROM’s

5.375

5.507

5.507

5.507

5.507

5.507

5.507

Verduurzaming industrie

 

28.066

         

Overige subsidies

15.270

3.429

2.442

1.012

462

462

462

               

Opdrachten

29.971

21.159

19.578

23.396

24.609

22.859

22.477

Onderzoek en opdrachten

3.298

3.916

3.898

3.728

3.728

3.728

3.728

Caribisch Nederland

190

3.572

1.237

1.071

1.071

1.071

1.071

ICT beleid

16.834

7.069

5.871

8.222

9.242

9.799

9.417

Regeldruk

735

1.389

2.206

2.206

2.271

2.336

2.336

Mainport Rotterdam

7.537

           

Regiekosten regionale functie

263

971

650

665

665

665

665

Invest-NL in opbouw

157

972

         

Cybersecurity

   

3.216

5.004

5.132

5.260

5.260

Small Business Innovation Research

957

3.270

2.500

2.500

2.500

   
               

Bijdragen aan agentschappen

107.074

109.953

94.099

89.731

89.113

88.875

88.414

Bijdrage RVO.nl

98.351

91.052

78.499

78.342

77.724

77.486

77.413

Bijdrage Agentschap Telecom

3.240

1.949

1.949

502

502

502

143

Bijdrage Logius

2.672

887

887

887

887

887

858

Invest-NL in opbouw

2.811

16.065

12.764

10.000

10.000

10.000

10.000

               

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

268.831

307.574

296.809

303.834

302.895

302.395

302.296

Bijdrage aan TNO

138.926

153.930

152.551

161.761

161.511

161.511

161.511

Kamer van Koophandel

109.969

128.078

120.821

118.718

117.300

117.300

117.201

Bijdrage aan NWO-TTW

19.936

25.566

23.437

23.355

24.084

23.584

23.584

               

Bijdragen aan medeoverheden

2.045

1.655

         

Sterke Regio’s en Nota Ruimte

2.045

1.655

         
               

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

279.221

295.324

319.971

363.854

344.431

347.105

346.385

Internationaal Innoveren

36.499

40.451

41.336

40.836

40.536

39.936

38.857

PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)

100.804

125.416

142.950

162.040

169.040

172.040

172.040

TO2 (Deltares, MARIN en NLR)

32.348

42.181

45.355

46.984

46.984

46.984

46.984

Topsectoren overig

31.193

3.241

7.285

5.513

5.308

5.505

5.505

Ruimtevaart (ESA)

66.599

70.063

68.610

94.184

68.266

68.266

68.625

Bijdrage NBTC

8.694

8.860

8.860

8.860

8.860

8.860

8.860

Bijdragen organisaties

3.084

5.112

5.575

5.437

5.437

5.514

5.514

               

ONTVANGSTEN

134.101

125.419

113.157

111.067

111.863

105.672

107.145

BMKB

37.316

33.000

33.000

33.000

33.000

33.000

33.000

Groeifaciliteit

5.510

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

Onttrekking begrotingsreserve Groeifaciliteit

             

Garantie Ondernemings-financiering (GO)

9.132

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouw-financiering (GSF)

178

           

Onttrekking GSF

10.136

           

MKB Financiering

41

           

Luchtvaartkrediet-regeling

13.507

9.046

9.906

6.116

5.912

4.012

4.409

Rijksoctrooiwet

40.260

40.275

36.312

36.012

36.012

33.012

33.012

Eurostars

1.629

4.821

5.094

5.094

5.094

4.000

4.000

Joint Strike Fighter

2.009

3.750

5.000

7.000

8.000

9.000

10.576

Diverse ontvangsten

14.383

13.527

2.845

2.845

2.845

1.648

1.148

Budgetflexibiliteit

Garanties: Het budget voor de verschillende garanties is voor 100% juridisch verplicht. Het budget is nodig om de verwachte schades te kunnen betalen op garanties die eerder zijn aangegaan.

Subsidies: Van het beschikbare budget is 64% juridisch verplicht. Het betreft onder andere de uitfinanciering van tot en met 2018 aangegane verplichtingen voor Eurostars, MKB innovatiestimulering Topsectoren, EFRO-cofinanciering en Bevorderen Ondernemerschap. Daarnaast is 15% van het budget bestuurlijk gebonden. Dit betreft € 5,5 mln voor de subsidiëring van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en € 9,5 mln van het budget van de regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) die in 2019 via het Provinciefonds aan de provincies wordt overgeheveld voor de decentrale uitvoering van de MIT.

Opdrachten: Van het opdrachtenbudget is 39% juridisch verplicht. Het betreft de uitfinanciering van in voorgaande jaren aangegane verplichtingen voor onder andere beleidsondersteunend onderzoek, SBIR, Regeldruk en ICT-beleid.

Bijdragen aan agentschappen: Het budget betreft de financiering van het opdrachtenpakket 2019 aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Agentschap Telecom, Logius en projectontwikkeling van Invest-NL in opbouw en is voor 97% juridisch verplicht.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s: Het budget betreft de uitfinanciering van de verplichting 2019 aan TNO, de Kamer van Koophandel en NWO-TTW. Het budget is 100% juridisch verplicht.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: Van dit bedrag is 83% juridisch verplicht. Dit betreft vooral de bijdragen aan de TO2-instituten, de regeling Internationaal Innoveren, Ruimtevaart, de uitfinanciering van verschillende innovatieprogramma’s en oud FES-projecten, en een groot deel van het budget voor de PPS-toeslag. Van het budget is 1% bestuurlijk gebonden. Dit betreft de bijdrage aan de World Tourism Organization (UNWTO), het eengemaakt octrooigerecht, de World Intellectual Property Organization (WIPO) en de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI).

Toelichting op de instrumenten

De financiële beleidsinstrumenten van het Bedrijvenbeleid richten zich op het realiseren van de geformuleerde strategische doelen. Bij de toelichting op de instrumenten worden de interventies daarom samenhangend per strategisch beleidsdoel beschreven. Voor elk van de strategische doelen wordt vervolgens, overeenkomstig de voorschriften, de indeling van de begrotingstabel naar aard van de financiële beleidsinterventie gehanteerd. Op die manier wordt zowel de inhoudelijke samenhang van verschillende instrumenten, alsook de aard van de financiële interventie zichtbaar gemaakt. Voor elk van de instrumenten worden kengetallen gepresenteerd. Een meer uitgebreide rapportage van kengetallen en indicatoren is te vinden in de Monitor bedrijvenbeleid. Voor elk instrument is een verwijzing opgenomen naar de relevante website.

Strategisch doel 1 Stimuleren van (duurzame) innovatie

Tabel kengetallen behorend bij strategisch doel 1

Kengetallen

2013

2014

2015

2016

2017

Bron

MIT

         

RVO.nl

Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT1

707

662

1.206

1.287

1.434

 

Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met MIT (x € 1 mln)

26

61

86

83

96

 

Eurostars

         

RVO.nl

Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars

49

20

69

75

72

 

– waarvan bedrijven

37

13

50

52

49

 

– waarvan hightech MKB (%)

81%

100%

96%

90%

98%

 

Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers

(x € 1 mln)

13

7

32

28

30

 

Horizon2020

         

RVO.nl/EC

Aantal Nederlandse deelnemers aan H2020

1.544

449

712

984

1.388

 

waarvan bedrijven

1.185

298

500

713

1.003

 

Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour x € 1 mln)

3.403

538

1.016

1.644

2.272

 

– waarvan bedrijven (%)

21%

31%

28%

25%

27%

 

Retourpercentage voor Nederland (%)

7,5%

8,1%

7,7%

7,5%

7,6%

 

WBSO

         

RVO.nl

Aantal bedrijven dat gebruik maakt van WBSO

22.640

22.974

22.980

22.330

21.265

 

Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O-loon, x € 1 mln)

3.917

3.997

3.868

3.930

4.008

 

Broeikasgasemissies voor industrie inclusief afval (Mton CO2-eq)

56,0

54,8

55,3

55,7

56,5

Emissieregistratie (2018)

1

De realisatiecijfers van de MIT in 2017 wijken af van de cijfers die gepresenteerd zijn in het jaarverslag 2017, omdat nu ook de realisatiecijfers van de provincie Utrecht zijn verwerkt.

Subsidies

MIT

De regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren heeft ten doel het bevorderen van innovatie bij het MKB en het MKB beter in staat te stellen zich aan te sluiten bij de door de topsectoren opgestelde innovatieagenda’s en regionale innovatiestrategieën, onder andere door het stimuleren van samenwerking tussen MKB-bedrijven op het vlak van onderzoek, ontwikkeling en innovatie en het stimuleren van het gebruik van publiek gefinancierde kennis door het MKB. De regeling wordt in samenwerking met de provincies uitgevoerd en gefinancierd. Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op Volginnovatie.nl.

Eurostars

«Eurostars» is een internationaal programma dat gezamenlijk gefinancierd wordt door 34 deelnemende landen en de EU. De regeling is met name gericht op het «hightech»-MKB en ondersteunt bedrijven en kennisinstellingen die met buitenlandse partijen samenwerken in projecten die gericht zijn op marktgericht technologisch onderzoek en technologische ontwikkeling.

Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u hier.

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

Innovatiestimulering en de transitie naar een koolstofarme economie zijn de hoofddoelen van de programma’s die worden gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Daarbij is het MKB de belangrijkste doelgroep. EZK neemt namens het rijk de voor EFRO vereiste cofinanciering deels voor zijn rekening, voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en energie. Bij de projectselectie wordt in toenemende mate aansluiting gezocht bij de agenda’s van de topsectoren. Ook decentrale overheden en private partijen dragen bij aan cofinanciering van EFRO-projecten.

Nederland ontvangt voor de periode 2014–2020 vanuit het EFRO middelen van de EU voor vier landsdelige programma’s (€ 510 mln) en vier programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking «INTERREG A» (€ 309 mln).

Sterke sectoren en speerpunten per landsdeel (inclusief EFRO-budget) zijn:

  • Noord (€ 104 mln): energie, watertechnologie, healthy ageing, agribusiness, slimme (sensor)systemen en materialen en accent op maatschappelijke opgaven;

  • Oost (€ 101 mln): agri&food, health, High Tech Systemen en Materialen (HTSM), energie & milieutechnologie (EMT);

  • Zuid (€ 114 mln): agri&food, HTSM, chemie en nadruk op cross-overs;

  • West (€ 191 mln): alle topsectoren, nadruk op cross-overs, duurzaamheid, biobased en ICT.

De vier grensoverschrijdende programma’s waar Nederland aan deelneemt zijn Duitsland-Nederland, Euregio Maas-Rijn, Vlaanderen-Nederland en Twee Zeeën. De volgende sterke sectoren en speerpunten zijn per programma geïdentificeerd (inclusief het EFRO-budget dat Nederland ontvangt):

  • Duitsland-NL (€ 141 mln): Agrofood, LS&H, HTSM, Energie, Logistiek, sociaal culturele en territoriale grensoverschrijdende samenwerking;

  • Vlaanderen-NL (€ 94 mln): Agrofood, Chemie, Logistiek, HTSM, Energie, Life Sciences, bio-based, maintenance, grondstof efficiëntie, milieu, arbeidsmobiliteit;

  • Twee zeeën (€ 52 mln): Logistiek, Maintenance, Chemie, Water, Energie, bio-based, en de maritieme industrie;

  • Euregio Maas Rijn (€ 23 mln): Chemie, Logistiek, LS&H, HTSM, onderwijs, arbeidsmarkt en sociale inclusie.

Verduurzaming Industrie

Voor 2018 zijn uit de Klimaatenveloppe middelen beschikbaar gesteld ter bevordering van CO2-reducerende maatregelen in de industrie. Momenteel wordt in het kader van de verduurzaming van de industrie gewerkt aan beleidsinstrumenten die uitvoering kunnen geven aan het Klimaatakkoord. Hiervoor zijn vanaf 2019 nog geen middelen geraamd.

Bijdragen aan agentschappen

Bijdrage aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) – Octrooicentrum Nederland

De bijdrage aan Octrooicentrum Nederland, onderdeel van RVO.nl, is bestemd voor de uitvoering van taken die bij, of op grond van, wetten of verdragen zijn opgedragen, zoals bijvoorbeeld de verlening en registratie van octrooien, de inning van taksen, de vertegenwoordiging van Nederland in Europese en mondiale organisaties, de uitvoering van andere wettelijke taken onder de Rijksoctrooiwet 1995, evenals de nakoming van Europese en internationale verplichtingen. Daarnaast geeft Octrooicentrum Nederland voorlichting en advies aan bedrijven, kennisinstellingen, overheden en uitvinders. Doel is het vinden van de juiste balans tussen enerzijds kennisbescherming, om bedrijven te stimuleren om te innoveren, en anderzijds de verspreiding en benutting van kennis.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Internationaal Innoveren

In het kader van het beleid voor Internationaal Innoveren is voor Nederlandse deelname aan publiek-private onderzoeksprogramma’s in Europees verband cofinanciering beschikbaar. Deze middelen worden ingezet voor Eureka clusters en het Joint Technology Initiative ECSEL dat is gelieerd aan Horizon 2020.

Van dit budget wordt € 1 mln per jaar ingezet ten behoeve van de ondersteuning van innovatiesamenwerking van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen met partners uit niet-Eureka landen. Dit wordt uitgevoerd door middel van het Global Stars instrument onder de vlag van Eureka.

Op Volginnovatie.nl vindt u meer informatie over de ondersteunde projecten van de Joint Technology Initiatives en KP7 (de voorganger van Horizon 2020) en van Eureka.

Fiscale maatregelen

WBSO

De WBSO is gericht op het stimuleren van Speur- en Ontwikkelingswerk door het bedrijfsleven, door het verlagen van de aan S&O-gerelateerde kosten18. De WBSO richt zich op de loonkosten van S&O-medewerkers en, door de integratie met de Research & Development aftrek, ook op de overige aan S&O-gerelateerde kosten en uitgaven.

Informatie over de totale toegekende WBSO-bedragen per provincie vindt u op Volginnovatie.nl

Strategisch doel 2 versterken groei- en aanpassingsvermogen bedrijven en in het bijzonder het MKB

Tabel kengetallen behorend bij strategisch doel 2

Kengetallen

2013

2014

2015

2016

2017

Bron

BMKB

         

RVO.nl

Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln

344

372

446

657

558

 

Totaal aantal verstrekte garanties

1.983

1.949

2.545

3.688

3.299

 

Groeifaciliteit

         

RVO.nl

Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln

8

32

19

37

21

 

Totaal aantal verstrekte garanties

16

20

14

17

8

 

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

         

RVO.nl

Verstrekte garanties GO, x € 1 mln

103

82

137

58

91

 

Totaal aantal verstrekte garanties

51

39

76

36

80

 

Qredits

         

Qredits

Aantal verstrekte kredieten (Micro- en MKB-krediet)

1.020

1.187

1.500

1.750

2.238

 

Garanties

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

De BMKB maakt mogelijk dat bedrijven met te weinig zekerheden (onderpand) toch financiering kunnen krijgen, doordat de overheid borg staat voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De kredietverstrekker kan, mocht dat nodig zijn, voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Het kabinet heeft besloten de BMKB permanent open te stellen voor niet-bancaire partijen (zie Kamerstuk 32 637, nr. 286). Het gebruik van de regeling hangt af van de kredietbehoefte van het bedrijfsleven en is afhankelijk van de ontwikkeling van de conjunctuur en de risicobereidheid van financiers. De raming betreft de verwachte schades die kredietverstrekkers declareren bij EZK als kredieten niet terug kunnen worden betaald. Tegenover de schades staan premies en ontvangsten bij uitwinning van faillissementen. In de budgettaire tabel is een splitsing gemaakt tussen de werkelijke schadebetalingen en stortingen in de begrotingsreserve BMKB.

Groeifaciliteit

De Groeifaciliteit richt zich op buffervermogen – zoals eigen vermogen van participatiemaatschappijen en achtergestelde leningen door banken – en is vooral gericht op de start-, groei- en expansiefase van een bedrijf. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen vallen tot maximaal € 25 mln onder de garantieregeling. Een bank kan een garantiefinanciering verstrekken tot maximaal € 5 mln in de vorm van achtergestelde leningen. De garantie van de overheid bedraagt 50%.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De GO-regeling geeft financiers de mogelijkheid om een garantie van 50% van de overheid te verkrijgen, indien zij vanwege het risicoprofiel niet zelfstandig of onvoldoende in staat zijn in de kern gezonde bedrijven te financieren. Jaarlijks kan voor maximaal € 400 mln aan garanties worden verleend; het gebruik is afhankelijk van de conjuncturele ontwikkeling. Het geraamde bedrag betreft de verwachte schades op de regeling. Tegenover de schades staan premieontvangsten. De GO-regeling is kostendekkend.

In 2017 is de pilot GO ETFF voor in beginsel twee jaar opengesteld. De GO ETFF heeft als doel bij te dragen aan het (versneld) realiseren van de ambities inzake de energietransitie door het verstrekken van risicodragend vermogen in de vorm van achtergestelde leningen. Voorbeelden zijn geothermie, decentrale opwekking, energiebesparing in de gebouwde omgeving en de circulaire economie. Voor de financieringen vanuit de GO ETFF kan in de pilotfase € 80 mln aan overheidsgarantie worden verstrekt (onderdeel van het totale GO-plafond van € 400 mln). De GO ETFF vormt een aparte subsidiemodule naast de bestaande subsidiemodule Garantie Ondernemingsfinanciering en heeft een vergelijkbare kostendekkende opzet.

Garanties MKB-financiering

Voor de funding van Qredits ten behoeve van micro- en MKB-krediet is in 2019 € 30 mln garantieruimte beschikbaar.

Subsidies

Bevorderen Ondernemerschap

Deze middelen zijn gereserveerd voor diverse initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap, waaronder Valorisatie, Versnelling digitalisering MKB, «Startup Delta», «NL Groeit» en het «Techniekpact». Daarnaast is een bedrag van ca. € 0,3 mln gereserveerd voor een bijdrage aan FME ten behoeve van het programmabureau Smart Industry.

Microkrediet

In de categorie subsidies vallen ook de uitgaven aan «Qredits» ten behoeve van micro-en MKB kredieten voor ondernemers met een haalbaar ondernemersplan die geen toegang hebben tot het reguliere financiële circuit. Daarnaast biedt Qredits coaching en begeleiding aan kleine en startende ondernemers. De afgelopen jaren is er in totaal een lening van € 45 mln verstrekt voor micro- en MKB-krediet. Voor 2019 en volgende jaren zijn er geen aanvullende uitgaven geraamd op de begroting.

Bijdrage aan ROM’s

Met deze middelen worden de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen ondersteund: NOM (Noord), BOM (Brabant), LIOF (Limburg), Oost NL (Oost), «Innovation Quarter» (IQ, Zuidvleugel) en Impuls Zeeland (Zeeland). Deze middelen hebben tot doel de economische krachten in de regio te versterken en te bundelen met sectorale initiatieven vanuit het topsectorenbeleid en ander generiek beleid en daarnaast om de samenwerking tussen het (innovatieve) MKB en kennisinstellingen in de regio te bevorderen.

Overige subsidies

Deze middelen worden aangewend voor onder andere het Valorisatieprogramma en bijdragen aan de Nederland Maritiem Land (NML) voor Maritieme Innovatie Impulsprojecten en aan Stichting Toekomstbeeld der Techniek.

Opdrachten

Cybersecurity

De besteding van middelen uit het kennis en innovatiedeel van de cyber enveloppe uit het Regeerakkoord zal bestaan uit het doen van concrete kennis- en innovatie calls, die voortvloeien vanuit de Kennis- en Innovatie Agenda. Deze innovatie en onderzoekscalls zullen mede worden vormgegeven door de (vak)departementen. Het in te zetten instrumentarium, zal onder meer bestaan uit calls in samenwerking met NWO, versterken specifieke kennisvragen met SMO (Samenwerkingsmiddelen Onderzoek) programmering van TNO en het (mede) ontwikkelen van instrumenten ten behoeve van een technology transfer facility. Daarnaast zal gebruik worden gemaakt van bewezen EZK instrumenten als SBIR en MKB instrumenten.

Specifieke aandacht zal uitgaan naar activiteiten die de crosssectorale doelstellingen van de vernieuwde aanpak voor Topsectoren en Maatschappelijke Uitdagingen kunnen ondersteunen. Tot slot zullen middelen ingezet worden om een bijdrage te leveren aan het versterken van community building binnen de cybersecuritysector.

SBIR

Small Busines Innovation Research (SBIR) is innovatie in opdracht van de overheid. De overheid daagt door middel van een SBIR ondernemers uit om nieuwe producten te ontwikkelen en op de markt te brengen. SBIR is een competitie die de creativiteit van ondernemers gebruikt om maatschappelijke problemen op te lossen. Er is in de kabinetsperiode 2018–2021 jaarlijks € 2,5 mln beschikbaar voor het opzetten van SBIR oproepen.

Bijdragen aan agentschappen

Invest-NL in opbouw

Er is vanaf 2019 € 10 mln structureel beschikbaar voor projectontwikkeling van Invest-NL. Daarnaast is in de jaren 2018–2019 € 10,3 mln beschikbaar (€ 2,8 mln in 2019) voor de transitiekosten bij RVO.nl die samenhangen met de voorgenomen overheveling van de uitvoering van financieringsregelingen van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking naar het samenwerkingsverband met FMO.

Industriële participatie – Commissariaat Militaire productie

EZK werkt aan het inschakelen van de Nederlandse industrie en instituten bij de productie en ontwikkeling van militair materieel. Op de internationale defensiemarkt ontbreekt het aan een gelijk speelveld. Industriële participatie is noodzakelijk voor het borgen van een hoogwaardige en concurrerende defensie- en veiligheid (gerelateerde) industrie in Nederland. De defensiemarkt kenmerkt zich door een hoge kennisintensiteit en vraag naar innovatieve oplossingen. Gerichte inzet van industrieel participatiebeleid is van belang voor het beschermen van nationale veiligheidsbelangen en draagt bij aan het openen van internationale toeleveranciersketens, hetgeen ook innovatie- en bedrijfskansen met zich meebrengt.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage «Fiscale regelingen» in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  • Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid

  • Vrijstelling aandelenopties werknemers van startups

  • Persoonsgebonden aftrekpost durfkapitaal

  • BPM Teruggaaf bestelauto ondernemers

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota «Toelichting op de fiscale regelingen».

Tabel x. Fiscale regelingen 2017–2019, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljoen)1
 

2017

2018

2019

FOR aftrek

169

170

168

FOR belaste uitkering

– 99

– 99

– 95

Zelfstandigenaftrek

1.737

1.780

1.747

Extra zelfstandigenaftrek starters

107

112

112

Meewerkaftrek

8

8

8

Stakingsaftrek

14

14

13

Aftrek speur- en ontwikkelingswerk

6

6

6

Willekeurige afschrijving starters

8

8

8

Doorschuiving stakingswinst

262

273

276

MKB-winstvrijstelling

1.768

1.857

1.894

Terbeschikkingstellingsvrijstelling

17

17

17

Innovatiebox

1.554

1.502

1.562

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

364

381

379

OVB Vrijstelling bedrijfsoverdracht in familiesfeer2

16

16

16

Schenk- en erfbelasting Bedrijfsopvolgingsfaciliteit

430

430

430

Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO

1.182

1.163

1.205

Verlaagd gebruikelijk loon voor dga’s van startups

25

25

25

BTW Kleine ondernemersregeling

159

165

172

MRB Verlaagd tarief bestelauto ondernemers3

826

873

909

1

[–] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

2

OVB = Overdrachtsbelasting

3

MRB = Motorrijtuigenbelasting

Strategisch doel 3 Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking

Tabel kengetallen behorend bij strategisch doel 3

Kengetallen

2013

2014

2015

2016

2017

Bron

TKI’s

         

RVO.nl/ TKI’s

Omvang middelen PPS-programma’s TKI (x € 1 mln)1

571

814

970

1.060

1.250

 

waarvan private middelen (%)

35%

44%

49%

48%

46%

 

TO2

           

Klanttevredenheid Deltares

8,0

7,9

8,7

8,6

8,2

Deltares

Klanttevredenheid Marin

8,8

9,0

8,8

8,9

8,6

Marin

Klanttevredenheid NLR

8,5

8,7

8,8

8,7

8,7

NLR

Klanttevredenheid TNO

8,2

8,3

8,4

8,6

8,6

TNO

Kennisbenutting Deltares

   

96%

97%

93%

Deltares

Kennisbenutting Marin

   

97%

100%

100%

Marin

Kennisbenutting NLR

   

99%

99,5%

99%

NLR

Kennisbenutting TNO

   

98%

98%

98%

TNO

Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA)

           

Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma’s ESA2

 

552

121

121

136

ESA

Ruimtevaart geo-return/retour (%)

1,10

1,14

1,02

1,18

1,16

ESA

1

Het realisatiecijfer in 2017 betreft een voorlopig cijfer. In het jaarverslag 2018 wordt de definitieve realisatie opgenomen.

2

Doordat ESA in 2015 is gestart met een nieuwe, opgeschoonde database valt de realisatiewaarde 2015 en 2016 substantieel lager uit dan de referentiewaarde en de cumulatieve waarden tot en met 2014. De realisatiewaarde betreft een cumulatief getal op basis van databestanden van ESA vanaf 1 januari 2015.

Opdrachten

Onderzoek en opdrachten

De middelen zijn gereserveerd ten behoeve van de monitoring, effectmeting en feitelijke onderbouwing van beleid («evidence based policy making») en beleidsexperimenten en proefprojecten.

ICT-beleid: SURF

De ICT-infrastructuur (rekencapaciteit, netwerk) van SURF maakt het mogelijk om digitale data te benutten voor onderzoek en onderwijs. EZK en OCW dragen ieder € 6 mln bij aan de vernieuwing van die infrastructuur voor 2017 tot en met 2020, naar aanleiding van motie Van Meenen/Vos. Voor EZK betreft het een incidentele bijdrage, omdat de ICT-infrastructuur van SURF met name ten goede komt aan (wetenschappelijk) onderzoek en onderwijs en nauwelijks directe voordelen heeft voor het bedrijfsleven als ICT-gebruiker. Tevens heeft de Permanente Commissie voor Grootschalige Onderzoeksfaciliteiten van NWO (december 2016) voorgesteld om de rol van SURF te versterken bij het beoordelen van investeringsvoorstellen voor grote onderzoeksfaciliteiten (onderdeel rekenkracht). Naast deze bijdrage van EZK heeft SURF in 2016 een bijdrage van € 11,1 mln uit het Toekomstfondskrediet voor Onderzoeksfaciliteiten ontvangen (amendement Vos-Verhoeven).

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Bijdrage aan TNO

TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek) werkt samen met ECN, Marin, Deltares, Wageningen Research en NLR in de federatie Toegepaste Onderzoek Organisaties (TO2). EZK investeert samen met enkele andere ministeries in deze instituten, omdat hier onafhankelijk onderzoek in Nederland plaatsvindt dat kansen kan creëren voor innovatie en economische groei en dat een bijdrage levert aan de publieke kennis op terreinen van maatschappelijk belang. TNO bestrijkt een breed onderzoeksgebied op het terrein van meerdere topsectoren, met name HTSM, en energie. Daarnaast ontwikkelt TNO kennis op een aantal maatschappelijke thema’s, met name defensie, maatschappelijke veiligheid en arbeid & gezondheid.

Bijdrage aan NWO-TTW

NWO financiert binnen het domein Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW) technisch wetenschappelijk onderzoek aan Nederlandse universiteiten en instituten. Met de bijdrage van EZK worden de Perspectiefprogramma’s gefinancierd, die worden ingezet voor innovatiecontracten van topsectoren. Voor de bijdrage aan NWO-TTW is structureel circa € 23 mln per jaar beschikbaar.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

PPS-toeslag

In 2013 zijn de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) gestart met het bundelen en stroomlijnen van de onderzoeksprogrammering in de gehele kennisketen. Het doel is om meer privaat-publieke samenwerkingsprogramma’s (PPS) vanuit de onderzoekagenda’s van de topsectoren (inclusief maatschappelijke uitdagingen) te genereren. De TKI’s zijn daarbij programmerend en regisserend. Via de PPS-toeslagregeling (voorheen TKI-toeslagregeling) kunnen PPS-projecten voor elke privaat ingelegde euro 30% toeslag verdienen voor onderzoek dat past binnen de onderzoekagenda’s van de topsectoren. Zowel de TKI’s als de PPS-en zelf kunnen toeslag aanvragen. Het toegenomen beroep op de PPS-toeslag heeft de aandacht in relatie tot het hiervoor meerjarige beschikbare budget.

Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op Volginnovatie.nl.

TO2 (toegepaste onderzoeksorganisaties)

De middelen zijn gereserveerd voor de financiering van onderzoek in het kader van de topsectoren, maatschappelijke thema’s en voor onderzoek ten behoeve van (wettelijke) taken van de overheid. In 2018 is de subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek van kracht geworden (Staatscourant 2018 nr. 5475). Hiermee wordt bereikt dat de TO2-instellingen onder dezelfde voorwaarden de rijksbijdrage ontvangen. Naast TNO (zie «Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s»), omvat TO2 de volgende instituten:

  • Deltares (Delta Research): instituut op het gebied van deltatechnologie. Deltares levert ten behoeve van de overheid en de topsector water bijdragen aan innovatieve oplossingen voor water-, ondergrond- en deltavraagstukken die het leven in delta’s, kust- en riviergebieden veilig, schoon en duurzaam maken. De bijdrage aan Deltares bedraagt in 2019 circa € 16,3 mln;

  • MARIN (Maritiem Research Instituut Nederland): instituut op het gebied van hydromechanisch en nautisch onderzoek. De bijdrage aan Marin bedraagt in 2019 circa € 6,5 mln;

  • NLR (Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium): instituut op het gebied van militaire en civiele luchtvaart ten behoeve van de ministeries van Defensie en Infrastructuur en Waterstaat en de topsectoren HTSM en water. De bijdrage aan NLR in 2019 bedraagt circa € 22,5 mln;

  • Wageningen Research: dit instituut wordt toegelicht in artikel 11 van de LNV-begroting.

Topsectoren overig

Deze post bevat onder andere het beleidsondersteunend budget voor de topteams in het kader van het topsectorenbeleid.

Ruimtevaart (ESA)

De bijdrage aan Ruimtevaart bestaat uit verplichte programma’s (contributie) van het European Space Agency (ESA) en uit gerichte inschrijving op optionele programma’s van ESA. De ingeschreven middelen vloeien via opdrachten aan Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen ter realisatie van de onderscheiden ruimtevaartprogramma’s grotendeels terug naar Nederland («Geo Return»-systeem). Daarnaast kent het Ruimtevaartbeleid een (beperkt) nationaal flankerend beleid, waarin onder andere de interactie van bedrijven en kennisinstellingen met ESTEC wordt bevorderd. Ook wordt daarmee de benutting van satellietdata door onder andere overheidsinstellingen gestimuleerd. Uitvoering van het beleid is opgedragen aan het Netherlands Space Office (NSO). Uit de Regio-enveloppe zijn voor 2018 (€ 15 mln) en 2020 (€ 25 mln) middelen toegevoegd aan de EZK-begroting ter bevordering van het behoud van ESTEC en de Nederlandse hightech-sector.

Strategisch doel 4 waarborgen van goede randvoorwaarden in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en excellente overheidsdienstverlening voor ondernemers

Tabel kengetallen behorend bij strategisch doel 4

Kengetallen

2014

2015

2016

2017

Bron

Innovatie Attaché Netwerk

       

IAN/RVO.nl

Geformaliseerde samenwerkingsverbanden

115

78

97

60

 

Klanttevredenheid1

8,8

8,6

8,1

n.b.

 

Netherlands Foreign Investment Agency

       

NFIA/RVO.nl

Projecten

187

207

227

224

 

Investeringsomvang (€ mln)

3.185

1.765

1.467

1.227

 

Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen)2

6.304

7.779

7.570

8.158

 

KvK/Ondernemerspleinen

       

KvK

Waardering Kamer van Koophandel3

7,1

7,1

7,2

– 10

 

Bereik Kamer van Koophandel

51%

52%

55%

55%

 
1

Vanaf 2015 is een nieuwe methodiek gehanteerd, waardoor het cijfer niet zonder meer vergelijkbaar is met voorgaande jaren. In 2017 is geen meting van de klanttevredenheid verricht.

2

Zowel nieuwe werkgelegenheid als behoud van werkgelegenheid.

3

In 2016 is de Kamer van Koophandel voor het meten van de waardering overgestapt op het meten van de Net Promotor Score (NPS). Hierbij wordt gemeten hoe klanten van de Kamer van Koophandel, de producten en/of diensten aanbevelen bij een collega of zakenrelatie. De NPS wordt verkregen door het verschil te berekenen tussen het percentage Promotors (zij die een score van 9 of 10 geven) en het percentage Criticasters (respondenten die een score van 0 tot 6 geven). Dit is een gangbare (internationale) meetmethodiek. De NPS was in 2016 – 13 en in 2017 – 10.

Bijdragen aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl – Innovatie-attachés

De Innovatie Attachés, onderdeel van RVO.nl, werken in vijftien landen vanuit ambassades en consulaten. Zij leveren kennis en informatie over ontwikkelingen en trends op het terrein van innovatie, technologie en wetenschap in het buitenland, creëren verbindingen tussen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen en bevorderen daarmee de internationale innovatiesamenwerking ten behoeve van het Nederlandse concurrentievermogen. Zij zorgen in samenwerking met de NFIA dat er meer buitenlandse R&D naar Nederland komt.

Bijdrage aan RVO.nl – Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)

De bijdrage aan de NFIA is gereserveerd voor ondersteuning van buitenlandse bedrijven die zich willen vestigen of die willen uitbreiden in Nederland of Nederland als een strategische uitvalsbasis voor Europa zien. De dienstverlening bestaat uit advies, informatievoorziening en praktische assistentie en discrete toegang tot een breed netwerk van zakelijke partners en overheden.

Bijdrage aan RVO.nl – uitvoering instrumentarium

Deze middelen zijn grotendeels voor de uitvoering van de financierings- en innovatie-instrumenten (MKB Innovatiestimulering Topsectoren, Eurostars, Horizon2020, PPS-toeslag, WBSO, BMKB, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering). Dit betreft activiteiten als beoordeling van aanvragen, bedrijfscontroles, voorlichting over de instrumenten, de organisatie van innovatiemissies en het terugontvangen van kredieten.

Bijdrage aan Agentschap Telecom

Met deze bijdrage verzorgt Agentschap Telecom de uitvoering, het toezicht en de handhaving van de bepalingen uit de Wet ruimtevaartactiviteiten. Het gaat om werkzaamheden die voortkomen uit aanvragen, toetsen en eventueel afgifte van een ruimtevaartvergunning, registreren van ruimtevoorwerpen, deelname aan internationale gremia, adviseren en voorlichting geven over ruimtevaartactiviteiten. Het wettelijke toezicht heeft betrekking op de afgifte van ruimtevaartvergunningen. Verder voert Agentschap Telecom het toezicht uit op vertrouwensdiensten die onder de Europese eIDAS-Verordening vallen.

Bijdrage aan Logius

De bijdrage aan Logius betreft het EZ-aandeel voor het programma (Bureau) Forum Standaardisatie.

Opdrachten

Regeldruk

Het kabinet kiest voor een vernieuwende aanpak van het regeldrukbeleid. In de nieuwe aanpak wordt niet meer uitgegaan van het relatief smalle begrip van belemmerende regeldruk, maar zet het kabinet in op de totstandkoming van betere regelgeving die ondernemers de ruimte tot vernieuwing geeft en tegelijkertijd publieke belangen borgt. Hiervoor is in de nieuwe aanpak van het programma Merkbare Betere Regelgeving & Dienstverlening meer aandacht voor; onder meer door de «MKB-toets». Effecttoetsing van nieuwe regelgeving gebeurt door het adviescollege toetsing regeldruk (ATR).

Caribisch Nederland

Het budget betreft onder meer de uitgaven voor de Rijksdienst Caribisch Nederland en de kosten van statistisch en beleidsonderzoek door onder andere het CBS voor Caribisch Nederland.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Kamer van Koophandel

De Kamer van Koophandel voert wettelijke taken uit in het kader van ondernemerschapsbeleid: houden van het handelsregister, voorlichting en regiostimulering, innovatiestimulering en de ontwikkeling en het beheer van het digitale en de fysieke ondernemerspleinen. Met het Regeerakkoord is de beleidsverantwoordelijkheid voor het digitaal ondernemersplein en de bijbehorende middelen naar het Ministerie van BZK gegaan.

Bijdragen aan (internationale) organisaties

Bijdrage NBTC

EZK stelt op basis van meerjarenafspraken budget beschikbaar voor de internationale «branding», een goede spreiding in tijd en ruimte van toeristen en «marketing» van Nederland en internationale congreswerving. Het budget wordt ingezet op de belangrijkste toeristische herkomstmarkten en doelgroepen.

Overige bijdragen aan organisaties

De bijdrage is onder andere gereserveerd voor de stichting Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, die partijen (bedrijven, overheden, kennisinstellingen, ngo’s en vakbonden) informeert en stimuleert om bij te dragen aan een duurzame en eerlijke wereld. Daarnaast wordt een bijdrage verstrekt aan Ondernemersklankbord (circa € 0,4 mln), de Fraudehelpdesk (Stichting Safecin, € 0,25 mln) en de Koning Willem I Stichting (circa € 0,1 mln).

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten BMKB, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering betreffen de premie-inkomsten in het kader van de verstrekte garanties. Bij de BMKB is daarnaast ook sprake van ontvangsten als gevolg van uitbetaalde maar later afgewezen verliesdeclaraties.

Vanwege het beëindigen van de Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF) is de begrotingsreserve van de GSF in 2017 opgeheven (onttrekking van € 10,1 mln).

De ontvangsten in het kader van de Luchtvaartkredietregeling betreffen terugbetalingen (kredietsom en rente) van kredieten, verleend in de periode 1998 tot en met 2003 en 2008 tot en met 2011 voor vliegtuigtechnologieprojecten.

De ontvangsten Rijksoctrooiwet 1995 betreffen de ontvangsten van OCNL, uit hoofde van procedure- en instandhoudingtaksen op basis van de Rijksoctrooiwet 1995. Daarin zijn begrepen de instandhoudingstaksen voor Europese octrooien, waarvoor geldt dat de hiervoor geraamde ontvangsten de helft zijn van de feitelijke ontvangsten uit taksen. De andere helft wordt afgedragen aan het Europees Octrooibureau.

De ontvangst Eurostars betreft de Europese bijdrage aan Eurostars-projecten. De bijdrage betreft 25,75% van de nationale bijdrage.

De ontvangsten JSF hebben betrekking op de geraamde afdrachten door de defensie-industrie aan de Staat. Op basis van de gesloten medefinancieringsovereenkomst over de deelname van Nederland aan de ontwikkeling van de F-35 draagt de industrie 2% over de gerealiseerde omzet voor ontwikkeling en onderhoud van de F-35 af aan EZK.

Toelichting op de begrotingsreserves

De begrotingsreserves zijn ervoor bedoeld inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven. Gegeven het huidige, gunstige, economisch klimaat wordt de komende jaren een groei van de buffers verwacht, als saldo van enerzijds stortingen (uit inkomsten premies en/of bijdragen uit de EZK-begroting) en anderzijds onttrekkingen (schades uit borgstellingen). Daarmee ontstaat een buffer voor jaren waarin het economisch klimaat minder gunstig is. Voor meer informatie van het ontwikkeling van de garanties en het verloop van de reserve wordt verwezen naar het overzicht van de risicoregelingen in het hoofdstuk Beleidsagenda van deze begroting.

Ter illustratie van de noodzaak van het aanhouden van een buffer is aansluitend de ontwikkeling van uitgaven en ontvangsten van de BMKB weergegeven.

Ontwikkeling uitgaven en ontvangsten BMKB (x € 1 mln)

Ontwikkeling uitgaven en ontvangsten BMKB (x € 1 mln)

Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO), de Groeifaciliteit (GF) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties.

In onderstaande tabel zijn de saldi van de begrotingsreserves per 31 december 2017 weergegeven (bedragen x € 1.000).

Stand begrotingsreserves per 31 december 2017

 

Waarvan juridisch verplicht

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

69.780

100%

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

65.052

100%

Groeifaciliteit

18.313

100%

Garantie MKB-faciliteiten

9.041

100%

Budgetflexibiliteit begrotingsreserves

BMKB

Bij de BMKB is sprake van een niet geheel kostendekkende regeling. In de periode 2009–2015 is voor circa € 384 mln aan schades – veroorzaakt door het hoge aantal faillissementen als gevolg van de economische crisis – en uitvoeringskosten uit begrotingsmiddelen gefinancierd. Om in de toekomst bestand te zijn tegen een crisis met een dergelijke omvang, dient in tijden van hoogconjunctuur «gespaard» te worden. De begrotingsreserve kan als gevolg daarvan toenemen tot een forse omvang. Op het moment dat een economische crisis aan de orde is en de verliesdeclaraties toenemen, is de voorziening noodzakelijk om de tekorten aan te vullen. Het uitstaand obligo van de BMKB was ultimo 2017 circa € 1,8 mld waarmee de volledige begrotingsreserve juridisch verplicht is. Ervaring wijst echter uit dat slechts een beperkt deel van de garanties tot schadedeclaraties leidt. Voor een crisis, zoals hiervoor genoemd, dient echter een adequate buffer voorhanden te zijn.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) en de Groeifaciliteit (GF)

Bij de Garantie Ondernemingsfinanciering en de Groeifaciliteit is sprake van in opzet kostendekkende regelingen. Bij deze regelingen dient de begrotingsreserve er toe de discrepantie in de tijd tussen ontvangsten en uitgaven te verevenen. Bij deze regelingen kunnen relatief grote verliesdeclaraties worden ingediend, die de omvang van de in enig jaar te ontvangen provisies te boven gaan. Voor die situaties is het nodig een forse begrotingsreserve aan te houden om deze tegenvallers binnen de begroting te kunnen accommoderen. Het uitstaande obligo voor deze regelingen was ultimo 2017 € 593 mln (GO) en € 119 mln (GF) waardoor de volledige reserves voor deze regelingen juridisch verplicht zijn. De omvang en benutting van de begrotingsreserves worden betrokken bij de evaluatie van deze regelingen. De begrotingsreserve GO wordt ook ingezet ten behoeve van de GO-Energietransitie Financieringsfaciliteit (GO ETFF).

MKB-faciliteiten

Dit betreft de begrotingsreserve ten behoeve van de fundinggaranties in het kader van het Aanvullend actieplan MKB-financiering. De begrotingsreserve dient er toe de discrepantie in de tijd tussen de premieontvangsten en de uitgaven te verevenen. Het uitstaand obligo ultimo 2017 van deze garanties is € 172 mln, waarmee de volledige voorziening juridisch is verplicht.

14

Over de jaarlijkse voortgang van het bedrijvenbeleid en over de indicatoren en kengetallen op dit beleidsterrein wordt uitgebreid gerapporteerd op de website www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl. De begroting geeft het overzicht van de budgettaire gevolgen van het bedrijvenbeleid. De website is een bijlage bij de begroting waarin kengetallen en instrumentengebruik zijn opgenomen inclusief eventuele streefwaarden(realisaties) en evaluaties.

18

De WBSO staat voor de faciliteit afdrachtsvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen en de S&O-aftrek in de Wet inkomstenbelasting.

Licence