Base description which applies to whole site

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)
   

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

 

Vastgestelde begroting (incl. ISB 1 en 2, NvW)

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 7) (2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

35.171

34.954

‒ 71

4

34.887

      

Uitgaven

35.171

34.954

‒ 71

4

34.887

Waarvan juridisch verplicht

 

99,95%

  

99,95%

     

0

Rente

5.115

5.084

‒ 71

4

5.017

Rentelasten vaste schuld

5.115

5.084

‒ 71

4

5.017

Rentelasten vlottende schuld

0

0

0

0

0

Voortijdige beëindiging schuld

0

0

0

0

0

      

Leningen

30.039

29.854

0

0

29.854

Aflossing vaste schuld

30.039

29.854

0

0

29.854

Mutatie vlottende schuld

0

0

0

0

0

      

Opdrachten

17

16

0

0

16

Overige kosten

17

16

0

0

16

      

Ontvangsten

30.015

27.098

71.073

‒ 11.852

86.319

      

Rente

1.375

1.321

103

2.142

3.566

Rentebaten vaste schuld

0

0

0

0

0

Rentebaten vlottende schuld

301

217

98

‒ 38

277

Voortijdige beëindiging schuld

0

0

0

0

0

Rente derivaten lang

1.074

1.104

5

5

1.114

Rente derivaten kort

0

0

0

0

0

Voortijdige beëindiging derivaten

0

0

0

2.175

2.175

      

Leningen

28.640

25.777

70.970

‒ 13.994

82.753

Uitgifte vaste schuld

28.640

23.500

16.500

5.000

45.000

Mutatie vlottende schuld

0

2.277

54.470

‒ 18.994

37.753

      

Overige baten

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rentelasten vaste schuld (- € 67,0 mln.)

De rentelasten vallen in 2020 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.

Ontvangsten

Rentebaten vlottende schuld (+ € 60,0 mln.)

De rentebaten op de vlottende schuld vallen naar verwachting € 60 mln. hoger uit, met name als gevolg van de hogere financieringsbehoefte door de coronamaatregelen. Door de negatieve rente leidt een hogere financieringsomvang tot hogere renteontvangsten.

Voortijdige beëindiging derivaten (+ € 2,2 mld.)

Het voortijdig beëindigen van rentederivaten heeft geleid tot eenmalige ontvangsten van € 2,2 mld. Het betreft de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze rentebaten zijn nu in één keer ontvangen. Het voortijdig beëindigen van rentederivaten draagt bij aan het realiseren van de doelstellingen uit het beleidskader voor schuldfinanciering, namelijk het verlengen van de gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille richting de 8 jaar en het beperken van het korte termijn renterisico (renterisicobedrag < 30%).

Uitgifte vaste schuld (+ € 21,5 mld.)

De ramingen voor de uitgifte van vaste schuld zijn bijgesteld als gevolg van de sterk toegenomen financieringsbehoefte door de coronamaatregelen. Een deel van deze grotere financieringsbehoefte wordt opgevangen door voor € 21,5 mld. extra aan staatsobligaties uit te geven (vaste schuld bestaat uit leningen met een looptijd langer dan 1 jaar).

Mutatie vlottende schuld (+ € 35,5 mld.)

Naast de hierboven genoemde extra uitgifte van staatsobligaties wordt het resterende deel van de extra financieringsbehoefte gefinancierd met behulp van kortlopende leningen (looptijd tot 1 jaar). Hierdoor zal de omvang van de totale kortlopende schuld naar verwachting met € 35,5 mld. toenemen.

Licence