Base description which applies to whole site

Artikel 7: Apparaat

Tabel 14 Niet-beleidsartikel 7 Apparaat (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

   

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2020

2020

2020

2020

2020

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

Verplichtingen

819 826

897 228

26 529

‒ 75 704

848 053

       

Uitgaven

 

819 826

897 228

26 529

‒ 75 704

848 053

       

7.1.13

Personele uitgaven

539 269

559 602

‒ 1 200

‒ 21 404

536 998

7.1.13.1

Eigen personeel

527 269

547 602

‒ 1 200

‒ 21 404

524 998

7.1.13.2

Inhuur extern

12 000

12 000

0

0

12 000

7.1.13.3

overige personeel

0

0

0

0

0

       

7.1.14

Materiele uitgaven

280 557

337 626

27 729

‒ 54 300

311 055

7.1.14.1

ICT

60 200

60 200

0

‒ 70

60 130

7.1.14.2

Bijdragen aan SSO's

65 091

65 048

0

‒ 10 244

54 804

7.1.14.3

Overige materieel

155 266

212 378

27 729

‒ 43 986

196 121

       

7.2

Koersverschillen

0

0

0

0

0

       
       

Ontvangsten

 

41 450

54 250

0

‒ 3 900

50 350

       

7.10

Diverse ontvangsten

41 450

54 250

0

‒ 3 900

50 350

       

7.11

Koersverschillen

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

Uitgaven

7.1.13 Personele uitgaven

De personele uitgaven dalen per saldo met EUR 21,4 miljoen. Op uitgezonden personeel houden we in totaal EUR 14,4 miljoen over. Dit komt door lagere uitgaven op permanente vergoeding buitenland en een teruggave op overige vergoedingen uitgezonden personeel. Ook wordt voor lokaal personeel minder uitgegeven dan eerder geraamd doordat de beoogde intensiveringen niet zijn gerealiseerd. Voor ambtelijk personeel is met name sprake van onderuitputting op de uitgaven vanwege het feit dat niet alle openstaande vacatures in het kader van de intensiveringen vervuld zijn (EUR 7,1 miljoen). Vanuit Economische Zaken en Klimaat wordt een bedrag van EUR 2,7 miljoen overgeheveld ter verrekening van loonkosten voor personeel van dit ministerie dat werkzaam is op Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.

7.1.14 Materiële uitgaven

  • Bijdragen aan SSO's:

    • Er wordt EUR 10,2 miljoen overgeheveld naar FMHaaglanden ten behoeve van de facilitaire dienstverlening op de Rijnstraat 8. Voorheen werd dit jaarlijks gefactureerd.

  • Overige materieel:

    • Er zijn middelen toegevoegd bij Miljoenennota 2020 aan de overige materiële uitgaven ten behoeve van investeringen in de veiligheid van hoog-risico posten (EUR 28 miljoen). Deze middelen worden vervolgens grotendeels (EUR 22 miljoen) doorgeschoven naar komende jaren via eindejaarsmarge, om beter aan te sluiten bij het kasritme van de uitgaven.

    • Er wordt een bedrag van EUR 14 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren ten behoeve van het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Hiernaast wordt EUR 1,3 miljoen meegenomen naar komend jaar via de eindejaarsmarge vanwege vertraagde onderhoudskosten.

Ontvangsten

  • Door COVID-19 is de verkoop van een aantal panden vertraagd. Dit leidt tot EUR 7 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Tegelijkertijd vallen de ontvangsten van o.a. huren op co-locaties lager uit dan gebudgetteerd (EUR 1,4 miljoen). Tot slot is er meer gerealiseerd op de verrekening van de loonkosten lokaal personeel (EUR 4,5 miljoen). Dit betreft deels ontvangsten op uitgaande facturen van 2019.

Licence