Base description which applies to whole site

Artikel 9 Algemeen

A. Inleiding

In dit niet-beleidsartikel worden de departementsbrede uitgaven vermeld die niet zinvol kunnen worden toegerekend aan een beleidsartikel.

Internationaal beleid

Hiertoe wordt nadrukkelijk samengewerkt met andere ministeries. Vooral de samenwerking met de Ministeries van Buitenlandse Zaken (o.a. WHO/VN, TB/Aids en economische diplomatie), Veiligheid & Justitie (o.a. drugs), Economische Zaken en Klimaat (geneesmiddelenbeleid en economische diplomatie), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (o.a. antimicrobiële resistentie, gezonde voeding & voedselveiligheid), Infrastructuur en Waterstaat (chemische stoffen, gewasbescherming, biociden, nano- en biotechnologie, gezonde leefomgeving) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (sociale zekerheid), is hierbij van belang.

Het Ministerie van VWS vertegenwoordigt Nederland met betrekking tot de voor volksgezondheid, welzijn en sport relevante onderwerpen bij internationale organisaties als de Europese Unie, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Verenigde Naties (VN), de G20, het World Economic Forum (WEF), de Global Health Security Agenda, de Raad van Europa en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling(OESO). Vanuit het Ministerie van VWS dragen we nadrukkelijk bij aan de ambitie van het kabinet om het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse kennisinstellingen een podium te bieden op belangrijke buitenlandse markten (economische diplomatie). Hiertoe nemen we een prominente rol in bij de handelsmissies en worden bilaterale contacten verder versterkt. Van belang hierbij zijn met name de relaties met landen als China, de Verenigde Staten, India en overige opkomende markten.

Prioriteiten 2020

In 2020 zal een nieuwe Europese Commissie aantreden en een meerjarige Europese agenda worden opgesteld. Het kabinet stuurt hier nadrukkelijk op en wil dat Europese inzet op thema’s als geneesmiddelenbeleid, e-health en het aanbesteden in het sociale domein, leidt tot meerwaarde voor de Nederlandse patiënt.

Het kabinet kiest als belangrijke internationale prioriteiten vooral thema’s waarvoor grensoverschrijdende internationale samenwerking noodzakelijk is. Hierbij kan gedacht worden aan onderwerpen als het versterken van de mondiale gezondheidsveiligheid (health security). Een krachtige implementatie van de Internationale gezondheidsregeling (IHR), zowel in ons eigen land als daarbuiten, is daarbij een speerpunt, waarbij de WHO en de GHSA (Global health Security Agenda) van belang zijn. Ook de inzet op antimicrobiële resistentie wordt voortgezet op basis van het One Health concept. Naast de reguliere samenwerkingsstructuren als EU, VN en WHO, heeft ook de G20 dit thema nu prominent geagendeerd. Het kabinet zet verder in op preventie als belangrijk instrument voor gezondheidsbeleid. Zo organiseert Nederland in 2020 de tweejaarlijkse vergadering voor de landen die lid zijn van de Raamwerkconventie voor tabakregulering (FCTC).

Vergrijzing vormt steeds meer een thema op de internationale agenda en Nederland zal nadrukkelijk samenwerken met andere landen die ook te maken hebben met een vergrijzende samenleving. Hierbij proberen we nadrukkelijk te leren van elkaars ervaringen.

Ten slotte bevorderen we een goede aansluiting tussen het VWS kennisbeleid, het topsectorenbeleid en het Europese onderzoek- en innovatie-instrumentarium, waaronder Horizon2020 en het actieprogramma Volksgezondheid.

Een prominent instrument voor ons internationale beleid blijft het detacheren van medewerkers op onze diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland en bij de relevante internationale organisaties (WHO en EU). De personele en materiële uitgaven met betrekking tot internationale samenwerking staan vermeld op artikel 10 Apparaatsuitgaven.

B. Tabel Budgettaire gevolgen

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

52.910

46.729

23.374

28.312

22.877

22.876

25.845

                   

Uitgaven

53.691

34.627

26.572

31.280

25.845

25.844

25.845

                   

1. Internationale samenwerking

4.178

6.717

5.482

4.852

4.852

4.852

4.852

                   
 

Opdrachten

1

0

0

0

0

0

0

   

Overige

1

0

0

0

0

0

0

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

878

962

900

900

900

900

0

   

Overige

878

962

900

900

900

900

0

                   
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

3.299

5.755

4.582

3.952

3.952

3.952

4.852

   

World Health Organization

2.990

2.906

2.968

2.968

2.968

2.968

3.868

   

Overige

309

2.849

1.614

984

984

984

984

                   

3. Eigenaarsbijdrage

44.513

22.910

16.090

21.428

15.993

15.992

15.993

                   
 

Bijdragen aan agentschappen

44.513

22.910

16.090

21.428

15.993

15.992

15.993

   

Eigenaarsbijdrage RIVM

27.990

18.908

15.990

21.428

15.993

15.992

15.993

   

Eigenaarsbijdrage aCBG

4.448

500

100

0

0

0

0

   

Eigenaarsbijdrage CIBG

12.075

3.502

0

0

0

0

0

                   

4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

                   
 

Garanties

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

   

Overige

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

                   

Ontvangsten

632

0

0

0

0

0

0

   

Overige

632

0

0

0

0

0

0

C. Toelichting op de instrumenten

1. Internationale samenwerking

Bij internationale samenwerking gaat het erom dat een bredere dan nationale aanpak meerwaarde biedt. De nadruk moet liggen op het zoeken naar oplossingen voor grensoverschrijdende problemen, waarbij er concrete meerwaarde moet zijn vanuit de missie van het Ministerie van VWS. VWS ontplooit activiteiten om invulling te geven aan de internationale samenwerking op de beleidsterreinen van volksgezondheid, welzijn en sport met een beperkt aantal landen en met multilaterale organisaties bij het vormgeven van onze internationale ambities binnen de gezondheidszorg.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

World Health Organization (WHO)

In 2019 is door VWS een meerjarig partnerschapprogramma met de WHO gestart met als doel samenwerking op vraagstukken van antimicrobiële resistentie, grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, niet-overdraagbare ziekten (NCDs), veiligheid van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen en effectieve gezondheidssystemen te bevorderen. Het partnerschapprogramma vergroot de Nederlandse invloed binnen de WHO. Ook worden de contacten tussen de WHO en aan VWS gelieerde organisaties bevorderd. Hiervoor is jaarlijks een bedrag van in totaal € 3,9 miljoen beschikbaar, deels via de bijdrage aan (inter)nationale organisaties (€ 3 miljoen) en deels via de bijdrage aan agentschappen (€ 0,9 miljoen).

3. Eigenaarsbijdrage

Bijdragen aan agentschappen

Eigenaarsbijdrage RIVM

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is een agentschap van het Ministerie van VWS en doet projectmatig onderzoek voor zijn primaire opdrachtgevers: de Ministeries van VWS, IenW, EZK, LNV en SZW. Op dit artikel worden middelen voor het Strategisch Programma RIVM (SPR) en een aantal overige specifieke eigenaarsbijdragen geraamd (€ 16 miljoen). Het SPR bestaat uit onderzoek en andere werkzaamheden die het RIVM uitvoert om de kennis en expertise te ontwikkelen die nodig zijn voor de continuïteit van het instituut. Het SPR 2019–2022 bevat een achttal thema’s.

De Wet op het RIVM vormt de wettelijke basis voor het SPR. Deze wet bepaalt dat de directeur-generaal RIVM jaarlijks een programma van onderzoek opstelt. Hierin beschrijft hij welke inzichten het instituut moet verwerven om zijn taken adequaat te kunnen uitvoeren. Het programma is gericht op de continuïteit van het RIVM op de langere termijn, bedoeld om te kunnen anticiperen op nieuwe kennisvragen van de opdrachtgevers op de middellange en lange termijn en om de positie van het RIVM in het wetenschappelijk veld te handhaven en waar nodig te versterken. Met deze wettelijke bepaling laat de wetgever zien dat het RIVM professioneel zelfstandig is. In het licht van de betekenis van het SPR voor de toekomstige kennispositie van het RIVM is het budget hiervoor belegd bij de plaatsvervangend secretaris-generaal van VWS, als eigenaar van het agentschap RIVM. Om deze reden worden deze middelen bekostigd vanuit dit niet-beleidsartikel. In de totale bijdrage is ook een bijdrage opgenomen ten behoeve van internationaal onderzoek.

4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties

Garanties

Overige

In het kader van het kabinetsbeleid van versobering van risicoregelingen heeft een evaluatieonderzoek van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) plaatsgevonden. Dit onderzoek is in maart 2015 afgerond (TK 34 000 XVI, nr. 108). Het onderzoek laat zien dat de doelstellingen van het WFZ nog steeds actueel zijn: bevorderen van de continuïteit van financiering, beperken van de macrorentekosten en stimuleren van goed financieel management bij zorginstellingen. VWS ontvangt geen premie voor de achterborg. In het kader van de verdere beperking van de risico’s is daarom besloten een begrotingsreserve aan te leggen voor eventuele schade in het kader van de achterborg. Gezien de afname van het garantievolume en de inbouw van risicomitigerende maatregelen, volstaat een storting van € 5 miljoen.

Licence