Base description which applies to whole site

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2023 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2023 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Verplichtingen

816.057

26.154

842.211

201.839

1.044.050

‒ 112.847

7.358

20.340

13.120

          

Uitgaven

786.147

1.925

788.072

110.088

898.160

‒ 129.157

35.718

86.463

41.090

          

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

         

Subsidies (regelingen)

         

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

34.646

0

34.646

‒ 23.930

10.716

‒ 15.230

‒ 15.000

25.000

20.000

Nationaal Isolatie Programma

50.000

0

50.000

‒ 50.000

0

‒ 50.000

0

0

0

Energiebesparing Koopsector

18.888

0

18.888

6.730

25.618

0

0

0

0

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

3.900

0

3.900

1.791

5.691

0

0

0

0

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

155.000

0

155.000

‒ 38.170

116.830

‒ 38.400

28.500

33.700

18.700

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

6.000

0

6.000

‒ 2.180

3.820

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

14.736

0

14.736

15.939

30.675

4.000

500

0

0

Renovatieversneller

21.750

0

21.750

‒ 14.011

7.739

‒ 8.552

‒ 8.460

28.773

11.250

SAH

42.200

0

42.200

‒ 30.500

11.700

10.000

6.000

0

0

Warmtefonds

97.390

0

97.390

‒ 30.000

67.390

0

0

0

0

Nationaal Groeifonds

0

1.925

1.925

10.000

11.925

20.000

25.000

5.000

0

Opdrachten

         

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

0

0

0

2.000

2.000

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

3.400

0

3.400

‒ 50

3.350

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Energietransitie en duurzaamheid

0

0

0

1.054

1.054

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie)

250.000

0

250.000

‒ 5.001

244.999

‒ 107.207

0

0

0

Ondersteuning aanpak energiearmoede

0

0

0

200.000

200.000

0

0

0

0

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

9.000

0

9.000

0

9.000

0

0

0

0

Nationaal Isolatie Programma (Soortenmanagement)

0

0

0

40.000

40.000

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

ILT (Handhaving Energielabel)

527

0

527

0

527

0

0

0

0

RVO (Uitvoering Energieakkoord)

20.989

0

20.989

‒ 18.422

2.567

‒ 7.488

‒ 5.185

‒ 4.000

0

Dienst Publiek en Communicatie

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

RVO (Energietransitie en duurzaamheid)

13.655

0

13.655

13.144

26.799

4.028

543

140

140

RVB

3.640

0

3.640

‒ 100

3.540

10.100

1.800

‒ 1.200

‒ 8.100

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

9.200

0

9.200

‒ 7.425

1.775

7.425

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

7.198

0

7.198

‒ 7.198

0

0

0

0

0

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

0

0

42.500

42.500

42.500

0

0

0

EGO (innovatie)

10.132

0

10.132

‒ 5.470

4.662

‒ 4.383

‒ 2.680

‒ 1.350

‒ 900

Handhaving energielabel C

425

0

425

0

425

0

0

0

0

          

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

         

Subsidies (regelingen)

         

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

8.543

0

8.543

8.162

16.705

3.000

3.800

0

0

Opdrachten

         

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

2.063

0

2.063

‒ 275

1.788

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Overige bijdragen

0

0

0

50

50

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVB

1.510

0

1.510

0

1.510

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Diverse bijdragen

355

0

355

1.450

1.805

1.050

900

400

0

          
          

Ontvangsten

91

0

91

0

91

0

0

0

0

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
 

2023

juridisch verplicht

63%

bestuurlijk gebonden

32%

beleidsmatig gereserveerd

5%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 63% juridisch verplicht.

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies (regelingen)

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

In 2022 zijn middelen (€ 10,0 mln.) van subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH) ingezet voor subsidie Warmtefonds (WF). Zoals in de 2e suppletoire begroting van 2022 is aangegeven vindt er in deze suppletoire begroting weer een bijstelling plaats van het WF naar SVOH.

De middelen voor de subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen die in 2022 niet zijn uitgegeven, € 2,2 mln., worden in 2023 via de eindejaarsmarge aan de begroting toegevoegd.

De regeling SVOH geeft subsidie aan particuliere verhuurders gericht op verduurzaming en onderhoud. Met ingang van 1 april 2023 is de regeling gewijzigd en wordt de doelgroep verbreed naar de vrije sector. Het budget is op basis van de huidige verwachtingen in het juiste kasritme gezet en wordt van de jaren 2023 tot en met 2025 doorgeschoven naar de jaren 2026 tot en met 2028.

Nationaal Isolatie Programma

Het Nationaal Isolatieprogramma / woonisolatie huurbudget wordt naar voren gehaald vanuit 2024 (- € 50 mln.) naar 2023 (€ 50,0 mln.) Er vindt een reallocatie plaats binnen artikel 4 van ‒ € 100 mln. uit het Nationaal Isolatieprogramma (woonisolatie huurbudget) naar ondersteuning aanpak energiearmoede. Deze middelen worden ingezet voor het opschalen van energiefixers en fixteams om huishoudens in energiearmoede te helpen met het verduurzamen van hun woningen. Daarmee kunnen voor de volgende winter zoveel mogelijk kwetsbare huishoudens worden ondersteund.

Energiebesparing koopsector

In 2022 zijn middelen (€ 5,0 mln.) voor de subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) ingezet voor subsidie Warmtefonds (WF). Zoals in de 2e suppletoire begroting van 2022 is aangegeven vindt er in deze suppletoire begroting weer een bijstelling plaats van WF naar SEEH.

Het vaststellen van de aanvragen voor de subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) heeft langer geduurd. Een deel van de aangegane verplichtingen zijn niet meer in 2022 tot betaling gekomen en schuiven door naar 2023. Hiervoor wordt in 2023 via de eindejaarsmarge € 1,7 mln. aan middelen beschikbaar gesteld.

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

Een deel van de aangegane verplichtingen voor stikstofreductiemaatregelen in de bouw, zijn eind 2022 niet meer tot besteding gekomen. De betaling loopt over de jaargrens heen. De middelen, € 1,4 mln., zijn in 2023 benodigd voor deze overlopende verplichtingen en worden via de eindejaarsmarge beschikbaar gesteld.

Verder wordt het restant subsidiebijdrage over 2023 aan Building Balance (experiment voor opzet biobasedbouwketens) aan de begroting toegevoegd.

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

In 2022 zijn verplichtingen aangegaan voor de subsidieregeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA) die niet volledig tot betaling zijn gekomen, omdat de regeling in oktober 2022 van start is gegaan. De kosten drukken op het budget van 2023 en worden via de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting (€ 4,3 mln.).

De subsidieregeling verduurzaming maatschappelijk vastgoed is in oktober 2022 van start gegaan. Om het budget in het juiste kasritme conform de regeling te zetten, is nu een kasschuif benodigd van 2023 en 2024 naar de jaren 2025 tot en met 2027.

Nationaal programma lokale warmtetransitie

Er is een reallocatie op artikel 4 van ‒ € 2,2 mln. van subsidies naar het instrument opdrachten (€ 2,0 mln.) en artikel 11 apparaat (€ 0,2 mln.) om inkoopopdrachten uit te voeren m.b.t. Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.

Energietransitie en duurzaamheid

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Er is een reallocatie op artikel 4 van het instrument bijdrage agentschappen RVO van € 6,5 mln. Het gaat onder andere om subsidies ten behoeve van de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, voor de portefeuilleaanpak en voor het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed, scholen en stadscentra.

Een deel van de aangegane verplichtingen voor de participatiecoalitie en het Nationale programma Regionale Energie Strategieën (RES) zijn in verband met de bevoorschottingsregels niet meer tot besteding gekomen in 2022. De middelen zijn nodig in 2023 voor deze aangegane verplichtingen (€ 7,3 mln.) en worden via de eindejaarsmarge beschikbaar gesteld.

De loon- en prijsbijstelling tranche 2023 is verwerkt, dit is € 2,0 mln. voor 2023, € 4,0 mln. voor 2024 en € 0,5 mln. voor 2025.

Renovatieversneller

Er is een reallocatie van € 5,0 mln. per jaar voor de jaren 2023 tot en met 2025 en € 4,0 mln. voor 2026, op artikel 4 van bijdrage agentschappen RVO naar het instrument subsidies. Dit betreft de Subsidieregeling Procesondersteuning Opschaling Renovatieprojecten (SPOR).

Van de subsidieregeling procesondersteuning renovatieprojecten en het renovatieversneller programma wordt het kasbudget via een kasschuif in een het juiste ritme gezet, van 2023 tot en met 2025 naar 2026 tot en met 2028.

Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen

In 2022 zijn middelen (€ 15,0 mln.) van stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) ingezet voor subsidie Warmtefonds (WF). Zoals in de 2e suppletoire begroting van 2022 is aangegeven vindt er in deze suppletoire begroting weer een bijstelling plaats van WF naar SAH.

Het aanleggen van warmtenetten en woningen daarop aansluiten is in de praktijk complex. Daarnaast is de nieuwe Warmtewet vertraagd. Hierdoor worden in 2023 minder aanvragen verwacht dan eerder geraamd. Daarom is het te verlenen bedrag voor 2023 naar beneden bijgesteld (- € 45,5 mln.) en doorgeschoven naar de jaren 2024, 2025 en 2028 zodat het kasritme is aangepast aan de actuele verwachting.

Warmtefonds

In 2022 zijn middelen (€ 30,0 mln.) van subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen (SVOH), subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) en stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) ingezet voor subsidie Warmtefonds (WF). Zoals in de 2e suppletoire begroting van 2022 is aangegeven vindt er in deze suppletoire begroting weer een bijstelling plaats van WF naar SVOH, SEEH en SAH.

Nationaal Groeifonds

Vanuit het Nationale Groeifonds wordt voor het programma Toekomstbestendige Leefomgeving € 60,0 mln. overgeboekt voor de jaren 2023 tot en met 2026. Deze middelen zullen worden ingezet met subsidies aan het consortium Gebouwen, consortium infrastructuur en aan Topconsortium voor kennis en innovatie (TKI) Bouw en Techniek.

Opdrachten

Nationaal programma lokale warmtetransitie

Er is een reallocatie op artikel 4 van € 2,0 mln. van het instrument subsidies naar opdrachten om inkoopopdrachten uit te voeren met betrekking tot het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Isolatie Programma (lokale aanpak woningisolatie)

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Er is een reallocatie van ‒ € 40,0 mln. op artikel 4 binnen het instrument bijdrage medeoverheden om de bijdrage voor soortenmanagement naar het juiste budget te boeken. De bijdrage is om gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van een SMP (soortenmanagementplan).

Het Nationaal Isolatieprogramma wordt versneld. Daarom worden middelen uit 2025 naar 2023 (€ 100,0 mln.) geschoven voor de lokale aanpak. Dit zijn de middelen die worden overgeheveld vanuit het Klimaatfonds en zijn bestemd voor het Nationaal Isolatie Programma (zie brief aan Tweede Kamer voorjaarsbesluitvorming klimaat).

De loon- en prijsbestelling tranche 2023 en een extra tranche prijsbijstelling 2022 van € 7,5 mln. voor 2023 en € 5,3 mln. voor 2024 zijn verwerkt.

Om kwetsbare huishoudens te ondersteunen, wordt het Nationaal Isolatieprogramma (woonisolatie huurbudget € 50,0 mln.) versneld en gemeenten worden ondersteund met het opschalen en ondersteunen van energiefixers om inwoners te helpen met het verduurzamen van hun woningen. Verder wordt de aanpak van natuurinclusief isoleren/soortenmanagement (€ 20,0 mln.) versnelt. Deze versnellingen leiden tot een kasschuif van 2024 naar 2023 (€ 70,0 mln.) om het gehele bedrag in 2023 beschikbaar te krijgen.

Er vindt een reallocatie plaats binnen artikel 4 van € 100 mln. uit het woonisolatie huurbudget naar ondersteuning aanpak energiearmoede om de inzet van gemeenten te ondersteunen met het opschalen en ondersteunen van energiefixers om inwoners te helpen met het verduurzamen van hun woningen.

Tot slot, betreft dit een reallocatie van € 42,5 mln. per jaar voor de jaren 2023 en 2024 naar het juiste instrument bijdrage aan andere begrotingen artikel 4 voor de bijdrage aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de middelen isolatie voor Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE).

Ondersteuning aanpak energiearmoede

Er vindt een reallocatie plaats binnen artikel 4 van € 100 mln. uit het Nationaal Isolatieprogramma en € 100 mln. uit woonisolatie budget naar ondersteuning aanpak energiearmoede voor de aanpak van gemeenten in slecht geïsoleerde woningen en de opschaling van energiefixers en fixteams om huishoudens te helpen met het verduurzamen van hun woningen.

Voor de aanpak van energiearmoede door opschaling van energiefixers worden in totaal € 179,2 mln., aan gemeenten beschikbaar middels een specifieke uitkering.

Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, lid 2 van de Financiële Verhoudingswet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente zijn opgenomen.

Tabel 13 Verdeling koopkrachtmiddelen Aanpak energiearmoede

Naam gemeente

Bedrag verdeelsleutel energiearmoede

Bedrag verdeelsleutel 20 NPLV focusgebieden

Bedrag Totaal

Aa en Hunze

€ 178.039

€ -

€ 178.039

Aalsmeer

€ 167.278

€ -

€ 167.278

Aalten

€ 188.410

€ -

€ 188.410

Achtkarspelen

€ 368.596

€ -

€ 368.596

Alblasserdam

€ 162.984

€ -

€ 162.984

Albrandswaard

€ 104.883

€ -

€ 104.883

Alkmaar

€ 881.665

€ -

€ 881.665

Almelo

€ 1.059.425

€ -

€ 1.059.425

Almere

€ 889.304

€ -

€ 889.304

Alphen aan den Rijn

€ 716.701

€ -

€ 716.701

Alphen-Chaam

€ 52.191

€ -

€ 52.191

Altena

€ 318.943

€ -

€ 318.943

Ameland

€ 25.370

€ -

€ 25.370

Amersfoort

€ 966.029

€ -

€ 966.029

Amstelveen

€ 652.383

€ -

€ 652.383

Amsterdam

€ 10.957.496

€ 6.200.037

€ 17.157.533

Apeldoorn

€ 1.173.286

€ -

€ 1.173.286

Arnhem

€ 2.178.959

€ 2.047.309

€ 4.226.268

Assen

€ 565.566

€ -

€ 565.566

Asten

€ 96.352

€ -

€ 96.352

Baarle-Nassau

€ 52.971

€ -

€ 52.971

Baarn

€ 142.075

€ -

€ 142.075

Barendrecht

€ 182.667

€ -

€ 182.667

Barneveld

€ 264.187

€ -

€ 264.187

Beek

€ 120.998

€ -

€ 120.998

Beekdaelen

€ 307.122

€ -

€ 307.122

Beesel

€ 123.953

€ -

€ 123.953

Berg en Dal

€ 335.531

€ -

€ 335.531

Bergeijk

€ 93.620

€ -

€ 93.620

Bergen (L.)

€ 106.389

€ -

€ 106.389

Bergen (NH.)

€ 154.648

€ -

€ 154.648

Bergen op Zoom

€ 579.729

€ -

€ 579.729

Berkelland

€ 319.389

€ -

€ 319.389

Bernheze

€ 163.096

€ -

€ 163.096

Best

€ 152.613

€ -

€ 152.613

Beuningen

€ 152.223

€ -

€ 152.223

Beverwijk

€ 305.616

€ -

€ 305.616

Bladel

€ 99.363

€ -

€ 99.363

Blaricum

€ 57.655

€ -

€ 57.655

Bloemendaal

€ 101.482

€ -

€ 101.482

Bodegraven-Reeuwijk

€ 164.378

€ -

€ 164.378

Boekel

€ 47.841

€ -

€ 47.841

Borger-Odoorn

€ 248.826

€ -

€ 248.826

Borne

€ 142.604

€ -

€ 142.604

Borsele

€ 98.945

€ -

€ 98.945

Boxtel

€ 178.959

€ -

€ 178.959

Breda

€ 1.359.131

€ 1.048.606

€ 2.407.737

Bronckhorst

€ 243.445

€ -

€ 243.445

Brummen

€ 153.449

€ -

€ 153.449

Brunssum

€ 438.769

€ -

€ 438.769

Bunnik

€ 52.637

€ -

€ 52.637

Bunschoten

€ 73.937

€ -

€ 73.937

Buren

€ 147.762

€ -

€ 147.762

Capelle aan den IJssel

€ 677.753

€ -

€ 677.753

Castricum

€ 112.160

€ -

€ 112.160

Coevorden

€ 256.939

€ -

€ 256.939

Cranendonck

€ 135.829

€ -

€ 135.829

Culemborg

€ 146.786

€ -

€ 146.786

Dalfsen

€ 120.691

€ -

€ 120.691

Dantumadiel

€ 216.123

€ -

€ 216.123

De Bilt

€ 296.081

€ -

€ 296.081

De Fryske Marren

€ 376.486

€ -

€ 376.486

De Ronde Venen

€ 204.999

€ -

€ 204.999

De Wolden

€ 116.537

€ -

€ 116.537

Delft

€ 1.153.380

€ 1.218.553

€ 2.371.933

Den Helder

€ 601.921

€ -

€ 601.921

Deurne

€ 242.831

€ -

€ 242.831

Deventer

€ 985.823

€ -

€ 985.823

Diemen

€ 224.431

€ -

€ 224.431

Dijk en Waard

€ 331.210

€ -

€ 331.210

Dinkelland

€ 142.075

€ -

€ 142.075

Doesburg

€ 127.047

€ -

€ 127.047

Doetinchem

€ 539.749

€ -

€ 539.749

Dongen

€ 165.493

€ -

€ 165.493

Dordrecht

€ 1.138.492

€ 624.321

€ 1.762.813

Drechterland

€ 92.309

€ -

€ 92.309

Drimmelen

€ 145.866

€ -

€ 145.866

Dronten

€ 234.941

€ -

€ 234.941

Druten

€ 135.913

€ -

€ 135.913

Duiven

€ 126.350

€ -

€ 126.350

Echt-Susteren

€ 254.039

€ -

€ 254.039

Edam-Volendam

€ 163.458

€ -

€ 163.458

Ede

€ 502.948

€ -

€ 502.948

Eemnes

€ 49.514

€ -

€ 49.514

Eemsdelta

€ 670.170

€ -

€ 670.170

Eersel

€ 84.754

€ -

€ 84.754

Eijsden-Margraten

€ 127.577

€ -

€ 127.577

Eindhoven

€ 2.604.179

€ 1.095.038

€ 3.699.217

Elburg

€ 122.280

€ -

€ 122.280

Emmen

€ 1.303.706

€ -

€ 1.303.706

Enkhuizen

€ 151.665

€ -

€ 151.665

Enschede

€ 2.042.321

€ -

€ 2.042.321

Epe

€ 257.608

€ -

€ 257.608

Ermelo

€ 144.974

€ -

€ 144.974

Etten-Leur

€ 337.455

€ -

€ 337.455

Geertruidenberg

€ 148.041

€ -

€ 148.041

Geldrop-Mierlo

€ 314.705

€ -

€ 314.705

Gemert-Bakel

€ 180.939

€ -

€ 180.939

Gennep

€ 127.020

€ -

€ 127.020

Gilze en Rijen

€ 193.206

€ -

€ 193.206

Goeree-Overflakkee

€ 287.048

€ -

€ 287.048

Goes

€ 303.609

€ -

€ 303.609

Goirle

€ 154.146

€ -

€ 154.146

Gooise Meren

€ 433.110

€ -

€ 433.110

Gorinchem

€ 317.716

€ -

€ 317.716

Gouda

€ 599.133

€ -

€ 599.133

Groningen

€ 2.594.477

€ 2.299.407

€ 4.893.884

Gulpen-Wittem

€ 110.403

€ -

€ 110.403

Haaksbergen

€ 170.344

€ -

€ 170.344

Haarlem

€ 1.470.510

€ -

€ 1.470.510

Haarlemmermeer

€ 624.001

€ -

€ 624.001

Halderberge

€ 222.898

€ -

€ 222.898

Hardenberg

€ 416.800

€ -

€ 416.800

Harderwijk

€ 348.830

€ -

€ 348.830

Hardinxveld-Giessendam

€ 76.948

€ -

€ 76.948

Harlingen

€ 142.353

€ -

€ 142.353

Hattem

€ 68.305

€ -

€ 68.305

Heemskerk

€ 274.335

€ -

€ 274.335

Heemstede

€ 141.768

€ -

€ 141.768

Heerde

€ 103.796

€ -

€ 103.796

Heerenveen

€ 435.535

€ -

€ 435.535

Heerlen

€ 1.756.025

€ 2.307.505

€ 4.063.530

Heeze-Leende

€ 75.526

€ -

€ 75.526

Heiloo

€ 66.242

€ -

€ 66.242

Hellendoorn

€ 200.482

€ -

€ 200.482

Helmond

€ 874.695

€ -

€ 874.695

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 137.000

€ -

€ 137.000

Hengelo

€ 895.577

€ -

€ 895.577

Het Hogeland

€ 574.432

€ -

€ 574.432

Heumen

€ 70.981

€ -

€ 70.981

Heusden

€ 335.559

€ -

€ 335.559

Hillegom

€ 109.093

€ -

€ 109.093

Hilvarenbeek

€ 78.230

€ -

€ 78.230

Hilversum

€ 815.757

€ -

€ 815.757

Hoeksche Waard

€ 465.171

€ -

€ 465.171

Hof van Twente

€ 224.068

€ -

€ 224.068

Hollands Kroon

€ 321.173

€ -

€ 321.173

Hoogeveen

€ 459.679

€ -

€ 459.679

Hoorn

€ 520.401

€ -

€ 520.401

Horst aan de Maas

€ 194.377

€ -

€ 194.377

Houten

€ 144.528

€ -

€ 144.528

Huizen

€ 239.068

€ -

€ 239.068

Hulst

€ 144.277

€ -

€ 144.277

IJsselstein

€ 210.770

€ -

€ 210.770

Kaag en Braassem

€ 156.572

€ -

€ 156.572

Kampen

€ 375.120

€ -

€ 375.120

Kapelle

€ 46.001

€ -

€ 46.001

Katwijk

€ 297.308

€ -

€ 297.308

Kerkrade

€ 657.903

€ -

€ 657.903

Koggenland

€ 88.323

€ -

€ 88.323

Krimpen aan den IJssel

€ 179.154

€ -

€ 179.154

Krimpenerwaard

€ 346.599

€ -

€ 346.599

Laarbeek

€ 143.915

€ -

€ 143.915

Land van Cuijk

€ 588.873

€ -

€ 588.873

Landgraaf

€ 451.622

€ -

€ 451.622

Landsmeer

€ 72.766

€ -

€ 72.766

Lansingerland

€ 177.983

€ -

€ 177.983

Laren

€ 79.513

€ -

€ 79.513

Leeuwarden

€ 1.454.925

€ 1.183.145

€ 2.638.070

Leiden

€ 983.593

€ -

€ 983.593

Leiderdorp

€ 133.488

€ -

€ 133.488

Leidschendam-Voorburg

€ 711.934

€ -

€ 711.934

Lelystad

€ 678.032

€ 646.304

€ 1.324.337

Leudal

€ 209.013

€ -

€ 209.013

Leusden

€ 100.255

€ -

€ 100.255

Lingewaard

€ 234.607

€ -

€ 234.607

Lisse

€ 118.990

€ -

€ 118.990

Lochem

€ 232.516

€ -

€ 232.516

Loon op Zand

€ 161.562

€ -

€ 161.562

Lopik

€ 72.403

€ -

€ 72.403

Losser

€ 186.096

€ -

€ 186.096

Maasdriel

€ 129.640

€ -

€ 129.640

Maasgouw

€ 168.365

€ -

€ 168.365

Maashorst

€ 334.137

€ -

€ 334.137

Maassluis

€ 348.774

€ -

€ 348.774

Maastricht

€ 1.731.408

€ -

€ 1.731.408

Medemblik

€ 243.947

€ -

€ 243.947

Meerssen

€ 127.131

€ -

€ 127.131

Meierijstad

€ 400.212

€ -

€ 400.212

Meppel

€ 277.012

€ -

€ 277.012

Middelburg

€ 378.271

€ -

€ 378.271

Midden-Delfland

€ 55.703

€ -

€ 55.703

Midden-Drenthe

€ 192.815

€ -

€ 192.815

Midden-Groningen

€ 840.849

€ -

€ 840.849

Moerdijk

€ 270.488

€ -

€ 270.488

Molenlanden

€ 227.498

€ -

€ 227.498

Montferland

€ 303.274

€ -

€ 303.274

Montfoort

€ 48.176

€ -

€ 48.176

Mook en Middelaar

€ 43.241

€ -

€ 43.241

Neder-Betuwe

€ 157.353

€ -

€ 157.353

Nederweert

€ 109.651

€ -

€ 109.651

Nieuwegein

€ 329.983

€ 289.737

€ 619.720

Nieuwkoop

€ 150.550

€ -

€ 150.550

Nijkerk

€ 198.726

€ -

€ 198.726

Nijmegen

€ 1.837.099

€ -

€ 1.837.099

Nissewaard

€ 720.521

€ -

€ 720.521

Noardeast-Fryslân

€ 526.562

€ -

€ 526.562

Noord-Beveland

€ 51.522

€ -

€ 51.522

Noordenveld

€ 241.019

€ -

€ 241.019

Noordoostpolder

€ 358.281

€ -

€ 358.281

Noordwijk

€ 202.573

€ -

€ 202.573

Nuenen, Gerwen en Nederwetten

€ 112.411

€ -

€ 112.411

Nunspeet

€ 180.214

€ -

€ 180.214

Oegstgeest

€ 88.323

€ -

€ 88.323

Oirschot

€ 80.293

€ -

€ 80.293

Oisterwijk

€ 203.410

€ -

€ 203.410

Oldambt

€ 621.938

€ -

€ 621.938

Oldebroek

€ 146.256

€ -

€ 146.256

Oldenzaal

€ 270.990

€ -

€ 270.990

Olst-Wijhe

€ 91.055

€ -

€ 91.055

Ommen

€ 119.436

€ -

€ 119.436

Oost Gelre

€ 184.005

€ -

€ 184.005

Oosterhout

€ 371.858

€ -

€ 371.858

Ooststellingwerf

€ 201.988

€ -

€ 201.988

Oostzaan

€ 51.912

€ -

€ 51.912

Opmeer

€ 70.535

€ -

€ 70.535

Opsterland

€ 254.262

€ -

€ 254.262

Oss

€ 744.720

€ -

€ 744.720

Oude IJsselstreek

€ 327.669

€ -

€ 327.669

Ouder-Amstel

€ 79.457

€ -

€ 79.457

Oudewater

€ 64.681

€ -

€ 64.681

Overbetuwe

€ 328.450

€ -

€ 328.450

Papendrecht

€ 233.352

€ -

€ 233.352

Peel en Maas

€ 203.800

€ -

€ 203.800

Pekela

€ 218.688

€ -

€ 218.688

Pijnacker-Nootdorp

€ 179.322

€ -

€ 179.322

Purmerend

€ 398.344

€ -

€ 398.344

Putten

€ 136.471

€ -

€ 136.471

Raalte

€ 203.549

€ -

€ 203.549

Reimerswaal

€ 124.956

€ -

€ 124.956

Renkum

€ 307.122

€ -

€ 307.122

Renswoude

€ 20.631

€ -

€ 20.631

Reusel-De Mierden

€ 68.305

€ -

€ 68.305

Rheden

€ 569.776

€ -

€ 569.776

Rhenen

€ 135.244

€ -

€ 135.244

Ridderkerk

€ 351.506

€ -

€ 351.506

Rijssen-Holten

€ 225.351

€ -

€ 225.351

Rijswijk

€ 591.271

€ -

€ 591.271

Roerdalen

€ 150.383

€ -

€ 150.383

Roermond

€ 751.746

€ -

€ 751.746

Roosendaal

€ 729.275

€ 806.611

€ 1.535.886

Rotterdam

€ 8.760.722

€ 7.289.728

€ 16.050.450

Rozendaal

€ 3.903

€ -

€ 3.903

Rucphen

€ 200.427

€ -

€ 200.427

Schagen

€ 279.270

€ -

€ 279.270

Scherpenzeel

€ 41.262

€ -

€ 41.262

Schiedam

€ 1.014.428

€ 842.061

€ 1.856.489

Schiermonnikoog

€ 5.353

€ -

€ 5.353

Schouwen-Duiveland

€ 234.468

€ -

€ 234.468

's-Gravenhage

€ 6.591.577

€ 3.144.760

€ 9.736.336

's-Hertogenbosch

€ 1.439.592

€ -

€ 1.439.592

Simpelveld

€ 112.689

€ -

€ 112.689

Sint-Michielsgestel

€ 134.268

€ -

€ 134.268

Sittard-Geleen

€ 1.223.636

€ -

€ 1.223.636

Sliedrecht

€ 217.461

€ -

€ 217.461

Sluis

€ 180.911

€ -

€ 180.911

Smallingerland

€ 614.495

€ -

€ 614.495

Soest

€ 335.475

€ -

€ 335.475

Someren

€ 108.730

€ -

€ 108.730

Son en Breugel

€ 69.114

€ -

€ 69.114

Stadskanaal

€ 461.686

€ -

€ 461.686

Staphorst

€ 70.535

€ -

€ 70.535

Stede Broec

€ 127.075

€ -

€ 127.075

Steenbergen

€ 147.204

€ -

€ 147.204

Steenwijkerland

€ 423.882

€ -

€ 423.882

Stein

€ 139.788

€ -

€ 139.788

Stichtse Vecht

€ 309.296

€ -

€ 309.296

Súdwest-Fryslân

€ 919.274

€ -

€ 919.274

Terneuzen

€ 463.192

€ -

€ 463.192

Terschelling

€ 31.253

€ -

€ 31.253

Texel

€ 97.021

€ -

€ 97.021

Teylingen

€ 160.921

€ -

€ 160.921

Tholen

€ 167.278

€ -

€ 167.278

Tiel

€ 386.439

€ -

€ 386.439

Tilburg

€ 1.809.331

€ 882.182

€ 2.691.513

Tubbergen

€ 113.080

€ -

€ 113.080

Twenterand

€ 281.026

€ -

€ 281.026

Tynaarlo

€ 184.424

€ -

€ 184.424

Tytsjerksteradiel

€ 213.837

€ -

€ 213.837

Uitgeest

€ 45.165

€ -

€ 45.165

Uithoorn

€ 189.191

€ -

€ 189.191

Urk

€ 81.966

€ -

€ 81.966

Utrecht

€ 2.097.662

€ 385.822

€ 2.483.484

Utrechtse Heuvelrug

€ 267.644

€ -

€ 267.644

Vaals

€ 156.906

€ -

€ 156.906

Valkenburg aan de Geul

€ 177.063

€ -

€ 177.063

Valkenswaard

€ 215.454

€ -

€ 215.454

Veendam

€ 428.231

€ -

€ 428.231

Veenendaal

€ 618.258

€ -

€ 618.258

Veere

€ 94.289

€ -

€ 94.289

Veldhoven

€ 209.655

€ -

€ 209.655

Velsen

€ 542.203

€ -

€ 542.203

Venlo

€ 995.023

€ -

€ 995.023

Venray

€ 279.688

€ -

€ 279.688

Vijfheerenlanden

€ 318.943

€ -

€ 318.943

Vlaardingen

€ 656.063

€ 277.366

€ 933.429

Vlieland

€ 7.918

€ -

€ 7.918

Vlissingen

€ 388.363

€ -

€ 388.363

Voerendaal

€ 88.657

€ -

€ 88.657

Voorne aan zee

€ 462.188

€ -

€ 462.188

Voorschoten

€ 144.974

€ -

€ 144.974

Voorst

€ 147.204

€ -

€ 147.204

Vught

€ 184.702

€ -

€ 184.702

Waadhoeke

€ 497.818

€ -

€ 497.818

Waalre

€ 98.359

€ -

€ 98.359

Waalwijk

€ 381.059

€ -

€ 381.059

Waddinxveen

€ 177.872

€ -

€ 177.872

Wageningen

€ 281.807

€ -

€ 281.807

Wassenaar

€ 161.005

€ -

€ 161.005

Waterland

€ 78.871

€ -

€ 78.871

Weert

€ 403.976

€ -

€ 403.976

West Betuwe

€ 247.515

€ -

€ 247.515

West Maas en Waal

€ 88.992

€ -

€ 88.992

Westerkwartier

€ 580.816

€ -

€ 580.816

Westerveld

€ 89.159

€ -

€ 89.159

Westervoort

€ 112.411

€ -

€ 112.411

Westerwolde

€ 348.356

€ -

€ 348.356

Westland

€ 571.030

€ -

€ 571.030

Weststellingwerf

€ 261.957

€ -

€ 261.957

Wierden

€ 135.941

€ -

€ 135.941

Wijchen

€ 268.564

€ -

€ 268.564

Wijdemeren

€ 120.440

€ -

€ 120.440

Wijk bij Duurstede

€ 131.146

€ -

€ 131.146

Winterswijk

€ 268.732

€ -

€ 268.732

Woensdrecht

€ 134.268

€ -

€ 134.268

Woerden

€ 235.471

€ -

€ 235.471

Wormerland

€ 96.045

€ -

€ 96.045

Woudenberg

€ 46.447

€ -

€ 46.447

Zaanstad

€ 1.550.553

€ 1.309.006

€ 2.859.559

Zaltbommel

€ 150.717

€ -

€ 150.717

Zandvoort

€ 218.966

€ -

€ 218.966

Zeewolde

€ 65.489

€ -

€ 65.489

Zeist

€ 561.049

€ -

€ 561.049

Zevenaar

€ 396.225

€ -

€ 396.225

Zoetermeer

€ 1.022.624

€ -

€ 1.022.624

Zoeterwoude

€ 28.521

€ -

€ 28.521

Zuidplas

€ 282.699

€ -

€ 282.699

Zundert

€ 115.700

€ -

€ 115.700

Zutphen

€ 508.664

€ -

€ 508.664

Zwartewaterland

€ 126.462

€ -

€ 126.462

Zwijndrecht

€ 500.551

€ -

€ 500.551

Zwolle

€ 1.012.364

€ -

€ 1.012.364

TOTAAL

€ 145.275.000

€ 33.897.500

€ 179.172.500

Om kwestbare huishoudens in huur- en koopwoningen op korte termijn te helpen hun energieverbruik te verlagen door middel van energieadvies en kleine en middelgrote energiebesparende maatregelen wordt in totaal € 185,0 mln. verdeeld in € 150,0 mln. over alle gemeenten en € 35,0 mln. over de Nationaal programma leefbaarheid en Veiligheid wijken (NPLV).

€ 145,3 mln. wordt verdeeld over alle gemeenten naar rato van het aantal huishoudens met energiearmoede. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van cijfers van TNO die in 2023 zijn opgesteld op basis van cijfers uit 2022. € 33,9 mln. wordt beschikt aan de gemeenten met de 20 NPLV focuswijken. Ook deze verdeling vindt plaats naar rato van het aantal huishoudens met energiearmoede in deze wijken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van cijfers van TNO die in 2023 zijn opgesteld, op basis van cijfers uit 2022. Voor de BTW afdracht aan het BTW-compensatiefonds is circa € 5,8 mln. beschikbaar. Deze middelen worden beschikbaar gesteld door de ophoging van de energiearmoedemiddelen van de respectievelijke gemeenten.

Nationaal Isolatie Programma (soortenmanagement)

Er is een reallocatie van € 40,0 mln. op artikel 4 binnen het instrument bijdrage medeoverheden om de bijdrage voor soortenmanagement naar het juiste budget te boeken. De bijdrage is om gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van een SMP (soortenmanagementplan).

Bijdrage aan agentschappen

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Er is een reallocatie op artikel 4 om de uitgaven van € 6,5 mln. op het instrument subsidies te kunnen verantwoorden. Het gaat onder andere om subsidies ten behoeve van de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, voor de portefeuilleaanpak en voor het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed, scholen en stadscentra.

Er is een reallocatie van € 5,0 mln. per jaar voor de jaren 2023 tot en met 2025 en € 4,0 mln. voor 2026, op artikel 4 naar het instrument subsidies van bijdrage agentschappen RVO. Dit betreft de Subsidieregeling Procesondersteuning Opschaling Renovatieprojecten (SPOR).

Er vinden diverse reallocaties plaats van in totaal ‒ € 6,4 mln. op artikel 4 bij bijdrage agentschappen van RVO uitvoering energieakkoord naar RVO energiestransitie en duurzaamheid. Dit betreft verschillende regelingen en programma's, o.a. SAH, SEEH, kennis- en informatie platform, renovatieversneller, Maatschappelijk Vastgoed en voor het beheer, onderhoud en uitvoering van het energielabel.

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)

Er vinden diverse reallocaties plaats van in totaal € 5,5 mln. van artikel 3 Woningbouw van bijdrage agentschappen RVO vanwege het gecentralieerde opdrachtgeverschap. Dit betreft de Regeling Huisvesting aandachtsgroepen (RHA), het Expertteam Woningbouw, Volkshuisvestingsfonds, de Stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting (SOO), de Woningbouwimpuls en de Ondersteuningstructuur Taskforce Nieuwbouw woningcorporaties.

Er vinden diverse reallocaties plaats van in totaal € 6,4 mln. op artikel 4 bij bijdrage agentschappen van RVO uitvoering energieakkoord naar RVO energiestransitie en duurzaamheid. Dit betreft verschillende regelingen en programma's, o.a. SAH, SEEH, kennis- en informatie platform, renovatieversneller, Maatschappelijk Vastgoed en voor het beheer, onderhoud en uitvoering van het energielabel.

Rijksvastgoedbedrijf

Er zijn middelen beschikbaar gesteld in het kader van het stikstofbeleid om aanbestedende rijksdiensten zoals het Rijksvastgoedbedrijf in staat te stellen om structureel uitstoot verminderende criteria te stellen bij aanbestedingen. De opdracht wordt nu grotendeels verleend en het budget wordt met de kasschuif in het juiste kasritme gezet.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Als onderdeel van het te verduurzamen maatschappelijk vastgoed wordt ook het rijksvastgoed verduurzaamd. Door onder andere de strenge voorwaarden die hieraan verbonden zijn, zijn er in 2022 weinig projecten uitgevoerd. De voorwaarden worden op dit moment zodanig aangepast dat meer, alsook grotere projecten, in aanmerking komen. Omdat het tijd kost om deze projecten te organiseren, wordt een deel van de beschikbare middelen van 2023 (- € 7,4 mln.) naar 2024 geschoven.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

De bijdrage van € 1,6 mln. voor de overboeking aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor emissieloos bouwen innovatieprogramma uitgevoerd door TNO, wordt vanuit energietransitie gebouwde omgeving (EGO) overgeboekt naar kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten.

Ook is er een overboeking naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de bijdrage 2023 voor het door TNO uit te voeren programma Emissieloos bouwen. Het betreft de volgende onderdelen: tranche 2 € 3,4 mln., tranche 3 € 2,2 mln. en tranche 4 € 3,2 mln., totaal € 8,8 mln.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Dit betreft een reallocatie van € 42,5 mln. per jaar voor de jaren 2023 en 2024 van bijdrage medeoverheden artikel 4 voor de bijdrage aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de middelen isolatie voor Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE).

Energietransitie Gebouwde Omgeving (EGO)

De bijdrage van € 1,6 mln. voor de overboeking aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor emissieloos bouwen innovatieprogramma uitgevoerd door TNO, wordt vanuit energietransitie gebouwde omgeving (EGO) overgeboekt naar kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

De aangegane verplichtingen aan de Nationale Milieu Database en de stichting Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) zijn in 2022 niet volledig tot besteding gekomen, waardoor deze overlopende verplichting (€ 2,9 mln.) drukt op het budget voor 2023. Via de eindejaarsmarge worden deze middelen toegevoegd aan de begroting.

Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 verwerkt, dit is € 5,2 mln. voor 2023, € 3,0 mln. voor 2024 en € 3,8 mln. voor 2025.

Licence