Base description which applies to whole site

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

Met deze doelstelling doet het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden:

  • De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot.;

  • Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid;

  • Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw, door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval, draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.

Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:

  • Vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 55% ten opzichte van 1990, zoals afgesproken in het Coalitieakkoord van het kabinet-Rutte IV;

  • Aardgasvrije gebouwde omgeving richting 2050. Conform het in het voorjaar 2019 gepubliceerde Klimaatakkoord uitvoering van grootschalige proeftuinen in wijken gericht op opschaling en het opdoen van kennis en ervaring;

  • Samen met maatschappelijke partners 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) realiseren in 2030 als tussendoel. Dit is in lijn met het programma ‘Nederland circulair in 2050’ met als einddoel een volledig circulaire economie in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). De bouw is hierbij als een van de vijf prioriteiten genoemd;

  • In 2050 is Nederland klimaatbestendig en waterrobuust ingericht;

  • Verbetering van de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties teneinde het aantal koolmonoxideongevallen te reduceren.

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakkoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Samen met medeoverheden, corporaties, netbeheerders, energiebedrijven, de financiële sector, de ontwerp-, bouw- en technieksector en talloze andere bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties gaan we, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, mensen helpen met het verduurzamen van hun huis of gebouw. We maken wetgeving, stellen normen aan de huursector, bestaande gebouwen en installaties. De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft hierbij een stimulerende, regisserende en normerende rol.

Stimuleren

Op basis van artikel 120 van de Woningwet, hoofdstuk 4 van de Wet milieubeheer en de Kadasterwet is de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister voor VRO geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Klimaatakkoord waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De Minister voor VRO stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.

Regisseren

Op basis van de artikel 2 van de Woningwet is de Minister voor VRO verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.

Verduurzaming Gebouwde Omgeving

Voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving werken we met een programmatische aanpak om te kunnen versnellen en opschalen. Het Programma Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO) bestaat uit vijf programmalijnen (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 911):

  • Gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie

  • Individuele aanpak woningen

  • Aanpak utiliteitsgebouwen

  • Bronnen en infrastructuur

  • Innovatie in de bouw

Hieronder volgt een uitwerking van de activiteiten voor 2023 die vallen onder de vier eerstgenoemde programmalijnen. Actielijn vier 'Bronnen en infrastructuur' valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister voor Klimaat en Energie.

1. Gebiedsgerichte warmtetransitie

  • In 2023 gaan gemeenten de transitievisies warmte concretiseren in uitvoeringsplannen per wijk of buurt, met betrokkenheid van bewoners en stakeholders. Een uitvoeringsplan beschrijft voor één of meerdere buurten of wijken op welk duurzaam alternatief deze buurt(en) of wijk(en) overgaan, per wanneer, en welke maatregelen hiervoor nodig zijn. Bij het opstellen en uitvoeren van de uitvoeringsplannen worden gemeenten ondersteund door het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW). 

  • Het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) en het Expertise Centrum Warmte (ECW) gaat in 2023 over in het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW). Dit programma ondersteunt gemeenten in de volle breedte van de warmte­ transitie in de gebouwde omgeving. Onderdeel van het NPLW is een regionale ondersteuningsstructuur, die vanaf 2023 operationeel zal zijn.

  • Vanaf 2023 kunnen gemeenten plannen indienen voor de lokale aanpak (actielijn 1) van het Nationaal Isolatieprogramma (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 787). Hieraan worden in 2023 de middelen die door het vorige kabinet zijn gereserveerd voor de lokale aanpak toegevoegd. Deze maatregel is een stap naar een meer fundamentele en structurele aanpak van grootschalige isolatie via het Nationaal Isolatieprogramma.

2. Verduurzaming individuele aanpak woningen

Koopwoningen

Individuele woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) krijgen in 2023 handelingsperspectief. Dit gaat onder andere om het bieden van toegankelijke informatie, verregaande ontzorging, praktische ondersteuning, subsidie en financieringsmogelijkheden. Gemeenten ontvangen in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma budget om woningeigenaren en VvE’s te ondersteunen en informatie te bieden op lokaal niveau. Op nationaal niveau is er onder meer hulp en informatie via het landelijk digitaal platform (verbeterjehuis.nl).

Met de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) kunnen VvE’s hun appartementen en woningen verduurzamen. Vanaf 1 januari 2023 kunnen VvE’s deze subsidie ook ontvangen als zij één isolatiemaatregel nemen. Tot nu toe kon dat bij minimaal twee maatregelen. Verder gaat de subsidie voor warmte-opties gericht op VvE's per 1 januari 2023 uit de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) over naar de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH). Hierdoor wordt de SEEH de centrale regeling voor VvE’s. Dit zal het proces van aanvragen en uitvoeren van maatregelen versimpelen en versoepelen. Individuele woningeigenaren kunnen voor verduurzaming gebruik maken van de subsidie van de ISDE van de minister van EZK.

Huurwoningen

Door de afschaffing van de verhuurderheffing hebben corporaties (en andere grote verhuurders) in 2023 en verdere jaren extra investeringsruimte gekregen die ze kunnen besteden aan nieuwbouw, verduurzaming, leefbaarheid en betaalbaarheid. Om ervoor te zorgen dat die investeringsruimte optimaal wordt ingezet, ook op het terrein van verduurzaming, zijn er in 2022 prestatieafspraken met corporaties gemaakt. De uitvoering hiervan vindt in 2023 plaats (Kamerstukken II, 2021/22, 29453, nr. 551 ). Er wordt gestuurd op de doelen uit het Coalitieakkoord: het aardgasvrij maken van 450.000 corporatiewoningen en het mede daarmee zorgen voor het verduurzamen van circa 675.000 corporatiewoningen naar minimaal de standaard voor woningisolatie tot en met 2030. Om de verduurzaming te stimuleren worden in 2023 diverse regelingen aangepast of voortgezet.

  • Om opschaling bij verduurzaming van (huur)woningen te bevorderen, wordt de Renovatieversneller aangepast naar een subsidieregeling voor zowel de procesondersteuning als voor vraag- en aanbodbundeling van marktpartijen die op grote schaal willen renoveren.

  • De Regeling Vermindering Verhuurderheffing (RVV-V) vervalt per 2023: een heffingsvermindering is niet meer aan de orde als de verhuurderheffing wordt afgeschaft.

3. Aanpak utiliteitsgebouwen

We voeren de Aanpak Utiliteitsbouw uit zoals deze beschreven is in het Programma verduurzaming gebouwde omgeving (PVGO) (Kamerstukken II, 2021/22, 32847, nr. 911). Dit houdt onder meer het volgende in:

  • Publicatie van de Eindnorm Utiliteitsbouw in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Het schetst het punt op de horizon waar eigenaren van bestaand vastgoed naar toe moeten renoveren, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord.

  • Nieuwe normering voor de utiliteitsbouw, zoals het uitfaseren van slechte energielabels, is afhankelijk van de publicatie van de EPBD IV door de Europese Commissie.

  • Nieuwe normering voor gebouwen die vallen onder de gebruiksfunctie industrie is in ontwikkeling, in eerste instantie voor nieuwbouw, op termijn via de Eindnorm voor bestaande bouw.

  • Verder maken we in 2023 een start met een Ontzorgingsprogramma voor MKB’ers en gaan we bezien hoe verder met het versnellingsprogramma bedrijventerreinen te verduurzamen.

  • De Erkende maatregelenlijst Gebouwen wordt naast de Erkende maatregelenlijsten Activiteiten geïntroduceerd, voor alle bedrijven en instellingen die aan de Energiebesparingsplicht moeten voldoen. Eind 2023 moeten alle bedrijven en instellingen voor de tweede maal voldoen aan de informatieplicht.

4. Innovatie in de bouw

In het kader van het PVGO bevordert het kabinet de ontwikkeling van de markt naar innovatiever en duurzamer bouwen.

Daarnaast zal in 2023 worden ingezet op het organiseren van een continue voorspelbare bouwstroom. Door gezamenlijke ondersteuningspro­gramma’s met de markt voor vraagbundeling en aanbodontwikkeling moet het marktaandeel van innovatief en duurzaam (ver)bouwen substantieel gaan toenemen. Zo komt er voor de bestaande woningbouw een ‘versnellingsprogramma verduurzaming woningen’ dat een doorstart beoogt te zijn van het huidige ondersteuningspro­gramma van de Renovatieversneller die hiervoor wordt aangepast.

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Met inwerkingtreding van het stelsel van de Omgevingswet per 1 januari 2023 zal het Bouwbesluit 2012 ingetrokken en opgevolgd worden door het Besluit bouwwerken leefomgeving. In 2023 en verder wordt gewerkt aan nieuwe wijzigingen van het Besluit bouwwerken leefomgeving en de implementatie daarvan, die nodig zijn in het kader van het actueel houden van de regelgeving, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en implementatie van Europese regelgeving. Ook zal in 2023 worden gewerkt aan verbetering van de bouwregelgeving en het wegnemen van belemmeringen voor de woningbouw, zoals is opgenomen in het Coalitieakkoord. Over dit voornemen en de uitwerking daarvan is de Tweede Kamer per brief (Kamerstukken II 2021/2022, 32757, nr. 168) geïnformeerd. Daarin wordt onder andere voorgenomen om de lokale maatwerkregels voor de energie- en milieuprestatie te heroverwegen, de landelijk geldende voorschriften voor de bouw van tijdelijke woningen te verduidelijken of aan te passen en om in te kaart brengen hoe klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen, inrichten en beheren juridisch kan worden geborgd.

Toekomstbestendige gebouwde omgeving

Bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving hebben we ook aandacht voor klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. Het is noodzakelijk om zowel in de nieuwbouw als de bestaande voorraad rekening te houden met toenemende weersextremen: wateroverlast, overstromingsrisico, hitte en droogte. Groen kan hierbij een middel zijn, dat tevens bijdraagt aan biodiversiteitsherstel en een prettige en gezonde leefomgeving. We werken aan een minder vrijblijvende nationale aanpak voor klimaatadaptatief en natuurinclusief bouwen.

Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

Met ingang van 1 januari 2023 wordt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) stapsgewijs ingevoerd (Kamerstukken II 2020/21, 32757, nr. 178 en Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 220). Het doel van de wet is het verbeteren van de bouwkwaliteit en het versterken van de positie van de bouwconsument. Tot aan inwerkingtreding van de Wkb kunnen alle betrokken partijen door middel van proefprojecten ervaring opdoen, zodat zij goed voorbereid zijn op het nieuwe stelsel.

Stelsel certificeringwerkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties

Per 1 januari 2023 mogen verschillende werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties alleen nog worden uitgevoerd door bedrijven die daarvoor gecertificeerd zijn (Stb. 2021, 555).

Circulair bouwen

Het Ministerie van BZK bevordert de toepassing van circulair bouwen als onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019-2023 (UPCE). Het UPCE wordt vervangen door het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE), dat eind 2022 aan de Kamer wordt aangeboden (Kamerstukken II 2021/22. 32852, nr. 204). Het Ministerie van BZK continueert in 2023 de uitvoering hiervan in samenwerking met partijen in de bouw en andere overheden voor het bereiken van de doelen van het programma Nederland circulair in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). In 2023 wordt besloten hoe de halvering van de milieuprestatie-eis wordt vervroegd van 2030 naar 2025 en hoe het klimaatdoel voor circulair bouwen wordt geïmplementeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847/28089, nr. 825). Daarnaast worden wijzigingen geïmplementeerd voor de milieuprestatie van bouwwerken ten behoeve van enerzijds de implementatie van wijzigingen in de Europese norm (EN15804) en anderzijds de waardering van milieueffecten van de koolstofvastlegging in biobased materialen (Kamerstukken II 2019/20, 32852, nr. 94 en Aanhangsel van de Handelingen, 2020/21, nr. 1528).

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

463.639

775.858

816.057

668.832

249.336

161.808

171.990

        

Uitgaven

505.776

784.601

786.147

679.145

272.856

183.218

217.977

        

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

498.141

770.216

773.676

667.840

260.823

172.572

208.899

Subsidies (regelingen)

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

0

2.239

34.646

42.000

52.500

13.600

4.200

Nationaal Isolatie Programma

0

0

50.000

50.000

0

0

0

Energiebesparing Koopsector

90.134

13.677

18.888

17.100

7.700

5.500

2.500

Energiebesparing Huursector

18.225

18.951

0

0

0

0

0

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

2.640

3.900

3.900

700

0

0

0

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

41.500

155.000

144.300

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

13.377

29.460

14.736

8.732

3.077

4.502

4.552

Renovatieversneller

0

0

21.750

32.750

42.750

0

0

SAH

13.986

4.310

42.200

10.500

24.000

17.000

39.500

Warmtefonds

27.400

80.600

97.390

93.000

77.000

77.000

103.000

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

0

0

6.000

6.000

6.000

0

0

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

4.880

5.283

3.400

3.900

2.700

3.200

3.200

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Energietransitie en duurzaamheid

4.277

1.045

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

Programma reductie energieverbruik

95.736

0

0

0

0

0

0

Aardgasvrije wijken

54.677

62.560

0

0

0

0

0

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

15.317

0

0

0

0

0

0

Ventilatie in scholen

125.619

72.434

0

0

0

0

0

Nationaal Isolatie Programma

0

0

250.000

190.500

0

0

0

Ondersteuning aanpak energiearmoede

0

358.959

0

0

0

0

0

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

17.000

0

0

0

0

0

Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

0

0

9.000

9.000

9.000

0

0

Bijdrage aan agentschappen

ILT (Handhaving Energielabel)

11

24

527

529

523

523

523

RVO (Uitvoering Energieakkoord)

25

3.977

20.989

19.387

14.831

13.180

8.362

Dienst Publiek en Communicatie

903

1.085

1.000

1.000

0

0

0

Diverse Agentschappen

0

370

0

0

0

0

0

RVO (Energietransitie en duurzaamheid)

30.934

32.946

13.655

7.019

6.823

6.823

6.823

RVB

0

970

3.640

12.140

6.050

6.250

8.450

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

4.600

9.200

9.200

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (B)

0

1.000

0

0

0

0

0

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)

0

6.698

7.198

0

0

0

0

EGO

0

6.377

10.132

9.933

7.719

23.244

26.039

Handhaving energielabel C

0

251

425

150

150

1.750

1.750

 

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

7.635

14.385

12.471

11.305

12.033

10.646

9.078

Subsidies (regelingen)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

5.745

12.280

8.543

5.460

5.988

4.203

2.248

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

1.699

2.009

2.063

3.075

3.075

3.075

3.075

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Overige bijdragen

191

41

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

RVB

0

0

1.510

2.015

2.015

1.913

1.900

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Diverse bijdragen

0

55

355

755

955

1.455

1.855

        
        

Ontvangsten

1.371

91

91

91

91

91

91

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 19 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
 

2023

juridisch verplicht

37,9%

bestuurlijk gebonden

57,8%

beleidsmatig gereserveerd

0,6%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

3,7%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 37,9% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:

Subsidies (regelingen)

Het subsidiebudget is voor 36,3% juridisch verplicht. De subsidies zijn in het kader van de energietransitie en duurzaamheid voor onder andere de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) , het Warmtefonds, subsidieregeling voor koopsector (VvE’s) en Nationaal Isolatieprogramma. In het kader van bouwregelgeving en bouwkwaliteit betreft het onder andere subsidies voor Stichting Bouwkwaliteit en de Nederlandse Norm (NEN).

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is voor 44,0% juridisch verplicht. Het betreft de bijdrage voor lokale aanpak en nationaal programma lokale warmtetransitie.

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 12,9% juridisch verplicht. Het betreft grotendeels een bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor de uitvoering van het energieakkoord en de energietransitie.

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies

Verduurzaming en onderhoud huurwoningen

Om particuliere verhuurders en institutionele beleggers gedeeltelijk tegemoet te komen voor de huurbevriezing (Motie Beckerman c.s., Kamerstukken II 2020/21, 35488, nr. 13) wordt er een subsidieregeling opengesteld. De regeling is een tegemoetkoming voor uitgaven die verhuurders doen in het kader van onderhoud en verduurzaming.

Nationaal Isolatie Programma

Het Nationaal Isolatie Programma (NIP) is een belangrijk onderdeel van het programma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving. Het programma is aangekondigd in de brief van 14 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 137). Het NIP richt zich op een lokale aanpak en biedt mogelijkheden om koopwoningen en huurwoningen beter te isoleren.

Energiebesparing Koopsector

Om ondersteuning te bieden aan woningeigenaren van Verenigingen van Eigenaren (VvE's) die hun woning verduurzamen, wordt de subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) voor VvE’s voortgezet (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 667). 

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof

Met het kennis- en innovatieprogramma bouwproductie Stikstof wordt een bijdrage geleverd aan de kennis en ontwikkeling van emissiearme bouwconcepten en bouwlogistiek, zodat dit emissiereductiemaatregelen worden die effectief kunnen worden opgeschaald. Dit programma bestaat uit drie lijnen, waarvan twee onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van BZK vallen en één onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat valt. Met deze subsidie wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een afsprakenstelsel voor digitalisering van het bouwproces en de bouwlogistieke stromen gericht op stikstofreductie.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2021 aangekondigd € 525 mln. ter beschikking te stellen voor verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed. Het grootste gedeelte, zo’n € 340 mln., wordt besteed in de vorm van een subsidieregeling. Hiermee krijgt de verduurzaming van zorg-, sport-, onderwijs- en overheidsgebouwen en ook een deel van de rijksmonumenten een belangrijke impuls.

Energietransitie en duurzaamheid

In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit Klimaatakkoord verstrekt het Ministerie van BZK in 2023 subsidies aan enkele partijen, waaronder de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. Zij zorgen voor het klantcontact en informatievoorziening over het energielabel voor woningen en andere gebouwen.

Renovatieversneller

Om de opschaling van de verduurzaming van (huur)woningen te bevorderen, wordt de huidige Renovatieversneller aangepast voor vraag-en aanbodbundeling van marktpartijen die op grote schaal willen renoveren. In 2023 wordt dit verder ontwikkeld en vormgegeven.

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)

De Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) verleent subsidies aan gemengde VvE's en sociale en particuliere verhuurders voor het aardgasvrij maken van woningen. In 2023 wordt er gewerkt aan de vereenvoudiging van de SAH.

Warmtefonds

Het Warmtefonds biedt bredere en betere financieringsmogelijkheden, in het bijzonder voor woningeigenaren met een laag inkomen en kleine VvE’s. Vanaf 1 juli 2022 is het mogelijk om via het Nationaal Warmtefonds zonnepanelen en elektrisch koken gefinancierd te krijgen. En vanaf 1 oktober 2022 kunnen woningeigenaren zonder leenruimte en met een laag inkomen de financiering krijgen tegen een rente van 0%. In 2023 is € 97,4 mln. beschikbaar voor het Warmtefonds dat tegen aantrekkelijke voorwaarden financiering verstrekt aan woningeigenaren en VvE’s die hun woning verduurzamen. Er is meerjarig geld beschikbaar voor het Warmtefonds tot en met 2030.

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving verstrekt het Ministerie van BZK in 2023 diverse onderzoeksopdrachten, waaronder voor het energielabel. Daarnaast zijn middelen toegevoegd voor het Nationale Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW). Het NPLW is een interbestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Deze middelen zijn bedoeld voor de landelijke activiteiten (programma en apparaat).

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Isolatie Programma

In het Coalitieakkoord zijn middelen gereserveerd voor het Nationaal Isolatie Programma (NIP) en de lokale aanpak. Er is € 67,5 mln. uit de gereserveerde middelen naar voren gehaald uit 2027 en toegevoegd aan 2023. In overleg met medeoverheden worden afspraken over de verdeling gemaakt.

In aanvulling hierop wordt er in zowel 2023 als 2024 € 150 mln. vrijgemaakt om kwetsbare huishoudens financieel te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen. Over de exacte inzet van deze middelen vindt nog besluitvorming plaats. Op een later moment worden deze middelen verdeeld over verschillende financiële instrumenten.

Het NPLW is een interbestuurlijk programma van het Rijk, VNG en IPO en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Onderdeel van het NPLW is een regionale ondersteuningsstructuur, die vanaf 2023 operationeel is. Hiervoor is € 9 mln. per jaar beschikbaar voor de periode 2023 tot en met 2025.

Bijdrage aan agentschappen

ILT (handhaving energielabel)

In 2023 voert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) werkzaamheden uit op het gebied van de handhaving van de naleving van de verplichtingen met betrekking tot het energielabel in het kader van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD III).

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

Het betreft onder andere de middelen voor de uitvoering van het Kennis en Innovatieplatform Maatschappelijk Vastgoed, de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) en de uitvoering van de lokale aanpak woningisolatie en kennis- en innovatieplatform.

RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)

Deze middelen zijn bestemd voor het jaarprogramma 2023 dat RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK uitvoert, voornamelijk op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen. Daarnaast betreft dit ook de bijdrage voor de RVO.nl voor de uitvoering van diverse regelingen. Deze uitgaven worden op dit instrument verantwoord vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.

RVB

In het kader van het stikstofbeleid wordt een bijdrage verstrekt om aanbestedende rijksdiensten in staat te stellen om structureel uitstoot verminderende criteria te stellen bij aanbestedingen. Dit betreft de middelen die het Ministerie van BZK inzet voor de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

Voor de uitvoering van het realiseren van zonnepanelen op bestaande Rijksdaken en het nemen van extra energiebesparende maatregelen zijn er tot en met 2025 middelen beschikbaar. Dit betreft de middelen die het Ministerie van BZK inzet voor de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof

Met het kennis en innovatieprogramma wordt een bijdrage geleverd aan de kennis en ontwikkeling van emissiearme bouwconcepten en bouwlogistiek, zodat dit emissiereductiemaatregelen worden die effectief kunnen worden opgeschaald. Dit programma bestaat uit drie lijnen, waarvan twee onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van BZK vallen en één onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat valt. Via kennisontwikkeling en innovaties worden toepassing van lichtere bouwmaterialen, meer off-site-productie (prefab) en efficiëntere bouwprocessen gestimuleerd. Dit wordt uitgevoerd door TNO. Hiervoor zullen de middelen in 2023 worden overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).

EGO

In het kader van de Integrale Kennis en Innovatieagenda van het Klimaatakkoord en van het topsectorenbeleid is de missie vastgesteld en geïnstrumenteerd om te komen tot een CO2 vrije gebouwde omgeving in 2050. Dit gebeurt via een aantal innovatieprogramma’s als de Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) en de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI). Binnen de programma’s ondersteunt het Rijk R&D-investeringen van grootschalige samenwerkingsverbanden tussen marktpartijen en kennisinstellingen. Deze ondersteuning krijgt vorm via Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI regeling). Daarnaast wordt geïnvesteerd in kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijk vastgoed, via het kennis- en innovatieplatform maatschappelijk vastgoed.

Handhaving energielabel C

In het Bouwbesluit is vastgelegd dat per 1 januari 2023 kantoren energielabel C of hoger moeten hebben om nog als zodanig gebruikt te mogen worden. Het bevoegd gezag is de gemeente en zij zullen hier ook op gaan handhaven.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies (regeling)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

In 2023 verstrekt het Ministerie van BZK diverse subsidies in het kader van onderzoek naar mogelijke aanpassingen in de bouwregelgeving en overige onderwerpen die betrekking hebben op de veiligheid, toegankelijkheid, duurzaamheid en gezondheid van gebouwen en het versterken van de positie van de bouwconsument.

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Het Ministerie van BZK verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving in 2023 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht.

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Deze middelen zijn bestemd voor het stimuleren van hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen met Rijksinkoop. Dit geeft een impuls richting de markt via de voorbeeldrol en inkoopkracht van het Rijk met circulair inkopen en aanbesteden (Kamerstukken 2017/18, 32852, nr. 59). 2018).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Diverse bijdragen

Deze middelen zijn bestemd voor de nieuwe Markt Toezicht Verordening ten behoeve van het uitvoeren van een HUF (handhaafbaarheids-, uitvoerbaarheids- en fraudebestendigheids-)toets uitgevoerd door ILT.

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl en uit boetes wegens het niet nakomen van verplichtingen met betrekking tot het verstrekken van het energielabel bij verkoop en verhuur van gebouwen.

Licence