Base description which applies to whole site

3.10 Artikel 14. Cultuur

Het bevorderen van een sterke, pluriforme, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige cultuursector en het zorgen voor het erfgoed.

De Minister is verantwoordelijk voor de Wet op het specifiek cultuurbeleid, de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, de Erfgoedwet en de Archiefwet. Volgens de Wet op het specifiek cultuurbeleid is de Minister belast met het scheppen van voorwaarden voor het in stand houden, ontwikkelen en sociaal en geografisch spreiden van cultuuruitingen. Overwegingen van kwaliteit en verscheidenheid zijn daarbij leidend. Dit is aanvullend op het cultuuraanbod dat zonder betrokkenheid van de overheid tot stand komt.

Financieren

De Minister heeft een financierende rol door het bekostigen van de culturele basisinfrastructuur en subsidiëring van een aantal specifieke (wettelijke) programma's en regelingen, onder meer op het gebied van erfgoed, kunsten en bibliotheken.

Stimuleren

De Minister heeft een stimulerende rol bij het versterken van de cultuursector door een aantal programma’s, als cultuureducatie, leesbevordering, cultuurparticipatie, arbeidsmarkt, ondernemerschap en internationaal cultuurbeleid.

Regisseren

De Minister heeft een regisserende rol bij de uitvoering van en toezicht op het behoud en beheer van het erfgoed en (digitale) archieven. Het gaat dan onder meer over de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, de Erfgoedwet en de Archiefwet. Toezicht op naleving van de laatste twee wetten ligt bij de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en de rijksgesubsidieerde musea zijn onder andere belast met de uitvoering van de Erfgoedwet. Het Nationaal Archief geeft uitvoering aan de Archiefwet.

Kengetallen

De kwantitatieve onderbouwing van de doelstellingen op basis van kwantitatieve en kwalitatieve informatie, (beleids)evaluaties en onderzoek worden zo compleet mogelijk op OCW in Cijfers gepubliceerd. Daarnaast brengt de Boekmanstichting met de Cultuurmonitor, in opdracht van het Ministerie van OCW, trends en ontwikkelingen in het culturele leven in Nederland in beeld. De Erfgoedmonitor bevat feiten en cijfers over erfgoedthema’s en geeft inzicht in de ontwikkeling en staat van het erfgoed in Nederland.

In de meerjarenbrief cultuur van 4 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 32820, nr. 482) zijn de thema's en prioriteren van beleid voor het jaar 2024 en de daarop volgende jaren weergegeven. Ook is de Tweede Kamer in de brief van 16 juni 2023 over de uitgangspunten voor de culturele basisinfrastructuur 2025–2028 geïnformeerd, waarbij continuïteit, ademruimte en vertrouwen als omgang met de culturele sector centraal staan (Kamerstukken II 2022/23, 32820, nr. 499). Hiernaast heeft dit kabinet besloten om te "streven naar een toekomstgerichte bibliotheek(voorziening) in elke gemeente". In de bibliothekenbrief van 4 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 33846, nr. 70) is een verdere onderbouwing en uitwerking hieraan gegeven voor de komende jaren.

Tabel 64 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.149.980

829.090

3.053.806

767.286

726.446

725.100

728.388

        

Uitgaven

1.648.336

1.339.400

1.304.479

1.363.048

1.321.879

1.320.745

1.319.376

        

Bekostiging

1.042.439

1.047.486

1.046.522

1.166.283

1.165.742

1.166.520

1.166.213

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

249.434

246.170

245.493

282.701

280.031

278.907

278.288

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

298.585

278.538

275.033

278.046

277.421

275.843

275.653

Museale instellingen met een wettelijke taak

257.017

249.509

260.738

264.480

259.388

262.081

262.081

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen

24.761

39.038

43.307

93.405

93.438

93.898

94.325

Digitale openbare bibliotheek

22.026

18.599

18.599

18.706

18.706

18.706

18.706

Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

13.026

13.903

13.903

13.903

13.903

13.903

13.903

Monumentenzorg

143.025

161.558

155.787

154.814

162.573

163.923

163.998

Archieven incl. Regionale Historische Centra

28.448

33.445

33.645

32.793

32.847

31.824

31.824

Flankerend beleid huisvesting

6.117

6.725

0

0

0

0

0

Cultuureducatie met Kwaliteit

0

1

17

27.435

27.435

27.435

27.435

Subsidies (regelingen)

324.986

147.009

96.368

72.858

65.137

61.612

61.430

Verbreden inzet cultuur

15.218

23.787

22.005

22.732

20.057

21.595

21.595

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

8.963

13.411

9.626

8.582

8.581

8.581

8.581

Programma leesbevordering

16.910

34.653

12.791

11.730

11.730

11.730

11.730

Creatieve Industrie

2.098

1.768

2.457

2.899

2.610

2.610

2.503

Specifiek cultuurbeleid

273.326

69.918

46.642

24.826

20.070

15.927

15.932

Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

8.471

3.472

2.847

2.089

2.089

1.169

1.089

Opdrachten

200.163

29.524

33.385

32.889

30.350

28.477

28.477

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

1.212

2.093

2.141

2.141

2.141

2.141

2.141

Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

188.055

12.033

13.362

16.022

14.179

12.306

12.306

Overige opdrachten

10.896

15.398

17.882

14.726

14.030

14.030

14.030

Bijdrage aan agentschappen

52.249

59.561

56.562

56.314

57.171

59.757

58.877

Nationaal Archief

52.249

59.561

56.562

56.314

57.171

59.757

58.877

Bijdragen aan medeoverheden

26.634

53.831

69.653

32.715

1.490

2.390

2.390

Bijdrage aan medeoverheden

26.634

53.831

69.653

32.715

1.490

2.390

2.390

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

1.865

1.989

1.989

1.989

1.989

1.989

1.989

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

1.865

1.989

1.989

1.989

1.989

1.989

1.989

Ontvangsten

90.447

10.176

3.549

494

494

494

494

        
Tabel 65 Uitsplitsing verplichtingen
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.149.980

829.090

3.053.806

767.286

726.446

725.100

728.388

waarvan garantieverplichtingen

‒ 11.864

32.548

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

1.161.844

796.542

3.053.806

767.286

726.446

725.100

728.388

Toelichting bij tabel ‘uitsplitsing verplichtingen’ De garantieverplichtingen hebben betrekking op leningen/rekening-courantkredieten aan diverse musea. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Daarnaast betreft het garantstellingen in het kader van de indemniteitsregeling en de achterborgovereenkomst. Deze verplichtingen worden niet geraamd.

Budgetflexibiliteit
Tabel 66 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

92,2%

bestuurlijk gebonden

0,6%

beleidsmatig gereserveerd

7,2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Van het totale budget voor artikel 14 is voor 2024 92,2 procent juridisch verplicht.

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2024 is 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op betalingen aan culturele instellingen, cultuurfondsen en monumenteneigenaren. Hieraan ten grondslag liggen de Wet op het specifiek cultuurbeleid, de Erfgoedwet, de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen en onderliggende besluiten en regelingen. Het moment van juridisch verplichten gaat vooraf aan het kalenderjaar waarop de bekostiging betrekking heeft. De budgetten voor de culturele basisinfrastructuur (instellingen en fondsen) zijn tot en met 2024 juridisch verplicht. De bekostiging van de musea op grond van de Erfgoedwet gebeurt jaarlijks in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar.

Subsidies

Van het beschikbare budget is 63,2 procent juridisch verplicht. Dit betreft het deel van de subsidies waarvoor (naar verwachting) voor de start van 2024 een beschikking is verstuurd. De meeste van deze verplichtingen zijn aangegaan tot en met uiterlijk 2024, in samenhang met de horizon van de actuele culturele basisinfrastructuur.

Opdrachten

Van het beschikbare budget is 42,2 procent juridisch verplicht. Dit betreft het deel van de opdrachten waarvoor (naar verwachting) voor de start van 2024 een opdracht is verstrekt, zoals voor de cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs.

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief. Het budget voor 2024 is 100 procent juridisch verplicht.

Bijdrage aan medeoverheden

Van het beschikbare budget voor 2024 is 33,0 procent juridisch verplicht. Dit betreft uitkeringen aan medeoverheden waarvoor (naar verwachting) voor de start van 2024 een beschikking wordt verstuurd, bestemd voor onder andere de toekomstgerichte bibliotheekvoorziening, de impuls jongerencultuur en versterking van de regionale culturele infrastructuur.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Van het beschikbare budget is 100 procent juridisch verplicht. Dit betreft de contributies voor (inter)nationale verdragen en lidmaatschappen (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation (UNESCO), International Centre for the Study of the Preservation and Restoration of Cultural Property). Deze contributies lopen door tot wederopzegging en dragen bij aan de uitvoering van internationale afspraken.

Bekostiging

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

In de culturele basisinfrastructuur worden instellingen voor een periode van vier jaar bekostigd. In de Regeling op het specifiek cultuurbeleid zijn de criteria opgenomen waar instellingen aan moeten voldoen voor de periode 2021–2024 om in aanmerking komen voor deze bekostiging. De besluiten voor de periode 2021–2024 zijn opgenomen in (de bijlagen bij) de Kamerbrief Nieuwe visie cultuurbeleid (Kamerstukken II 2020/21, 32820, nr. 383). De culturele basisinfrastructuur bestaat vanaf 2021 uit instellingen op het gebied van podiumkunsten (theater, dans, muziek en muziektheater, festivals en jeugdpodiumkunsten), regionale musea, sectorcollecties podiumkunsten, beeldende kunst (presentatie-instellingen en postacademische instellingen), film (festivals en ondersteunende instellingen), letteren (festival en ondersteunende instellingen), ontwerp (ondersteunende instellingen, future lab design en technologie, festivals), ontwikkelinstellingen en de bovensectorale ondersteunende instellingen. In 2024 zullen de besluiten over de culturele basisinfrastructuur 2025–2028 worden genomen. De Tweede Kamer is in de brief van 16 juni 2023 over de uitgangspunten voor die periode geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32820, nr. 499).

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

De rijkscultuurfondsen zijn samen met de vierjaarlijkse instellingen onderdeel van de basisinfrastructuur en financieren naast projecten en makers ook instellingen in het Koninkrijk der Nederlanden. De cultuurfondsen spelen een belangrijke rol in het cultuurstelsel. Zij zorgen voor vernieuwing en experiment, innovatie en talentontwikkeling, en zoeken met de door hen ondersteunende activiteiten actief naar verbinding met publiek. Ook hebben de fondsen een signalerende functie voor ontwikkelingen in het veld. De begrote uitgaven zijn onder andere inclusief de bekostiging van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit verstrekt aan het Fonds Cultuurparticipatie en de jaarlijkse OCW-bijdrage van voor speelfilms geoormerkte middelen voor het Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO) verstrekt aan het Filmfonds.

Museale instellingen met een wettelijke taak

Op basis van de Erfgoedwet zijn museale instellingen belast met de zorg voor het beheer van de museale cultuurgoederen van de Staat of andere cultuurgoederen of verzamelingen. Hiervoor ontvangen deze instellingen met een wettelijke taak een structurele vergoeding. Voor de subsidiëring van deze taak worden op grond van de Regeling beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen middelen beschikbaar gesteld waarbij onderscheid wordt gemaakt in enerzijds beheer en onderhoud van collecties en anderzijds huisvesting. Daarnaast ontvangen museale instellingen, op grond van dezelfde regeling, middelen voor hun publieksactiviteiten. Met ingang van 2024 is het budget verhoogd met de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor verduurzaming uit de coalitieakkoordmiddelen en met de middelen die voorheen geraamd werden op de regel Flankerend beleid huisvesting. Deze middelen worden niet langer afgezonderd, omdat de pilot rond het nieuwe huisvestingsstelsel is afgerond (zie ook de toelichting bij Flankerend beleid huisvesting).

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen, digitale openbare bibliotheek en bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

Per 1 januari 2015 is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in werking getreden. De wet organiseert het openbare bibliotheekwerk als een netwerk van samenwerkende lokale en provinciale openbare bibliotheekvoorzieningen, waarbij de Koninklijke Bibliotheek (KB) een coördinerende rol vervult. In het netwerk verricht de KB als nationale bibliotheek van Nederland taken voor het stelsel als geheel, waaronder het beheer en de doorontwikkeling van de landelijke digitale openbare bibliotheek en de bibliotheekvoorziening voor personen met een leeshandicap. Activiteiten van de KB richten zich in 2024 op de doorontwikkeling van de digitale openbare bibliotheek, de digitale infrastructuur en de voorbereiding van een nieuw bibliotheekconvenant.

Monumentenzorg

De Erfgoedwet is het juridisch kader voor de financiering van de monumentenzorg. In dit kader vindt onder andere de financiering ten behoeve van het behoud van rijksmonumenten plaats. Daarbij is ook aandacht voor de verbindende waarde van erfgoed en de verduurzaming van rijksmonumenten. Ten slotte wordt er ook in 2024 in monumentenzorg geïnvesteerd via onder andere de Subsidieregeling instandhouding monumenten en de Woonhuisregeling.

Archieven inclusief Regionale Historische Centra

Het wetsvoorstel tot modernisering van de Archiefwet 1995, dat op 17 november 2021 aan de Tweede Kamer is aangeboden, gevolgd door een nota van wijziging, kan afhankelijk van de parlementaire behandeling aansluitend aan de Eerste Kamer worden gezonden. Het Ministerie van OCW draagt bij aan de kosten van bewaring en presentatie van de rijksarchieven uit de provincie door de Regionale Historische Centra, die in elke provinciehoofdstad met uitzondering van Zuid-Holland zijn gevestigd. Ook na het voorgenomen uittreden door het Ministerie van OCW uit de gemeenschappelijke regelingen, waarvan de datum is bijgesteld naar 1 januari 2025 (Kamerstukken II 2022/23, 36200, nr. 180), zal deze bijdrage worden voortgezet.

Flankerend beleid huisvesting

Het geraamde budget is nul, omdat vanaf 2024 het definitieve huisvestingsstelsel voor de rijksgesubsidieerde musea van kracht wordt. Het budget voor flankerend huisvestingsbeleid, dat werd aangehouden om omissies in de pilot huisvesting te corrigeren en om stortingen te doen ten behoeve van het garantiefonds voor schatkistbankieren, is toegevoegd aan het algemene budget voor museale instellingen met een wettelijke taak.

Cultuureducatie met kwaliteit

In 2024 staat geen significant bedrag geraamd, omdat de middelen voor cultuureducatie en museumbezoek in het primair onderwijs voor dat jaar al zijn overgeboekt naar artikel 1 (primair onderwijs). Vanuit dat begrotingsartikel worden de middelen uitbetaald aan scholen.

Subsidies

Verbreden inzet cultuur

In de periode 2021-2024 stimuleert het Ministerie van OCW toegankelijkheid van cultuur met het programma cultuurparticipatie. Dit programma wordt uitgevoerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) via de Regeling Samen Cultuur maken en heeft als doel de cultuurdeelname van zoveel mogelijk verschillende groepen te bevorderen, ook voor mensen voor wie dit niet vanzelfsprekend is. Het programma verbindt zorg en sociaal werk met professionele culturele instellingen, amateur- en erfgoedverenigingen en kunstenaarsinitiatieven. Het gaat om actieve participatie: zelf dansen, filmen, vloggen, toneel spelen, schrijven of verhalen vertellen. Ook stimuleert het Ministerie van OCW een inclusievere sector door de code diversiteit en inclusie als belangrijk onderdeel mee te nemen in de nieuwe basisinfrastructuur periode. Tevens bekostigt en ondersteunt het ministerie verschillende onderzoeken om ongelijkheid in de sector beter in kaart te brengen en gelijkwaardigheid te bevorderen. Daarnaast stimuleert het Ministerie van OCW de digitale transformatie van de culturele en creatieve sector en daarmee het innovatieve vermogen van deze sectoren. Stichting Digitaal Erfgoed Nederland, kennisinstituut voor cultuur en digitale transformatie, voert projecten uit om de sector met expertise en kennisdelen te ondersteunen. Met de uitvoering van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed door het Netwerk Digitaal Erfgoed wordt de digitale toegankelijkheid en het gebruik van erfgoed, archieven en collecties vergroot.

Internationaal cultuurbeleid (inclusief Homogene Groep Internationale Samenwerking)

Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van de Ministeries van OCW en BZ. In de periode 2021-2024 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen:

  • een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;

  • het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen; en

  • het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de agenda van de Minister van BHOS in de focusregio’s.

Voor de verwezenlijking van zojuist genoemde doelen wordt gekozen voor een meerjarige strategische inzet op 24 landen. Per land worden nadere afspraken gemaakt tussen betrokken spelers (onder andere diplomatieke posten, fondsen en Dutch Culture) over samenwerking en uitvoering. Door maatwerk per land worden cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden. In het najaar van 2023 ontvangt de Tweede Kamer het beleidskader Internationaal Cultuurbeleid voor de periode 2025-2028.

Programma leesbevordering

Lezen geeft toegang tot onze samenleving. Lezen en schrijven zijn creatieve processen die hand in hand gaan met inlevingsvermogen, culturele ontwikkeling, versterken van basisvaardigheden en burgerschap. Het Ministerie van OCW investeert structureel in leesbevordering en leesmotivatie. Dat is gedaan onder meer via de programma's "Bibliotheek op school" en «Boekstart» om een doorlopende leeslijn te faciliteren van 0 tot 18 jaar. Beide programma’s zijn ondergebracht bij het Actieprogramma Tel mee met Taal (2020–2024). Tel mee met Taal is een gezamenlijke aanpak samen met de Ministeries van SZW, BZK en VWS om laaggeletterdheid te voorkomen en tegen te gaan. Het Ministerie van OCW zet daarbij in op de preventie van laaggeletterdheid. Met de Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid (2020-2024) wordt een samenhangende lokale aanpak ontwikkeld met als doel meer taalarme gezinnen te ondersteunen, zowel ouders als kinderen. Binnen deze aanpak ligt de regie bij gemeenten. Vanuit de cultuurmiddelen wordt voor de bijdrage van culturele instellingen aan leesbevordering in 2024 € 5,0 miljoen en vanaf 2025 structureel € 4,0 miljoen ingezet. Dit budget is bestemd voor de versterking van ondersteunende instellingen, kennisuitwisseling tussen lokale, regionale en landelijke netwerken en een impuls voor innovatie.

Creatieve industrie

Ten laste van dit budget worden uitgaven gedaan ten behoeve van de Creatieve Industrie. Dit gebeurt in samenwerking met het Ministerie van EZK. Daarnaast zijn middelen beschikbaar voor de ontwerpdisciplines zoals architectuur, vormgeving en digitale cultuur. In samenwerking met het Ministerie van BZK wordt een architectuurprogramma gefinancierd.

Specifiek cultuurbeleid

Onder specifiek cultuurbeleid zijn verschillende kleinere subsidiebudgetten opgenomen, die grotendeels besteed worden aan projectsubsidies op basis van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Uit de middelen van het coalitieakkoord zal in 2024 extra inzet plaatsvinden op de arbeidsmarktagenda (€ 24,3 miljoen voor de totale arbeidsmarktagenda, waarvan € 19,1 miljoen coalitieakkoordmiddelen). Hiermee worden via verschillende projecten betere arbeidsvoorwaarden, eerlijke beloning, persoonlijke ontwikkeling en een veilige werkomgeving met een duurzame beroepspraktijk gestimuleerd. Hiernaast is voor het uitvoeringsprogramma «Ontwerpend Onderzoek» € 3,0 miljoen beschikbaar gesteld. Dit programma heeft het doel om de methodiek van een ontwerpende aanpak bij maatschappelijke opgaven meer en beter in te zetten. Als onderdeel van het beleid voor een sterke cultuursector is er voor gekozen in de periode 2021-2024 de financiering van de sector te versterken via een Revolverend Productiefonds. Het gaat om aanvullende financiering, om grotere investeringen mogelijk te maken via garantiestelling, lening en matching. In dit kader wordt in 2024 € 2,0 miljoen betaald aan Cultuur+Ondernemen voor aanvulling van het revolverende fonds voor cultuurleningen. Ook voor de uitvoering van het Verdrag van Faro is extra budget beschikbaar vanuit het coalitieakkoord (€ 1,8 miljoen). Deze middelen worden ingezet om samen met de erfgoedsector de kerndoelen van het verdrag duurzaam onderdeel van de erfgoedpraktijk te maken. Een uitvoeringsprogramma bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed coördineert deze veranderopgave. De middelen voor specifiek cultuurbeleid zijn in 2024 daarnaast bestemd voor diverse andere onderwerpen, zoals het herdenkingsjaar slavernijverleden, mobiel erfgoed, de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog, de Adviescommissie teruggave cultuurgoederen uit een koloniale context, beleidsinnovatie bibliotheken, archeologie, erfgoed en fysieke leefomgeving en ten slotte uitvoering geven aan het cultuurconvenant met Caribisch Nederland.

Subsidies Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

De middelen zijn bestemd voor subsidies ter ondersteuning van het erfgoedveld in de domeinen archeologie, monumenten, roerend erfgoed, cultuurlandschap en leefomgeving. Er wordt geïnvesteerd in kennis- en onderzoeksprogramma’s, de ondersteuning en infrastructuur voor erfgoed en informatie- en communicatietechniek.

Opdrachten

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

Dit budget is bestemd voor opdrachten die bestaan uit het inhuren van bureaus voor beleidsonderzoek, evaluaties, visitatie/monitoring van versterking van de kennisbasis in de cultuursector.

Opdrachten Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

De middelen zijn bestemd voor dezelfde onderwerpen als vermeld onder de kop "Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed", maar dan voor uitgaven aan opdrachten. Ook is budget beschikbaar voor monumenten in het aardbevingsgebied in Groningen.

Overige opdrachten

Dit budget is bestemd voor opdrachten die verbonden zijn aan diverse beleidsterreinen. De grootste geplande uitgave in 2024 is aan de Cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs, inclusief het voortgezet speciaal onderwijs. Via het budget voor overige opdrachten zijn ook uitgaven gepland voor het OCW-brede programma voor bestrijding van discriminatie en racisme.

Bijdrage aan agentschappen

Deze middelen betreffen de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget wordt besteed aan diverse decentralisatie-uitkeringen en specifieke uitkeringen. De grootste zijn bestemd voor behoud van erfgoed in het aardbevingsgebied, versterking van de regionale culturele infrastructuur, cultuurparticipatie door jongeren, een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening, de Erfgoed Deal, een bijdrage aan een Nationaal Slavernijmuseum en een bijdrage aan een aantal gemeenten voor de compensatie van de Jeugdcontributie Openbare Bibliotheken. Een deel van het budget is beschikbaar voor het OCW-beleid in Caribisch Nederland.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Naast prioriteiten die onder het financieel instrument Internationaal cultuurbeleid zijn genoemd, is Nederland aan een aantal verplichtingen gebonden en draagt Nederland bij aan de uitvoering van internationale verdragen. Dit geldt voor UNESCO-erfgoedverdragen voor het werelderfgoed, het immaterieel erfgoed, de bescherming van cultureel erfgoed bij gewapend conflict, de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen en het cultuurverdrag voor de diversiteit van cultuuruitingen. Ook wordt bijgedragen aan het Europees filmprogramma (Eurimages).

Ontvangsten

Het grootste deel van de raming betreft de desaldering van onttrekkingen uit het Museaal Aankoopfonds voor het verstrekken van subsidies aan Scapino, in het kader van de uitvoering van de motie Geluk-Poortvliet en aan Eurosonic Noorderslag, in het kader van de uitvoering van de motie Belhaj. Er zijn verder ontvangsten geraamd als gevolg van het definitief vaststellen van subsidies.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regeling en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regeling vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  • Vrijstelling voorwerpen van kunst en wetenschap box 3

  • BTW Vrijstelling componisten, schrijvers en journalisten

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 67 Fiscale regelingen 2022-2024, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2022

2023

2024

BTW Verlaagd tarief culturele goederen en diensten

966

1.050

1.092

1

[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

Licence