Base description which applies to whole site

3.12 Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

De algemene doelstelling is het scheppen van een internationaal concurrerende onderzoeksomgeving die onderzoekers uitdaagt tot optimale wetenschappelijke prestaties en die goed aansluit op maatschappelijke behoeften.

De overkoepelende ambitie van het onderzoek en wetenschapsbeleid is het creëren van een sterk en duurzaam stelsel van hoger onderwijs en wetenschap, met een hoge kwaliteit onderwijs en onderzoek over de volle breedte, waarin kennisinstellingen en regio’s hun onderscheidende sterktes maximaal kunnen benutten. De Minister heeft drie hoofddoelen geformuleerd om het stelsel toekomstbestendig te maken, namelijk:

  • 1. het versterken van het fundament;

  • 2. ruimte geven aan divers talent; en

  • 3. het vergroten van de maatschappelijke impact van hoger onderwijs en onderzoek en de publieke erkenning ervan.(Kamerstuk 2022Z12415)

De Minister is verantwoordelijk voor het stelsel van onderzoek en wetenschap.

De instrumenten die worden ingezet om de ambitie en hoofddoelen te behalen kunnen worden ingedeeld in drie complementaire rollen.

Financieren

De Minister bekostigt (belangrijke onderdelen van) het onderzoeks- en wetenschapsbestel, met als doel de instandhouding en het faciliteren van het stelsel. Instrumenten die hieronder vallen zijn onder andeere structurele hoofdbekostiging van instellingen, aanvullende bekostiging, sectorplannen, subsidies, bijdragen aan agentschappen, bijdragen aan internationale organisaties, matching van Horizon Europe, en nieuwe instrumenten zoals de stimuleringsbeurzen. Deze instrumenten dragen bij aan bijvoorbeeld het versterken van human capital (men is beter in staat talent op te leiden, aan te trekken en te behouden, waardoor er meer rust en ruimte is voor onderzoekers) en het versterken van de infrastructuur (hieronder vallen faciliteiten binnen instellingen, maar ook grote wetenschappelijke infrastructuren op internationaal niveau).

Stimuleren

De Minister stimuleert (gewenste ontwikkelingen binnen) het stelsel, bijvoorbeeld door middel van het aanjagen, stimuleren en faciliteren van strategische dialogen en het maken van afspraken met relevante partijen in het kennisecosysteem. De instrumenten om het stelsel te stimuleren dragen elk bij aan de ambitie en hoofddoelen via verschillende mechanismen. Belangrijke mechanismen zijn bijvoorbeeld het verbeteren van kennisbenutting (denk aan open science) en het verbeteren van profilering en samenwerking (dit leidt tot vernieuwende consortia en projecten, een betere taakverdeling in het veld, enzovoorts).

Regisseren

De Minister schept voorwaarden voor het stelsel via bijvoorbeeld wet- en regelgeving en coördinerende activiteiten. Voorbeelden van dit soort voorwaarden zijn een klimaat waarin kennisinstellingen excellent onderzoek kunnen doen, kwaliteit en vernieuwend vermogen geborgd is, kennisinstellingen doelmatig functioneren en het wetenschapsbeleid op nationaal en internationaal niveau goed gepositioneerd is.

De Minister is verantwoordelijk voor het toezicht op een efficiënte besteding van publieke middelen. In de monitoring en evaluatie zal naast doelmatigheid ook speciale aandacht gaan naar de mate waarin de instrumenten (individueel en op geaggregeerd niveau) bijdragen aan de ambitie en hoofddoelen en via welke mechanismen (doeltreffendheid).

In het onderdeel beleidsprioriteiten zijn de belangrijkste beleidswijzigingen over 2024 opgenomen. De beleidsbrief hoger onderwijs en wetenschap van 17 juni 20226 zet uiteen hoe het stelsel voor hoger onderwijs en wetenschap versterkt wordt:

(1) versterking van het fundament.Om versterking van het fundament te realiseren richt het beleid zich op de verbetering van toegang tot de nationale en internationale onderzoeksfaciliteiten, het versterken van profilering, samenwerking en gezonde concurrentie door investeringen in Nederlandse topwetenschap en de sectorplannen, het realiseren van internationaal samenwerking tussen instellingen en van afspraken over gezamenlijke thema’s en projecten, toegang tot grondgebied, financiering, uitgangspunten en waarden;(2) ruimte te geven aan divers talent.De werkdruk wordt verlaagd door te investeren in de sectorplannen en starters- en stimuleringsbeurzen die de afhankelijkheid van externe onderzoeksfinanciering verlagen. Daarnaast vindt een cruciale investering plaats in het onderzoeksprogramma Open Competitie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Er wordt een integrale aanpak opgezet om sociale veiligheid in het onderwijs en onderzoek te verbeteren en een nationaal actieplan ingericht voor meer diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs en onderzoek;(3) vergroten van de maatschappelijke impact van hoger onderwijs en onderzoek, en de publieke erkenning hiervan.

In 2024 blijft het Ministerie van OCW zich inzetten op het verbeteren van erkennen en waarderen van wetenschappers en het vergroten van de maatschappelijke impact van kennis uit onderzoek. Zo komt er een nieuwe ronde van de Faculty of Impact. Het Nationaal Expertisecentrum Wetenschap en Samenleving gaat door met het verbinden van het werkveld van wetenschapscommunicatie. Op het gebied van Open Science wordt versneld ingezet door financiering en opdrachtgeverschap van Open Science NL. Ook wordt stevig ingezet op bewustzijn rondom kennisveiligheid. Het Loket Kennisveiligheid wordt doorontwikkeld en aanpalend wordt een learning community opgezet. Ook start een wetgevingstraject Screening Kennisveiligheid en wordt de inzet op cyberveiligheid gecontinueerd.

Een deel van de bovenstaande beleidswijzigingen kent een oorsprong in de middelen vanuit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap, waarmee de achtergebleven investeringen in onderzoek worden ingehaald en de kwaliteit van hoger onderwijs en wetenschap worden versterkt. Met de investeringen wordt tevens een balans bewaakt tussen verschillende wetenschapsgebieden, eerste en tweede geldstroom, en financiering op basis van vertrouwen en rekenschap.

Tabel 70 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.668.080

1.987.335

1.683.746

1.608.815

1.612.824

1.595.763

1.606.975

        

Uitgaven

1.438.626

1.687.724

1.739.520

1.650.362

1.653.699

1.637.613

1.648.075

        

Bekostiging

1.295.913

1.409.617

1.389.267

1.382.583

1.376.449

1.372.821

1.371.777

NWO

508.479

565.544

563.764

564.522

562.867

562.630

562.267

KNAW

100.842

106.152

105.320

104.962

104.918

104.875

104.568

KB

59.239

60.756

64.780

62.200

61.198

58.225

56.251

NWO Talentenontwikkeling

165.885

175.486

175.486

175.486

175.486

175.486

175.486

NWO TTW

8.000

8.463

8.463

8.463

8.463

8.463

8.463

NWO Grootschalige researchinfrastructuur

55.380

58.586

58.586

58.586

58.586

58.586

58.586

NWO Praktijkgericht Onderzoek

64.142

61.380

60.380

58.194

58.194

58.194

58.194

Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

42.070

39.441

21.755

20.239

17.612

17.612

17.012

Poolonderzoek

3.147

3.329

3.234

1.587

1.587

1.587

1.587

Caribisch Nederland

2.500

2.644

2.644

2.644

2.644

2.644

2.644

NWO NWA

137.229

143.141

140.160

139.005

138.199

137.824

137.524

NWO Fonds onderzoek en wetenschap

134.000

168.827

168.827

170.827

170.827

170.827

173.327

NWO Praktijk onderzoek en wetenschap

15.000

15.868

15.868

15.868

15.868

15.868

15.868

Subsidies (regelingen)

28.407

70.280

138.958

56.891

67.504

55.721

67.227

Naturalis Biodiversity Center

7.525

8.509

8.502

8.500

8.499

8.499

8.499

BPRC

11.350

11.989

11.989

11.989

11.989

11.989

11.989

NCWT/NEMO

3.661

4.186

3.991

3.990

3.990

3.990

3.990

STT

239

254

254

254

254

254

254

Stichting AAP

1.124

1.192

1.192

1.192

1.192

1.192

1.192

Nationale coördinatie

3.368

5.022

5.268

5.188

5.710

5.883

5.883

Subsidie Fonds onderzoek en wetenschap

0

3.268

5.229

5.229

5.229

4.951

2.451

Nationaal Groeifonds

1.140

35.860

75.400

16.450

15.850

16.850

16.100

Delta Climate Center

0

0

26.942

3.908

14.600

1.922

16.678

VSC

0

0

191

191

191

191

191

Opdrachten

1.777

9.584

12.591

11.341

9.557

8.882

8.882

Opdrachten

1.777

897

2.156

1.956

1.922

2.906

2.906

Opdrachten Fonds onderzoek en wetenschap

0

8.687

10.435

9.385

7.635

5.976

5.976

Bijdrage aan agentschappen

1.048

82.799

82.798

82.913

82.913

82.913

82.913

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

1.048

964

963

963

963

963

963

RVO Fonds onderzoek en wetenschap

0

81.835

81.835

81.950

81.950

81.950

81.950

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

111.481

115.444

115.906

116.634

117.276

117.276

117.276

EMBC

1.240

1.241

1.317

998

1.317

1.317

1.317

EMBL

5.654

6.539

7.716

8.316

8.916

8.916

8.916

ESA

34.290

35.338

35.338

35.338

35.338

35.338

35.338

CERN

53.602

61.410

60.620

61.071

60.794

60.794

60.794

ESO

16.695

10.804

10.804

10.804

10.804

10.804

10.804

NTU/INL

0

112

111

107

107

107

107

Ontvangsten

0

1.501

101

101

101

101

101

Uitsplitsing verplichtingen
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.668.080

1.987.346

1.683.746

1.608.815

1.612.824

1.595.763

1.606.975

waarvan garantieverplichtingen

‒ 1.137

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

1.666.943

1.987.346

1.683.746

1.608.815

1.612.824

1.595.763

1.606.975

De garantieverplichtingen hebben betrekking op een lening van het Biomedical Primate Research Centre. Het Ministerie van OCW staat voor deze lening garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.

Budgetflexibiliteit
Tabel 71 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

81,3%

bestuurlijk gebonden

18,2%

beleidsmatig gereserveerd

0,4%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,1%

Van het totale budget voor artikel 16 is in 2024 81,3 procent juridisch verplicht.

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2024 is voor 86,7 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op de betalingen aan de Nationale onderzoeksinstellingen NWO, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en Koninklijke Bibliotheek (KB) alsmede bijdragen aan Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), Poolonderzoek en Caribisch Nederland. De wettelijke grondslag van de bekostiging is vastgelegd in de NWO wetten en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).

Het beschikbare budget voor 2024 is voor 13,3 procent bestuurlijk gebonden. Dit zijn middelen van het coalitieakkoord voor het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. De betalingen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap zijn aan NWO voor open competitie, roadmap grootschalige wetenschappelijke infrastructuur, toponderzoek, open science, Europese partnerschappen en praktijkgericht onderzoek.

Subsidies

Het beschikbare budget voor 2024 is 96,0 procent juridisch verplicht. Het betreft hier subsidies aan stichtingen en centra met een specifieke rol in de kennisinfrastructuur zoals Naturalis Biodiversity Center, Biomedical Primate Research Centre (BPRC) en Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie/NEMO. Daarnaast betreft het subsidies van het Nationaal Groeifonds aan Biotech Booster en Einstein Telescope. Deze subsidies zijn op basis van de Kaderregeling van de Ministeries van OCW, SZW en VWS. 

Opdrachten

Van het beschikbare budget voor 2024 is 17,1 procent juridisch verplicht en voor 82,9 procent bestuurlijk gebonden voor de middelen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Deze verplichtingen hebben betrekking op dienstverleningen tot het doen van beleidsgerichte onderzoeken, evaluaties en ondersteuning van commissies.

Bijdrage aan agentschappen

Het beschikbare budget is voor 1,2 procent juridisch verplicht en voor 98,8 procent bestuurlijk gebonden middelen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Het betreft verplichtingen ten opzichte van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het uitvoeren van werkzaamheden binnen Horizon Europe en Kennisveiligheid.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Het beschikbare budget is voor 100 procent juridisch verplicht. Het betreft hier jaarlijkse contributies aan (inter)nationale organisaties waar Nederland zich middels convenanten meerjarig aan heeft verbonden.

Bekostiging

Het Ministerie van OCW bekostigt de instellingen NWO, KNAW en KB. Met de bekostiging zorgt de Minister dat de instellingen binnen de wettelijke kaders, de missie en doelstellingen kunnen behalen. De doelstellingen van de instellingen zijn gericht op het bevorderen van de kwaliteit van het wetenschappelijke onderzoek in Nederland en het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen hierin. Het Ministerie van OCW draagt met een structureel karakter bij aan:

  • NWO. De minister bekostigt verschillende taken van NWO. Deze liggen op het vlak van het bevorderen van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek en kennisoverdracht aan de maatschappij. NWO voert deze taken uit door het toewijzen van middelen, met name aan universiteiten maar ook hogescholen. Dit doet NWO via gerichte programma’s binnen de vier domeinen. De programma’s zijn bijvoorbeeld gericht op ongebonden onderzoek en talentontwikkeling, zoals de Vernieuwingsimpuls en de open competitie. Tevens voert NWO het Nationale Wetenschapsagenda-programma uit voor vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek en coördineert het een deel van de activiteiten in het Kennis- Innovatieconvenant. Daarnaast voert NWO programma’s uit gericht op wetenschappelijke infrastructuur zoals uitvoering van projecten die geselecteerd zijn op grond van de resultaten van de nationale roadmap commissie grootschalige wetenschappelijke infrastructuur. Hiermee kunnen Nederlandse onderzoekers werken met onderzoekfaciliteiten van wereldniveau. Ook ontvangt NWO een aanvullende bekostiging in het kader van praktijkgericht onderzoek. Doel van deze bekostiging is het met wetenschappelijk onderzoek vervullen van een centrale rol binnen de Nederlandse en internationale kennisinfrastructuur door hogescholen en universiteiten;

  • KNAW. De minister bekostigt verschillende taken van KNAW voor onder andere het bevorderen van excellent onderzoek. De KNAW is de plek waar de beste wetenschappers vanuit de volle breedte van het onderzoek hun kennis uitwisselen en delen met de samenleving. Ook ontvangt de KNAW middelen om jonge wetenschappers te steunen om de wetenschap toekomstbestendig te maken. Daarnaast zet de KNAW zich in om de internationale samenwerking te bevorderen en de Nederlandse positie in de internationale wetenschap te versterken door onder meer "science diplomacy";

  • KB. De Minister bekostigt de KB voor zorgdragen van het geschreven woord, met name voor de Nederlandse publicaties, en iedereen in staat te stellen om te lezen, te leren en onderzoek te doen. De KB speelt een centrale rol in de Nederlandse (wetenschappelijke) informatie-structuur en bevordert de duurzame toegang tot digitale informatie in (inter)nationaal verband.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: instrumenten NWO

De middelen uit het Fonds Onderzoek en Wetenschap die door NWO worden geïnvesteerd, betreffen de open competitie € 60,0 miljoen, toponderzoek € 20,0 miljoen, Roadmap grootschalige wetenschappelijke infrastructuur € 50,0 miljoen, open science € 20,0 miljoen en  Europese Partnerschappen a € 10,0 miljoen.

De open competitie van NWO is een belangrijk bestaand en bewezen instrument voor excellent, ongebonden onderzoek dat inspeelt op veelbelovende wetenschappelijke ontwikkelingen. Met het budget voor open competitie van jaarlijks € 60,0 miljoen kunnen de komende jaren meer voorstellen van hoge kwaliteit worden gehonoreerd. Een jaarlijks budget van € 20,0 miljoen stelt NWO in staat om daarnaast een gerichte impuls te geven aan enkele wetenschappelijke gebieden waarin Nederland tot de absolute wereldtop behoort of hiertoe de potentie heeft. De investering van € 50,0 miljoen voor nieuwe hoogwaardige onderzoeksinfrastructuren, opwaardering van bestaande infrastructuren en toegang tot internationale infrastructuren, maakt het mogelijk dat Nederlandse onderzoekers excellent onderzoek (blijven) uitvoeren. Met het budget voor de transitie naar open science van € 20,0 miljoen wordt de gaande ontwikkeling kracht bijgezet.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: praktijkgericht onderzoek en wetenschap

De investering uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap in praktijkgericht onderzoek wordt geïnvesteerd in de tweede geldstroom van hogescholen via Regieorgaan SIA (onderdeel van NWO). Van dit bedrag is circa € 10,0 miljoen bestemd voor thematische programmering om de onderzoeksgroepen van hogescholen te verbinden met de landelijke inzet op beoogde maatschappelijke effecten. De overige circa € 5,0 miljoen is bestemd voor de pilot professional doctorate.

Subsidies

Voor het stimuleren en realiseren van de centrale doelstellingen van het onderzoek en wetenschapsbeleid worden diverse subsidies verstrekt aan stichtingen en centra met een specifieke rol in de kennisinfrastructuur. Het gaat hier onder andere om bijdragen aan:

  • Naturalis Biodiversity Center voor onderzoek naar de biodiversiteit en instandhouding van de nationale grootschalige infrastructuur voor biodiversiteitsonderzoek;

  • BPRC voor primatenonderzoek en de huisvestiging van primaten, en subsidie aan de Stichting AAP voor het verzorgen van de opvang van de BPRC chimpansees;

  • Stichting Nationaal Centrum voor Wetenschap- en Techniekpromotie (NCWT) voor het beheren en ontwikkelen van NEMO Science Museum en NEMO Kennislink, het organiseren van het landelijke festival Weekend van de Wetenschap en het ondersteunen van overige gerelateerde landelijke activiteiten op het gebeid van wetenschaps- en technologiecommunicatie en –educatie;

  • Biotech Booster consortium voor het verhogen van het rendement op de valorisatie van wetenschappelijk onderzoek en het versterken van het Nederlandse biotech ecosysteem;

  • Einstein Telescope consortium voor voorbereidende werkzaamheden voor een toekomstige Nederlandse inbreng aan de bouw van de Einstein Telescope, zoals innovatie van de benodigde technologie, locatie-onderzoek, opbouw van een high-tech ecosysteem en organisatie.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: subsidies

Uit het Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt in 2024 € 1,4 miljoen verstrekt voor een nieuw centrum gericht op wetenschapscommunicatie en € 1,2 miljoen ten behoeve van voorstellen voor Scholars at Risk. Daarnaast wordt € 2,5 miljoen uitgetrokken voor onderzoek en monitoring van sociale veiligheid bij universiteiten.

Wetenschapscommunicatie is van groot belang om de dialoog en samenwerking tussen wetenschap en de samenleving te stimuleren. Een nieuw centrum gericht op wetenschapscommunicatie kan de wetenschapscommunicatie verder stimuleren en versterken door middel van het delen van expertise en het opbouwen van capaciteit hiervoor. De middelen ten behoeve van Scholars at Risk zijn voor initiatieven die mogelijkheden bieden aan wetenschappers die door oorlog of andere bedreigende situaties hun academische carrière niet kunnen voorzetten in hun thuisland. 

Opdrachten

Voor beleidsontwikkeling worden opdrachten verstrekt voor het uitvoeren van diensten. Het gaat hierbij met name om opdrachten voor het beleidsgericht onderzoek en evaluaties.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: opdrachten

De post opdrachten betreft de middelen ten behoeve van uitvoering, monitoring, verantwoording en evaluatie van alle instrumenten die worden ingezet om de hoofddoelen van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap te behalen.

Bijdrage aan agentschappen

Hieronder valt de opdracht aan de RVO voor het ondersteunen en stimuleren van een zo groot mogelijk Nederlandse participatie in het EU-Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie ‘Horizon Europe’.

Fonds Onderzoek en Wetenschap: instrumenten RVO

Een deel van het Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt door RVO ingezet voor Matching Horizon Europe (€ 75,0 miljoen) en voor Kennisveiligheid (circa € 2,0 miljoen).

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Contributies aan grote internationale onderzoeksorganisaties Engineering in Medicine and Biology Society (EMBC), Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie (EMBL), European Space agency (ESA), Conseil Européen pour la Recherche Nucléaire (CERN), European Southern Observatory (ESO) en Nederlandse Taalunie (NTU/INL). Door deelname van Nederland aan deze intergouvernementele organisaties krijgen Nederlandse wetenschappelijke onderzoekers toegang tot unieke grootschalige onderzoeksfaciliteiten en internationale netwerken van toponderzoekers. Deze deelname is mede van groot belang voor het functioneren van het Nederlands nationale onderzoeksbestel.

6

Beleidsbrief hoger onderwijs en wetenschap. 17 juni 2021. Kamerstuk. 33 080 266.

Licence