Base description which applies to whole site

Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Toegenomen voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; toegenomen weerbaarheid tegen klimaatverandering en tegengaan van klimaatverandering; duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Om deze doelstelling te realiseren, werkt de minister voor BHOS nauw samen met de minister en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister voor Natuur en Stikstof, de minister van Financiën en de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

De minister is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De financiering van diverse programma’s en fondsen gericht op groene economische ontwikkeling en armoedebestrijding ,voedsel- en waterzekerheid, toegang tot hernieuwbare energie, klimaatadaptatie en –mitigatie en verduurzaming van grondstofwinning. In toenemende mate wordt ingezet op financiering van programma’s waarin oog is voor de dwarsverbanden die tussen deze en andere mondiale uitdagingen, zoals biodiversiteitsverlies, bestaan. Groeiende druk op natuurlijke hulpbronnen dwingt tot verduurzaming en een integrale benadering die synergie tussen de verschillende thema’s bevordert. De programma’s worden uitgevoerd door multilaterale instellingen, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, (lokale) overheden, centrale uitvoerders (zoals FMO en RVO), in consultatie en samen werking met andere donoren (waaronder FCDO, BMZ, USAID en SIDA) en via publiek-private partnerschappen.

  • De financiering van verschillende multilaterale en internationale instellingen, die een sleutelrol spelen bij de verzameling van gegevens, analyse en (formulering van de) aanpak van vraagstukken op het gebied van deze thema’s.

Stimuleren

  • Nadruk op de verduurzaming van de dienstverlening en een integrale benadering die synergie tussen de verschillende thema’s bevordert.

  • Het stimuleren van een inclusieve benadering met extra aandacht voor vrouwen en jongeren.

  • Het intensiveren van de samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en de private sector gericht op bovengenoemde doelstellingen.

  • Mobilisatie van private investeringen in klimaatadaptatie, klimaatmitigatie en biodiversiteit met gebruikmaking van begrotingsmiddelen.

  • Het stimuleren van ambities, acties en aandacht voor klimaat, water en voedselzekerheid.

Regisseren– Inzet van Nederlandse deskundigheid en technologie bij het realiseren van de ontwikkelingsdoelstellingen.– Coördinatie, in nauwe samenwerking met de minister van EZK, IenW, LNV, NenS en FIN, van het Nederlandse internationale milieu- en klimaatbeleid

Als gevolg van een hogere asielinstroom dan eerder verwacht, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit leidt tot een ombuiging op de begroting van BHOS van totaal EUR 3,5 miljard in de periode 2023 t/m 2026. Deze ombuigingen zijn in deze begroting voor 2024 en verder verwerkt. De intensiveringen uit het coalitieakkoord en de BHOS-nota zijn hierbij uitgezonderd van ombuigingen conform staand beleid. Het extra budget voortkomend uit MEV is ingezet om de ombuigingen te dempen. Voor artikel 2 betekent dit dat de streefwaarden voedselzekerheid naar beneden zijn bijgesteld en de voorgenomen verhoging van de streefwaarden water waarschijnlijk niet gehaald kan worden. Daarnaast wordt er omgebogen op de bijdrage aan het Green Climate Fund.

Als gevolg van de ombuigingen zijn de streefwaarden voor de jaarlijkse resultaten t.a.v. bereikte boerenhuishoudens en kwetsbare consumenten naar beneden bijgesteld en wordt het uitgavenritme van bilaterale waterprogramma’s van ambassades vertraagd. Tevens zal Nederland bij de middelaanvulling van het Groene Klimaat Fonds (GCF) een bescheiden bijdrage doen.

WaterAls follow-up van de VN 2023 Waterconferentie, waarin de urgentie van de wereldwijde waterproblematiek werd erkend en werd opgeroepen om water onderdeel te maken van nationaal economisch beleid, zal Nederland het beleid van afgelopen jaar doorzetten om water hoog op de internationale politieke agenda te houden en zich samen met gelijkgezinde partners sterk te maken voor het uitvoeren van de toezeggingen die door landen, internationale organisaties, het bedrijfsleven en NGO’s zijn gedaan onder de Water Action Agenda.

Internationale KlimaatstrategieDe Internationale Klimaatstrategie beschrijft hoe Nederland de inzet voor klimaat wereldwijd verstevigt. De strategie schetst hierin een doorkijk naar 2050 en beschrijft concrete inspanningen van het kabinet op het gebied van klimaatmitigatie – het streven om de opwarming van de aarde tot 1,5oC te beperken- en klimaatadaptatie – het vergroten van de weerbaarheid tegen klimaatverandering en het in lijn brengen van financieringsstromen met deze beide doelen. Het kabinet plaatst water als organiserend principe in het hart van artikel 2 van de BHOS-begroting.

Stappenplan mondiale voedselzekerheidIn reactie op de voedselcrisis zet het kabinet in op direct mitigerende actie en op de lange termijn inzet met extra nadruk op het versterken van de schokbestendigheid van voedselsystemen in lage- en middeninkomenslanden (Kamerstuk 33625-341 d.d. 23/12/2022).

CombinatielandenHet kabinet richt de gecombineerde aanpak voor hulp en handel op de vergroeningstransities in de belangrijkste sectoren van de internationale klimaatstrategie: landbouw, water, energie, transport en circulair.

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

         
 

Verplichtingen

916 727

1 244 608

753 948

808 871

722 659

869 137

869 137

         
 

Uitgaven:

       
         
 

Programma-uitgaven totaal

816 870

868 008

905 844

997 733

1 077 633

1 143 882

1 143 882

         
         

2.1

Voedselzekerheid

340 180

389 554

392 345

393 498

413 186

439 295

439 295

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen

10 793

13 000

13 000

12 000

16 000

20 000

20 000

 

Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector

31 301

14 000

10 000

12 000

16 000

20 000

21 000

 

Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

1 862

3 000

3 000

3 000

3 000

3 000

3 000

 

Uitbannen huidige honger en voeding

31 515

16 327

19 000

16 000

15 000

26 000

26 000

 

Voedselzekerheid

42 938

55 509

52 202

46 765

48 105

44 500

43 500

         
 

Opdrachten

       
 

Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

13 422

20 550

13 000

10 000

11 100

18 000

19 000

 

Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen

1 549

10 000

10 000

10 000

10 000

10 000

10 000

 

Voedselzekerheid

2 523

1 000

     
         
 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

1 973

3 370

3 132

3 735

3 930

3 795

3 795

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Voedselzekerheid

127 195

120 298

131 854

137 295

141 660

123 500

122 500

 

Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen

0

17 000

24 000

25 000

31 000

55 000

55 000

 

Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector

41 974

40 500

40 500

53 500

53 500

58 500

58 500

 

Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

13 415

27 000

26 000

24 000

23 000

27 000

27 000

 

Uitbannen huidige honger en voeding

19 720

48 000

46 657

40 203

40 891

30 000

30 000

         
 

Nog te verdelen

       
 

Nog te verdelen

 

0

0

0

0

  
         
         

2.2

Water

186 866

199 235

194 164

188 997

210 815

233 714

233 714

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Waterbeheer

27 530

26 167

27 119

29 157

31 407

35 557

35 557

 

Drinkwater en sanitatie

28 987

30 563

28 039

27 657

30 457

31 557

35 679

         
 

Opdrachten

       
 

Waterbeheer

3 114

3 170

5 250

4 000

4 000

5 500

3 378

         
 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

4 113

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Waterbeheer

81 914

91 585

89 656

81 840

85 901

98 600

96 600

 

Drinkwater en sanitatie

41 208

45 750

42 100

44 343

57 050

60 500

60 500

         

2.3

Klimaat

289 824

279 219

319 335

415 238

453 632

470 873

470 873

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Klimaat algemeen

29 099

33 863

32 882

32 400

32 400

32 400

32 400

 

Hernieuwbare energie

16 599

26 000

26 000

26 000

26 000

26 000

26 000

 

Dutch Fund for Climate and Development

53 000

40 000

40 000

40 000

40 000

40 000

40 000

         
 

Opdrachten

       
 

Klimaat algemeen

845

0

0

0

0

0

0

         
 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

4 858

3 400

3 400

3 400

3 400

3 400

3 400

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Contributie IZA/IZT

334

357

357

357

357

357

357

 

Klimaatprogramma's (non-ODA)

1 138

1 725

1 595

1 770

1 555

1 555

1 555

 

Klimaat algemeen

157 085

129 232

150 459

236 669

266 778

274 019

274 019

 

Hernieuwbare energie

19 724

36 000

56 000

66 000

76 000

86 000

86 000

 

UNEP

7 142

8 642

8 642

8 642

7 142

7 142

7 142

Budgetflexibiliteit

Tabel 12 Budgetflexibiliteit beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Geschatte budgetflexibiliteit

2024

Juridisch verplicht

74%

Bestuurlijk gebonden

0%

Beleidsmatig gereserveerd

2%

Nog niet ingevuld / vrij te besteden

24%

Voor het thema voedselzekerheid (artikel 2.1) zijn de geplande uitgaven voor het grootste deel juridisch verplicht en voor een deel beleidsmatig gereserveerd. Onder het instrument subsidies zijn o.a. verplicht de programma’s met SNV, IFDC, GAIN, CARE en programma’s die door RVO worden uitgevoerd alsmede activiteiten die door de ambassades worden uitgevoerd. Onder het instrument bijdragen zijn o.a. verplicht de programma’s met IFAD, de Wereldbank, FAO, CABI, SUN, UNICEF, AfDB en de CGIAR, alsmede programma’s waarvoor de ambassades middelen gedelegeerd hebben gekregen. Het beleidsmatig gereserveerde percentage van het budget is bestemd voor bijdragen aan activiteiten gericht op het versterken van duurzame voedselproductiesystemen, inclusief bodemvruchtbaarheid en de weerbaarheid voor klimaatverandering in deze sector, en verbeterde voeding.

Voor het thema Water (artikel 2.2) zijn de in 2024 geplande uitgaven voor 100% juridisch verplicht. Onder het instrument subsidies zijn o.a. verplicht de programma’s met IHE Delft, Vitens Evides International, de Unie van Waterschappen, Aqua4All, stichting WASTE en programma’s die door RVO worden uitgevoerd alsmede activiteiten die door de ambassades worden uitgevoerd. Onder het instrument bijdragen zijn o.a. verplicht de programma’s met de Wereldbank, FAO, UNICEF en UNOPS, alsmede programma’s waarvoor de ambassades middelen gedelegeerd hebben gekregen.

De in 2024 geplande uitgaven voor klimaat (artikel 2.3) zijn voor het merendeel juridisch verplicht en voor een deel beleidsmatig gereserveerd. Ook dit jaar staan de beleidsdoelen uit de BHOS-nota en Internationale Klimaatstrategie centraal. Door de intensivering zoveel mogelijk uit te sluiten van de ombuigingen en zoveel mogelijk in te zetten op vergroening van het instrumentarium blijft het kabinet onverkort streven naar EUR 1,8 miljard klimaatfinanciering in 2025. Onder het instrument subsidies zijn dit o.a. bijdragen aan Climate and Development Knowledge Network (CDKN) en het Access to Energy Fund (AEF). Onder het instrument bijdragen gaat het om middelen voor o.a. het Central African Forest Initiative (CAFI), het Least Developed Country Fund (LDCF), de Climate Investment Funds (CIFs), Energising Development (EnDev), het Energy Sector Management Assistance Program (ESMAP) van de Wereldbank en het Africa Adaptation Acceleration Program van de Afrikaanse ontwikkelingsbank.

2.1 Voedselzekerheid

De budgettaire intensivering op het thema voedselzekerheid is gehandhaafd. De ombuigingen vinden daarom plaats op basis van de rest van het budget en zijn evenredig verdeeld over de beleidsartikelen ecologische duurzaamheid, groei in productiviteit, voeding en kennis waarbij het streven is om alle activiteiten op productiviteit ook ecologisch duurzaam te maken. De streefwaarden voor de jaarlijkse resultaten t.a.v. bereikte kleinschalige boerenhuishoudens en kwetsbare consumenten zijn naar beneden bijgesteld. De ambassadeprogramma’s leveren een belangrijke toegevoegde waarde en het gedelegeerde budget naar de posten blijft daarom min of meer 50%. De intensivering blijft in stand en richt zich op emergency response en robuustheid/weerbaarheid van voedselsystemen (Kamerbrief Mondiale Stappenplan Voedselzekerheid).

Via bilaterale programma’s van ambassades en vanuit het ministerie wordt met subsidies en bijdragen de inzet op versterken van ecologisch houdbare voedselsystemen (inclusief klimaat) doorgezet.

Belangrijke activiteiten zijn het SNV Pro-ARIDES Programma in West-Afrika (subsidie), twee regionale programma’s van resp. IFAD en Wereldbank en een programma op gebied van geïntegreerd bodemvruchtbaarheidsbeheer. Om de gevolgen van de Russische oorlog tegen Oekraïne op de wereldwijde voedselzekerheid te mitigeren wordt onder meer het Crisis Response Initiative van IFAD ondersteund.

Bevorderen van inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector

Duurzame ontwikkeling van de agrarische sector, als onderdeel van ecologisch houdbare voedselsystemen, krijgt voor een belangrijk deel vorm via de bilaterale programma’s van de ambassades. Via bijdragen en subsidies investeren zij in productiviteitsverbetering, beleid, markttoegang en ketenontwikkeling. Een voorbeeld is de inzet in Oeganda, waar in nauwe samenwerking met de lokale private sector ingezet gaat worden op lokale voedselketenontwikkeling en productiviteitsverbetering bij kleinschalige boer(inn)en.

Via diverse internationale NGO’s worden programma’s gesteund die werken aan landbouwontwikkeling in meerdere landen, zoals het 2-Scale programma dat geleid wordt door het International Fertilizer Development Center (IFDC).

Subsidies voor het versterken van publiek-private samenwerking dragen bij aan het mobiliseren en uitwisselen van beschikbare kennis en kunde vanuit Nederland en in de prioritaire regio’s. Dit krijgt onder andere vorm via het SDG-partnerschap programma (opdracht RVO) ter ondersteuning van samenwerking tussen bedrijven in partnerlanden en NL-bedrijven en maatschappelijke organisaties.

Nederland draagt substantieel bij aan de multilaterale (VN) inzet op landbouw en voedselzekerheid. Via bijdragen aan het International Fund for Agricultural Development (IFAD) wordt kleinschalige landbouw en plattelandsontwikkeling ondersteund en de samenwerking met de FAO krijgt vorm via het Food and Nutrition Security Resilience Program en via programma-bijdragen vanuit de ambassades (o.a. Zuid-Soedan). Met de Wereldbank werkt Nederland samen op sociale vangnetten (o.a. in Ethiopië) en op klimaatweerbare landbouw in de Sahel. Met de AfDB wordt in 2023 samengewerkt ter ondersteuning van de graanproductie in Ethiopië en Mozambique. Nederland participeert ook in het door de Wereldbank beheerde Global Agriculture and Food Security Program (GAFSP).

Versterking van kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

Er wordt geïnvesteerd in samenwerkingsverbanden die kennis en kunde van de Nederlandse private sector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties koppelen aan capaciteitsversterking in lage inkomenslanden, zoals via het in 2023 vernieuwde kennisprogramma van het Netherlands Food Partnership en het door RVO uitgevoerde Land@scale programma.

Met de bijdrage aan de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd. Daarnaast is een nieuwe fase gestart van de wetenschappelijke samenwerking op SDG 2 tussen Nederland en de CGIAR.

Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding

Via de bilaterale programma’s in de focuslanden wordt door ambassades met subsidies en bijdragen aan publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in vergroting van toegang tot gezond en nutriëntenrijk voedsel. Zo worden bijvoorbeeld in Benin en Burundi schoolkinderen dagelijks van gezonde maaltijden voorzien die geleverd worden door lokale boer(inn)en.

Met de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) en CARE (subsidies) wordt in Benin, Nigeria, Uganda, Kenia, Ethiopië en Mozambique ingezet op het substantieel vergroten van het aantal kwetsbare consumenten dat het gehele jaar toegang heeft tot gezonde, voedzamere en betaalbare diëten.

Met UNICEF (bijdrage) wordt in Niger, Burkina Faso, Sudan en Burundi gewerkt aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders.

Samenwerking met andere donoren en versterken van lokaal beleid wordt gestimuleerd door een Nederlandse bijdrage aan de Scaling Up Nutrition (SUN) movement. Daarnaast wordt de Netherlands Working Group on International Nutrition (NWGN) ondersteund ten behoeve van kennisuitwisseling tussen maatschappelijke en private actoren en kennisinstellingen. Ook wordt er een bijdrage geleverd aan het Micronutrient Forum, ten behoeve van de internationale conferentie die in oktober 2023 in Den Haag zal plaatsvinden.

2.2 Water

Verbeterd waterbeheer

In 2024 wordt opvolging gegeven aan de VN 2023 Water Conferentie. Dit vindt plaats via centraal (departement) en decentraal (ambassades) gefinancierde programma’s met multitilaterale partners, nationale overheden in focuslanden, RVO, maatschappelijke organisaties, bedrijven en kennisinstellingen.

Ombuigingen in de begroting zullen worden opgevangen zonder bestaande juridische verplichtingen open te breken. Ook bestuurlijke verplichtingen, aangegaan in het kader van bovengenoemde Water Actie Agenda, zullen worden nagekomen in lijn met verwachtingen die Nederland op de VN 2023 Waterconferentie heeft gewekt; we tonen ons een betrouwbare partner. Hiervoor wordt het uitgavenritme van ambassades wat vertraagd en wordt de balans in uitgaven vanuit Den Haag en uitgaven vanuit de ambassades aangepast.

Goed scorende programma’s met de Asian Development Bank en de Wereldbank, onderdeel van de Water Actie Agenda, zullen een impuls geven aan resultaatbereiking: meer waterzekerheid en weerbaarheid tegen droogte en overstromingen voor miljoenen mensen en gemeenschappen in regio’s waar tientallen miljoenen mensen kwetsbaar zijn voor de impact van deze extremen. Programma’s die te weinig scoren op directe resultaatbereiking en te weinig perspectief bieden dat ze resultaten indirect zullen bestendigen, zullen worden afgebouwd.

De streefwaarde dat gemiddeld 3 miljoen mensen voordeel ondervinden van de Nederlandse inspanningen op verbeterd waterbeheer, blijft gehandhaafd. De verhoging van de resultaatdoelen zoals voorzien in de Internationale Klimaat Strategie (in 2030 minimaal vier miljoen extra mensen minder kwetsbaar voor wateronzekerheid als gevolg van klimaatverandering) wordt geschrapt.

Drinkwater en sanitaire voorzieningen (WASH)

Binnen het drinkwater, sanitatie en hygiëne programma (WASH) blijft financiële innovatie en hefboomwerking van ODA-investeringen, die een veelvoud aan binnenlandse private investeringen in de partnerlanden mobiliseren voor uitbreiding en verbetering van water- en sanitaire diensten, een speerpunt. Programma’s van Aqua4All en het FINISH programma lopen hierin voorop.

Met UNICEF is een derde fase gestart van het ASWA programma in 8 landen in Afrika, waarvan de meeste in de focusregio’s Sahel en Hoorn van Afrika. Ook dit programma maakt deel uit van de Water Actie Agenda. Het heeft een operationele component: uitbreiding van veilige water- en sanitaire diensten, op een manier dat ze bestand zijn tegen klimaatschokken. Het heeft ook een strategische component: verbetering van randvoorwaarden die dienstverlening in stand houden; een gendertransformatieve aanpak legt hiervoor de basis.

De streefwaarden dat in 2024 2,2 miljoen mensen met Nederlandse financiering toegang krijgen tot veilig drinkwater en 3,8 miljoen mensen tot sanitaire voorzieningen blijft gehandhaafd. Dit is in lijn met de 30/50 miljoen doelstelling voor de periode 2016-2030. Verhoging van de resultaatdoelen zoals voorzien in de Internationale Klimaat Strategie (in 2030 zeven miljoen mensen extra toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen) wordt geschrapt. 

2.3 Klimaat

In 2024 staan de beleidsdoelen uit de BHOS-nota en Internationale Klimaatstrategie op het terrein van klimaatadaptatie, bossen en toegang tot hernieuwbare energie centraal. De ombuigingen slaan neer op de budgetplaats «klimaat algemeen bijdragen» waar de multilaterale klimaatfondsen onder vallen. Deze keuze is ingegeven door het feit dat binnen deze fondsen in mindere mate gestuurd kan worden op de in beleidsnota en klimaatstrategie gestelde prioriteiten. De multilaterale klimaatfondsen zijn de meest zichtbare vorm van klimaatfinanciering. Daardoor kan een beperktere bijdrage aan die fondsen ten onrechte de indruk wekken dat Nederland onvoldoende gecommitteerd is aan de internationale afspraken over klimaatfinanciering. Een ander nadeel van een beperktere bijdrage is dat de Nederlandse invloed in het bestuur van een fonds afneemt.

Klimaatprogramma’s

Om adaptatie en weerbaarheid te vergroten in kwetsbare landen dragen we onder andere bij aan het Africa Adaptation Acceleration Program van de Afrikaanse ontwikkelingsbank. Gelet op de toename van klimaatgerelateerde rampen vergroten we de inzet op early warning en early action initiatieven en ondersteunen we een samenwerking tussen onder meer het Rode Kruis en de World Meteorological Organization.

Om de verhoogde doelstelling op toegang tot hernieuwbare energie voor 100 miljoen mensen in OS-landen in 2030 te bereiken, verhoogt Nederland selectief de bijdrage aan succesvolle programma’s binnen de energietoegangsportefeuille en vernieuwt Nederland de resultaatafhankelijke subsidieregeling SDG 7 Results in samenwerking met innovatieve bedrijven, ontwikkelingsorganisaties en kennisinstellingen.

Nederland draagt bij aan multilaterale klimaatfondsen zoals de Climate Investment Funds (CIF), de Global Environment Facility, het Least-Developed Countries Fund en UN Environment Programme (UNEP) Nederland in de besturen daarvan invloed kan uitoefenen. Bij het omvangrijke Groene Klimaatfonds (GCF) is Nederland relatief gezien een bescheiden donor en blijft dit in het licht van de ombuigingen. Nederland hecht aan de private sector klimaatinzet van multilaterale banken en ondersteunt hiervoor onder meer het IFC Climate Advisory Partnership en EBRD High Impact Partnership for Climate Action.

We blijven ons inzetten om de private sector te bewegen tot versnelling en uitbreiding van klimaat-relevante investeringen in ontwikkelingslanden. Om te zorgen voor meer privaat financierbare projecten vergroten we de projectontwikkelingsfaciliteit van het nationale klimaatfonds Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) dat de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering versterkt en bijdraagt aan emissiereductie.

In en rond de drie belangrijkste regenwoudgebieden van de wereld zet Nederland zich voortdurend in voor behoud en herstel van bos en de daarin levende biodiversiteit. Dit doet het door binnen de EU, relevante coalities en internationale fora het beleid te beïnvloeden, duurzame landbouw en ontbossingsvrije handel te stimuleren en innovatieve en schaalbare programma’s voor duurzaam bosbeheer en landgebruik te ondersteunen. Nederland draagt bij aan het Central African Forest Initiative (CAFI), een multi-donor fonds voor bosbescherming in het Congobekken, en Nederland geeft mede vorm aan flankerend beleid en ondersteuning van productielanden in de implementatie van de EU-verordening ontbossingsvrije producten. 

In lijn met de Kamerbrief d.d. 26 april 2023 (Kamerstuk 26407, nr. 147) en ter opvolging van het Global Biodiversity Framework leggen we onder meer een sterkere focus op natuurlijke oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en zet ik de inzet voort om biodiversiteit beter te integreren in ontwikkelingssamenwerking. Ook spannen we ons ervoor in de financiering van multilaterale ontwikkelingsbanken voor biodiversiteit te laten stijgen.

Klimaatdiplomatie

Klimaatdiplomatie blijft een belangrijke rol spelen. Op multilaterale bijeenkomsten en in bilaterale relaties blijft Nederland het belang van klimaatambitie- en actie onderstrepen en zoekt daarbij de samenwerking met gelijkgezinden, bijvoorbeeld in de Group of Friends for an ambitious EU Climate Diplomacy. We richten de klimaatdiplomatie ook op de vergroening van multilaterale banken.

In combilanden worden de posten ondersteund met de klimaat- en energieresponsfaciliteit van RVO om bij te dragen aan klimaattransities en versterking klimaatweerbaarheid.

Op klimaatgebied spelen vrouwen een belangrijke rol als agents of change. Het feministisch buitenlandbeleid is dan ook van belang voor zowel de uitvoering van gefinancierde programma’s als de klimaatdiplomatie.

Duurzaam gebruik van grondstoffen en circulaire economieNederland zet in op internationale multi-stakeholder partnerschappen om verantwoorde grondstoffenwinning in ontwikkelingslanden te vergroten en de klimaat-impact ervan te verkleinen, o.a. via het European Partnership for Responsible Minerals (EPRM), de Climate Smart Mining Facility van de Wereldbank en het Intergovernmental Forum on Mining, Minerals, Metals and Sustainable Development. Ook steunt Nederland een platform dat gericht is op een betere positie van vrouwen in de mijnbouw.

Om de duurzaamheidstransitie te versnellen en toegang tot de daarvoor benodigde grondstoffen te borgen zal Nederland inzetten op het concreet vormgeven van grondstoffenbeleid dat aansluit op het EU Action Plan on Critical Raw Materials en tegelijkertijd in nauwe verbinding staat met het nationale programma circulaire economie.

Licence