Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 22: Natuur, visserij en landelijk gebied

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) streeft naar een sterke en veerkrachtige natuur, een duurzame en economisch rendabele visserijsector en voedselproductie op zee en in de grote wateren en draagt via gebiedsgericht werken bij aan het versterken van de brede welvaart.

  • De Minister is verantwoordelijk voor het beschermen, versterken en duurzaam benutten van de natuur en biodiversiteit, mede in relatie tot de klimaat-, en stikstofdoelstellingen, in nationaal, EU- en mondiaal verband. Voor de natuurkwaliteit van de Rijkswateren en voor de internationale samenwerking op natuurgebied treedt de Minister als eerstverantwoordelijke op.

  • De Minister is verantwoordelijk voor het versterken van de positie van de Nederlandse voedselproductie op zee en andere wateren en het bevorderen van duurzaamheid, transparantie en ketenverantwoordelijkheid in de Nederlandse visserij- en aquacultuurketen.

  • De Minister is medeverantwoordelijk voor gebiedsgericht werken, waarbij de LVVN-opgaven in onderlinge samenhang met andere maatschappelijke en regionale opgaven optimaal worden opgepakt om te komen tot een optimale versterking van de brede welvaart.

  • De Minister voert de regie over de aanpak van regionale knelpunten, in overleg met de Minister van BZK.

  • De Minister is het aanspreekpunt voor wat betreft de betrokkenheid van het Rijk bij bodemdaling in het landelijke gebied in relatie tot landbouw, natuur en biodiversiteit en de vitaliteit van het platteland in bredere zin en voor landbouw en landgebruik als onderdeel van het Klimaatplan.

De Minister is op Rijksniveau verantwoordelijk voor de coördinatie op het gebied van natuurbrandbeheersing en het nationale stelsel van natuurbrandpreventie en -mitigatie.

De Minister is (mede)verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • Het stimuleren en versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij het beschermen, versterken en duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit, op zowel nationaal als internationaal niveau.

  • Het bevorderen van behoud en versterken van biodiversiteit in het agrarisch gebied en binnen agroketens.

  • Het ondersteunen van het versterken van de positie van de nationale parken.

  • Het stimuleren van de inzet van de Nederlandse bos-, natuur- en houtsector in het energie- en klimaatbeleid en het bevorderen van de duurzame bijdrage van bos en natuur aan de groene grondstoffenvoorziening.

  • Het stimuleren van maatschappelijke initiatieven in lijn met de LVVN-visie, Nederland Natuurpositief, het Programma Natuur en het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland.

  • Het bevorderen van een duurzame, innovatieve en rendabele visserij- en aquacultuursector binnen de kaders van het Gemeenschappelijk visserijbeleid (Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds 2021-2027 (EMFAF)).

Regisseren:

  • Het inzetten, samen met medeoverheden en bedrijfsleven, op de totstandkoming van afspraken over het versterken van biodiversiteit, aansluitend op de afspraken uit de EU-Biodiversiteitsstrategie en het mondiale biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD).

  • Het tot uitvoering brengen van de uitvoeringsagenda van de Visie op Voedsel uit Zee en Grote Wateren, om te komen tot een duurzame en robuuste mariene voedselproductie.

Uitvoeren:

Het uitvoering geven aan het Nationaal Biodiversiteit Strategie- en actieplan (NBSAP) met het oog op de actiedoelen van het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (KM-GBF).

  • Het met provincies nakomen van afspraken die gemaakt zijn in het Natuurpact en samen met provincies en IenW/RWS monitoren van de toestand van de natuur en biodiversiteit en benutting van natuur op land en in het water.

  • Het samen met de provincies opstellen van het gezamenlijke Programma Natuur, waarmee onder andere invulling wordt gegeven aan het ambitiedocument Nederland Natuurpositief en aan de langjarige financiële impuls in het natuurbeleid als gevolg van de stikstofaanpak.

  • Het bieden van langjarige zekerheid aan boeren die groenblauwe diensten verlenen als onderdeel van een meer natuurinclusieve bedrijfsvoering

  • Het onderhouden en handhaven van onder andere de Omgevingswet en de Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming Caribisch Nederland.

  • Het voorbereiden en uitvoeren van internationale en in EU-verband gemaakte afspraken over de internationale handel in bedreigde dier- en plantsoorten.

  • De implementatie van het Europese exotenbeleid. De provincies zijn verantwoordelijk voor het beheer van invasieve exoten.

  • Het doen uitvoeren van regelingen en programma’s, zoals de natuuronderdelen van de Mariene Strategie waaronder het Noordzeeakkoord en het Programma Noordzee 2022-2027 en het beheer van Kroondomeinen

  • Het samen met provincies uitwerken en uitvoeren van de bossenstrategie.

  • Staatsbosbeheer in staat stellen om, in samenhang met haar maatschappelijke omgeving, uitvoering te kunnen geven aan haar (kern)taken, zoals bedoeld in de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer en het Convenant LVVN/Staatsbosbeheer (2014).

Invasieve exoten

Invasieve exoten vormen een bedreiging voor de biodiversiteit. Een preventie aanpak, onder meer door voorlichting, handelsverboden en vroege detectie en verwijdering uit het milieu, voorkomt hogere kosten op een later moment. In 2026 is dit inzet van het ministerie van LVVN om (praktijkgericht) onderzoek te financieren in het kader van het programma Ontwikkeling Beheersingsaanpak Uitheemse Rivierkreeften (OBUR) en om meer inzet te gaan plegen op preventie zoals aangekondigd in de Contouren van het landelijk aanvalsplan invasieve exoten (Kamerstuk 26407, nr. 154). Beoogde effecten zijn meer bewustzijn bij burgers, ondernemers en overheden over de risico’s van invasieve exoten en wat zij kunnen doen om dat te beperken én vroegtijdige verwijdering van een aantal invasieve exoten uit de natuur.

Landelijke Aanpak Wolven

In de Landelijke Aanpak Wolven (2025-2029) hebben provincies en LVVN gezamenlijk acties geformuleerd om de urgente situatie met betrekking tot de wolven in Nederland het hoofd te bieden. De landelijke aanpak heeft tot doel om wolvenaanvallen op mensen, huisdieren en vee beter te voorkomen en om in die gevallen dat desondanks toch aanvallen plaatsvinden, effectief te kunnen optreden. De aanpak heeft ook tot doel het beheersen van de toenemende maatschappelijk onrust en het toewerken naar kaders die passend zijn voor Nederland als klein en dichtbevolkt land. In 2026 wordt ingezet op het beheer en doorontwikkeling van een Landelijk Informatiepunt Wolf (LIW). Daarnaast wordt ingezet op het geven van een impuls aan provincies voor het ondersteunen van houders van dieren bij het verlagen van risico’s van aanvallen door wolven op gehouden dieren. Beoogde effecten zijn een goed functionerend LIW en verlaging van het risico op wolvenaanvallen op gehouden dieren.

Veluwe en de Peel

In de MCEN is een regionale maatwerkaanpak geïntroduceerd die zich richt op de Veluwe en de Peel. In deze gebieden zijn stevige inspanningen nodig om te komen tot een balans tussen economische bedrijvigheid en natuur. In 2026 wordt gestart met een extra investering voor maatregelen ten behoeve van natuurherstel en emissiereductie in de arealen die grenzen aan N2000 gebieden van de Veluwe en Peel.

Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 (bedragen x € 1.000)

22 Natuur, visserij en landelijk gebied

bedragen x1.000

 

Art.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

 

Verplichtingen

0

0

1.316.331

771.941

504.415

487.032

487.766

         
 

Uitgaven

0

0

1.248.058

1.062.004

1.158.722

718.804

692.181

         

22.1

Natuur en biodiversiteit

       
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Natuur en biodiversiteit op land

0

0

322.499

329.327

314.242

295.747

273.809

 

Natuur en biodiversiteit grote wateren

0

0

300

300

0

0

0

 

Natuur en maatschappij

0

0

5.762

5.387

4.457

4.154

4.154

 

Kroondomeinen

0

0

761

761

761

761

761

 

Leningen

       
 

Nationaal Groenfonds

0

0

20.845

22.040

21.989

21.938

21.997

 

Opdrachten

       
 

Natuur en biodiversiteit op land

0

0

42.788

44.728

41.933

41.411

25.135

 

Natuur en biodiversiteit grote wateren

0

0

47.242

49.351

41.329

29.054

25.760

 

Natuur en maatschappij

0

0

4.827

0

0

0

0

 

Internationale samenwerking

0

0

2.670

2.670

2.670

2.670

2.670

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Staatsbosbeheer

0

0

33.267

32.618

32.459

32.300

32.300

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Caribisch Nederland

0

0

899

830

800

899

800

 

Specifieke uitkeringen

0

0

109.790

314.398

215.375

215.464

215.464

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Internationale samenwerking

0

0

1.840

1.840

1.840

1.840

1.840

         

22.2

Visserij

       
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Duurzame visserij

0

0

30.675

20.000

0

0

0

 

Europese fondsen visserij

0

0

6.423

6.849

6.713

6.701

6.701

 

Opdrachten

       
 

Duurzame visserij

0

0

34.008

38.491

39.541

32.715

48.140

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Rijkswaterstaat

0

0

14.135

14.435

14.480

14.436

14.436

         

22.3

Landelijk gebied

       
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Toekomst landelijk gebied

0

0

12.220

16.534

3.205

2.505

2.505

 

Opdrachten

       
 

Toekomst landelijk gebied

0

0

48.205

32.178

22.912

16.170

15.670

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Specifieke uitkeringen

0

0

508.902

129.267

394.016

39

39

         
 

Ontvangsten

0

0

30.042

27.689

25.361

25.135

23.205

         

22.1

Natuur en biodiversiteit

       
 

Ontvangsten

       
 

Landinrichtingsrente

0

0

18.197

16.544

14.416

14.190

13.760

 

Overige ontvangsten natuur

0

0

2.089

2.089

1.889

1.889

1.889

         

22.2

Visserij

       
 

Ontvangsten

       
 

Internationale ontvangsten

0

0

7.296

6.096

6.096

6.096

6.096

 

Overige ontvangsten visserij

0

0

1.460

1.460

1.460

1.460

1.460

 

Onttrekking begrotingsreserve visserij

0

0

1.000

1.500

1.500

1.500

0

Budgetflexibiliteit

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit

Geschatte budgetflexibiliteit

2026

juridisch verplicht

57,9%

bestuurlijk gebonden

41,4%

beleidsmatig gereserveerd

0,7%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

22.1 Natuur en biodiversiteit

Subsidies

Natuur en biodiversiteit op land

Het subsidiebudget «Natuur en biodiversiteit op land» in 2026 bedraagt € 322,5 mln. Dit betreft voornamelijk het budget van € 227,0 mln. dat geraamd is voor de uitbreiding van het Agrarisch Natuurbeheer in Nederland. De middelen zijn bedoeld voor de uitbreiding van het aantal beheerde hectares, voor het investeren in kennis, alsmede voor de versterking van de gehele keten die betrokken is bij het agrarische natuurbeheer. Daarnaast wordt er in 2026 € 49,4 mln. geraamd voor de uitvoering van de samenwerkingsmaatregel Veenweiden en overgangsgebieden N2000. Het gaat hier om de additionele middelen bovenop de EU-financiering uit het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). De regeling wordt bij de tweede openstelling gericht op reductie ammoniakemissie door extensivering van melkveehouderij en akkerbouwbedrijven in overgangsgebieden N2000. Het budget is voor ondersteuning van de samenwerking en voor een jaarlijkse vergoeding voor extensivering en voor de bekostiging van aanpassingen aan het watersysteem, die samenhangen met de peilverhoging. Voor de veenweiden is uit EU-middelen de tweede openstelling voorzien in een tegemoetkoming van de jaarlijkse kosten van geringe drooglegging (afgemeten aan de afstand tussen het maaiveld en het slootwaterpeil), aanleg waterinfiltratiesysteem en digitale grondwaterpeilbuizen met het oog op het terugdringen van CO2-uitstoot.

Daarnaast wordt er in 2026 € 16,7 mln. geraamd voor (inter)nationaal verplichte monitoring van natuurinformatie en voor de verbetering van het natuurmonitoringstelsel. Het verzamelen van gegevens over planten, dieren en habitats (monitoring) is nodig om de voortgang van het realiseren van (inter)nationale natuurdoelen te kunnen volgen. Daarnaast is deze informatie nodig voor het opstellen van de internationale rapportages op het gebied van natuur en biodiversiteit (waaronder de EU-richtlijnen, de Convention on Biological Diversity, Verdrag van Bern, Verdrag van Bonn en het Waddenverdrag) en om te kunnen voldoen aan de informatiebehoefte voor beoordeling van vergunningaanvragen. De gegevens worden vooral via het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) verzameld. Voor de subsidie voor het NEM is een bedrag van € 4,2 mln. begroot in 2026. Deze subsidie kent een looptijd van 2024 tot en met 2029 en bedraagt maximaal € 25,612 mln. Verder verstrekt LVVN een bijdrage aan het Centraal Bureau voor Statistiek voor de statistische bewerking van natuurgegevens en publicaties daarover in het Compendium voor de Leefomgeving. Tot slot verstrekt LVVN een subsidie aan BIJ12 voor het interbestuurlijke Verbeterprogramma VHR-Monitoring, gericht op betere, meer uniforme en gebiedsgerichte data binnen en buiten natuurgebieden, met meer inzicht in effectiviteit van maatregelen, systeemherstel en VHR-doelbereik. Deze subsidie kent een looptijd van 2026 tot en met 2030 en bedraagt maximaal € 40,500 mln.

Er wordt in 2026 € 13,6 mln. geraamd voor het opstellen van het concept-Natuurplan. Het opstellen van dit plan is een eis voortkomend uit de in werking getreden Natuurherstelverordening. Nederland dient binnen twee jaar (voor 1 september 2026) een concept-Natuurplan bij de Europese Commissie in te dienen conform de eisen uit de Natuurherstelverordening. De geraamde middelen zullen onder andere worden ingezet voor de verplichte, additionele natuurmonitoring, zodat daarmee mede kan worden bepaald welke herstelmaatregelen kunnen worden opgenomen in het Natuurplan.

Daarnaast wordt er € 7,5 mln. geraamd voor het Programma Veenweide. Deze middelen worden onder meer ingezet voor de uitvoering van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) en onderzoek via het Veenweiden Innovatieprogramma Nederland (VIP-NL). Op basis hiervan vindt op diverse veenweide locaties onderzoek plaats.

Voor het Aanvalsplan Landschapselementen is er in 2026 € 2,8 mln. geraamd. Dit is onderdeel van een bredere impuls voor landschapselementen van in totaal € 13,9 mln. waarmee agrariërs de mogelijkheid krijgen landschapselementen zoals bomen, heggen, sloten en kruidenrijke weide- en akkerranden aan te leggen, ter bevordering van agrarische biodiversiteit, klimaatadaptatie, waterdoelen en cultuurhistorisch landschap.

Ook wordt er € 4,3 mln. geraamd voor de uitfinanciering van de Regeling versneld natuurherstel. Met deze regeling zet LVVN in op natuurherstelprojecten bij terrein beherende organisaties. De eerste tranche heeft in 2021 opengestaan en de tweede tranche in 2022. Hieruit zijn verschillende maatregelen gefinancierd waarvan het grootste gedeelte bestaat uit het verwijderen van bosopslag, toevoegen van steenmeel, hydrologische maatregelen, begrazing en plaggen en chopperen.

Tot slot wordt er € 0,3 mln. geraamd voor de uitfinanciering van de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer (Staatscourant 1998, nr. 163, 15298).

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

Voor het subsidiebudget «Natuur en biodiversiteit grote wateren» is € 0,3 mln. in 2026 geraamd. In het kader van de energietransitie zijn er middelen begroot voor natuur in de Waddenzee, het «Ecologisch Impulspakket Waddenzee». Het subsidiebudget hiervoor bedraagt € 0,3 mln. Deze middelen worden onder andere ingezet voor het project Wij & Wadvogels, het project Waakvogels en het onderzoeksprogramma «Understanding complex pressures on the Wadden Sea & options for action».

Natuur en Maatschappij

Voor het subsidiebudget «Natuur en maatschappij» in 2026 is € 5,8 mln. geraamd. Hiervan is € 1,9 mln. beschikbaar voor natuurlijk kapitaal en de vergroening van de financiële sector. De middelen worden ingezet voor het ondersteunen en stimuleren van private partijen, financiële instellingen, overheden en andere maatschappelijke partijen om hiermee aan de slag te gaan en voor het ontwikkelen en ontsluiten van de hiervoor benodigde informatie, ook in internationaal verband. Daarnaast wordt € 2,0 mln. geraamd voor subsidies die gericht zijn op het beter gebruikmaken van de natuur bij de aanpak van maatschappelijke opgaven (nature based solutions). Het geraamde budget wordt ingezet voor de ondersteuning van kansrijke maatschappelijke initiatieven, de opbouw van kennis door ondersteuning van onderzoeken en pilots voor onderbouwing van beleidskeuzes. Daarnaast is er € 1,9 mln. aan subsidiebudget gereserveerd voor het beleidsprogramma Nationale Parken 2024-2030 en voor het uitfinancieren van een ondersteuningsregeling voor de parken voor natuureducatie.

Kroondomeinen

Het Loo is een landgoed van circa 10.400 hectare en bestaat uit twee deelgebieden: de Staatsdomeinen bij Het Loo en het eigenlijke Kroondomein. Bij de Staatsdomeinen bij Het Loo zijn de baten en lasten voor rekening van de Staat. Het eigenlijke Kroondomein (6.700 hectare) wordt, zoals is vastgelegd in de Wet op het Kroondomein, geëxploiteerd door de Kroondrager, waarbij alle baten en lasten voor zijn/haar rekening komen. Het juridisch eigendom berust bij de Staat. Het Rijk heeft voor de periode 2022-2027 een subsidie verstrekt aan de Kroondrager voor beheer- en inrichtingsmaatregelen van het Kroondomein. In 2026 wordt € 0,761 mln. beschikbaar gesteld aan Kroondomein Het Loo voor het natuurbeheer van het Kroondomein. Deze meerjarige subsidie bedraagt maximaal € 4,563 mln. in de periode 2022-2027.

Leningen

Nationaal Groenfonds

In 2026 is er € 20,8 mln. geraamd voor de betaling van de rente op en aflossing van leningen die LVVN heeft uitstaan. Deze leningen zijn in het verleden met tussenkomst van het Nationaal Groenfonds verstrekt voor de realisatie (verwerving en doorlevering van gronden) van het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen: Ecologische Hoofdstructuur). Door de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies worden hiervoor geen nieuwe leningen meer aangegaan. 

Opdrachten

Natuur en Biodiversiteit op land

Het geraamde opdrachtenbudget voor «Natuur en biodiversiteit op land» bedraagt € 42,8 mln.

Ten eerste wordt er € 12,5 mln. geraamd voor opdrachten in het kader van Programma Natuur. Hiermee wordt ingezet op het versterken van de natuur (Kamerstuk 35 334, nr. 82). LVVN heeft via het Programma Natuur meerjarige afspraken met provincies gemaakt. Het gaat daarbij onder andere om gebiedsgerichte maatregelen die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken en om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats van soorten niet verslechtert. De focus ligt hierbij op systeemherstel van overbelaste stikstofgevoelige natuur.

In 2026 wordt er € 10,7 mln. geraamd voor natuurbrandpreventie. Er wordt onder coördinatie van LVVN gewerkt aan de versterking van natuurbrandbeheersing in Nederland. Sinds 2024 worden er elk jaar investeringen gedaan die bijdragen aan de bescherming van mens en natuur tegen natuurbranden (Kamerstuk 30 821, nr. 229). In 2026 zal de besteding van de middelen focussen op de voortzetting van de ontwikkelingen die sinds 2024 in gang zijn gezet. Hiertoe behoort het ondersteunen van provincies en gemeenten bij het opstellen van integrale natuurbrandbeheersingsplannen. Dit gebeurt in samenwerking met terreinbeherende organisaties en veiligheidsregio’s. Hiernaast zullen de middelen worden gebruikt om terreinbeherende organisaties te ondersteunen bij het nemen van maatregelen in de natuur die bijdrage aan het voorkomen en beperken van natuurbranden. Ook zullen er middelen worden ingezet voor de oprichting van een nationaal expertisecentrum voor natuurbrandbeheersing.

Daarnaast wordt er € 7,3 mln. geraamd voor de uitvoering van de Landelijke Aanpak Wolven. Hiermee wordt ingezet op veebescherming, incidentenbestrijding en het delen van kennis over de wolf. Dit zal worden ingezet voor onder andere een landelijk informatiepunt wolf en het landelijk initiatief veebescherming. Een groot deel van deze middelen zal worden overgedragen aan provincies.

Voor invasieve exoten is voor 2026 € 4,6 mln. geraamd aan het opdrachtenbudget. Dit wordt ingezet voor preventie, vroege detectie en verwijdering van invasieve exoten uit het milieu. Een groot deel van deze middelen zal worden overgedragen aan provincies.

Voor het realiseren van een bijdrage aan de klimaatopgave voor Bomen, Bos en Natuur is € 3,1 mln. geraamd. Partijen in dit domein zetten zich gezamenlijk in voor maatregelen die in 2030 tot een klimaatwinst van 0,4 ‒ 0,8 Mton additionele koolstofvastlegging per jaar moeten leiden. Dit door het voorkomen van ontbossing, het vergroten van de vastlegging van koolstof in bestaande bossen en natuur en de uitbreiding van bos en landschap.

Ook is er € 1,3 mln. gereservereerd voor het opdrachtenbudget voor het Beleidsprogramma Nationale Parken 2024-2030. Deze middelen worden onder andere aangewend voor de opdracht aan Staatsbosbeheer voor het Nationale Parkenbureau.

Het overige opdrachtenbudget voor Natuur en biodiversiteit op land (€ 3,3 mln.) wordt ingezet voor verschillende activiteiten waarvoor LVVN systeemverantwoordelijk is gebleven na de decentralisatie van natuurtaken naar provincies. Zo worden middelen ingezet voor natuurwetgeving, natuurvergunningenverlening, Natura2000-gebieden en voor nationaal soortenbeleid.

Natuur en biodiversiteit Grote Wateren

In 2026 is er voor het opdrachtenbudget «Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren» € 47,2 mln. geraamd. Het Rijk is verantwoordelijk voor het beschermen en versterken van natuur en biodiversiteit in de grote wateren (het Waddengebied, de Zuidwestelijke Delta, het IJsselmeergebied, de Noordzee, het kustgebied en het rivierengebied). LVVN zorgt ervoor dat het natuurbelang goed is gewaarborgd bij het gebruik en beheer van grote wateren en bij de uitvoering van projecten. Het budget is bestemd voor de volgende activiteiten:

  • Versterking Noordzee ecosysteem (€ 29,2 mln.). Het kabinet streeft er naar de klimaatdoelen te verbinden aan de doelen van het Noordzee milieu- en ecosysteem. Daarmee wordt parallel aan de uitrol van windenergie op zee ingezet op de versterking van de draagkracht van het natuurlijke kapitaal van de Noordzee. Natuurversterkings-maatregelen zijn gericht op de ontwikkeling van soorten- en habitatherstel binnen en buiten windenergieparken, inclusief experimenten natuurinclusief bouwen; investeren in aanvullende natuurherstelmaatregelen binnen en buiten windenergieparken en gerichte versterking Natura 2000-gebieden. De uitvoering wordt opgepakt in samenwerking met stakeholders.

  • Natuurcompensatie Voordelta (€ 10,2 mln.). Compensatie van de bij aanleg van de Tweede Maasvlakte verloren gegane natuur is wettelijk verplicht en urgent. Nadat het Toegangsbeperkend besluit voor Natura 2000-gebied Voordelta is gewijzigd en gepubliceerd, moet hierop worden gehandhaafd en wordt de ontwikkeling van het gebied gevolgd.

  • Natuur en biodiversiteit grote wateren (€ 5,9 mln.). Om de natuur een bestendige plaats te geven te midden van ons intensieve gebruik, wordt geïnvesteerd in de veerkracht van het natuurlijk systeem. LVVN werkt gebiedsgericht samen met andere overheden, natuurorganisaties en bedrijven om deze veerkracht en Natura 2000-doelen in de grote wateren te realiseren en doet dat door uitvoering middels de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). 

  • Wadden (€ 1,1 mln.). LVVN is onder meer verantwoordelijk voor de trilaterale samenwerking tussen Denemarken, Duitsland en Nederland voor de Waddenzee en is tevens de siteholder (voor Nederland) van dit internationale natuurlijk UNESCO Werelderfgoed. LVVN is systeem-verantwoordelijk voor Natura-2000 dat in het gemeenschappelijke Eems-Dollard gebied om bilaterale afstemming vraagt met Duitsland. Tevens is LVVN verantwoordelijk voor de Beheerautoriteit Waddenzee die middels een Integraal Beheerplan de samenhang van het natuur-, vis- en waterbeheer bevordert en versterkt, waarmee de natuurkwaliteit verbeterd wordt. 

  • Mariene strategie (€ 0,9 mln.). De natuurherstelopgave voor de Noordzee is groot, tegelijkertijd wordt de Noordzee steeds intensiever gebruikt. Het gebruik moet passen binnen de ecologische grenzen. De beleidskaders die moeten borgen dat de natuur herstelt en dat gebruik past binnen de draagkracht van het ecosyteem zijn OSPAR, Natura 2000, de Kaderrichtlijn Marine Strategie (KRM) en het Programma Noordzee 2022 ‒ 2027.

Natuur en Maatschappij

Het opdrachtenbudget van € 4,8 mln. in 2026 voor «Natuur en Maatschappij» is gereserveerd voor de Agenda Natuurinclusief. Dit dient ter ondersteuning van de maatschappelijke domeinen: bedrijventerreinen, bouw, energie, financiële sector, gezondheid, infrastructuur, landbouw, onderwijs, vrijetijdseconomie en water. Deze domeinen helpen natuurinclusiviteit in de eigen sector op te schalen en hierin vanuit de sector te investeren.

Internationale samenwerking

Voor het opdrachtenbudget voor «Internationale samenwerking» wordt € 2,7 mln. in 2026 begroot. Dit budget wordt ingezet voor de uitvoering van acties die zijn overeengekomen in internationale verdragen en Europese en internationale afspraken over biodiversiteit. Bijvoorbeeld het Global Biodiversity Framework, het CITES-verdrag, de Europese exotenverordening en de Convention on Migratory Species (CMS). Daarnaast wordt in 2026 verder gewerkt aan relevante EU-dossiers, zoals de zogeheten ‘nature credits’. Tot slot worden onder deze post ook de uitgaven geraamd voor de In Beslag genomen Goederen (IBG) voor de opslag en opvang van in beslag genomen goederen bij overtreding van de regels voor handel in bedreigde dier- en plantensoorten (€ 1,0 mln.).

Bijdragen aan ZBO/RWT

Staatsbosbeheer

Voor de Rijksbijdrage aan Staatsbosbeheer is in 2026 € 33,3 mln. geraamd. Dit wordt ingezet voor personeelskosten, huisvestingskosten en andere organisatiekosten van Staatsbosbeheer die niet kunnen worden verhaald op andere opdrachtgevers. Deze Rijksbijdrage is bedoeld als bijdrage aan organisatiekosten en aan het beheer van rijksmonumenten en voor specifieke opdrachten van het Rijk, zoals de organisatie van de Boomfeestdag. Voor het reguliere terreinbeheer ontvangt Staatsbosbeheer, net als andere natuurbeheerders, een subsidie van de provincies uit de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL).

Bijdragen aan mede-overheden

Caribisch Nederland

Voor Caribisch Nederland is een budget voor 2026 van € 0,9 mln. geraamd. Dit budget wordt ingezet voor een aantal rijkstaken van het Ministerie van LVVN. Het betreft onder andere financiële bijdragen aan internationale verdragen, beleidsontwikkeling en monitoring en het beheren van het Sababank nationaal park.

Specifieke uitkering

Voor de aanpak van de stikstofproblematiek wordt € 109,8 mln. geraamd voor de uitfinanciering van de specifieke uitkering Programma Natuur 2e fase. Hiermee wordt ingezet op het versterken van de natuur (Kamerstuk 35 334, nr. 82). LVVN heeft via het Programma Natuur meerjarige afspraken met provincies gemaakt. Het gaat daarbij om gebiedsgerichte maatregelen die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken en om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats van soorten niet verslechtert. De focus ligt hierbij op systeemherstel van overbelaste stikstofgevoelige natuur.

Bijdragen aan (internationale) organisaties

Internationale samenwerking

In 2026 is er € 1,8 mln. geraamd voor internationale contributieverplichtingen en bijdragen op het terrein van natuur en biodiversiteit. Nederland is partij bij een aantal internationale verdragen die als doel hebben dat de mondiale biodiversiteit en de relatie die dit met de Nederlandse biodiversiteit heeft, behouden blijft. Ondertekening en toetreding bij een verdrag leidt tot contributieverplichting. Er wordt onder andere contributie betaald aan de CBD, CMS, de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES) en de International Union for Conservation of Nature (IUCN). 

22.2 Visserij

Subsidies

Duurzame visserij

Het subsidiebudget voor «Duurzame visserij» in 2026 bedraagt € 30,7 mln. Hiervan is € 28,7 mln. bestemd voor een vrijwillige saneringsregeling voor de garnalenvisserij. De saneringsregeling is een reactie op overbevissing en het vangen van garnalen voordat ze volgroeid zijn, wat de duurzaamheid van de visserijsector aantast. De regeling is bedoeld om een evenwicht te vinden tussen economisch haalbare visserij en bescherming van het mariene ecosysteem. Daarnaast is € 2,0 mln. Geraamd voor de energie-efficiëntieregeling schelpdiersector.

Europese fondsen visserij

Voor het subsidiebudget voor «Europese fondsen visserij» in 2026 is € 6,4 mln. geraamd. Dit betreft middelen voor de nationale cofinanciering van het European Maritime Fisheries and Aquaculture Fund (EMFAF). Het EMFAF-programma is verbonden met de bredere beleidsagenda voor visserij, aquacultuur en maritieme zaken. De grote uitdagingen zijn het bieden van toekomstperspectief voor de sector, de klimaatopgave en het beschermen van kwetsbare biodiversiteit op zee en andere wateren. De EMFAF-middelen dragen bij aan deze uitdagingen met een breed spectrum van activiteiten en maatregelen, waaronder het geven van steun aan innovaties, investeringen en onderzoek.

Opdrachten

Duurzame visserij

Voor het opdrachtenbudget voor «Duurzame visserij» is in 2026 € 34,0 mln. geraamd. Een groot deel hiervan, € 15,7 mln., wordt ingezet voor het verduurzamen en aanpassen van de visserijsector op de Noordzee. Hiervoor is voor de periode 2023-2030 € 199,0 mln. uit het Klimaatfonds in het kader van Wind op Zee beschikbaar gesteld (Kamerstuk 29 675 nr. 210). In 2026 vindt onderzoek en doorontwikkeling van verdere verduurzamingsopties, innovatie en digitalisering binnen de visserijsector plaats, evenals de ontwikkeling van medegebruik door (alternatieve vormen van) visserij en voedselproductie in windparken.

In 2026 is voor Duurzame Blauwe Economie (DBE) Medegebruik € 8,5 mln. begroot. Dit wordt ingezet voor pilots om medegebruik van de ruimte binnen windparken te realiseren en om de ecologische effecten van medegebruik te monitoren en voor onderzoek naar de beschikbare ruimte voor aquacultuur op zee. Ook de Community of Practice Noordzee wordt uit dit budget betaald.

Ook is er € 2,4 mln. geraamd voor een extra impuls volgend uit het Regeerprogramma voor innovatie, verduurzaming, de toekomstvisie garnalenvisserij, visakkers en het versterken van internationale inzet.

Daarnaast is er € 2,8 mln. gereserveerd voor uitgaven in het kader van het Noordzeeakkoord. Het volledige bedrag is gereserveerd voor innovatieve projecten in de visserij- en schelpdiersector en de uitvoering daarvan. Het Visserij Innovatie Netwerk (VIN) wordt ook bekostigd uit dit budget.

In 2026 zal de verdere implementatie van de controleverordening plaatsvinden. Daarvoor is € 1,3 mln. geraamd welke onder andere bestemd zijn voor capaciteitsuitbreiding bij RVO in verband met de uitbreiding van de controletaken. Daarnaast zal in 2026 de verdere uitrol van de bestuurlijke boete plaatsvinden. Er is € 1,1 mln. geraamd welke onder andere bestemd is voor de uitvoering door de NVWA en de behandeling van bezwaar en beroep bij zowel de NVWA, als de Raad van de Rechtspraak. In verband met het ingroeimodel dat wordt gehanteerd gaan de uitgaven tot en met 2029 geleidelijk omhoog, daarna zullen deze stabiel blijven.

Ook is in 2026 € 1,5 mln. begroot voor de uitvoering van de nadeelcompensatieregeling en de handhaving van de in te stellen visserijvrije zones bij vismigratiepunten. Om vismigratie te stimuleren is afgelopen jaren veel geïnvesteerd in vismigratievoorzieningen bij stuwen, sluizen en gemalen. Om vismigratie te beschermen zal op deze locaties een visserijvrije zone worden ingesteld.

Het resterende opdrachtbudget van € 0,6 mln. is bedoeld voor meerdere kleine onderzoeken en projecten ten behoeve van de visserijsector.

Bijdragen aan agentschappen

Rijkswaterstaat

In 2026 is er € 14,1 mln. geraamd voor de bijdrage aan de Rijksrederij, onderdeel van Rijkswaterstaat. Deze middelen zijn bestemd voor het uitvoeren van taken op het gebied van visserijonderzoek en het beheer en de inspectie voor natuur en visserij, welke voor een groot deel wettelijk verplicht zijn om uit te voeren.

22.3 Landelijk gebied

Subsidies

Toekomst landelijk gebied

Voor het subsidiebudget «Toekomst landelijk gebied» is € 12,2 mln. in 2026 geraamd. Hiervan is € 9,1 mln. gereserveerd voor maatwerk. Deze middelen zijn bestemd voor de ondersteuning van agrarische ondernemers die binnen de generieke regelingen onvoldoende perspectief of mogelijkheden vinden, maar waarbij zwaarwegende redenen bestaan om alternatieve oplossingen te overwegen. Sinds 2024 wordt onderzocht of in een aantal unieke/uitzonderijke casussen maatwerkoplossingen kunnen worden geboden om ook deze ondernemers te ondersteunen bij het reduceren van hun stikstofuitstoot.

Voor de Ecologische Autoriteit wordt € 3,1 mln. geraamd. De taak van de Ecologische Autoriteit is om te toetsen of, met het oog op de huidige en beoogde kwaliteit van de beschermde natuur, de essentiële ecologische informatie betrokken is bij de onderbouwing van te nemen besluiten door bevoegde gezagen over natuurdoelanalyses, gebiedsplannen en gebiedsprogramma’s én te adviseren over relevante wetenschappelijke inzichten voor besluitvorming ten aanzien van brede ecologische vraagstukken.

Opdrachten

Toekomst Landelijk gebied

Voor het opdrachtenbudget «Toekomst landelijk gebied» is € 48,2 mln. geraamd in 2026. Voor Aerius is in totaal € 11,6 mln. beschikbaar, waarvan € 8,4 mln. bestemd is voor structurele kosten zoals beheer, doorontwikkeling, advies en actualisatie. Ook is er € 3,2 mln. van dit budget gereserveerd voor de ontwikkeling van een alternatief voor Aerius, zoals is opgenomen in het hoofdlijnenakkoord.

Voor de uitvoering van een pilot ondernemingsplan is € 10,1 mln. geraamd. De pilot behelst een manier van werken waarbij overheden aangeven wat de opgave voor de natuur is, en ondernemers komen met een plan hoe ze hun bedrijfsvoering zo willen aanpassen dat toekomstperspectief ontstaat voor zowel ondernemer als de natuur. De pilots vinden plaats in de Peel en de Gelderse Vallei.

Voor de inzet van zaakbegeleiders is in 2026 een bedrag van € 9,1 mln. beschikbaar. Zaakbegeleiders worden gericht ingezet bij een ondernemersgerichte aanpak waarbij de uitvoering is vormgegeven inclusief persoonlijke begeleiding en specifieke kennis. Zaakbegeleiders worden ingezet bij de uitvoering aanpak piekbelasting die is gericht op het verminderen van de stikstofuitstoot van circa 3000 agrarische ondernemers die vallen onder de aanpak, bij de legalisatie van de PAS melders en bij de provinciale «Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging» (MGB), een uitkering voor provincies voor het beëindigen van veehouderijlocaties.

In 2026 is een bedrag van € 4,6 mln. beschikbaar voor een opdracht aan zes Rijksuitvoeringsorganisaties (RUO’s), te weten: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Kadaster, Rijksvastgoedbedrijf (RVB), Rijkswaterstaat (RWS), Staatsbosbeheer en Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), gericht op het leveren van kennis, data en expertise en het instrumenteren van inzet in gebieden. Er is een bedrag van € 5,3 mln. beschikbaar voor diverse opdrachten ter ondersteuning van de gebiedsspecifieke en ondernemersgerichte aanpak.

Verder is er € 2,1 mln. beschikbaar voor de inzet van de RVO, die ondersteuning, advies en uitvoering biedt voor wettelijke regelingen. Voor de ontwikkeling en uitvoering van data en monitoring is € 2,1 mln. gealloceerd. € 2,0 mln. wordt beschikbaar gesteld voor het verstrekken van onderzoeksopdrachten. Verder wordt er € 1,3 mln. ingezet voor het Informatiepunt Stikstof, dat burgers, ondernemers en overheidsinstanties ondersteunt bij vragen over stikstof en de toepassing van nieuw beleid bij toestemmingsverlening.

Bijdrage aan mede-overheden

Specifieke uitkeringen

Er is € 508,9 mln. geraamd voor specifieke uitkeringen in 2026 op dit begrotingsonderdeel

  • In april 2024 hebben de provincies maatregelpakketten ingediend die bijdragen aan het behalen van de (inter)nationale natuur-, water- en klimaatverplichtingen. De maatregelpakketten zijn door het Rijk integraal beoordeeld, waarna het kabinet middelen aan de provincies beschikbaar heeft gesteld voor de uitvoering van deze provinciale koplopermaatregelpakketten (Kamerbrief 35 334, nummer 192). Voor de maatregelpakketten van de provincies is in 2026 een bedrag van € 295,4 mln. beschikbaar. De maatregelpakketten bevatten maatregelen waarmee snel gestart kan worden, die no regret zijn en die aantoonbaar doelbereik hebben.

  • Voor de regionale maatwerkaanpak in De Veluwe & De Peel wordt € 111,0 mln. beschikbaar gemaakt. In 2026 wordt gestart met een extra investering voor maatregelen ten behoeve van natuurherstel en emissiereductie in de arealen die grenzen aan N2000 gebieden van de Veluwe en de Peel.

  • Voor de uitfinanciering van het Agroprogramma Groningen is in 2026 € 62,4 mln. gereserveerd. Deze specifieke uitkering betreft een aantal maatregelen van de provincie Groningen met als doel het bieden van toekomstperspectief aan agrariërs in het aardbevingsgebied die nadelige effecten van gaswinning uit het Groningenveld hebben ervaren. Het programma heeft een aantal subdoelen, namelijk: de begeleiding van agrariërs bij hun schadeherstel- en versterkingstraject en zaken gerelateerd daaraan, bijdragen aan een toekomstbestendige landbouwsector, voorzien in een financiële faciliteit voor agrarische ondernemingen voor investeringen.

  • Er is € 40,0 mln. beschikbaar in het kader van de tweede tranche Regeling provinciale maatregelen PAS-melders. Deze regeling is bedoeld voor maatwerkoplossingen voor PAS-melders. Dit is een regeling voor een specifieke uitkering waarmee provincies, die individuele situaties van de PAS-melders in beeld hebben, oplossingen voor individuele PAS-melders kunnen bieden.

Ontvangsten

Natuur en Biodiversiteit

Landinrichtingsrente

De geraamde ontvangsten van € 18,2 mln. voor Landinrichtingsrente in 2026 zijn gebaseerd op geprognosticeerde inkomsten per landinrichtingsproject. Tot aan de start van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) in 2007 werd wettelijke landinrichting uitgevoerd op basis van de Landinrichtingswet. Op grond van deze wet schiet het Rijk de kosten van een landinrichting voor en worden de kosten daarna door de gezamenlijke eigenaren terugbetaald. Dit gebeurt door middel van de zogenaamde landinrichtingsrente waarbij wordt voorzien dat het Rijk in een aflopende reeks nog circa 20 jaar landinrichtingsrente zal ontvangen.

Overige ontvangsten natuur

De geraamde ontvangsten van € 2,1 mln. betreffen onder andere de inkomsten als gevolg van het afsluiten van diverse projecten die via het Groenfonds zijn uitgevoerd, leges voor vergunningaanvragen op basis van de Wet natuurbescherming en terugontvangsten bij diverse subsidiebijdragen.

Visserij

Internationale ontvangsten

Het grootste deel van de ontvangsten in verband met visserij betreft de geraamde ontvangsten à € 7,3 mln. in het kader van de Europese visserijfondsen. Op de LVVN-begroting worden diverse uitgaven gedaan die vervolgens worden gedeclareerd in Europa en waarvan het Europese deel als ontvangst binnenkomt.

Overige ontvangsten visserij

De geraamde ontvangsten voor «Overige ontvangsten visserij» bedragen € 1,5 mln. Dit betreft voornamelijk de de huurinkomsten van mosselpercelen.

Onttrekking begrotingsreserve visserij

De raming voor ontvangsten uit het onttrekken begrotingsreserve bedraagt € 1,0 mln. in 2026. Dit bedrag wordt onttrokken uit de begrotingsreserve visserij voor uitgaven op het visserijdomein.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve Visserij

Tabel 15 Overzicht geraamd verloop begrotingsreserve visserij (bedragen x € 1 mln)

Overzicht geraamd verloop begrotingsreserve visserij (bedragen x € 1 mln)

      

Stand per 1/1/2025

Verwachte toevoegingen 2025

Verwachte onttrekkingen 2025

Verwachte stand per 1/1/2026

Verwachte toevoegingen 2026

Verwachte onttrekkingen 2026

Verwachte stand per 31/12/2026

31,7

3,5

8,5

26,7

3,5

3,5

26,7

De begrotingsreserve Visserij is bestemd voor uitgaven op de regelingen van het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EMFAF 2021-2027). Hiermee wordt zeker gesteld dat de nationale cofinanciering, die is vastgesteld in het Operationeel Programma, beschikbaar blijft bij vertragingen in de uitgaven.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  • Vrijstelling bos- en natuurterreinen box 3

  • Overdrachtsbelasting Vrijstelling inrichting landelijk gebied

  • Overdrachtsbelasting Vrijstelling Bureau Beheer Landbouwgronden, is vervallen per 1 januari 2019.

  • Overdrachtsbelasting Vrijstelling natuurgrond

Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, verwijzing naar de wettekst, verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en de ramingsgrond wordt verwezen naar het hoofdstuk ‘Toelichting op de fiscale regelingen’ in de bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota.

Tabel 16 Fiscale regelingen 2024-2026, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljoen)1
 

2024

2025

2026

Fiscale faciliteiten Natuurschoonwet

37

36

38

Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer

11

11

11

Bosbouwvrijstelling

109

118

126

Licence