Base description which applies to whole site

Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van beheer en onderhoud verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Daarmee wordt een duurzaam watersysteem op orde gehouden, zodat aan de wettelijke normen kan worden voldaan.

Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikelen 11 Waterkwantiteit en 12 Waterkwaliteit van het jaarverslag van Hoofdstuk XII. De doelstelling van dit artikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, zodat Nederland droge voeten heeft.

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1.000)

3 Beheer, onderhoud en vervanging

 

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2012

2013

2013

2013

 

Verplichtingen

 

189.429

155.124

34.305

1

Uitgaven

 

190.180

156.150

34.030

 

3.01 Watermanagement

 

12.484

11.794

690

 

3.01.01 Watermanagement

 

12.484

11.794

690

 
           

3.02 Beheer en Onderhoud

 

177.696

144.356

33.340

 

3.02.01 Waterveiligheid

 

148.829

110.300

38.529

2

3.02.02 Zoetwatervoorziening

 

23.776

23.056

720

 

3.02.03 Vervanging

 

5.091

11.000

– 5.909

3

3.09 Ontvangsten

 

0

0

0

 

3.09.01 Ontvangsten

 

0

0

0

 

Toelichting

Ad 1) Ten laste van de operationele doelstelling 03.02 Beheer en Onderhoud wordt de agentschapbijdrage aan Rijkswaterstaat voor het beheer en onderhoud verantwoord. Deze begrotingsbelasting heeft qua verplichtingen en kasuitgaven een één-op-één relatie. In de Najaarsnota 2013 is daarom het beschikbare verplichtingenbedrag gelijk getrokken met het beschikbare kasbedrag.

Ad 2) In bijlage 4.2 van de begroting van het Infrastructuurfonds over 2012 is aangegeven hoe de door RWS vastgestelde niet gedekte beheer- en onderhoudsproblematiek van € 4,8 miljard (voor de drie onderscheiden infrastructurele hoofdnetwerken) tot en met 2020 wordt aangepakt. Eén van de getroffen maatregelen was het reserveren van middelen in de periode na 2020. In de Voorjaarsnota 2013 zijn middelen ten behoeve van Beheer en Onderhoud en Vervanging, via een kasschuif met het budget voor de Planuitwerking, naar de juiste jaren gebracht.

Ad 3) De lagere realisatie in 2013 bij vervanging wordt verklaard door de latere aanbesteding van fase 3 van Inhaalslag Stroomlijn. De ervaringen van fase 1 en 2 (die begin 2013 zijn afgerond) hebben veel nieuwe inzichten gegeven met betrekking tot de uitvoeringsmethodiek en de omgevingsaanpak. Om deze te kunnen verwerken in de uitvoering van fase 3 is de aanbesteding eind 2013 gestart, in plaats van medio 2013.

3.01 Watermanagement

Motivering

Met Watermanagement streeft IenM naar:

  • Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening.

  • Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoogwater als laagwater.

  • Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.

Producten

Binnen het watermanagement worden de volgende activiteiten uitgevoerd:

  • Monitoring en informatievoorziening

  • Crisisbeheersing en -preventie

  • Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving

  • Bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere in waterakkoorden)

  • Regulering waterverdeling (operationele modellen en bediening stuwen, spuien)

De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de rijkswateren zijn:

  • Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden.

  • Het kunnen beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties.

Daarnaast wordt zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.

Meetbare gegevens

Omvang areaal
 

Areaaleenheid

Omvang 1/1/2013

Omvang 31/12/2013

Watermanagement

km2 water

90.192

90.206

Bron: Rijkswaterstaat

Toelichting

Het water areaal is veranderd omdat in 2013 het Markkanaal aan het Waterschap Brabantse Delta is overgedragen en de vaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer bij RWS is gekomen. Daarnaast zijn in de Ruimte voor de Rivier projecten meer waterbergingen gerealiseerd, zoals bij Avelingen.

Indicatoren Watermanagement

Streefwaarde 2013

Realisatie 2013

 

RWS participeert minimaal tien keer per jaar in een multidisciplinaire oefening, evalueert opgetreden grote calamiteiten en oefeningen en voert afgesproken verbeteracties uit op het gebied van waterkwaliteit, -overlast en -tekort.

80%

100%

1

RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen.

95%

93%

2

Beschikbaarheid streefpeilen voor Noordzeekanaal/Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en Haringvliet.

90%

95%

3

Bron: Rijkswaterstaat

Toelichting

Ad 1) Rijkswaterstaat heeft in 2013 de beoogde multidisciplinaire oefeningen uitgevoerd en geëvalueerd. Er wordt door elke organisatieonderdeel één multidisciplinaire oefening uitgevoerd en geëvalueerd. Met de streefwaarde wordt er rekening mee gehouden dat twee van de tien organisatieonderdelen (vanwege de afstemming met organisaties buiten IenM) er niet in slagen de evaluatie voor het einde van het jaar te hebben voltooid. In 2013 is dat voor alle tien wel gelukt. De evaluaties worden in de directieteams besproken en leveren verbeterpunten op die voor het volgende jaar worden geagendeerd.

Ad 2) Rijkswaterstaat heeft in de laatste vier maanden twee van zestien afgegeven berichten niet op tijd geleverd. Het betreft berichten over waterstandvoorspelling die, in plaats van binnen 11,5 uur, na 11 uur en 47 minuten werden afgegeven vanwege een extra modelrun om de kwaliteit van het bericht te vergroten. Er is bewust gekozen voor een iets latere maar betere voorspelling in verband met de grote consequenties van de uitkomst (wel/niet sluiten stormvloedkeringen bij de storm van 5 december 2013).

Ad 3) De streefpeilen waren steeds binnen de afgesproken bandbreedte.

3.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening wordt vervuld.

Uit de gerealiseerde waarden van de verschillende prestatie indicatoren blijkt dat in 2013 de conditie van het hoofdwatersysteem van voldoende kwaliteit was om de primaire functie te vervullen

Producten

Het beheer en onderhoud omvat waterveiligheid (bescherming tegen overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening.

3.02.01 Waterveiligheid

Waterveiligheid bevat:

  • 1. Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2001)

  • 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet)

  • 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden

Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen het beheer en onderhoud van de kustlijn van primaire waterkeringen en stormvloedkeringen en onderhoud van de uiterwaarden. Het Rijk (Rijkswaterstaat) heeft wettelijk de zorg voor een deel van de primaire waterkeringen en voor de stormvloedkeringen en voor de handhaving van de basiskustlijn (nota Kustlijnzorg 1990 en Nationaal Waterplan). Door handhaving van de basiskustlijn wordt afslag van strand en duinen tegengegaan (veiligheid). Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Het weergegeven areaal betreft alleen het deel dat in beheer is bij Rijkswaterstaat.

ad 1. Kustlijnhandhaving

Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks moet worden gecompenseerd. Vanaf 2001 wordt er ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water (kustfundament) te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging tenietgedaan. Daarnaast zijn er lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden, om structurele kusterosie te bestrijden.

ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen

  • Rijkswaterkeringen

    Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt 249 kilometer primaire waterkeringen en 545 kilometer niet-primaire (regionale) waterkeringen (dijken, dammen en duinen). Er wordt regulier onderhoud gepleegd, zoals bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast vinden er periodiek inspecties plaats en worden zo nodig tekortkomingen verholpen.

    Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het gaat bij de rijkskeringen met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landelijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Keringen die bij deze inspectie niet aan de normen bleken te voldoen worden weer op orde gebracht in het kader van het nHWBP.

    De normen voor de regionale keringen die Rijkswaterstaat in beheer heeft worden door de provincies vastgesteld. Deze keringen bieden bescherming tegen het binnenwater. Er zijn over 2013 geen bijzonderheden te melden.

  • Stormvloedkeringen

    Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, dat bij hoogwater gesloten kan worden. Ook deze keringen hebben het karakter van een primaire waterkering. Het Rijk heeft vier stormvloedkeringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering en de Hollandsche IJsselkering (Algerakering). Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven en de overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden er periodiek inspecties uitgevoerd.

ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden

Onder het beheer en onderhoud zijn ook de maatregelen opgenomen, die gericht zijn op het op orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren. Dit betreft een reguliere beheer en onderhoud taak die losstaat van de Inhaalslag Stroomlijn die verantwoord wordt onder onderdeel 3.02.03 Vervanging. In 2013 voldeed 98% van het areaal aan de normen voor een voldoende gladde stroomgeul (streefwaarde 95%).

3.02.02 Zoetwatervoorziening

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling conform de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. Dit betreft ondermeer het beheer en onderhoud van:

  • Rijkswateren voor Maatgevend Hoogwater (MHW)

  • Stuwende en spuiende kunstwerken

  • Natuurvriendelijke oevers, implementatie Kaderrichtlijn Water (KRW), implementatie Waterwet en Natura 2000

Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en de implementatie van de KRW, alsmede de maatregelen in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Voor de KRW zijn stroomgebiedbeheersplannen in uitvoering, die aangeven welke maatregelen op het terrein van beheer en onderhoud genomen worden om aan de KRW te voldoen.

Meetbare gegevens

Omvang areaal Waterveiligheid
 

Eenheid

Begrote omvang

Gerealiseerde omvang

Begroting 2013

(x € mln)

Realisatie 2013

(x € mln)

Kustlijn

km

292

292

44,3

70,4

Stormvloedkeringen

aantal

4

4

34,6

45,6

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden

     

31,4

33,0

– Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

249

249

   

– Niet primaire waterkeringen/duinen

km

545

545

   

– Uiterwaarden in beheer Rijk

ha

5.532

3.867

   

Totaal

     

110,3

149

Bron: Rijkswaterstaat

Toelichting

In bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 is aangegeven hoe de door RWS vastgestelde niet gedekte beheer- en onderhoudsproblematiek van € 4,8 miljard (voor de drie onderscheiden infrastructurele hoofdnetwerken) tot en met 2020 wordt aangepakt. Eén van de getroffen maatregelen was het reserveren van middelen in de periode na 2020. In de Voorjaarsnota 2013 zijn middelen ten behoeve van Waterveiligheid, via een kasschuif met het budget voor de Planuitwerking, naar de juiste jaren gebracht. Dit verklaart tevens het verschil tussen het gerealiseerde begrotingsbedrag en het geraamde begrotingsbedrag.

Met betrekking tot de niet-primaire (regionale) keringen vindt in 2014 een bestuurlijke consultatie plaats over een in 2012 en 2013 gehouden inventarisatie. Bij de door de minister vervolgens vast te stellen verdeling kunnen de nu hierboven genoemde lengtes nog gaan wijzigen.

Het aantal hectare uiterwaarden is gewijzigd als gevolg van onder andere Ruimte voor de Rivier projecten waarbij uiterwaarden plaats maken voor extra waterberging. Van het totaal aantal oppervlakte uiterwaarden is circa 10% in beheer bij Rijkswaterstaat.

Indicatoren Beheer en Onderhoud Waterveiligheid
 

Streefwaarde 2013

Realisatie 2013

De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven (minstens 90% van de meetlocatie ligt zeewaarts van de afgesproken kustlijn).

90%

93%

De 4 stormvloedkeringen zijn steeds beschikbaar om hoogwater te keren en voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Waterwet. Indicator is het percentage van de stormvloedkeringen dat voldoet aan de afgesproken faalkanseis.

100%

100%

Bron: Rijkswaterstaat

Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien waarin de Basiskustlijn (BKL) is overschreden.

Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien waarin de Basiskustlijn (BKL) is overschreden.

Bron: Rijkswaterstaat

Toelichting

Het aantal raaien waarin de BKL overschreden wordt, mag maximaal 15 procent zijn. Het streven is om het aantal BKL-overschrijdingen rond de 10 procent te houden. Jaarlijks voert Rijkswaterstaat kustlijnmetingen uit langs 1465 denkbeeldige lijnen loodrecht op de kust op min of meer even grote afstand van elkaar. Deze lijnen worden raaien genoemd. In 2013 was de overschrijding van de basiskustlijn ruimschoots onder de afgesproken norm.

Suppleren voor kustlijnzorg

Om de BKL en het kustfundament te kunnen handhaven wordt jaarlijks gemiddeld 12 miljoen m3 zand gesuppleerd. Om een zo gunstig mogelijke prijs voor de suppleties te bedingen, is een nieuwe marktstrategie met contracten voor een periode van 4 jaar gekozen met meer ruimte voor de aannemer om de suppleties in de tijd te spreiden. In 2013 is 10,6 miljoen m3 zand gesuppleerd. Vanwege de gekozen marktstrategie kent het meerjaren suppletieprogramma 2012–2015 een uitvoeringsperiode van 2011–2016. De prognose is dat de afgesproken suppleties met een omvang van 48 miljoen m3 zand in de periode 2012–2015 (met uitloop naar 2016 vanwege een tweejarige uitvoeringstermijn) zullen worden uitgevoerd.

Realisatie en prognose kustsuppleties
 

realisatie in mln m3

prognose in mln m3

 

2012

2013

2012–2015

Handhaven basiskustlijn en kustfundament

8,1

10,6

48,0

Bron: Rijkswaterstaat

Toelichting

Het suppletievolume over de periode 2012–2015 zal circa 48 miljoen m3 bedragen. Uitloop van suppleties in 2016 is vanwege de gekozen contractvorm toegestaan.

Areaal Zoetwatervoorziening
 

Eenheid

Begrote omvang

Gerealiseerde omvang

Begroting 2013

(x € mln)

Realisatie 2013

(x € mln)

Binnenwateren

km2

3.056

2.989

   

Kunstwerken (spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen)

stuks

122

119

   

Totaal

23,1

23,8

Bron: Rijkswaterstaat

Toelichting

Het areaal binnenwateren omvat alle door Rijkswaterstaat beheerde wateren (ondermeer rivieren, kanalen en IJsselmeer) maar is exclusief Noordzee, water in Caribisch Nederland, Waddenzee en Westerschelde. De spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen zijn middelen om het streefpeil en de waterverdeling in Nederland te kunnen realiseren. De beschikbaarheid van streefpeilen is een indicator bij watermanagement, het onderhoud aan de spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen draagt hier aan bij.

In 2012 en 2013 zijn de Hollandsche IJssel (aan het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) en het Markkanaal (aan het Waterschap Brabantse Delta) door Rijkswaterstaat overgedragen. Het beheer van de vaarweg Lemmer-Delfzijl is per 1 januari 2013 overgenomen van de provincies Friesland en Groningen. Hierdoor is het areaal ook iets afgenomen.

Het aantal gemalen is afgenomen ten opzichte van de begroting door de overdracht van de Hollandsche IJssel, waarbij ook een gemaal (bij de Waaiersluis) is overgedragen. Tevens zijn er bij deze overdracht twee spuien overgedragen.

3.02.03 Vervanging

Motivering

Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.

Producten

Onder de categorie Vervanging vallen uitgaven ten behoeve van werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij het ontwerp is voorzien, zal er geïnvesteerd moeten worden in de vervanging dan wel renovatie hiervan.

Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de stuwen Nederrijn en Lek en Inhaalslag Stroomlijn en vegetatiebeheer uiterwaarden.

Het programma Stroomlijn bestaat uit drie fasen. Eind 2013 is gestart met de aanbesteding van fase 3, die in maart 2014 gegund zal worden. De initiële planning was de aanbesteding medio 2013 te starten. De ervaringen van fase 1 en 2 hebben veel nieuwe inzichten gegeven met betrekking tot de uitvoeringsmethodiek en de omgevingsaanpak. Om deze ervaring te kunnen borgen in de aanbesteding en uitvoering fase 3, is de aanbesteding eind 2013 gestart.

Licence