Base description which applies to whole site

Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Uitvoering geven aan Rijksvastgoedbeleid door:

  • het verzorgen van de Rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor Rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid;

  • het realiseren van een optimaal financieel resultaat en maatschappelijk rendement bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van Rijksdoelstellingen, gerelateerd aan de strategische opgaven van het kabinet.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is, als opdrachtgever en uitvoerder, verantwoordelijk voor:

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ;

  • de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;

  • het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;

  • de doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.

Daarnaast is de Minister van BZK als uitvoerder op het terrein van Rijksvastgoed verantwoordelijk voor:

  • het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere ministers is gelegd;

  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) Rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk;

  • ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een Minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende Minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.

De Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) en de Koning hebben gezamenlijk de beschikking over circa 250.000 m2 bruto vloeroppervlak, waarop onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd. Het Koninklijk gezin heeft in 2019 zijn intrek genomen in het paleis Huis ten Bosch. Verder is besloten om de verhuizing van de gebruikers van het Binnenhof met één jaar tot de zomer van 2021 uit te stellen (Kamerstukken II 2019/20, 34293, nr. 85). In 2019 is verder gegaan met de werkzaamheden voor het gereed maken van de tijdelijke huisvesting voor de gebruikers.

In het kader van bijdragen aan (een doelmatige werking van de) rijkshuisvesting heeft het RVB diverse activiteiten gerealiseerd:

  • Het Programma Groene Technologieën test innovatieve technologieën om langs deze weg bij te dragen aan sneller en goedkoper beschikbaar komen van innovaties die ook als vliegwiel kunnen fungeren om de duurzaamheidsdoelen van de Rijksoverheid te behalen. Het gaat hierbij om innovatieve duurzame technologieën en circulaire bouwwijzen/producten die bijdragen aan energiebesparing, CO2-vermindering en circulaire bouw. Zo is in 2019 het energielab Valkenburg ingericht, waar voornamelijk innovaties rond energieopwekking en energieopslag vanaf 2020 getest zullen worden. Inzake circulariteit zijn er voor een rijkskantoor in Utrecht loketten gebouwd met behulp van bio-grondstoffen en is een studie gefinancierd voor het opstellen van een gebouwpaspoort.

  • Op de Bouwcampus heeft het RVB bijgedragen aan de opgave 'Verduurzaming Gebouwen en Omgeving'. Dit is één van de drie maatschappelijke opgaven waarop De Bouwcampus zich sinds 2019 richt. Samen met opdrachtnemers, kennisinstellingen, vrijdenkers en andere opdrachtgevers wordt gezocht naar integrale en repeteerbare oplossingen voor vraagstukken die samenhangen met de vertaalslag van de routekaarten, die de basis vormen hoe gebouwen en gronden te gaan verduurzamen. Het RVB neemt de uitkomsten mee in concrete marktuitvragen.

  • Het Atelier Rijksbouwmeester (ARbm) en het College van Rijksadviseurs (CRa) hebben in 2019 hun activiteiten en samenwerking verder geïntensiveerd op het programma Panorama Nederland. Met dit Panorama heeft het CRa gewerkt aan een samenhangend perspectief voor de ruimtelijke inrichting van Nederland, dat laat zien hoe de grote maatschappelijke vraagstukken van nu de sleutel kunnen zijn voor structurele verbeteringen in de toekomst. Panorama Nederland bestaat uit een fysiek panorama en een publicatie waarin de keuzes en principes om daar te komen worden toegelicht. Het Panorama NL On Tour heeft op 53 locaties in Nederland als inspiratiebron gediend. Tot slot is op de Toogdag 2019 ‘Van gedeelde ruimte naar gedeelde principes’ gereflecteerd en vooruitgekeken naar wat het RVB kan betekenen voor de transities waar de maatschappij voor staat.

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

221.781

170.868

102.003

115.700

118.271

117.329

942

        

Uitgaven

220.862

167.431

105.319

117.433

118.271

117.329

942

        

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

118.385

67.357

44.673

48.954

50.295

52.758

‒ 2.463

Bijdragen aan agentschappen

118.385

67.357

44.673

48.954

50.295

52.758

‒ 2.463

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en AZ)1

36.507

52.224

31.760

38.544

0

41.395

‒ 41.395

waarvan:

       

begroting I, de Koning

0

15.129

11.686

13.130

0

15.713

‒ 15.713

begroting IIA, Tweede Kamer en Eerste Kamer

0

0

5.664

0

0

9.207

‒ 9.207

begroting IIB, Overige Hoge College's van Staat

0

0

8.453

0

0

10.177

‒ 10.177

begroting III,

0

0

5.434

0

0

2.884

‒ 2.884

overig

  

523

25.414

0

0

0

RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

0

0

0

0

13.823

0

13.823

RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

0

0

0

0

22.373

0

22.373

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

0

0

0

0

2.198

0

2198

RVB (Bijdrage voor monumenten)

73.224

7.161

5.344

3.811

4.809

4.791

18

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

8.654

7.972

7.569

6.599

7.093

6.572

521

        

9.2 Beheer materiële activa

102.477

100.074

60.646

68.479

67.976

64.571

3.405

Opdrachten

17.316

13.829

4.779

7.462

0

6.987

‒ 6.987

Onderhoud- en beheerkosten

17.316

13.829

4.779

7.462

0

6.987

‒ 6.987

Bekostiging

63.726

65.497

44.142

49.296

0

45.860

‒ 45.860

Zakelijke lasten

63.726

65.497

44.142

49.296

0

45.860

‒ 45.860

Bijdragen aan agentschappen

21.435

20.748

11.725

11.721

67.976

11.724

56.252

RVB

21.435

20.748

11.725

11.721

11.926

11.724

202

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

0

0

0

0

7.092

0

7.092

RVB (Zakelijke lasten)

0

0

0

0

48.958

0

48.958

        

Ontvangsten

161.904

390.783

134.313

224.364

127.681

99.782

27.899

1

Deze regeling is vanaf de eerste suppletoire begroting 2019 gesplitst in drie nieuwe regelingen: 1) RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis) 2) RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat) 3) RVB (bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ).

9.1 Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting

Bijdragen aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis, HoCoSta’s en AZ)

Deze regeling is vanaf de eerste suppletoire begroting 2019 gesplitst in drie nieuwe regelingen: RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis), RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat) en RVB (bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ).

RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

Specifieke toelichting huisvesting Koninklijk Huis

In mei 2015 heeft het kabinet naar aanleiding van de evaluatie van de begroting van de Koning besloten om de uitgaven die worden gedaan voor de Koning uitgebreider toe te lichten.

Hieronder volgt een nadere toelichting. Bij het jaarverslag van de Koning (I) is een extra-comptabele bijlage opgenomen waarin deze uitgaven ook worden gepresenteerd.

De bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan het RVB voor de huisvesting (Paleizen) van het Koninklijk Huis bedroeg in 2019 € 13,8 mln. Dit bedrag is lager dan begroot, omdat een aantal activiteiten later worden uitgevoerd dan gepland.

Genoemd bedrag voor de paleizen bestaat uit een aantal componenten. In 2019 heeft het RVB circa € 5 mln. in rekening gebracht voor rente en afschrijvingen voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB. Daarnaast zijn voor de in 2019 opgeleverde projecten € 1 mln. aan gebruiksvergoedingen in rekening gebracht, waaronder de renovatie van Huis ten Bosch.

Voor de vergoeding voor regulier dagelijks en planmatig onderhoud is circa € 4,1 mln. afgerekend en voor vergoeding voor kleinere investeringen, functionele verbeteringen en projecten op basis van wet- en regelgeving waaronder veilig werken op hoogte circa € 3,7 mln.

Paleis Huis ten Bosch

Eind 2018 heeft de oplevering plaatsgevonden en in 2019 heeft het Koninklijk gezin zijn intrek genomen in het paleis. Vanaf de zomer heeft het paleis zijn representatieve functie voor ontvangsten en officiële gelegenheden vervuld. De kosten van het project, vastgesteld door de stuurgroep van het project d.d. 5 november 2019, komen uit binnen de financiële randvoorwaarden (Kamerstukken II 2017/18, 34775 XVIII, nr. 6).

Paleis Noordeinde

In 2019 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd. Op het ogenblik vindt er een onderzoek plaats.

Koninklijk Paleis Amsterdam

Het multidisciplinair bouwhistorisch onderzoek naar de Burgerzaal is aangevuld met een vervolgonderzoek dat nog doorloopt in 2020.

RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

Het betreft hier de kosten voor huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Binnenhof. Vanaf 2019 worden de uitgaven voor het Ministerie van AZ en Hoge Colleges van Staat op de huidige wijze verantwoord. De uitgaven voor de Hoge Colleges van Staat zijn hoger dan begroot, omdat de verdeling van de budgetten niet geheel aansluit bij de toedeling van de uitgaven. Dit wordt in 2020 hersteld. Voor het Binnenhof betreft het de zogeheten niet-huisvestingskosten van de gebruikers, waarvoor middelen beschikbaar zijn (Kamerstukken II 2015/16, 34293, nr. 3). Ook is op verzoek van de opdrachtgever in 2019 capaciteit door het RVB ingezet voor activiteiten die gegeven hun aard bij het RVB apart gefinancierd worden, aangezien zij geen onderdeel vormen van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten.

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

Het betreft hier een bijdrage voor de huisvesting van het Ministerie van AZ. Vanaf 2019 worden de uitgaven voor het Ministerie van AZ en Hoge Colleges van Staat op de huidige wijze verantwoord. De uitgaven voor AZ zijn lager dan begroot, omdat de verdeling van de budgetten niet geheel aansluit bij de toedeling van de uitgaven. Dit wordt in 2020 hersteld.

RVB (Bijdrage voor monumenten)

De bijdrage is voor de kosten die het RVB maakt voor het onderhoud monumenten met een erfgoedfunctie, maar zonder huisvestingsfunctie. In 2019 heeft er onder meer onderhoud aan het park van Huis Doorn plaatsgevonden. De bijdrage wordt als voorschot versterkt en in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

De bijdrage aan het RVB betreft met name de bekostiging van het Atelier Rijksbouwmeester, het programma Groene Technologieën en de coördinatie van het rijksopdrachtgeverschap in de bouw. De bijdrage wordt als voorschot versterkt en in het jaar t+1 afgerekend.

9.2. Beheer materiële activa

Opdrachten

Onderhoud- en beheerkosten

Deze uitgaven voor het beheer van materiële activa zijn in 2019 bij de Miljoenennota 2020 gerealloceerd naar het juiste instrument, omdat ze middels bevoorschotting aan het RVB worden gerealiseerd en hiermee verantwoord dienen te worden onder het instrument bijdragen aan agentschappen.

Bekostiging

Zakelijke lasten

Deze uitgaven voor het beheer van materiële activa zijn in 2019 bij de Miljoenennota 2020 gerealloceerd naar het juiste instrument, omdat ze middels bevoorschotting aan het RVB worden gerealiseerd en hiermee verantwoord dienen te worden onder het instrument bijdragen aan agentschappen.

Bijdragen aan agentschappen

RVB

Het betreft de bijdrage aan het RVB voor de uitvoering van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die de Staat toebehoren. Het gaat hierbij met name om de verwerking van (erf)pachtcontracten, de verwerking van de zakelijke lasten en het beheren van onroerende zaken. De bijdrage wordt als voorschot versterkt en in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

Het betreft de bijdrage voor onderhoud- en beheerkosten van onroerende zaken in het bezit van het RVB voor zover het niet de rijkshuisvesting betreft. Het gaat bijvoorbeeld om energiekosten, bewakingskosten, transitiekosten en het onderhoud van het Staatsdomein bij het Loo en het Staatsdomein in Brabant. De bijdrage is ook voor de onderhoudskosten van de pachtboerderijen die het RVB in beheer heeft. De bijdrage wordt als voorschot versterkt en in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (Zakelijke lasten)

Het gaat hier om de betaling van, door gemeenten en waterschappen opgelegde, belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat, zoals met name onroerendzaak-belasting (circa 80%) en waterschaps- en rioolheffingen (circa 20%), voor zover deze kosten niet zijn toegerekend aan de rijkshuisvesting (zie baten-lastenbegroting RVB).

De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 afgerekend. Daarnaast heeft, zoals bij tweede suppletoire begroting 2019 gemeld, de afrekening 2018 plaatsgevonden. Door deze afrekening vallen de uitgaven circa € 3 mln. hoger uit dan geraamd bij de vastgestelde begroting 2019.

Ontvangsten

Voor alle ontvangsten geldt dat deze via bevoorschotting/afrekening met het Ministerie van BZK worden verwerkt. Een verschil tussen begroting en realisatie wordt in jaar t+1 afgerekend. Zoals gemeld bij tweede suppletoire begroting 2019 komen de meerontvangsten voort uit hogere opbrengsten van de veiling van een aantal locaties van benzinestations langs Rijkswegen en de definitieve afrekening van de bevoorschotting aan het RVB uit de begroting van het Ministerie van BZK (VII).

Zakelijke lasten

Het betreft hier de terugbetalingen door de huurders van door het RVB betaalde gebruikerslasten en de terugontvangsten van betaalde zakelijke lasten op basis van bij gemeenten ingediende bezwaarschriften (totaal € 3,3 mln.).

Ingebruikgevingen

Het gaat hierbij om de ingebruikgeving van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat. Dit leidde in 2019 tot € 50,6 mln. inkomsten uit verpachting, huur en verhuur jachtgenot.

Vervreemding

Het betreft de vervreemding van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. Dit leidde in 2019 tot € 9,3 mln. inkomsten uit vervreemding van met name agrarische onroerende zaken en van overige onroerende zaken.

Generale ontvangsten

Verkoop bodemmaterialen

Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen, zoals zand (€ 21,5 mln.).

Veiling huurrechten benzinestations

Het betreft de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen (€ 33 mln.).

Afrekeningen voorschotten 2018

Dit betreft ontvangsten naar aanleiding van het afrekenen van uitbetaalde voorschotten in 2018 (€ 9,9 mln.). Het betreft voornamelijk generale ontvangsten.

Licence