Base description which applies to whole site

4.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

Met deze doelstelling doet het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden.

  • De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot kan de woonlasten/gebruikslasten voor eigenaren en huurders van gebouwen verminderen. Uitgangspunt daarbij is dat voor steeds meer huishoudens – kopers en huurders - de kosten voor verduurzaming via een lagere energierekening terugverdiend kunnen worden.

  • Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.

  • Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.

Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:

  • vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 3,4 Mton in 2030 in het kader van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 49% ten opzichte van 1990, zoals afgesproken in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III;

  • aardgasvrije gebouwde omgeving richting 2050. Conform het in het voorjaar 2019 gepubliceerde Klimaatakkoord uitvoering van grootschalige proeftuinen in minimaal 100 wijken gericht op opschaling en het opdoen van kennis en ervaring;

  • samen met maatschappelijke partners 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) realiseren in 2030 als tussendoel. Dit is in lijn met het programma ‘Nederland circulair in 2050’ met als einddoel een volledig circulaire economie in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). De bouw is hierbij als een van de vijf prioriteiten genoemd;

  • verbetering van de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties teneinde het aantal koolmonoxideongevallen te reduceren.

Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen.

Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen zijn gestart met het Interbestuurlijke Programma (IBP) van 2018 en een gezamenlijke agenda. Het belangrijkste doel van het IBP is een optimale samenwerking tussen de overheden, zodat er rond belangrijke maatschappelijke opgaven een meer gezamenlijke aanpak tot stand komt. De minister heeft hierbij een stimulerende en regisserende rol.

Stimuleren

Op basis van de Woningwet (artikel 120), de Wet milieubeheer (hoofdstuk 4) en de Kadasterwet is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister van BZK geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De Minister van BZK stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.

Regisseren

Op basis van de Woningwet (artikel 2) is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.

Totstandkoming en uitvoering Klimaatakkoord gebouwde omgeving

In 2020 zijn we op basis van het Klimaatakkoord, het Urgenda-vonnis en het Doorbouwplan gestart met het uitwerken van een breed pakket aan maatregelen voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Door alle partijen die betrokken zijn bij het Uitvoeringsoverleg Klimaatakkoord Gebouwde omgeving, is hard gewerkt aan de transitie. Zo is onder andere de schuif in de energiebelasting (verhoging tarief gas/verlaging tarief elektra) ingevoerd. In de verhuursector is met de Startmotor, eerste opschaling van de verduurzaming van de woningvoorraad, een begin gemaakt. De op 1 mei 2020 geopende Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen heeft als doel in de periode 2020-2023 100.000 bestaande huurwoningen op een warmtenet aan te sluiten. In 2020 zijn 100 aanvragen gedaan waarvan er 92 gesubsidieerd zijn; de verstrekte subsidie is € 57,6 mln. Daarnaast is de Renovatieversneller, die innovatieprojecten en kostenreducties bij (grootschalige) renovaties mogelijk maakt, open en zijn de eerste aanvragen binnen. Komend jaar kijken we hoe we de Renovatieversneller nog aantrekkelijker kunnen maken. Het Nationaal Warmtefonds is afgelopen jaar operationeel geworden, met laagrentende en lang lopende energiebespaarleningen en er zijn tijdelijk hogere subsidies voor woningisolatie voor particulieren beschikbaar gekomen. Begin 2020 is de eerste versie van het landelijk digitaal platform voor woningeigenaren live gegaan: www.verbeterjehuis.nl. De aanbestedingsprocedure is afgelopen jaar gestart voor de ontwikkeling van aanvullende modules, om ook volgende stappen in de klantreis te ondersteunen, gericht op het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van zowel installaties, financiering en ontzorging.

De Regeling vermindering verhuurderheffing verduurzaming, die de mogelijkheid geeft de verhuurderheffing te verminderen als een (sociale)huurwoning met ten minste drie labelstappen wordt verbeterd, was sinds medio 2019 gesloten. In het kader van Urgenda maatregelen heeft het kabinet in 2020 besloten de Regeling weer eerder open te stellen (Kamerstukken II 2019/20, 32813, nr. 532). Het budget waarmee de regeling wordt geopend bedraagt € 150 mln. en wordt vanaf 1 juli 2021 weer opengesteld.

In de begroting 2020 was er sprake van een fiscale faciliteit voor verhuurders vanwege de link met de Energie Investeringsaftrek-reserve. In 2020 is deze reserve ingezet voor de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen en is een gewone subsidieregeling geworden. De middelen uit de Energie Investeringsaftrek-reserve zijn naar de begroting van BZK overgeboekt.

Daarnaast is er in het kader van Urgenda een vervolg programma voor reductie van energiegebruik in woningen geopend (Regeling Reductie Energiegebruik Woningen). Ruim 300 gemeenten hebben aanvragen ingediend, om niet alleen eigenaar-bewoners maar nu ook huurders te stimuleren energie te besparen in hun woning. Ook is vanuit het Rijk in het kader van Urgenda een ontzorgingsprogramma voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed via provincies opgezet. Om verduurzaming bij particulieren te stimuleren en te versnellen is het subsidiepercentage voor de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH-regeling) tijdelijk verhoogd tot 30%.

Programma aardgasvrije wijken

Het in 2018 gestarte Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) is in 2020 voortgezet. In 2018 is een eerste ronde van 27 proeftuinen geselecteerd. Het PAW heeft als doel te leren op welke wijze de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Hiervoor is het noodzakelijk dat er daadwerkelijk aardgasvrije woningen en andere gebouwen gerealiseerd worden («leren door te doen»). Door het hele proces van planvorming tot uitvoering te doorlopen kan worden geleerd over een effectieve en opschaalbare wijkaanpak door gemeenten, samen met bewoners, woningcorporaties, netbeheerders, warmtebedrijven, bouwers en installateurs, en andere betrokkenen. Het PAW maakt dit mogelijk middels proeftuinen en het ontsluiten van leerervaringen via het Kennis- en Leerprogramma (KLP). Het PAW zelf heeft geen kwantitatief doel, anders dan het realiseren van een vijftig tot honderdtal proeftuinen als gevolg waarvan naar verwachting circa 50.000 woningen worden verduurzaamd (aardgasvrij of aardgasvrij-ready). In 2020 is een tweede ronde van negentien proeftuinen geselecteerd. Bij de selectie is gebruik gemaakt van de geleerde lessen in de eerste ronde proeftuinen. In 2020 is, naar aanleiding van de bevindingen van de Algemene Rekenkamer en een motie van Tweede Kamerlid Koerhuis, een tussentijdse evaluatie van het PAW uitgevoerd. De tussenevaluatie heeft geleid tot een aangepast programmaplan waarin de leervragen concreter zijn gemaakt en de inrichting en governance van het programma zijn verduidelijkt. Dit is in het eerste kwartaal van 2021 samen met de voortgangsrapportage PAW inclusief de resultaten van de in 2020 uitgevoerde monitor aan de Kamer gezonden.

Koolmonoxide

Op 1 oktober 2020 is het wettelijk stelsel voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties, zoals cv-ketels, gashaarden en geisers, in werking getreden (Stb. 2020, 354). Dit stelsel regelt dat bedrijven vanaf 1 april 2022 gecertificeerd moeten zijn om deze installaties te plaatsen, onderhouden of repareren. Ook voor consumenten en andere opdrachtgevers geldt dat zij vanaf 1 april 2022 alleen nog een gecertificeerd bedrijf mogen inschakelen om werkzaamheden aan hun gasverbrandingsinstallatie te laten uitvoeren. Met dit stelsel, dat volgt op het rapport «Koolmonoxide - onderschat en onbegrepen gevaar» van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) van november 2015, wordt beoogd de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties te verbeteren teneinde het aantal ongevallen met koolmonoxide te reduceren. Met het stelsel wordt tevens invulling gegeven aan het advies van de Gezondheidsraad van juli 2019 over de gevaren van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide.

Toegankelijkheid van gebouwen

Voor het toegankelijker maken van gebouwen zijn extra eisen opgenomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving, waaronder een aanscherping van eisen voor drempels en de toevoeging van eisen voor trappen. Naast de wettelijke eisen is gestart met de ontwikkeling van een vrijwillige richtlijn voor verdergaande verbetering van toegankelijkheid van gebouwen.

Nieuwe bepalingsmethode energieprestatie

De eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG) zijn per 1 januari 2021 ingevoerd (Kamerstukken II 2019/20, 30196, nr. 695). De BENG eisen zorgen voor betere energieprestaties van nieuwe gebouwen. Tegelijkertijd is het nieuwe energielabel ingevoerd dat een uitgebreider beeld van de energieprestatie van een woning of gebouw geeft en wordt op het label een beter advies gegeven hoe de woning energiezuiniger gemaakt kan worden. Het energielabel wordt bepaald op basis van de nieuwe methode voor het meten van de energieprestatie van gebouwen, de NTA8800. De mogelijkheid om een vereenvoudigd energielabel aan te vragen is vervallen.

Wet kwaliteitsborging

Het kabinet geeft met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Stb. 2019, 382) de consument een sterkere positie als opdrachtgever in de bouw. De wet verbetert de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht door inschakeling van private kwaliteitsborgers en vergoot daarnaast de aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering van het bouwwerk. De Minister van BZK heeft ter uitwerking van deze wet in het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen (Bkb) in het najaar van 2020 nadere afspraken gemaakt met de VNG en de Vereniging Bouw- & Woningtoezicht Nederland. Dit ter uitvoering van het eerder gesloten bestuursakkoord met de VNG (Kamerstukken II 2018/19, 34453, nr. 31). Inwerkingtreding wordt voorzien per 1 januari 2022 gelijktijdig met de Omgevingswet. Ter voorbereiding hierop worden in samenwerking met bij de bouw betrokken partijen proefprojecten uitgevoerd om zo veel mogelijk ervaringen op te doen met het nieuwe stelsel.

Verduurzamen maatschappelijk vastgoed waaronder Rijksvastgoed

Het RVB beheert vastgoed voor verschillende klanten en ontwikkelt hiervoor routekaarten. Met routekaarten wordt er op natuurlijke momenten verduurzaamd richting de einddoelen. Er zijn in 2020 vijf concept-routekaarten opgesteld, waarvan alleen de routekaart kantoren is vastgesteld. Met de routekaart kantoren is overgegaan tot uitvoering. Daarnaast is de inzet gericht op het tijdig anticiperen op klimaatveranderingen door aanpassingen in en om het rijksvastgoed en op circulair bouwen en beheren waarbij de bruikbaarheid van materiaalpaspoorten voor gebouwen wordt onderzocht.

Gemeenten, provincies en waterschappen stellen samen in totaal dertig Regionale Energiestrategieën (RES’en) op. Om de doelen uit de RES’en te behalen, zoeken zij naar ruimte voor het opwekken van hernieuwbare energie. Mogelijk kan deze ruimte worden gevonden op gronden in bezit van het Rijk. In het programma Opwekking Energie op Rijksgronden (OER) heeft het RVB samen met andere uitvoeringsorganisaties ook in 2020, gezocht naar welke rijksgronden ingezet kunnen. Het RVB kan via zijn openbare uitgifteprocedure voor Rijksgronden bijdragen aan de doelen van de lokale overheden voor het opwekken van hernieuwbare energie. Het meest in het oog springend is geweest een viertal contracten voor repowering (dat is het vergroten van de efficiëntie) van windturbines op de Oosterscheldekering, windpark Spuisluis bij IJmuiden en het afronden van diverse contracten voor windpark Zeewolde en windpark Wieringermeer en de zonnewal langs de A58 bij Etten-Leur.

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

149.371

232.210

231.354

245.813

390.509

344.942

45.567

        

Uitgaven

82.607

96.521

176.053

206.163

508.200

540.942

‒ 32.742

        

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

54.497

71.398

148.722

198.792

493.364

535.204

‒ 41.840

Subsidies (regelingen)

       

Beleidsprogramma energiebesparing

8.270

5.923

6.264

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

0

0

0

11.014

13.046

33.421

‒ 20.375

Beleidsprogramma bouwregelgeving

1.298

2.713

5.788

0

0

0

0

Energiebesparing Koopsector

7.169

39.917

3.348

3.664

51.490

74.000

‒ 22.510

Energiebesparing Huursector

0

0

105.676

134.309

101.656

139.000

‒ 37.344

FES IAGO

197

270

0

0

0

0

0

Fonds duurzaam funderingsherstel

0

20.000

0

0

0

0

0

Revolverend fonds EGO

35.000

0

25.000

0

0

0

0

Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)

0

0

0

18.000

0

0

0

SAH

0

0

0

0

28.796

48.800

‒ 20.004

Warmtefonds

0

0

0

0

67.000

57.000

10.000

Opdrachten

       

Beleidsprogramma Energiebesparing

973

635

659

0

0

0

0

Beleidsprogramma bouwregelgeving

690

797

814

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

0

0

0

1.545

2.655

5.602

‒ 2.947

Bijdrage aan zbo’s/rwt’s

       

Energietransitie en duurzaamheid

0

0

0

1.877

4.567

4.300

267

Bijdrage aan medeoverheden

       

Programma reductie energieverbruik

0

0

0

0

102.962

0

102.962

Aardgasvrije wijken

0

0

0

0

77.631

0

77.631

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

0

0

0

0

8.000

0

8.000

Bijdrage aan agentschappen

       

Dienst Publiek en Communicatie

900

1.143

1.173

630

630

0

630

Diverse Agentschappen

0

0

0

900

1.500

0

1.500

ILT (handhaving energielabel)

0

0

0

0

0

515

‒ 515

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

0

0

0

0

0

24.208

‒ 24.208

RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)

0

0

0

26.853

33.431

11.709

21.722

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       

EGO

0

0

0

0

0

24.249

‒ 24.249

Gemeentefonds (H50)

0

0

0

0

0

112.400

‒ 112.400

        

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

25.029

22.617

22.427

7.371

14.836

5.738

9.098

Subsidies (regelingen)

       

Beleidsprogramma woningbouw

641

337

294

0

0

0

0

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

0

0

0

6.183

13.690

3.491

10.199

Opdrachten

       

Beleidsprogramma woningbouw

400

165

104

0

0

0

0

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

0

0

0

1.144

1.090

1.350

‒ 260

Bijdrage aan zbo’s/rwt’s

       

Toelatingsorganisatie

0

0

0

0

0

516

‒ 516

Overige bijdragen

0

0

0

44

6

0

6

Bijdrage aan medeoverheden

       

Bijdrage woningbouw

0

53

0

0

0

0

0

Diverse bijdragen bouwregelgeving

0

0

0

0

50

0

50

Bijdrage aan agentschappen

       

RVO.nl (Beleidsprogramma Woningbouw)

23.988

22.062

22.029

0

0

0

0

ILT (toezicht EU-bouwregelgeving)

0

0

0

0

0

53

‒ 53

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

       

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

0

0

0

0

0

328

‒ 328

        

4.3 Kwaliteit woonomgeving

2.994

2.462

2.256

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

       

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

2.035

1.356

1.844

0

0

0

0

Opdrachten

       

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

959

1.005

412

0

0

0

0

Bijdrage aan zbo’s/rwt’s

       

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

0

75

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

       

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

0

26

0

0

0

0

0

        

4.4 Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

87

44

2.648

0

0

0

0

Leningen

       

Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

0

0

2.640

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

       

Uitvoeringskosten RFE Verhuurders

87

44

8

0

0

0

0

        

Ontvangsten

912

605

470

270

163

91

72

Uitgaven

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies (regelingen)

Energietransitie en duurzaamheid

Op dit budget zijn diversie subsidies op het domein van energietransitie en duurzaamheid verstrekt aan stichtingen en verenigingen. In totaal is er ruim € 13 mln. gerealiseerd. Bij de eerste suppletoire begroting is het budget voor Urgenda middelen gerealloceerd naar het juiste instrument (specifieke uitkeringen aan gemeenten) ten behoeve van het Programma Reductie Energiebesparing (PRE). Het gaat hier om ruim € 20 mln.

Energiebesparing Koopsector

Gedurende 2020 konden eigenaar-bewoners en VvE’s subsidie aanvragen bij de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) als minstens twee isolatiemaatregelen genomen waren. Aanvankelijk was de inschatting dat het budget niet geheel tot uitputting zou komen. Bij de tweede suppletoire begroting is € 40 mln. van het budget geschoven naar 2021. Enkele versoepelingen hebben gedurende het jaar plaatsgevonden op deze regeling zoals het toelaten van gemengde VVE's bij huurwoningen en het tijdelijk verhogen van de subsidie uitkering bij eigenaar bewoners van 20% naar 30%. Dit heeft geresulteerd in meer aanvragen op deze regeling en er is meer uitgegeven dan begroot in 2020 (circa € 6 mln.).

Energiebesparing Huursector

Met de uitbraak van het coronavirus zijn meerdere verzoeken tot uitstel van de 24 maanden termijn binnen gekomen. Aanvragers hebben een half jaar uitstel gekregen. Bij de tweede suppletoire begroting is een deel van het budget (€ 28,4 mln.) in het juiste kasritme gezet. De uitgaven in 2020 voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) bedroegen € 101,6 mln. en komen daarmee alsnog € 1,2 mln. hoger uit dan begroot.

Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH)

De Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) is gericht op het aardgasvrij maken van huurwoningen en het aansluiten van die huurwoningen op warmtenetten en is in mei 2020 open gegaan. Er zijn door woningcorporaties 100 aanvragen ingediend, waarvan er 92 zijn verstrekt (betreft groepen van woningen). Van het beschikbare budget in 2020 is ruim € 29 mln. uitgegeven; € 16,8 mln. is gebruikt voor de tweede tranche proeftuinen aardgasvrije wijken. In 2021 komt € 16,8 mln. weer beschikbaar voor SAH vanuit aardgasvrije wijken.

Warmtefonds

Het publiek-privaat gefinancierde Nationaal Warmtefonds (hierna: Warmtefonds) biedt laagrentende financiering aan voor individuele huiseigenaren en VvE’s. Afgelopen jaar is het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) stap voor stap omgevormd tot het Warmtefonds, waarbij de voorwaarden voor financiering zijn verbeterd. Hierover is in december 2020 een brief aan de Tweede Kamer verstuurd (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 703).

Niet iedereen heeft toegang tot (laagdrempelige), aantrekkelijke financiering bij het verduurzamen van de eigen woning. Inzet is om het voor alle woningeigenaren mogelijk te maken om de woning te verduurzamen, zonder dat zij daarbij gedwongen worden om hun spaargeld aan te spreken of hun hypotheek te verhogen. In februari 2020 is het Warmtefonds gestart met financiering voor woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) vanaf acht appartementen. Met leningen uit het warmtefonds hebben woningeigenaren en VvE’s in 2020 energiebesparende maatregelen kunnen financieren en is het beschikbare budget van € 67 mln. uitgegeven. Het gaat om € 57 mln. aan leningen voor het reguliere warmtefonds (woningeigenaren) en € 10 mln. aan VvE's.

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

Er is ruim € 0,56 mln. besteed aan de Helpdesk Energielabel. Ook is er ruim € 1 mln. besteed aan diverse onderzoeksopdrachten voor het programma aardgasvrije wijken (kennis en leerprogramma) en ruim € 0,9 mln. aan diverse onderzoeksopdrachten in het kader van het Klimaatakkoord. Bij de eerste suppletoire begroting is € 1,5 mln. gerealloceerd voor een bijdrage aan het RVB om de bestaande duurzaamheidsaanpak van het Rijksvastgoedbedrijf te versnellen en het naar voren halen van investeringen voor EnergieRijk Den Haag. Daarnaast is ook € 0,6 mln. gerealloceerd naar apparaat voor de personele inzet in het kader van het klimaatakkoord (werkzaamheden voor o.a. utiliteitssectoren en de routekaarten voor de twaalf sectoren voor het maatschappelijk vastgoed).

Bijdrage aan zbo's/rwt's

Energietransitie en duurzaamheid

Betreft een bijdrage aan de Unie van Waterschappen (UvW) voor de jaaropdracht 2020-2021 in het kader van het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie (NP RES). Het gaat hierbij om middelen voor een gedragen programmaplan voor het NP RES, een goed ingerichte projectorganisatie en een uitgewerkte aanpak voor de monitoring van het NP RES.

Bijdrage aan medeoverheden

Programma reductie energieverbruik

De Regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW) is de opvolger van de op 14 november 2019 gesloten Regeling Reductie Energiegebruik (RRE). Gemeenten konden vanaf 16 november 2020 de eenmalige specifieke uitkering RREW aanvragen die tot doel heeft huurders en eigenaar-bewoners te stimuleren energie te besparen in hun woning door kleine, snel te realiseren energiebesparende maatregelen te nemen zoals tochtstrips, led lampen, radiatorfolie, radiatorventilatoren, waterbesparende douchekoppen, cv optimalisatie, energie bespaarstekkers. De RREW is een uitwerking van Urgenda 2.0 maatregelen.

Aardgasvrije wijken

Op 26 oktober 2020 is de Tweede kamer geïnformeerd over de selectie van de tweede tranche proeftuinen in het kader van het Programma aardgasvrije wijken (PAW) (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 687). De bijdrage aan medeoverheden voor de tweede tranche proeftuinen bedroeg € 98,7 mln., hiervan is € 79,8 mln. betaald in 2020 (dit is inclusief € 16,8 mln. vanuit de SAH).

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

Het betreft een eenmalige specifieke uitkering aan provincies voor activiteiten die tot doel hebben om kleine maatschappelijk vastgoedeigenaren te ontzorgen bij het verduurzamen van hun maatschappelijk vastgoed. Het gaat in totaal om € 25 mln. waarvan de eerste tranche van € 10 mln. in 2020 is uitgekeerd aan alle provincies, waarmee een start gemaakt is met een ontzorgingsprogramma voor het maatschappelijk vastgoed. Hiervan is € 2 mln. overgeboekt naar het Btw-compensatiefonds.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Publiek en Communicatie

Betreft uitgaven aan de campagne maatregelen in huis «Iedereen doet wat».

Diverse Agentschappen

Betreft een bijdrage van € 1,5 mln. aan het RVB om de mogelijkheden om bestaande duurzaamheidsaanpak van het Rijksvastgoedbedrijf te versnellen en het naar voren halen van investeringen voor EnergieRijk DenHaag.

ILT (Handhaving Energielabel)

Er zijn middelen overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van IenW ten behoeve van de handhaving van energielabels door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)

Dit betreft uitvoeringskosten voor de verschillende maatregelen voor het Klimaatakkoord die door RVO.nl worden uitgevoerd. Deze middelen zijn gerealloceerd naar het juiste instrument. Het gaat hier om uitvoeringskosten voor o.a. energielabel en een aanvullende jaaropdracht RVO 2020 voor de uitvoering SAH. Een deel van de uitvoeringskosten (circa € 8,6 mln.) is doorgeschoven naar 2021.

RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)

In 2020 heeft RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK het jaarprogramma 2020 uitgevoerd. Het is een breed programma op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving met onder andere kennisverspreiding, beleidsonderbouwing, ontwikkeling en uitvoering van meerdere subsidieregelingen. Het gaat hier onder meer om de regelingen SEEH, STEP, SAH, RRE en RREW. De uitvoeringskosten komen van het instrument RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord) en worden bij tweede suppletoire gerealloceerd voor de nieuwe jaaropdracht. Dit verklaart de hogere realisatie.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

EGO

Bij de eerste suppletoire begroting is circa € 11 mln. naar het Ministerie van EZK overgeboekt voor de innovatieregelingen: Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI), Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI) en Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma's (MMIP). Daarnaast zijn gedurende het jaar overboekingen gedaan naar de Ministeries van OCW, EZK en LNV in het kader van regelingen energietransitie in de gebouwde omgeving.

Gemeentefonds (H50)

Bij de eerste suppletoire begroting is een deel van de middelen ingezet voor de ontzorging en verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en daarnaast ook voor de Wijkgerichte aanpak aardgasvrije koopwoningen voor het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten. Het grootste gedeelte van de middelen op dit instrument zijn bij de tweede suppletoire begroting gerealloceerd naar het instrument bijdrage aan medeoverheden voor de betaling (specifieke uitkeringen) van de tweede tranche proeftuinen aardgasvrije wijken (€ 63 mln.). Tot slot zijn middelen beschikbaar gesteld voor de jaaropdracht 2020-2021 van de UvW ter ondersteuning van het Nationaal Programma RES.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies (regelingen)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Het budget voor subsidies is uitgeput. Er zijn diverse subsidies verstrekt, waaronder ten behoeve van de Wet kwaliteitsborging, Bouwagenda 2020, Herziening NPR 9998 Aardbevingen 2020 en Stichting Bouwkwaliteit. Bij de 1e suppletoire is circa € 4,8 mln. bijgekomen op de begroting voor het herzien van NPR 9998 (versterking gebouwen). Daarnaast is ook ruim € 5 mln. extra bijgekomen op het budget subsidies bouwregelgeving.

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Er zijn diverse opdrachten voor beleidsadvies- en onderzoek verstrekt, waaronder onderzoek naar breedplaatvloeren en middelen voor de Helpdesk Bouwregelgeving.

Bijdrage aan zbo's/rwt's

Toelatingsorganisatie

Het budget voor de Toelatingsorganisatie in de Bouw wordt verantwoord op artikel 11 «Centraal apparaat». Dit budget is daarom gerealloceerd.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

Betreft onder andere een bijdrage aan Omgevingsloket Online. Voorheen viel dit onder het Ministerie van IenW. Het budget valt nu onder BZK en is bij eerste suppletoire begroting geralloceerd naar het instrument.

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl.

Licence