Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 3. Woningmarkt

Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.

Het toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig mogelijk maken van de woningmarkt voor iedereen, lukt alleen door veel samen te werken en telkens goed alle belangen af te wegen. Als Rijksoverheid, met provincies, gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen, investeerders, projectontwikkelaars, bouwers, makelaars en vele anderen. Ieder heeft een eigen rol, maar altijd samen met anderen.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) jaagt die samenwerking aan. We nemen zoveel mogelijk belemmeringen weg, bieden perspectief in wetten en regels en bewaken de kwaliteit en duurzaamheid van bouwen en wonen, zodat prettig en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk is én blijft.

Beleid en regelgeving

Onder meer via de Wet op de huurtoeslag, de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen. Tevens is de Minister van BZK medeverantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de huurtoeslag. Tevens is de minister van BZK verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de Wet op de huurtoeslag.

Regisseren

De Minister van BZK voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de Minister van BZK de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden. Tevens is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de verhuurderheffing.

Tevens draagt de Minister van BZK zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Uitvoeren

De Minister van BZK draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).

De uitvoering van de verhuurderheffing en de huurtoeslag is onder verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën belegd bij de Belastingdienst. De Belastingdienst is ook verantwoordelijk voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de verhuurderheffing en huurtoeslag.

Huurtoeslag

Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten voor ontvangers van huurtoeslag is in de onderstaande tabel aangegeven welk aandeel van de bruto huur dat per saldo (na aftrek van de huurtoeslag) nog netto door ontvangers van huurtoeslag is verschuldigd.

Uit de tabel blijkt dat het aandeel van de bruto huur dat door de huurtoeslagontvanger zelf netto nog betaald moet worden in 2020 nagenoeg gelijk is gebleven ten opzichte van 2019. Deze cijfers zijn nagenoeg gelijk aan de cijfers zoals verwacht in de ontwerpbegroting. De daling in 2017 is het gevolg van het besluit om de koopkracht voor lagere inkomens te ondersteunen. Hierdoor is de eigen bijdrage in 2017 met € 10,50 per maand verlaagd.

Tabel 9 Verhouding bruto-netto huur huurtoeslag
  

Realisatie

Begroting

Afwijking

Huishoudtype

Netto Huur

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Eenpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

62,2%

60,0%

59,9%

59,8%

59,8%

59,8%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

51,3%

49,7%

49,7%

49,6%

49,6%

49,6%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

50,5%

49,1%

49,0%

48,9%

48,9%

48,9%

0,0%

Meerpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

62,2%

60,0%

59,9%

59,8%

59,8%

59,8%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

50,2%

48,7%

48,7%

48,7%

48,6%

48,6%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

49,6%

47,7%

47,3%

47,1%

4730,0%

47,1%

0,1%

Eenpersoonsouderhuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

61,8%

59,5%

59,4%

59,4%

59,3%

59,4%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

51,0%

49,4%

49,4%

49,3%

4930,0%

49,3%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

50,3%

48,8%

48,7%

48,6%

48,6%

48,6%

0,0%

Meerpersoonsouderhuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

61,3%

59,0%

59,0%

58,9%

58,8%

58,8%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

50,6%

49,0%

49,0%

49,0%

48,9%

48,9%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

50,0%

48,5%

48,4%

48,4%

48,4%

48,3%

0,0%

 

Bruto Huur

100%

100%

100%

100%

100%

100%

 

Toeristische verhuur

In 2020 is de Wet toeristische verhuur aangenomen door beide Kamers, waarna de Wet per 1 januari 2021 in werking is getreden. Hierdoor zijn wettelijke mogelijkheden geïntroduceerd waarmee gemeenten beter kunnen optreden tegen (negatieve effecten van) de toeristische verhuur van woningen. Zo kan een gemeente een registratienummer verplicht stellen om inzicht te verkrijgen in alle verhuuradressen, kan het een meldplicht (eventueel in combinatie met een nachtencriterium) invoeren om te weten te komen hoeveel nachten bepaalde adressen verhuurd worden en ten slotte kan het een vergunningensysteem invoeren om ernstige negatieve effecten van toeristische verhuur tegen te gaan. Tijdens de behandeling van de Wet zijn door de Tweede Kamer twee amendementen  (35353-27 en 35353-20) aangenomen die strekken tot verplichtingen voor digitale platforms. Deze amendementen zijn in 2020 genotificeerd bij de Europese Commissie (EC), zodat getoetst kan worden of deze verplichtingen verenigbaar zijn met het EU-recht.

Wijziging maximale huuromstijging voor woningcorporaties

De minister heeft in haar brief Maatregelen huurmarkt en evaluatie herziene Woningwet (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470) het belang benadrukt van het borgen van betaalbare woningen en de verduurzamingsopgave waarvoor woningcorporaties staan. Op 21 december 2018 hebben Aedes en de Woonbond een Sociaal Huurakkoord 2018-2021 gesloten. Naar aanleiding van dit akkoord is de maximale huursomstijging, dit is de maximale gemiddelde huurverhoging per woningcorporatie per kalenderjaar, per 2020 gewijzigd (Stb. 2020, 39 en Stb. 2020, 59). De maximale huursomstijging is op inflatieniveau gesteld, wat gunstig is voor de betaalbaarheid van zittende huurders. Woningcorporaties hebben de bevoegdheid gekregen om met hun huurdersorganisatie(s) en betrokken gemeenten lokaal een hogere huursomstijging (maximaal 1 procentpunt hoger) af te spreken, indien de investeringsopgave voor woningcorporaties te groot is voor een inflatievolgende huursomontwikkeling.

Middenhuur

Op Prinsjesdag zijn een aantal maatregelen gecommuniceerd om de positie van middeninkomens op de woningmarkt te versterken (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 681). In deze Prinsjesdagbrief is aangekondigd dat de markttoets wordt opgeschort voor een periode van drie jaar, waarna de vereenvoudigde marktverkenning conform Wet maatregelen middenhuur in werking treedt. Door tijdelijk op te schorten wordt het gemakkelijker voor corporaties om te bouwen in het middensegment voor bijvoorbeeld huishoudens met een middeninkomen.

Maatregelen woningmarkt

Met de regeling Woningbouwimpuls wordt bijgedragen aan het sneller bouwen van meer betaalbare woningen in de vorm van een financiële bijdrage aan gemeenten. Met de eerste tranche van de Woningbouwimpuls van € 336,5 mln. inclusief btw is bijgedragen aan de bouw van 51.021 woningen, waarvan 32.579 betaalbare woningen. Het aandeel betaalbaar is met circa 65% boven verwachting; voor de woningbouwimpuls is de voorwaarde dat ten minste de helft van het programma uit betaalbare woningen bestaat. De bijdrage stelt gemeenten in staat om financiële tekorten van gemeenten op te vangen die ontstaan door de bouw van betaalbare woningen en voor de woningbouw noodzakelijke investeringen zoals infrastructurele ontsluiting en sanering van gronden. 

Met de eerste tranche krijgen 27 (middel)grote woningbouwprojecten een impuls. De betaalbare woningen waaraan wordt bijgedragen bestaan uit ruim veertienduizend sociale huurwoningen, circa twaalfduizend middenhuurwoningen en ruim zesduizend koopwoningen onder de NHG kostengrens. Bij de meeste projecten wordt een mix van doelgroepen bediend. Gemeenten hebben verschillende maatregelen getroffen om de woningen langjarig voor het betaalbare segment en de doelgroep te behouden. Voorbeelden daarvan zijn afspraken met projectontwikkelaars in anterieure overeenkomsten over maximale huurstijgingen, en inzet van instrumenten als een antispeculatiebeding, zelfbewoningsplicht en uitpondverbod. Bij het merendeel van de projecten worden ook woningen voor starters en senioren ontwikkeld. Bij acht projecten bevat het programma studentenwoningen. Ook is er binnen tien projecten specifiek aandacht voor woningtypen voor bijzondere doelgroepen. Het gaat dan bijvoorbeeld om woningen voor arbeidsmigranten en spoedzoekers en woonzorgconcepten voor senioren, jongeren die onder begeleiding zelfstandig wonen, mensen uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang.

Van de in de begroting 2020 aangekondigde heffingsvermindering in de verhuurderheffing voor de nieuwbouw van huurwoningen is goed gebruik gemaakt. Verhuurders hebben verminderingen in de verhuurderheffing aangevraagd voor de bouw van 115.000 nieuwe sociale huurwoningen in de komende jaren. De regeling is per 1 juli 2020 gesloten voor nieuwe aanvragen vanwege het overschrijden van het beschikbare budget.

Verlaging woonlasten Caribisch Nederland

De huurlasten in Caribisch Nederland blijken voor veel huishoudens een grote opgave, zowel in de sociale als particuliere sector. Om de koopkracht van inwoners in Caribisch Nederland te verbeteren, verlagen we de woonlasten voor de inwoners van Caribisch Nederland. Als eerste stap zijn de inwoners van Caribisch Nederland als een nieuwe doelgroep binnen de huurtoeslag opgenomen, waardoor het Ministerie van BZK de kosten van de verhuurdersubsidie voor het sociale huursegment kon overnemen van de Openbare Lichamen. Aanpassingen in die verhuurdersubsidie, een tweede stap, kunnen worden doorgevoerd zodra de Wet Maatregelen Huurwoningmarkt Caribisch Nederland in werking is getreden. In 2020 is, samen met de Openbare Lichamen, gewerkt aan eilandsverordeningen, die een voorwaarde vormen voor die inwerkingtreding. Een verschil in tempo daarin tussen de drie eilanden maakte een afzonderlijke gedifferentieerde inwerkingtreding per eiland wenselijk. Een wijzigingsvoorstel daartoe is eind 2020 behandeld in de Tweede Kamer; de Eerste Kamer zal het voorstel in 2021 behandelen (Kamerstukken I 2020/21, 35516, nr. A). Daarnaast is in 2020 gewerkt aan een derde stap, namelijk het uitwerken van een model voor verlagen van woonlasten voor huurders met een laag inkomen, die door de schaarste aan sociale huurwoningen aangewezen zijn op huren in het particuliere segment. In 2021 zal dat model in een pilot worden getest.

Tijdelijke verlenging tijdelijke huurcontracten

Ten tijde van de coronacrisis werd het belang van het hebben van woonruimte nog groter. Daarom is het met spoedwet Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten mogelijk gemaakt om tijdelijke huurcontracten van maximaal twee jaar voor zelfstandige woningen en maximaal vijf jaar voor kamers die in de periode 1 april 2020 tot 1 november 2020 verstreken, op verzoek van de huurder tijdelijk te verlengen met maximaal drie maanden (Stb. 2020, 123 en Stb. 2020, 203). Op die manier konden verhuurders voorkomen dat huurders van wie het tijdelijke huurcontract afliep in de periode van de coronacrisis, waarin het voor huurders door onder meer de lockdown en overuren in de gezondheidszorg moeilijk was om naar een andere woning te zoeken, op straat kwamen te staan.

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

3.928.119

4.002.525

4.511.926

4.040.201

4.625.815

4.297.396

328.419

        

Uitgaven

3.933.646

4.022.685

4.518.316

4.069.601

4.576.687

4.297.396

279.291

        

3.1 Woningmarkt

3.926.645

4.017.614

4.513.949

4.069.601

4.281.422

4.297.396

‒ 15.974

Subsidies (regelingen)

       

Binnenstedelijke transformatie

0

0

28.000

10.000

0

0

0

Woonconsumentenorganisaties

1.020

1.036

1.181

0

0

0

0

Woningmarkt

0

0

0

7.161

5.689

3.641

2.048

Beleidsprogramma betaalbaarheid

135

184

256

0

0

0

0

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

6.411

4.501

4.033

3.877

3.463

6.239

‒ 2.776

Huisvestingsvoorziening statushouders

206

1.900

1.231

100

0

4.494

‒ 4.494

Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG

15.033

28.471

470.767

0

0

0

0

Opdrachten

       

WSW risicovoorziening

1.706

1.176

1.132

4.654

1.105

0

1.105

NHG risicovoorziening

26.932

30.018

30.608

29.768

33.860

0

33.860

Beleidsprogramma betaalbaarheid

940

629

915

0

0

0

0

Woningmarkt

0

0

0

3.590

4.361

2.019

2.342

Inkomensoverdrachten

       

Huurtoeslag

3.860.443

3.934.868

3.963.679

3.996.521

4.222.655

4.269.200

‒ 46.545

Bijdrage aan zbo’s/rwt’s

       

Huurcommissie

12.646

0

0

0

0

0

0

Woningmarkt

0

0

0

2.432

630

2.857

‒ 2.227

Bijdrage aan medeoverheden

       

Woningmarkt

0

0

0

2.350

620

0

620

Bijdrage aan agentschappen

       

Dienst van de Huurcommissie

0

14.456

11.214

8.816

7.939

7.066

873

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

373

375

933

332

950

340

610

Diverse bijdragen

0

0

0

0

150

0

150

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       

Financien en Nationale Schuld (H9)

800

0

0

0

0

1.540

‒ 1.540

        

3.2 Onderzoek en kennisoverdracht

7.001

5.071

4.367

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

       

Samenwerkende kennisinstellingen e.a.

2.062

1.625

1.147

0

0

0

0

Opdrachten

       

Basisonderzoek en verkenningen

1.904

1.136

2.269

0

0

0

0

Bijdrage aan zbo’s/rwt’s

       

Basisonderzoek en verkenningen

3.035

2.310

951

0

0

0

0

        

3.3 Woningbouw

0

0

0

0

295.265

0

295.265

Opdrachten

       

Woningbouwimpuls

0

0

0

0

118

0

118

Bijdrage aan medeoverheden

       

Woningbouwimpuls

0

0

0

0

295.147

0

295.147

        

Ontvangsten

553.191

557.315

957.719

459.522

432.243

472.000

‒ 39.757

Uitgaven

3.1 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

Woningmarkt

Stichting Platform31, een kennis- en netwerkorganisatie, heeft subsidie ontvangen voor het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot trends in stad en regio, activiteiten ten aanzien van wooncoöperaties en toekomstbeelden mbt huurtoeslag. Saba, Bonaire en Sint Eustatius hebben een middelen ontvangen om de woonlasten van huurders in de sociale sector in 2020 te verminderen. Bonaire heeft tevens middelen ontvangen voor infrastructuur ten behoeve van sociale woningbouw.

Een bewonersvereniging heeft subsidie ontvangen voor het oprichten van een wooncoöperatie. Kencis heeft subsidie ontvangen voor de monitor studentenhuisvesting.

Bevordering eigen woningbezit

De Wet bevordering eigenwoningbezit (BEW) is gericht op de bevordering van het eigenwoningbezit onder lagere inkomensgroepen. Er is voor nieuwe toekenningen op grond van de wet bevordering eigenwoningbezit geen budget meer beschikbaar en de meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen. De uitgaven aan de Wet bevordering eigenwoningbezit zijn in 2020 lager uitgevallen door hoge uitval bij de inkomenstoetsen en door verhuizingen.

Huisvestingsvoorziening statushouders

Vanwege de verhoogde asielinstroom in 2015 heeft het Ministerie van BZK een subsidieregeling ingesteld waarmee woningcorporaties, gemeenten en andere verhuurders woonvoorzieningen voor asielzoekers met een verblijfsvergunning – zogeheten vergunninghouders – kunnen realiseren. Voorafgaand aan de realisatie van de woonvoorziening kon budget worden gereserveerd, de definitieve subsidie wordt aangevraagd na oplevering. Tot eind 2018 konden voorgenomen investeringen worden aangemeld. In 2019 zijn daarom geen nieuwe voorgenomen investeringen aangemeld. Vanaf het begin van de regeling zijn 113 subsidieaanvragen ingediend voor in totaal € 3,5 mln. In 2020 zijn geen nieuwe projecten afgerond.

Opdrachten

Woningmarkt

In 2020 zijn verschillende onderzoeken naar woningbehoefte, woonwensen, woningmarktontwikkelingen en plancapaciteit gedaan. Daarnaast hebben er diverse onderzoeken voor monitoring van beleid, demografische ontwikkelingen, het onderzoek «Opgaven en Middelen» en de campagne «Week van de Starter» plaatsgevonden.

NHG risicovoorziening

Voor de achtervangfunctie van het Rijk draagt het WEW een vergoeding af aan het Rijk. In 2020 bedroeg deze afdracht 0,15% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2020 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2019, ter grootte van afgerond € 33,9 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort.

Inkomensoverdracht

Huurtoeslag

Aan huurtoeslag is in 2020 € 46,5 mln. minder uitgegeven dan begroot. De lagere uitgaven zijn het saldo van lagere voorschotten en hogere nabetalingen. Bij de ontvangsten is € 78,0 mln. minder binnengekomen, als gevolg van lagere terugvorderingen en een als gevolg van corona milder incassoregime waardoor voor de huurtoeslag in 2020 een netto overuitputting van het budget resulteert van € 31,5 mln. ten opzichte van de ontwerpbegroting 2020.

Bijdrage aan zbo's/rwt's

Woningmarkt

Aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn bijdragen verstrekt voor de Huurenquête, onderzoek naar flexwonen, diverse woning-marktonderzoeken, en de verhuismodule.

Aan het Kadaster zijn bijdragen verstrekt voor het leveren van data. Tevens is er een bijdrage aan de ICTU (Verkenning LAA Woonfraude) en het Ministerie van Economische Zaken (KIRE en financiële markten).

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

In 2020 zijn de onderstaande aantallen gerealiseerd, vergeleken met de begroting 2020.

Tabel 11 Dienst van de Huurcommissie

Product

Realisatie 2019

Begroting 2020

Realisatie 2020

Huurprijsgeschillen

4.888

5.698

3.454

Servicekostengeschillen

1.610

2.287

1.490

Huurverhogingsgeschillen (incl. IAH)

3.083

1.983

3.220

Wohv geschillen

14

10

19

Klachten huurders jegens verhuurders

195

482

390

Onderzoeksrapporten rechtbank

0

20

0

Onderzoeksrapporten publiekrechtelijke organen

0

10

0

Advies geliberaliseerde huurprijs

2

10

1

Verklaring over redelijkheid van de huurprijs

0

0

0

Totaal1

9.792

10.500

8.574

1

Bron: Eigen cijfers van de Huurcommissie.

In 2020 betrof de instroom 12.107 zaken, een stijging ten opzichte van de instroom in 2019 (9.991 zaken) en tevens ten opzichte van de verwachte instroom voor 2020 (9.500 zaken). Door het coronavirus heeft de Huurcommissie tijdelijk de zittingen en onderzoeken ter plaatse moeten stilleggen. De Huurcommissie heeft een actieplan opgesteld, waarmee de ontstane achterstanden in 2021 worden teruggedrongen.

ILT (autoriteit Woningcorporaties)

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT, hier valt de Autoriteit woningcorporaties (Aw) onder) heeft in 2020 een bijdrage ontvangen voor het opvragen van gegevens bij woningcorporaties voor beleidsontwikkeling en voor het toezicht op de Wet normering topinkomens (WNT).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Financiën en Nationale Schuld (H9)

De bijdrage aan de Belastingdienst ter bekostiging van de portokosten van informatiebrieven, die de Belastingdienst verstuurt voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging is in 2020 structureel overgeboekt naar de Belastingdienst. Tevens is geld overgeboekt voor het uitvoeren van de verhuurderheffing.

Bijdrage aan medeoverheden

Woningmarkt

Het Ministerie van BZK ondersteunt de uitvoering van de Woondeal regio Arnhem-Nijmegen met een financiële bijdrage van € 750.000. In 2020 is circa € 620.000 overgemaakt naar de gemeente Arnhem als penvoerder voor de regio. Circa € 130.000 is overgemaakt naar het Btw-compensatiefonds.

3.3 Woningbouw

Opdrachten

Woningbouwimpuls

Deze middelen zijn ingezet voor diverse activiteiten in het kader van de opzet van de woningbouwimpuls, zoals een onderzoek naar het beoordelingskader, en de beoordeling van aanvragen, zoals de toetsingscommissie.

Bijdrage aan medeoverheden

Woningbouwimpuls

Met de specifieke uitkeringen aan gemeenten is in het kader van de eerste tranche van de woningbouwimpuls bijgedragen aan de bouw van 51.021 woningen, waarvan 32.579 in de categorie betaalbaar. In deze uitgave is tevens de storting van circa € 35,2 mln. in het Btw-compensatiefonds van het Ministerie van Financiën voorzien. Vanwege de storting in het Btw-compensatiefonds is sprake van een overuitputting op dit artikelonderdeel.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn toegelicht bij de uitgaven huurtoeslag, uitgaven WSW risicovoorziening en de NHG risicovoorziening.

Licence