Base description which applies to whole site

4.8 Beleidsartikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

IenW zet zich in de internationale arena in voor een klimaatbestendige en duurzame infrastructuur en leefomgeving. Zo heeft Nederland zich gecommitteerd aan de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals/SDG’s), waardoor de Nederlandse innovaties en kennis ook buiten de landgrenzen kunnen worden ingezet voor het realiseren van die doelen.

Daarbij zet IenW gericht in op internationale samenwerking met overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen om de klimaatweer-baarheid, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie in binnen- en buitenland te versterken. Doelen daarbij zijn het agenderen van onderzoek en beleid, de ontwikkeling van internationale beleidsinstrumenten, uitwisseling van kennis en expertise, het creëren van draagvlak en het versterken van marktkansen voor Nederlandse IenW sectoren.

Regisseren

De Minister van IenW regisseert de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale transport- en milieubeleid. Meer specifiek is de Minister van IenW verantwoordelijk voor:

  • De uitvoering van de voor IenW relevante SDG’s uit de 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling en de verantwoording aan de Tweede Kamer daarover.

  • De regie op de internationale aspecten van het IenW-beleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daartoe horen onder andere de Europese Transport- en Milieuraad, de UNECE, de OESO, OESO-ITF en UN Environment.

  • Het opstellen en uitdragen van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s. De nationale en Europese beleidscoördinatie op het gebied van satelliet-navigatie en de IenW inzet op het gebruik satelliet-data en satelliet-navigatie.

    Het internationale IenW-beleid vindt niet alleen zijn grondslag in dit beleidsartikel. Specifieke rollen en verantwoordelijkheden van de Minister op de verschillende beleidsterreinen van IenW zijn bij de betreffende artikelen vermeld. De Minister van Buitenlandse Zaken coördineert het internationale beleid ten behoeve van geïntegreerde besluitvorming door het Kabinet. De Minister van BHOS coördineert de Nederlandse inzet op de SDG’s.

Stimuleren

De Minister van IenW ontplooit ook diverse activiteiten om de nationale doelen van de transities naar een circulaire economie, een klimaatbestendige inrichting van de leefomgeving en duurzame mobiliteit te versterken door verbinding met internationale activiteiten.

  • Het onderhouden van een netwerk met lidstaten, EU-instellingen en mondiale organisaties, denktanks en non-gouvernementele organisaties. Dit netwerk is cruciaal om tijdig (nieuwe) internationale ontwikkelingen te signaleren die van invloed (kunnen) zijn op de IenW-terreinen en het ontwikkelen van een visie en strategie voor de internationale beleidsinzet.

  • Voor ondersteuning van beleidsontwikkeling neemt IenW deel aan diverse bilaterale en multilaterale overleggen (formeel en informeel) gericht op de totstandkoming van coalities met gelijkgezinde landen.

  • Gerichte financiële ondersteuning van het werk van (inter)nationale organisaties die zich inzetten voor de bevordering van internationale samenwerking en overdracht/uitwisseling van kennis.

  • Ten slotte zet IenW samen met andere deelnemende staten en actoren in op het bevorderen van concrete internationale samenwerking en activiteiten in internationale multi-stakeholderpartnerschappen.

(Doen) Uitvoeren

IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De opdracht verlening en de bijbehorende budgetten aan het RIVM en de RVO worden binnen IenW op één plaats verantwoord en centraal gecoördineerd. Doel hiervan is het verbeteren van overzicht op en flexibiliteit binnen de totale opdracht, kwaliteitsverbetering van het hele opdrachtproces (goed opdrachtgeverschap) en terugdringen van de administratieve lasten.

De IenW ambities kunnen door de hoge mate van verwevenheid met de internationale arena alleen maar effectief worden gerealiseerd in internationaal verband. Dit is niet alleen afhankelijk van de Nederlandse inzet, maar ook van de inbreng van partners en andere partijen. Het opnemen van kwantitatieve meetbare indicatoren gerelateerd aan het te realiseren doel is in dit verband zelden relevant of toepasselijk.

Waar mogelijk zijn deze opgenomen bij de operationele doelen.

Het uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting 2020.

Ook in 2020 heeft Nederland de urgentie van de transitie naar een circulaire economie internationaal actief uitgedragen, waarbij steeds is benadrukt dat circulaire economie een sleutelrol kan vervullen om het klimaatverdrag van Parijs te implementeren. Zo sprak Staatssecretaris Van Veldhoven onder meer op verschillende bijeenkomsten door het jaar heen van het World Economic Forum (WEF) en bij het World Circular Economy Forum (WCEF online) in september. Ook is zij een actief lid in het Platform for Accelerating the Circular Economy (PACE). Nederland had een leidende rol in de totstandkoming van het European Plastics Pact, dat op 6 maart werd gelanceerd en inmiddels meer dan 130 ondertekenaars heeft. In 2020 zijn de voorbereidingen gestart voor een (virtuele) multistakeholder topbijeenkomst over circulaire economie dat op 15 april 2021 wordt gehouden: WCEF+Climate. Het gaat hierbij om een speciale editie van het WCEF, over de kansen die circulaire economie biedt in het realiseren van onze klimaatdoelen.

In 2020 heeft de door Nederland geïnitieerde Global Commission on Adaptation wereldwijd acties opgezet en versneld om beter om te gaan met klimaatverandering. Het jaar van actie volgde op het rapport van de commissie uit 2019 waaruit blijkt dat elke geinvesteerde euro wereldwijd in maatregelen tegen de gevolgen van klimaatverandering 4 keer zoveel zou kunnen opleveren aan totale netto voordelen. Om deze resultaten te borgen en verder te brengen, organiseert Nederland in januari 2021 de Climate Adaptation Summit.De voorbereidingen hiervan en het besluit tot een digitale top hebben in 2020 plaatsgevonden. Nederland wordt hierbij ondersteund door het in Nederland gevestigde Global Center on Adaptation (GCA) met regionale kantoren over de hele wereld, waaronder het kantoor in Ivoorkust en in Bangladesh die in 2020 geopend zijn. In samenwerking met het GCA worden de voorbereidingen getroffen voor de Climate Adaptation Summit. IenW heeft de Water en Resilient Infrastructures Action Tracks geïnitieerd om klimaatadaptatie te versnellen, op te schalen en te verbinden met de financieringsinstellingen.

Tabel 52 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

 

Verplichtingen

71.954

‒ 51.002

56.811

54.909

69.771

42.491

27.280

1

Uitgaven

72.006

70.475

55.953

55.891

68.125

43.374

24.751

 

19.01 Tegengaan klimaatverandering

15.190

17.676

0

0

0

0

0

 

19.01.01 Opdrachten

2.681

3.401

0

0

0

0

0

 

19.01.02 Subsidies

992

2.613

0

0

0

0

0

 

19.01.03 Bijdragen aan agentschappen

11.517

11.662

0

0

0

0

0

 

- Waarvan bijdrage aan NEa

8.017

8.127

0

0

0

0

0

 

- Waarvan bijdrage aan KNMI

809

424

0

0

0

0

0

 

- Waarvan bijdrage aan RWS

2.691

3.111

0

0

0

0

0

 

19.02 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

56.816

52.799

55.953

55.891

68.125

43.374

24.751

 

19.02.01 Opdrachten

3.314

2.648

4.921

5.324

9.009

6.360

2649

2

Uitvoering CDM

68

47

0

0

0

0

0

 

- Interreg

108

0

0

0

0

0

0

 

- Overige Opdrachten

3.206

2.601

4.921

5.324

9.009

6.360

2.649

 

19.02.02 Subsidies

1.438

650

749

292

465

274

191

 

- Interreg

638

650

698

237

435

244

191

 

- Overige Subsidies

800

0

51

55

30

30

0

 

19.02.03 Bijdragen aan agentschappen

43.024

46.008

45.966

46.155

50.865

34.271

16.594

3

- Waarvan bijdrage aan RIVM

33.194

34.755

32.992

34.714

39.394

26.626

12.768

 

- Waarvan bijdrage aan RVO

9.492

11.003

12.474

11.029

11.145

7.382

3.763

 

- Waarvan bijdrage aan KNMI

0

0

167

75

0

0

0

 

- Waarvan bijdrage aan RWS

338

250

333

337

326

263

63

 

19.02.05 Bijdragen aan internationale organisaties

9.040

3.493

4.317

4.120

5.136

2.469

2.667

4

19.02.07 Bekostiging

    

2.650

0

2.650

5

Ontvangsten

145.474

198.797

501

5.780

2.811

0

2.811

6

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere verplichtingenrealisatie van circa € 27,2 miljoen is ontstaan doordat er meer verplichtingen zijn aangegaan in het kader van de opdrachtverlening aan RVO (€ 3,8 miljoen) en RIVM (€ 12,2 miljoen) dan geraamd. Hiernaast is voor de organisatie van de Climate Adaptation Summit € 3,0 miljoen overgeheveld vanuit HGIS middelen en is een verplichtingenschuif uitgevoerd van 2021 naar 2020 ten behoeve van de bekostiging aan de stichting Global Center on Adapation (GCA) voor € 2,0 miljoen. Voorts zijn er bijdragen ontvangen van diverse landen ter financiering van de activiteiten van het GCA (€ 2,8 miljoen) en is in totaal € 3,4 miljoen van het Deltafonds overgeheveld naar dit beleidsartikel. Dit betrof de in 2019 ontvangen bijdrage van Denemarken en het Verenigd Konkijkrijk aan het GCA. Genoemde middelen stonden gereserveerd op het Deltafonds en zijn bij Voorjaarsnota 2020 overgeheveld naar HXII waar de uitgaven worden verantwoord.

  • 2. De hogere kasrealisatie van € 2,6 miljoen betreffen o.a voorbereidingskosten ten behoeve van de Climate Adaptation Summit en uitgaven ten behoeve van het GCA.

  • 3. De hogere uitgaven van circa € 16,6 miljoen aan agentschappen wordt verklaard door een hogere bijdrage aan het RIVM en RVO in het kader van de jaarlijkse opdrachtverlening voor capaciteitsinzet. De uitgaven aan het RIVM en RVO worden verantwoord op artikel 19. Voor de opdrachtverlening worden middelen overgeheveld van de overige beleidsartikelen naar dit beleidsartikel. Voor een nadere toelichting worden verwezen naar de desbetreffende beleidsartikelen.

  • 4. De hogere uitgaven van € 2,6 miljoen zijn het gevolg van een bijdrage aan het World Resources Institute ter ondersteuning van de activiteiten van de stichting GCA. Hiernaast is bijdrage toegekend aan Stichting GCA voor het opzetten van een jaarlijkse rapportage over adaptatie ( State and Trends on Adaptation) alsmede het ontwikkelen van een online Kennisplatform.

  • 5. De hogere kasrealisatie van € 2,65 miljoen betreft de bijdrage (bekostiging) aan Stichting GCA in het kader van de rol die de stichting vervuld als kennisinstituut bij de uitvoering van het kabinetsbeleid.

  • 6. De hogere ontvangst van € 2,8 miljoen betreft middelen die zijn ontvangen van diverse landen (Denemarken, Canada, Verenigd Konkijkrijk) ter financiering van de activiteiten van Stichting GCA.

19.02.01 Opdrachten

In 2020 zijn diverse opdrachten verstrekt in het kader van internationale diplomatie en de stimulering van de internationale samenwerking op het gebied van circulaire economie en klimaatverandering. Tevens zijn opdrachten verstrekt voor het beleidsterrein Satellietdata, waaronder de doorontwikkeling van TROPOMI en het langer in de lucht houden van het Ozone Monitoring Instrument (OMI). Ook zijn er diverse opdrachten verstrekt ten behoeve van de Global Commission on Adaptation en de versnelling van de mondiale klimaatadaptatie agenda.

Daarnaast zijn in 2020 middelen ingezet voor de voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de digitale Climate Adaptation Summit die op 25 januari 2021 zal plaatsvinden.

19.02.02 Subsidies

Interreg

In 2020 zijn in het kader van deze Europese subsidieregeling waarin partijen uit meerdere landen samenwerken op het terrein van innovatie, duurzaamheid, bereikbaarheid en regionale gebiedsontwikkeling, subsidies verstrekt aan de Nederlandse partners. De uitvoering van de regeling ligt bij RVO.

19.02.03 Bijdrage aan agentschappen

RIVM en RVO

IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan uitvoeringsorganisaties binnen het Rijk, zoals aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (uitvoering van subsidieregelingen en ander beleidsondersteunende werkzaamheden) en aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (uitvoering van wettelijke taken en beleid onderbouwend onderzoek).

Voor een specifieke toelichting wordt verwezen naar de desbetreffende beleidsartikelen.

RWS

RWS heeft in 2020 werkzaamheden uitgevoerd inzake de Wet bescherming Antarctica (vergunningenbeleid). Daarnaast zijn middelen toegekend voor ondersteunende activiteiten in het kader van het internationale beleid van IenW waaronder Hoizon Europe en het programma duurzaam inkopen en duurzaam landgebruik.

19.02.05 Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Op grond van internationale verdragen, internationale afspraken, contributieverplichtingen en aanvragen, zijn aan diverse internationale organisaties bijdragen toegekend in 2020. De bijdragen van € 0,1 miljoen of meer zijn kort toegelicht in onderstaand tabel.

Tabel 53 Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Organisatie

Toelichting

Bedrag x € 1.000

World Resources Institute (WRI)

Bijdrage aan het WRI ter ondersteuning van de activiteiten van de Global Commission on Adaptation (GCA). GCA richt zich op het mondiaal versnellen van de Klimaatadaptatie actie agenda.

1.339

Stichting The Global Center onClimate Adaptation

Bijdrage voor het opzetten van een jaarlijkse rapportage over adaptatie, het state and Trends on Adaptation, alsmede het ontwikkelen van een online Kennisplatform. Genoemde zaken dragen bij aan de gestelde doelen van IenW op het gebied van internationale klimaatadaptatie, zoals het verbinden van kennis en creëren van een brede wetenschappelijke basis voor adaptatie.

1.280

UNEP

Bijdrage 2020 aan het United Nations Environment Programme / Environment Fund

615

Center for Climate Risk and Opportunity Management Southeast Asia and Pacific

Bijdrage voor de opzet van een emissie registratie systeen in Indonesie.

200

World Resources Institute (WRI)

Bijdrage aan het WRI ten behoeve van de versterking van het Platform Acceleration Circular Economy (PACE). Het doel is om bij te dragen aan het vergroten van het draagvlak voor (de versnelling van) de transitie naar een circulaire economie en de Nederlandse koploperrol op het gebied van CE over het voetlicht te brengen.

175

International Transport Forum (ITF)

Bijdrage aan het ITF . Het ITF is hét internationale publiek/private platform dat ontwikkelingen op vervoersgebied bespreekt, zoals de globalisering en de verduurzaming.

169

Stichting Dutch Cycling Embassy

De DCE is een publiek private Organisatie die de Nederlandse fietskennis bundelt en over de hele wereld verspreidt. Het doel van deze bijdrage is Nederland internationaal stevig neer te zetten als fietsland.

119

UNEP

Bijdragen aan het Speciale Programma (SP) van UNEP. Dit programma is bedoeld voor institutionele versterking van ontwikkelingslanden en landen in transitie voor de implementatie van de chemicaliën- en afvalverdragen alsmede de strategische aanpak voor het international beheer van chemicaliën.

100

UNEP

Bijdrage aan het International Resource Panel, de pendant van het klimaatpanel IPCC dat bestaat uit vooraanstaande wetenschappers die onafhankelijke informatie verschaffen over het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Net als bij klimaat is het op dat gebied van belang te beschikken over onafhankelijke beleidsrelevante gegevens. De bijdrage verzekert invloed door middel van het lidmaatschap van de stuurgroep.

100

China Council for International Cooperation and Development

Nederland neemt (op uitnodiging van China) deel aan deze adviesraad op hoog niveau op het gebied van duurzame ontwikkeling. De contributies worden gebruikt voor het laten doen van studies. Nederland heeft veel ervaring en kennis op het voor China relevante thema vergroening en wil dit thema de komende jaren beter onder de aandacht brengen.

100

Diverse organisaties

Bijdragen van minder dan € 0,1 miljoen.

939

Totaal

 

5.136

19.02.07 Bekostiging

In 2020 is een bijdrage verstrekt aan Stichting GCA in het kader van de rol die de stichting vervuld als adaptatie kennisinstituut bij de uitvoering van kabinetsbeleid met betrekking tot versnelling en monitoring van de Klimaatadaptatie actieagenda.

Licence