Base description which applies to whole site

4.1 Artikel 20 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Met het artikel 20 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte wordt invulling gegeven aan een meer flexibele planning van infrastructuur zoals toegezegd in de kabinetsreactie op IBO Flexibiliteit (Kamerstukken II 2016-2017, 34 550 A, nr. 5).

Het artikel bevat alle (plan)flexibele budgetten die gereserveerd zijn voor het verbeteren van de bereikbaarheid en gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII en de SVIR <<vlot, veilig en leefbaar>>. De planflexibele budgetten zijn de budgetten welke naar mening van het kabinet flexibel zijn om bij (nieuwe) planvorming te betrekken. Het gaat om de (beschikbare) investeringsruimte, reserveringen die worden aangehouden en om de projectbudgetten gedurende de verkenningsfase. Over deze budgetten zijn nog geen (definitieve) bestuurlijke afspraken gemaakt en zijn niet-juridisch verplicht. Door deze budgetten bijeen te plaatsen in één artikel zijn alle flexibele budgetten overzichtelijk gepresenteerd en worden na besluitvorming, zoals een voorkeursbeslissing, ingezet bij de betreffende modaliteit. Het gaat om algemene reserveringen, de investeringsruimte, verkenningen naar bereikbaarheidsopgaven en reserveringen voor korte termijn mobiliteitsmaatregelen. De budgetten op artikel 20 zijn de basis voor het berekenen van de flexnorm in de infrastructuuragenda.

In dit artikel staan ook de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan deze verkenningen is dat ze – indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking maar dat een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. Dit is zo vastgelegd in de MIRT-werkwijze. In deze werkwijze staat het opgavengericht werken voorop. Samen met bestuurlijke partners wordt steeds bezien welke maatregel op welk schaalniveau, op de korte en op de lange termijn het meest bijdraagt aan de opgave bereikbaarheid. Zo ontstaat een mix van maatregelen die samen met andere partners over een langere periode worden uitgevoerd.

Zodra er bestuurlijke afspraken worden gemaakt bijvoorbeeld door vaststelling van een voorkeursbeslissing worden de budgetten gemuteerd naar het betreffende productartikel.

Tabel 48 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art.20 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

 

Verplichtingen

0

0

0

231.300

‒ 231.300

1

Uitgaven

0

0

0

234.674

‒ 234.674

 

20.01 Verkenningen

0

0

0

1.695

‒ 1.695

 

20.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

0

0

0

0

0

 

20.03 Reserveringen

0

0

0

232.979

‒ 232.979

 

20.03.01 Gebiedsprogramma's

0

0

0

25.574

‒ 25.574

2

20.03.02 Overige reserveringen

0

0

0

207.405

‒ 207.405

3

20.04 Generieke investeringsruimte

0

0

0

0

0

 

20.05 Investeringsruimte toebedeeld modaliteit

0

0

0

0

0

 

20.05.01 Investeringsruimte Hoofdwegennet

0

0

0

0

0

 

20.05.02 Investeringsruimte Spoorwegen

0

0

0

0

0

 

20.05.03 Investerinsruimte Hoofdvaarwegen

0

0

0

0

0

 

20.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

 

Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De verlaging van het verplichtingenbudget is gerelateerd aan de kasmutaties, zie hiervoor de toelichtingen bij de onderdelen 2 en 3.

  • 2. De verlaging van het beschikbare budget (€ -25,6 miljoen) voor gebiedsprogramma's heeft te maken met het overboeken van middelen ten behoeve van de bijdragen aan de provincie Utrecht voor het programma GoedopWeg van U-Ned en no-regretmaatregelen (€ 19,1 miljoen) en de bijdragen aan de KorteTermijnAanpak MoVe (€ 5,5 miljoen). Daarnaast waren de overige middelen in 2021 niet benodigd (€ 1 miljoen).

  • 3. De verlaging van het beschikbare budget (€ -207,4 miljoen) voor overige reserveringen wordt met name verklaard door:

    • een overboeking naar artikelonderdeel 12.03 voor de Regeling Investeringsimpuls Verkeersveiligheid (€ 150 miljoen);

    • een verlaging van de reservering Slimme Duurzame Mobiliteit: een overboeking naar Hoofdstuk XII (via de Brede Doeluitkering en specifieke uitkeringen). Dit betreft de bijdragen aan regionale overheden die volgen uit de BO MIRT-afspraken (€ 19,3 miljoen). Daarnaast schuift € 2,4 miloen door naar latere jaren;

    • een verlaging van de reservering klimaatneutrale netwerken (- € 10 miljoen). Dit komt door de overboeking naar de productartikelen voor maatregelen voor klimaatneutrale netwerken (€ 13,5 miljoen). Hiervoor is € 3,5 miljoen naar 2021 toe geschoven;

    • een uitname in het kader van het Schoon Lucht Akkoord (€ 15,7 miljoen),

    • verlaging van de reservering Beheer en Onderhoud Caribisch Nederland (- 6,9 miljoen): de overgebleven middelen uit 2020 zijn doorgeschoven naar 2021 (€ 5,1 miljoen) en de tranche 2021 Beheer en Onderhoud Caribisch Nederland is uitgenomen, welke als bijzondere uitkering is verstrekt (- € 12 miljoen);

    • een verlaging van de reservering BioLNG (- € 3 miljoen) door een overboeking naar Hoofdstuk XII.

20.01 Verkenningen

Motivering

In dit artikel staan de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan de verkenningen nieuwe stijl is dat ze – indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking maar een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. De verkenningen op dit artikel dragen bij aan de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de SVIR.

Producten

Tabel 49 Projectoverzicht behorende bij 20.01: Verkenningen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Voorkeursbeslissing

Toelichting

 

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2021

 

2021

  

Projecten Noordwest-Nederland

     

A9 Rottepolderplein

31

32

2020

2021

 

Amsterdam Zuid 5e en 6e spoor

168

172

nnb

nnb

 

OV en Wonen Utrecht

152

156

 

nnb

 

A27 Almere Haven

 

22

 

nnb

1

Projecten Zuidwest-Nederland

     

A15 Papendrecht-Gorinchem

342

734

2021

2021

2

Oeververbinding Rotterdam

 

205

 

Regio

 

Projecten Zuid-Nederland

     

A2 Den Bosch-Deil

464

850

2020

2021

3

A58 Breda-Tilburg

55

56

2021

2021

 

Spoorhub Den Bosch

 

67

 

nnb

4

Projecten Oost-Nederland

     

A50 Bankhoef-Paalgraven

69

71

nnb

nnb

 

N35 Wijthmen-Nijverdal

 

102

 

nnb

5

Totaal verkenningsprogramma

1.281

2.466

   

begroting (IF 20.01)

1.281

2.466

   

Toelichting

  • 1. A27 Almere Haven: Bij het BO MIRT 2020 (Kamerstukken II 2020-2021, 35570 A, nr. 45) is besloten een MIRT-verkenning te starten naar de capaciteitsuitbreiding van de A27 tussen Almere Haven en knooppunt Eemnes. De hiervoor gereserveerde middelen (€ 21,8 miljoen) uit het gebiedsprogramma Amsterdam zijn toegevoegd aan deze MIRT-verkenning.

  • 2. A15 Papendrecht-Gorinchem: Dit betreft de benodigde aanvulling van het projectbudget A15 Papendrecht-Gorinchem teneinde het voorkeursbesluit te kunnen nemen (€ 375 miljoen), zoals afgesproken tijdens het BO-MIRT najaar 2020.

    Oeververbinding Rotterdam: In het kader van de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam wordt gewerkt aan de aanpak van het NMCA-knelpunt A16 Van Brienenoordcorridor. De gereserveerde middelen voor de aanpak van dit knelpunt in het Mobiliteitsfonds (€ 200 miljoen), die eerder waren toegekend aan het gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma MoVe (Rotterdam en Den Haag), zijn toegekend aan deze MIRT-verkenning.

  • 3. A2 Deil-Den Bosch/Vught: Bij het BO MIRT 2020 is besloten dat het Rijk extra middelen beschikbaar stelt voor dit project. Het taakstellende budget voor de aanpassing A2 Deil-Den Bosch- Vught wordt verhoogd met € 379,2 miljoen tot € 830 miljoen, waarvoor dekking wordt gevonden in de resterende middelen van de Aanvullende Post Rutte III op artikel 11.05. Naast deze reservering is er € 24 miljoen beschikbaar voor de kortetermijnaanpak.

  • 4. Spoorhub Den Bosch: Op basis van de BO MIRT-afspraak 2019 over een verkennend onderzoek naar station(somgeving), zal een MIRT-verkenning integrale knooppuntontwikkeling ’s-Hertogenbosch worden gestart. Een integrale oplossing voor knooppunt (hub) ’s-Hertogenbosch draagt voor OV en Spoor bij aan capaciteitsvergroting van het emplacement, verbetering van transfercapaciteit en doorloop, robuustheid van het netwerk, is faciliterend voor aanleg van ERTMS en biedt een kwaliteitsverbetering voor OV en station. In verband met de integrale aanpak is het binnen PHS gereserveerde budget (PHS-deelproject transfer Den Bosch) van € 40 miljoen toegevoegd aan dit projectbudget.

  • 5. N35 Wijthmen-Nijverdal: Dit betreft de benodigde middelen om een verkenning te starten voor N35 Wijthmen-Nijverdal (rijksbijdrage: € 100 miljoen), zoals afgesproken tijdens het BO-MIRT najaar 2020.

20.02 Maatregelen doelmatig gebruik infrastructuur

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor planflexibele korte termijn mobiliteitsmaatregelen.

Producten

Tabel 50 Projectoverzicht behorende bij 20.02: Korte termijn maatregelen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Voorkeursbeslissing

Toelichting

 

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2021

 

2021

  

Projecten Nationaal

     

Korte termijn aanpak files

10

1

nvt

nvt

 

Totaal korte termijn maatregelen

10

1

   

begroting (IF 20.02)

10

1

   

Toelichting

  • 1. Korte termijn aanpak files: Het restbudget van de kortetermijnaanpak file van de A1/A35 Azelo-Buren wordt gebruikt voor de realisatie van een weefvak bij Delden/Hengelo-Zuid, conform afspraak bij het BO MIRT 2020 en voor Minder Hindermaatregelen bij het programma U-Ned van de provincie Utrecht.

20.03 Reserveringen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor beleidsprioriteiten of voorziene omstandigheden waarbij nog geen sprake is van een formele verkenning of gedragen uitwerking. Deze middelen zijn bestemd voor specifieke toekomstige opgaven. Dit zijn bijvoorbeeld de gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s. In deze gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s wordt de bereikbaarheidsopgave in deze gebieden adaptief en integraal opgepakt. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de verschillende decentrale overheden. Wanneer duidelijk is hoe en wanneer de opgaven worden aangepakt, bijvoorbeeld met een verkenning of ander soortige (korte termijn) maatregelen worden de gereserveerde middelen overgeboekt naar het betreffende productartikel of artikelonderdeel op artikel 20.

Producten

Tabel 51 Projectoverzicht behorende bij 20.03: Reserveringen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Voorkeursbeslissing

Toelichting

 

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2021

 

2021

  

Gebiedsprogramma's

     

Projecten Noordwest-Nederland

     

Gebiedsprogramma Amsterdam

170

152

nnb

nnb

1

Stedelijk Openbaar Vervoer Utrecht

20

1

nvt

nnb

2

Programma SBaB

 

7

   

Projecten Zuidwest-Nederland

     

Gebiedsprogramma Rotterdam - Den Haag

200

1

nnb

nnb

 

Stedelijk Openbaar Vervoer Den Haag-Rotterdam

57

104

nvt

nnb

3

Reserveringen

     

BenO Caribisch Nederland

81

74

nvt

nvt

 

Maatregelenpakket spoorgoederenvervoer

1

13

nvt

nvt

 

ERTMS

400

512

nvt

nvt

4

Slimme en duurzame mobiliteit

68

195

nvt

nvt

5

Schone Lucht Akkoord

46

35

nvt

nvt

6

BioLNG

5

 

nvt

nvt

7

Strategisch Plan Verkeersveiligheid

450

291

nvt

nvt

8

Klimaatneutrale netwerken

38

 

nvt

nvt

9

Pakket Zeeland

33

68

nvt

nvt

10

Knooppuntontwikkeling OV

 

64

 

nvt

11

Robuuste Hoofdvaarwegen

 

153

 

nvt

12

Goederenvervoercorridors

 

81

 

nvt

13

Internationaal spoorvervoer

 

35

 

nvt

14

Reservering Stikstof

 

150

 

nvt

15

Overige reserveringen

     

Afrondingen

     

Totaal reserveringen

1.568

1.936

   

begroting (IF 20.03)

1.568

1.936

   

Toelichting

  • 1. Gebiedsprogramma Amsterdam: Bij het BO MIRT is besloten een MIRT-verkenning te starten naar de capaciteitsuitbreiding van de A27 tussen Almere Haven en knooppunt Eemnes. De binnen het gebiedsprogramma Amsterdam gereserveerde middelen voor de A27 Almere Haven-Eemnes zijn toegevoegd aan de verkenning (20.01).

  • 2. Stedelijk Openbaar Vervoer Utrecht: In verband met diverse uitkeringen aan de regio (via de beleidsbegroting HXII) is het projectbudget verlaagd.

  • 3. Stedelijk OV Den Haag-Rotterdam: Binnen het project Stedelijk OV Den Haag-Rotterdam valt de overboeking van € 50 miljoen voor Haagse Central Innovation District en de Binckhorst en de overboeking uit het Infrastructuurfonds naar HXII ten behoeve van aanpak grote kruising-Algera (-€ 4 miljoen) binnen de korte termijn aanpak (KTA) MoVe 2020-2021.

    Maatregelenpakket spoorgoederenvervoer: Naar aanleiding van de BO Mirt afspraken in najaar 2020 is de reservering verhoogd.

  • 4. ERTMS: De reservering ERTMS is met een jaar geëxtrapoleerd en geïndexeerd op prijspeil 2021.

  • 5. Slimme en duurzame mobiliteit: Dit betreft de gereserveerde middelen voor het programma Veilig, Slim en Duurzaam (€ 160 miljoen), zoals afgesproken tijdens het BO-MIRT najaar 2020. Gedurende 2021hebben diverse overboekingen plaatsgevonden (€33 miljoen). De grootste posten waren bijdragen aan de korte termijn aanpak Slimme en duurzame mobiliteit en een bijdrage aan het programma Beter Benutten, die tevens volgt uit de gemaakte BO MIRT-afspraken in de afgelopen jaren

  • 6. Schone Lucht Akkoord: voor het schone luchtakkoord zijn middelen overgeboekt naar HXII. Deze middelen zijn middels een specifieke uitkering overgeboekt.

  • 7. BioLNG: Voor een alternatieve regeling BioLNG waren middelen gereserveerd vanwege het aflopen van de tijdelijke teruggaafregeling accijns ter hoogte van € 8 miljoen. Het gaat over de stimulering van de doorontwikkeling naar bioLNG als schonere brandstof voor zwaar vrachtverkeer voor twee jaar. Gedurende 2021 is de resterende € 5 miljoen overgeboekt naar HXII voor de uitvoering van de regeling.

  • 8. Strategisch Plan Verkeersveiligheid: Gedurende 2021 is € 150 miljoen overgeboekt naar artikelonderdeel 12.03.02 ten behoeve van de Regeling Impuls Verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021. Het subsidieplafond is namelijk gedurende 2020 verhoogd naar € 200 miljoen. Daarnaast zijn ten behoeve van de uitvoeringskosten van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid middelen overgeboekt naar artikel 98 op Hoofdstuk XII.

  • 9. Klimaatneutrale netwerken: Teneinde invulling te geven aan de ambitie om te komen tot Klimaatneutrale netwerken (Kamerstukken II 2019-2020, 32 813, nr. 535) zijn de voor 2021 gereserveerde middelen overgeboekt naar artikelen 12, 13 en 15 op het Infrastructuurfonds.

  • 10. Pakket Zeeland: compensatiepakket Zeeland is per saldo toegenomen met € 35 miljoen. Op de Aanvullende Post was in totaal € 50 miljoen euro geraamd voor de ontwikkeling van de stationsomgeving Vlissingen en infrastructurele maatregelen voor de intercityverbinding Vlissingen-Rotterdam. Dit bedrag is inmiddels als reservering overgeboekt. Inmiddels is € 5 miljoen overgeboekt naar artikel 16 voor de ontwikkeling van de stationsomgeving. Ook is € 5 miljoen euro overgeboekt naar HXII voor een specifieke uitkering aan provincie Zeeland ten behoeve van Living Lab met slimme mobiliteit activiteiten. En tot slot is er € 6,3 miljoen overgeboekt naar het IF artikel 12 ten behoeve van het plaatsen van een Intelligente verkeersregelingsinstallaties (IVRI) bij afrit 33 in combinatie met een bypass op de rotonde Nishoek.

  • 11. Knooppuntontwikkeling OV: In het BO MIRT 2020 is afgesproken dat Rijk en regio gezamenlijk een bedrag van € 10,5 miljoen reserveren voor het realiseren van 1000 overdekte fietsstallingsplekken en een nieuwe entreehal aan de noordzijde van de Mandelabrug ter hoogte van de Boerhavelaan in Zoetermeer. De regio reserveert daarvoor € 6,5 miljoen en het Rijk € 4 miljoen. Vanuit de investeringsruimte Spoor (RA-deel) is € 4 miljoen toegevoegd. Tevens is besloten tot het opnemen van € 34 miljoen ten behoeve van de knooppuntontwikkeling. Hiervan gaat € 15,8 miljoen naar Lelylaan Fietsverbinding Almere centrum en € 16 miljoen naar de Nijmegense Fietsenstalling.

  • 12. Robuuste Hoofdvaarwegen: Voor robuutste vaarwegen is een reservering getroffen op het Mobiliteitsfonds. Deze reservering is voor algemene bodemdalingsproblematiek.

  • 13. Goederenvervoercorridors: er is een reservering getroffen voor goederenvervoercorridors. Deze middelen worden ingezet voor langere treinen tussen Rotterdam, Venlo en Bad Bentheim, digitale transportstrategie, herontwerp knooppunt Venlo, regeling kademuren en modal shift.

  • 14. Internationaal spoorvervoer: Ten behoeve van kort grensoverschrijdend spoorvervoer is vanuit de regeerakkoordmiddelen een reservering getroffen.

  • 15. Reservering Stikstof: Dit betreft een tweetal aanvullingen ten behoeve van stikstofmaatregelen. Er is budget vrijgemaakt vanuit de aanvullende post dat aanbestedende rijksdiensten (RWS, ProRail, RVB) in staat stelt om structureel uitstoot-verminderende criteria te stellen bij aanbestedingen (€ 135 miljoen). Daarnaast is er budget beschikbaar gesteld voor bronmaatregelen bij MIRT-projecten (€ 15 miljoen). De middelen zijn afkomstig van de onderuitputting van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv).

20.04 Generieke investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel is de generieke investeringsruimte tot en met 2034 begroot. Dit betreft de investeringsruimte waarvoor nog geen bestemming is aangegeven, en ook niet specifiek is toebedeeld aan een beleidsreservering, (gebieds)programma, verkenning of een modaliteit.

20.05 Investeringsruimte toebedeeld naar modaliteit

Motivering

Op dit artikelonderdeel is investeringsruimte per modaliteit gereserveerd die beschikbaar is voor sectorspecifieke opgaven en risico’s.

Producten

Hieronder is per modaliteit een toelichting opgenomen. Tot en met Ontwerpbegroting 2018 waren deze investeringsruimten weergegeven bij de modaliteitsartikelen op het Infrastructuurfonds. Voor de conversie naar artikel 20 is gekozen om de mutaties die bij deze begroting hebben plaatsgevonden toe te lichten bij de voormalige artikelen en daarna de budgetten over te hevelen naar artikel 20.

20.05.01 Wegen

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan, en ook geen verkenningen gestart. Deze ruimte is ook beschikbaar voor risico's.

20.05.02 Spoorwegen

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan, en ook geen verkenningen gestart. Deze ruimte is ook beschikbaar voor risico’s.

20.05.03 Vaarwegen

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan, en ook geen verkenningen gestart. Deze ruimte is ook beschikbaar voor risico’s.

Licence