Base description which applies to whole site

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Een bijdrage leveren aan een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling.

De Nederlandse economie wordt door zijn openheid en relatief beperkte grootte sterk beïnvloed door internationale financieel-economische ontwikkelingen. Dit betreft voor een belangrijk deel ontwikkelingen in de lidstaten van de EU. Verreweg het grootste deel van de Nederlandse export en import gaat naar of komt uit andere Europese landen. Een sterke Europese economie heeft daarmee een direct effect op de Nederlandse economie. Mede om die reden is Nederland gebaat bij een gezonde financieel-economische ontwikkeling en een stabiele budgettaire en monetaire ontwikkeling in de EU en haar lidstaten, waarbij ook de financiële stabiliteit binnen de eurozone gewaarborgd is.

De minister van Financiën speelt in Nederland op dit gebied een regisserende rol en maakt daarbij gebruik van een aantal instrumenten. Ten behoeve van de bevordering van de financiële stabiliteit neemt de minister actief deel aan internationale overleggen (onder andere de Ecofinraad en de Eurogroep) en zet zich in voor gezond en prudent macro-economisch beleid van lidstaten van de EU en een stabiele macro-economische omgeving in de eurozone. Hieronder valt ook de economische beleidscoördinatie in de EU en de EMU in het kader van het Europees Semester.

Verder neemt de minister van Financiën besluiten over het Nederlandse standpunt met betrekking tot toetreding van landen tot het Exchange Rate Mechanism (ERM-II) en invoering van de euro. Tevens draagt de minister van Financiën het Nederlandse standpunt over de EU-begroting uit en de financiering daarvan op basis van het Eigenmiddelenbesluit. De minister ziet erop toe dat deze EU-begroting volgens de afspraken van het MFK (het huidige MFK loopt van 2021 tot 2027) wordt vormgegeven. Dit geldt ook voor alle coronamaatregelen die in Europees verband zijn genomen (zie ook het overzicht coronamaatregelen).

In internationaal verband zijn maatregelen getroffen om de wereldeconomie minder gevoelig te maken voor financieel-economische crises en te zorgen dat de gevolgen, mocht een dergelijke crisis toch plaatsvinden, zo beperkt mogelijk blijven. De minister van Financiën draagt bij aan het beheer van stabilisatiemechanismen, zoals het EFSF en het ESM ten behoeve van het bewaken van de financiële stabiliteit in de eurozone.

Internationale financiële instellingen (IFI’s), waaronder het IMF, de Wereldbank, de EBRD, de EIB en de AIIB, dragen in belangrijke mate bij aan een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling. Tevens vervullen de IFI’s een belangrijke rol bij het financieel-economisch beleidstoezicht, bevorderen zij de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden en vormen zij een financieel vangnet in het geval van een crisis. De minister houdt als aandeelhouder toezicht op deze IFI’s en hun financiële soliditeit en bestuur, met als doel deze instellingen gezond en sterk te houden. Hierbij bewaakt de Minister ook de financiële belangen van de Nederlandse overheid en de Nederlandse burger. Ook ziet de minister toe op de effectiviteit van de internationale financiële architectuur, waarbij het cruciaal is dat IFI’s hun eigen rol hierbinnen uitvoeren en hun middelen effectief en efficiënt inzetten.

Daarnaast levert de minister een bijdrage aan de internationale beleidsdiscussies en beleidsresponses bij internationale fora zoals de Ecofinraad, de Eurogroep, de G20, verschillende OESO-werkgroepen en commissies en discussies bij het IMF, de Wereldbank en andere IFI’s.

EU/Eurozone

Fit-For-55

De Europese Commissie heeft op 14 juli 2021 haar Fit-for-55-pakket gepubliceerd.58 Dit betreft een pakket met een breed aantal voorstellen om het Europese klimaatbeleid in lijn te brengen met de doelstellingen uit de Europese klimaatwet. Voor het ministerie van Financiën bevat het verschillende relevante onderdelen zoals de voorstellen voor het Social Climate Fund, een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens en een herziening van de richtlijn voor energiebelastingen59.

Nieuwe eigen middelen

De Europese Commissie heeft in december 2021 een voorstel gedaan voor nieuwe eigen middelen voor de financiering van de EU-begroting zoals overeen gekomen tijdens de buitengewone Europese Raad van juli 202060. De voorgestelde eigenmiddelen zijn op basis van een koolstofheffing aan de grens (CBAM) een (uitgebreid) emissiehandelssysteem ETS en de herverdeling van een deel van de belastingheffingsrechten (OESO pijler 1). De Commissie heeft de voorstellen eind 2021 gepubliceerd met het oog op introductie in 2023. Het kabinet beoordeelt de voorstellen op hun merites en neemt daarbij verschillende factoren in overweging.

De Europese Commissie heeft samenhangend met de voorstellen voor nieuwe eigen middelen ook een voorstel gepubliceerd voor de aanpassing van het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027. Dit is om het door de Commissie voorgestelde Social Climate Fund in het kader van het Fit-for-55 pakket te kunnen bekostigen. Daarnaast stelt de Commissie een mechanisme voor om onder het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027 vervroegde aflossing van NGEU-leningen mogelijk te maken.

Internationale Financiële Instellingen

Als gevolg van de coronacrisis bestond er in 2021 in zowel opkomende economieën en lage-inkomenslanden als ontwikkelde landen acute behoefte aan financiering, onder andere voor investeringen in de gezondheidszorg en liquiditeitssteun aan bedrijven. Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) hebben hun mondiale bereik, breed publiek en private sector-instrumentarium en anticyclische financieringscapaciteit ingezet om de impact van corona te mitigeren.

Voor lage-inkomenslanden wordt door het IMF via het Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT) concessionele leningen aangeboden. In 2021 heeft de IMF board besloten om de capaciteit van de PRGT op te hogen, gecombineerd met een aantal beleidswijzigingen waaronder makkelijkere toegang tot financiering, om zo het herstel van PRGT-landen te ondersteunen.61 Nederland heeft tijdens de G20 meeting van ministers van Financiën in oktober 2021 aangekondigd voornemens te zijn een bijdrage aan de leningenaccount van SDR 300 mln te doen.

In 2021 stemde de IMF board tevens in met een generieke allocatie van speciale trekkingsrechten (SDR’s). Van de nieuwe generieke allocatie heeft Nederland, op basis van het quota-aandeel, € 10 mld. (SDR 8,3 mld.) ontvangen. Daarmee komt de totale hoeveelheid Nederlandse SDR's op € 15,8 mld. (SDR 13,1 mld.). De onderliggende overeenkomst tussen DNB en de Staat die de juridische basis vormt voor de garantie, is op het punt van de SDR allocatie en garantie in 2021 geëvalueerd op juridische, financiële en institutionele aspecten. De in 2021 uitgevoerde evaluatie62 stelt vast dat de bestaande garantie niet noodzakelijk is voor de financiële onafhankelijkheid van DNB en dat het afzien van de garantie mogelijk is. Door DNB en de Staat is vervolgens ingestemd met het laten vervallen van de garantie. Hiermee is ook de bestaande garantie voor de reeds gealloceerde SDR's (ca. € 11,6 mld.) vervallen.

De Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) heeft in 2021 in totaal 413 projecten opgezet in het mandaatgebied van de instelling, het op een na hoogste aantal in de geschiedenis van de bank. De bank heeft voor € 10,4 mld. aan investeringen gedaan in 2021, waarvan 76% in de private sector. De helft van de investeringen had een groene component.

De Europese Investeringsbank (EIB) heeft in 2021 middels projecten verder uitvoering gegeven aan haar mandaat. Het door de EIB opgerichte pan-Europees Garantiefonds (EGF) heeft in totaliteit garanties ter waarde van € 23,2 mld. goedgekeurd in 2021. Hiermee wordt naar verwachting € 174,4 mld. aan liquiditeit gemobiliseerd, met name voor het midden- en kleinbedrijf. Gezien het risicoprofiel van de garanties zijn de netto verwachte verliezen van het fonds 20%. Voor Nederland komt dit neer op € 260 mln. (uitgaande van de oorspronkelijke doelomvang van het EGF van € 25 mld.). Deze uitgaven zullen verspreid plaatsvinden over enkele jaren, afhankelijk van wanneer de verliezen, kosten en inkomsten neerslaan. Eind 2021 heeft Nederland een eerste betaling aan het EGF gedaan van € 53.000.

De Wereldbank heeft sinds de start van de pandemie in 2020 aan een steunpakket van ongeveer $ 160 mld. gecommitteerd, mede door de inzet van haar crisisbuffer. Een deel van deze middelen is bijvoorbeeld ingezet voor de financiering van vaccins of de financiering van programma’s om de economische schok als gevolg van corona op te vangen. In februari 2021 is tevens besloten om de 20e middelenaanvulling van IDA (Wereldbankloket voor de armste landen) naar voren te halen, met twaalf maanden. De onderhandelingen voor deze middelenaanvulling inclusief het nieuwe pakket aan voorwaarden zijn in december 2021 afgerond, en leidden tot een totale bijdrage van ongeveer $ 23,5 mld. door 48 landen.63

Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

        

Verplichtingen

11.434.921

1.106.696

1.628.249

37.500.508

‒ 12.102.703

‒ 2.082.075

‒ 10.020.628

        

Uitgaven

39.163

502.045

363.829

215.674

93.930

79.362

14.568

        

Garanties

0

0

0

0

53

0

53

EIB pan-Europees garantiefonds

0

0

0

0

53

0

53

        

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

38.030

397.312

362.506

181.651

59.444

44.283

15.161

Wereldbank

3.132

361.037

325.280

181.651

44.200

44.200

0

Rentecompensatie ESM

0

0

0

0

15.244

0

15.244

AIIB

34.898

36.276

37.226

0

0

0

0

Bijdrage kiesgroepkantoor IMF

0

0

0

0

0

83

‒ 83

        

Leningen

0

103.300

0

33.010

33.300

33.300

0

Teruggave winsten SMP/ANFA

0

103.300

0

33.010

33.300

33.300

0

        

Opdrachten

1.132

1.432

1.323

1.013

1.133

1.779

‒ 646

Technische assistentie kiesgroeplanden

1.132

1.432

1.323

1.013

1.133

1.779

‒ 646

        

Ontvangsten

6.101

5.415

6.828

54.918

127.083

136.298

‒ 9.215

        

Garanties

0

0

2.000

8.550

0

7.750

‒ 7.750

ESM

0

0

2.000

8.550

0

7.750

‒ 7.750

        

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

3.828

3.059

2.792

4.086

2.387

2.180

207

Ontvangsten IFI's

3.828

3.059

2.792

4.086

2.387

2.180

207

        

Leningen

2.273

2.356

2.036

42.282

124.696

126.368

‒ 1.672

Terugbetaling lening Griekenland

0

0

0

41.956

124.696

124.696

0

Renteontvangsten lening Griekenland

2.273

2.356

2.036

325

0

1.672

‒ 1.672

Tabel 27 Uitsplitsing verplichtingen
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

11.434.921

1.106.696

1.628.249

37.500.508

‒ 12.102.703

‒ 2.082.075

‒ 10.020.628

Waarvan betalingsverplichtingen:

678.313

107.144

121.352

935.838

106.438

35.162

71.276

Wereldbank

690.280

0

116.703

901.439

2.716

0

2.716

AIIB

‒ 13.661

1.296

3.399

0

0

0

0

Technische assistentie kiesgroeplanden

1.694

2.548

1.250

1.389

125

1.779

‒ 1.654

Teruggave winsten SMP/ANFA

0

103.300

0

33.010

33.300

33.300

0

EIB - pan-Europees garantiefonds

0

0

0

0

53

0

53

Overige betalingsverplichtingen

0

0

0

0

70.244

83

70.161

        

waarvan garantieverplichtingen:

10.756.607

999.551

1.506.897

36.564.671

‒ 12.209.141

‒ 2.117.237

‒ 10.091.904

Wereldbank

‒ 599.648

199.750

862.876

‒ 457.802

108.980

0

108.980

Garantie aan DNB inzake IMF

11.451.012

654.645

529.184

‒ 680.531

‒ 12.693.185

‒ 2.050.187

‒ 10.642.998

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

0

50.000

50.000

1.262.000

64.000

0

64.000

EFSM

0

60.000

60.000

‒ 168.418

‒ 4.163

0

‒ 4.163

AIIB

‒ 94.757

31.555

14.922

‒ 62.061

56.096

0

56.096

EIB

0

3.601

5.415

1.904.043

2.670

0

2.670

ESM

0

0

‒ 15.500

‒ 6.200

‒ 60.050

‒ 67.050

7.000

SURE

0

0

0

6.071.150

62.516

0

62.516

EIB - pan-Europees garantiefonds

0

0

0

1.301.381

‒ 53

0

‒ 53

NGEU

0

0

0

27.401.109

254.048

0

254.048

EFSF

0

0

0

0

0

0

0

Verplichtingen

Betalingsverplichtingen

Wereldbank

De verplichtingen aan IBRD en IDA zijn aangepast aan de realisatiewisselkoers over 2021.

Overige betalingsverplichtingen

In 2021 is de betalingsverplichting voor rentecompensatie ESM voor de komende jaren geboekt. Deze zullen in de jaren 2022 tot en met 2026 betaald worden.

Garantieverplichtingen

Wereldbank

De garantieverplichting aan de Wereldbank is met € 109 mln. naar boven bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichtingen aan het Wereldbankonderdeel IBRD, IFC en IDA. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gedaald, stijgt de waarde van deze garanties.

Garantie aan DNB inzake IMF

De wijziging in de uitstaande garantieverplichting aan DNB inzake IMF is in 2021 ten opzichte van de begroting met € 10,6 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van de volgende mutaties: de NAB-middelen zijn per 1 januari 2021 verdubbeld van SDR 4,6 mld. (€ 5,4 mld.) naar SDR 9,2 mld. (€ 10,9 mld.). Tevens heeft de IMF Executive Board ingestemd met een verlenging van een deel van de BBA-middelen waarvan de overeenkomsten per 31 december 2020 afliepen. De totale hoeveelheid BBA-middelen zijn per 1 januari 2021 gedaald na deze verlenging met € 7,7 mld. (van € 13,6 mld. naar € 5,9 mld.). Op basis van de uitgevoerde evaluatie64 over de garantie voor Special Drawings Rights (SDR), heeft de Nederlandse Staat met instemming van DNB, besloten deze garantie van € 11,5 mld. te laten vervallen. Daarnaast is de garantie aangepast aan de hand van de wisselkoersstand van de euro ten opzichte van de SDR van het IMF.

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

De garantie kredieten EU-betalingsbalanssteun is verhoogd met € 64 mln. De Nederlandse garantie voor de EU-betalingsbalanssteun (BoP) wordt bepaald door het Nederlandse aandeel in het Europese bni. In 2021 is dit aandeel gestegen van 5,8% naar 5,9% waardoor ook de Nederlandse garantie in deze faciliteit toeneemt.

EFSM

De garantie aan het EFSM is neerwaarts bijgesteld met € 4,2 mln. De Nederlandse garantie wordt bepaald door het Nederlandse aandeel in het Europese bni. Dit aandeel is in 2021 gestegen van 5,8% naar 5,9%, waardoor ook de Nederlandse garantie toeneemt. Daarnaast heeft het EFSM enkele aflopende leningen opnieuw gefinancierd (‘doorgerold’) tegen een lagere rente dan voorheen. Dit zorgt voor een verlaging van de garanties. De combinatie van deze twee effecten heeft ervoor gezorgd dat de garantie voor het EFSM met € 4,2 mln. afgenomen.

AIIB

De garantie aan de AIIB is met € 56,1 mln. naar boven bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting, aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gedaald, stijgt de waarde van deze garantie.

EIB

De garantie van Nederland aan het EIB is verhoogd met € 2,7 mln. De uitstaande garanties van de EIB zijn enigszins verhoogd, omdat het totaal aan uitstaande garanties van de EIB ook is toegenomen65.

ESM

De garantieverplichting aan het ESM is in 2021 met € 7 mln. hoger uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. Dit is het gevolg van een correctieboeking voor het ESM kapitaal. In 2020 is deze garantie in verband met het beëindigen van de kortingsperiode van Slowakije met € 7 mln. teveel afgeschaald. Dat is in 2021 gecorrigeerd.

SURE

De Nederlandse garantie aan de Europese Commissie voor het SURE instrument is met € 62,5 mln. gestegen. SURE heeft als doel om lidstaten financiële assistentie te bieden met betrekking tot uitgaven als gevolg van de coronacrisis die direct gerelateerd zijn aan arbeidsmarktmaatregelen en relevante gezondheidszorg. De garantie wordt aangepast als er een wijziging plaatsvindt in het Nederlandse aandeel in het Europese bni of als er een wijziging optreedt in de uitstaande schuld met bijbehorende renteverplichtingen. Het Nederlandse aandeel in het Europese BNI in 2021 is gestegen van 5,8% naar tot 5,9%, wat leidt tot een hogere garantie. Daarnaast heeft de Europese Commissie nieuwe leningen uitgegeven tegen lagere rentes dan voorheen geraamd, wat leidt tot een lagere garantie. Per saldo leiden deze twee effecten tot een verhoging van de garantie.

Next Generation EU (NGEU)

De Nederlandse garantie aan NGEU is met € 254 mln. naar boven bijgesteld. Nederland heeft een garantie aan de Europese Commissie verleend voor het leningendeel van het NGEU. Het NGEU is ingesteld in reactie op de coronacrisis en bedoeld om het herstel van de gevolgen ervan te ondersteunen. De Nederlandse garantie voor NGEU wordt bepaald aan de hand van het Nederlandse bni-aandeel in de EU en mutaties in de verwachtte schulduitgifte en renteverplichtingen. De Nederlandse bni-afdracht is gestegen van 5,8% naar 5,9%, waardoor de Nederlandse garantie toeneemt. Daarnaast heeft de Europese Commissie namens de Commissie geld op de markt geleend tegen een lagere rente dan voorheen verwacht. De combinatie van deze twee effecten heeft ervoor gezorgd dat de garantie is toegenomen.

Uitgaven

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

De rentecompensatie ESM is met € 15,2 mln. gestegen. De meerjarenraming van de winstafdracht DNB wordt op € 0 gesteld. DNB krijgt volgens de laatste raming te kampen met verliezen en oplopende risico's, als gevolg van (verwachte) ontwikkelingen in de rente en het ECB-beleid. Enkel de rentecompensatie ESM wordt voldaan.

Ontvangsten

Garanties

De ontvangsten aan ESM dalen met € 7,8 mln. Omdat in 2021 de kortingsperiode van Slowakije afloopt en de omvang van het kapitaal van ESM gelijk blijft, krijgen de lidstaten, waaronder Nederland, een deel van hun ingelegde kapitaal terug. De teruggave aan Nederland was begroot voor 2021, maar omdat ESM het bedrag reeds eind 2020 heeft terugbetaald, dalen de ontvangsten in 2021.

Leningen

De renteontvangsten op de lening aan Griekenland zijn met € 1,7 mln. gedaald als gevolg van de lage rentestanden.

58

«Fit for 55»: het EU-Klimaatstreefdoel voor 2030 bereiken op weg naar klimaatneutraliteit, COM (2021) 550 Final

59

Indien mogelijk verwijzen naar tekst FZ

63

IDA20 Washington, D.C. : World Bank Group.

64

Kamerstuk 26234, nr. 254 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.

65

EIB Financial report 31/12/2020

Licence