Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 3. Woningmarkt

Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.

Het toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig mogelijk maken van de woningmarkt voor iedereen, lukt alleen door veel samen te werken en telkens goed alle belangen af te wegen. Als Rijksoverheid, met provincies, gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen, investeerders, projectontwikkelaars, bouwers, makelaars en velen anderen. Ieder heeft een eigen rol, maar altijd samen met anderen.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) jaagt die samenwerking aan. We nemen zoveel mogelijk belemmeringen weg, bieden perspectief in wetten en regels en bewaken de kwaliteit en duurzaamheid van bouwen en wonen, zodat prettig en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk is én blijft.

Beleid en regelgeving

Onder meer via de Wet op de huurtoeslag (WHT), de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen. Tevens is de Minister van BZK medeverantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de huurtoeslag. Tevens is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de WHT.

Regisseren

  • De Minister van BZK voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de Minister van BZK de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.

  • De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet (Wonw) gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden. Tevens is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de verhuurderheffing.

  • Tevens draagt de Minister van BZK zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Uitvoeren

  • De Minister van BZK draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).

  • De uitvoering van de verhuurderheffing en de huurtoeslag is onder verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën belegd bij de Belastingdienst respectievelijk bij het directoraat-generaal Toeslagen. De Belastingdienst en Toeslagen zijn ook verantwoordelijk voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de verhuurderheffing en huurtoeslag.

Huurtoeslag

Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten voor ontvangers van huurtoeslag is in de onderstaande tabel aangegeven welk aandeel van de bruto huur dat per saldo (na aftrek van de huurtoeslag) nog netto door ontvangers van huurtoeslag is verschuldigd.

Uit de tabel blijkt dat het aandeel van de netto huur dat door de huurtoeslagontvanger zelf netto nog betaald moet worden in 2021 nagenoeg gelijk is gebleven ten opzichte van 2020. Deze cijfers zijn nagenoeg gelijk aan de cijfers zoals verwacht in de begroting.

Tabel 10 Verhouding Bruto-Netto huur Huurtoeslag
   

Realisatie

Begroting

Afwijking

Huishoudtype

Netto Huur1

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Eenpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

60,0%

59,9%

59,8%

59,8%

59,7%

59,7%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

49,7%

49,7%

49,6%

49,6%

49,5%

49,5%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

49,1%

49,0%

48,9%

48,9%

48,8%

48,8%

0,0%

Meerpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

60,0%

59,9%

59,8%

59,8%

59,7%

59,7%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

48,7%

48,7%

48,7%

48,6%

48,5%

48,5%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

47,7%

47,3%

47,1%

47,3%

47,1%

46,9%

0,2%

Eenpersoonsouderhuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

59,5%

59,4%

59,4%

59,3%

59,2%

59,2%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

49,4%

49,4%

49,3%

49,3%

49,2%

49,2%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

48,8%

48,7%

48,6%

48,6%

48,6%

48,5%

0,0%

Meerpersoonsouderhuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

59,0%

59,0%

58,9%

58,8%

58,8%

58,7%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

49,0%

49,0%

49,0%

48,9%

48,9%

48,9%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

48,5%

48,4%

48,4%

48,4%

48,3%

48,3%

0,0%

 

Bruto Huur

100%

100%

100%

100%

100%

100%

 
1

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).

Woningbouwimpuls

Met de Regeling Woningbouwimpuls wordt bijgedragen aan het sneller bouwen van meer betaalbare woningen in de vorm van een financiële bijdrage aan gemeenten. De bijdrage stelt gemeenten in staat om hun financiële tekorten op te vangen die ontstaan door de bouw van betaalbare woningen en voor de woningbouw noodzakelijke investeringen, zoals infrastructurele ontsluiting en sanering van gronden. Met de tweede en derde tranche van de Woningbouwimpuls is bijgedragen aan de bouw van 88.943 woningen, waarvan 57.864 in de categorie betaalbaar. Het aandeel betaalbaar is met circa 65% boven verwachting; voor de woningbouwimpuls is de voorwaarde dat ten minste de helft van het programma uit betaalbare woningen bestaat. In 2021 is, na de tweede tranche, een tussenevaluatie uitgevoerd. De tussenevaluatie had als doel om inzicht te krijgen in de werking van het instrument in de eerste twee tranches en het effect van de Regeling te optimaliseren in de derde en navolgende tranches. In mei is de Kamer op de hoogte gesteld van de uitkomsten van de evaluatie (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 748). De evaluatie heeft onder andere geleid tot het aanpassen van het toelatingscriteria over de minimale projectomvang, om zo de toegankelijkheid van de regeling te vergroten voor kleine(re) gemeenten. Daarnaast zijn diverse aanpassingen gedaan in de aanvraagprocedure.

Huurverlaging

De wet Eenmalige huurverlaging voor huurders met een lager inkomen regelt dat huurders van woningcorporaties met een laag inkomen en een hoge huurprijs in 2021 recht op huurverlaging hebben gehad. De Belastingdienst/Toeslagen heeft tot en met 4 oktober 2021 circa 155.000 huurverlagingen van huurders van woningcorporaties geregistreerd. De aan de Dienst Toeslagen gemelde huurverlaging is gemiddeld € 40 per huishouden. Het aantal huishoudens met huurverlaging valt hoger uit, doordat een deel van de huurders bewust of onbewust geen gebruik maakt van deze regeling en de huurtoeslag. De Belastingdienst/Toeslagen registreert alleen huurverlagingen die worden doorgegeven vanwege een (lopende) huurtoeslagaanvraag. Indien er sprake is van een inkomensdaling na 2019 is het voor de huurder daarnaast mogelijk zelf huurverlaging bij de woningcorporatie aan te vragen. Ingeschat wordt dat hier bovenop circa 5.000 huurverlagingen zijn toegepast.

Kansen voor starters

Sinds 1 januari 2021 zijn personen tussen de 18 en 35 jaar eenmalig vrij gesteld van overdrachtsbelasting, zodat voor jongvolwassenen de drempel wordt verlaagd om een woning te kopen. Deze vrijstelling geldt voor een woning tot € 400.000. Daarnaast geldt sinds 1 januari 2021 het verhoogde tarief van de overdrachtsbelasting voor kopers die niet primair tot doel hebben de woning zelf te bewonen, zoals beleggers. Deze partijen worden uitgesloten van het verlaagde tarief van 2%. Zij betalen sinds 2021 8% overdrachtsbelasting bij de aankoop van een woning. Deze wijzigingen staan in de Wet differentiatie overdrachtsbelasting. In algemene zin kan opgemerkt worden dat door de differentiatie de positie van starters op de woningmarkt ten opzichte van beleggers is verstevigd. Zo bleek uit recente cijfers van het Kadaster dat het aandeel beleggers bij woningverkrijgingen in de eerste helft van 2021 is gehalveerd ten opzichte van 2020.

Doorbouwen door corporaties

Het doorbouwen door corporaties had voortdurend de aandacht, ook in het afgelopen jaar. De meest recente cijfers laten zien dat corporaties in 2020 16.000 woningen hebben gebouwd, 1000 meer dan in 2019. Zoals aangegeven in de begroting is de termijn voor de heffingsvermindering verlengd (Stb. 2021, 162). Daarnaast is de marktverkenning daadwerkelijk opgeschort voor de komende drie jaar (Stb. 2021, 425). De tijdelijke opschorting van de regeling is van kracht geworden op 1 januari 2022.

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

4.002.525

4.511.926

4.040.201

4.625.815

5.343.930

5.288.493

55.437

               

Uitgaven

4.022.685

4.518.316

4.069.601

4.576.687

5.411.477

5.278.368

133.109

               

3.1 Woningmarkt

4.017.614

4.513.949

4.069.601

4.281.422

4.426.334

4.354.268

72.066

Subsidies (regelingen)

             

Beleidsprogramma betaalbaarheid

184

256

0

0

0

0

0

Bevordering eigen woningbezit

4.501

4.033

3.877

3.463

3.198

4.000

‒ 802

Huisvestingsvoorziening statushouders

1.900

1.231

100

0

0

0

0

Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG

28.471

470.767

0

0

0

0

0

Woonconsumentenorganisaties

1.036

1.181

0

0

0

0

0

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

0

28.000

10.000

0

20.000

20.000

0

Woningmarkt

0

0

7.161

5.689

7.804

4.349

3.455

Opdrachten

             

WSW risicovoorziening

1.176

1.132

4.654

1.105

1.099

0

1.099

Beleidsprogramma betaalbaarheid

629

915

0

0

0

0

0

NHG risicovoorziening

30.018

30.608

29.768

33.860

63.547

0

63.547

Woningmarkt

0

0

3.590

4.361

3.435

3.435

0

Inkomensoverdrachten

             

Huurtoeslag

3.934.868

3.963.679

3.996.521

4.222.655

4.311.856

4.311.085

771

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

             

Woningmarkt

0

0

2.432

630

2.791

3.066

‒ 275

Bijdrage aan medeoverheden

             

Woningmarkt

0

0

2.350

620

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

             

Dienst van de Huurcommissie

14.456

11.214

8.816

7.939

11.657

7.261

4.396

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

375

933

332

950

947

970

‒ 23

RVO.nl (Uitvoeringskosten BEW)

0

0

0

0

0

100

‒ 100

Diverse bijdragen

0

0

0

150

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Financiën en Nationale Schuld (H9)

0

0

0

0

0

2

‒ 2

               

3.2 Onderzoek en kennisoverdracht

5.071

4.367

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

             

Samenwerkende kennisinstellingen e.a.

1.625

1.147

0

0

0

0

0

Opdrachten

             

Basisonderzoek en verkenningen

1.136

2.269

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

             

Basisonderzoek en verkenningen

2.310

951

0

0

0

0

0

               

3.3 Woningbouw

0

0

0

295.265

985.143

924.100

61.043

Subsidies (regelingen)

             

Woningbouw

0

0

0

0

348

0

348

Opdrachten

             

Woningbouwimpuls

0

0

0

118

636

250

386

Volkshuisvestingsfonds

0

0

0

0

743

0

743

Woningbouw

0

0

0

0

696

0

696

Bijdrage aan medeoverheden

             

Woningbouwimpuls

0

0

0

295.147

499.473

473.600

25.873

Volkshuisvestingsfonds

0

0

0

0

413.165

450.000

‒ 36.835

Flexpools

0

0

0

0

14.183

0

14.183

Kwetsbare groepen

0

0

0

0

49.059

0

49.059

Bijdrage aan agentschappen

             

Woningbouwimpuls

0

0

0

0

0

250

‒ 250

RVB

0

0

0

0

6.840

0

6.840

               

Ontvangsten

557.315

957.719

459.522

432.243

368.749

406.400

‒ 37.651

1

Stand inclusief de amendement op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 35).

Uitgaven

3.1 Woningmarkt

Subsidie(regelingen)

Bevordering eigen woningbezit

De Wet bevordering eigenwoningbezit (BEW) is gericht op de bevordering van het eigenwoningbezit onder lagere inkomensgroepen. Er is voor nieuwe toekenningen op grond van deze wet geen budget meer beschikbaar en de meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen. De uitgaven aan de Wet bevordering eigenwoningbezit zijn in 2021 lager uitgevallen door hoge uitval bij de inkomenstoetsen en door verhuizingen.

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

De Financieringsfailiteit Binnenstedelijke Transformatiet is een revolverend instrument dat woningbouwprojecten financieel haalbaar maakt door leningen aan ontwikkelaars te verstrekken voor de voorfinanciering van de bouw. Het Rijk heeft in totaal € 58 mln. beschikbaar gesteld, waarvan € 20 mln. in 2021. Deze middelen worden beheerd door Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN). Eind 2021 is sinds de instelling van de faciliteit afgerond € 43 mln. aan leningen gecommitteerd, goed voor de bouw van circa 3.726 extra woningen waarvan 53% betaalbaar.

Woningmarkt

Stichting Platform31, een kennis- en netwerkorganisatie, heeft subsidie ontvangen voor het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot trends in stad en regio, flexwonen, verduurzaming en wonen en zorg. Saba, Bonaire en Sint Eustatius hebben middelen ontvangen om de woonlasten van huurders in de sociale sector in 2021 te verminderen en een bijdrage om huurders in de particuliere sector te ondersteunen. Bonaire heeft tevens middelen ontvangen voor infrastructuur ten behoeve van sociale woningbouw. Woningstichting Bazalt en Saba hebben middelen ontvangen voor het versnellen van de woningbouw op Saba.

Kencis heeft subsidie ontvangen voor de monitor studentenhuisvesting. Vereniging Coöplink heeft subsidie ontvangen voor het Actieplan Wooncoöperaties. De Rijksuniversiteit Groningen heeft subsidie ontvangen voor onderzoek op de woningmarkt.

De hogere realsatie ten opzichte van de begroting 2021 wordt verklaard doordat bij 1e suppletoire begroting middelen uit 2020 zijn ingezet voor overlopende posten in 2021 voor initiatieven waarmee kennis en ervaring werd opgedaan met alternatieve woonvormen. Daarnaast zijn voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen toegekend voor de kosten van de verhuurdersubsidie en voor sociale minima die particulier (moeten) huren.

Opdrachten

WSW risicovoorziening

De uitvoerende taken voor de sanering van woningcorporaties zijn gemandateerd aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De kosten die gemaakt worden voor de sanering en de uitvoeringkosten komen uit de risicovoorziening. In het kader van de sanering van Vestia is destijds tussen het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) en Vestia afgesproken dat 40% van de kosten die worden gemaakt voor het onderzoek naar de aansprakelijkheid van banken wordt vergoed uit de risicovoorziening. In 2021 heeft Vestia hiervoor een bijdrage van afgrond € 0,9 mln. ontvangen. Tevens worden elk jaar kosten gemaakt voor de uitvoering van de saneringstaak. Deze bedroegen in 2021 afgerond € 0,1 mln. Deze bijdragen zijn onttrokken aan de risicovoorziening sanerings- en projectsteun woningcorporaties. In 2021 is de saneringssubsidie voor Vestia definitief vastgesteld. Vestia heeft €43.228 aan teveel ontvangen subsidie terugbetaald. Dit is aan de risicovoorziening toegevoegd.

NHG risicovoorziening

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) draagt de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) een vergoeding af aan het Rijk. In 2020 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2021 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2020 ter grootte van afgerond € 63,5 mln. ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort.

Woningmarkt

In 2021 zijn verschillende onderzoeken naar woningbehoefte, woonwensen, woningmarktontwikkelingen en plancapaciteit uitgevoerd. Daarnaast hebben er diverse onderzoeken voor monitoring van beleid, demografische ontwikkelingen, het woningwaarderingsstelsel en evaluatieonderzoek (Platform31 en de Subsidieregeling Experimenten en Kennisoverdracht wonen 2013) plaatsgevonden.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Aan de huurtoeslag is in 2021 evenveel uitgegeven als begroot. Bij de ontvangsten is € 102 mln. minder binnengekomen, als gevolg van minder ingestelde terugvorderingen en pauzering van de terugvorderingen als gevolg van corona. De huurtoeslag heeft hierdoor in 2021 netto uitputting van € 102 mln. negatief ten opzichte van de begroting 2021.

De ontvangsten zijn toegelicht bij de uitgaven huurtoeslag, uitgaven WSW risicovoorziening en de NHG risicovoorziening.

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

Woningmarkt

Aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn bijdragen verstrekt voor de Huur-enquête, het WoON-onderzoek en diverse woningmarktonderzoeken. Aan het Kadaster zijn bijdragen verstrekt voor het leveren van data en een onderzoek naar de positie van koopstarters. Tevens is er een bijdrage verstrekt aan het Ministerie van Economische Zaken (KIRE en financiële markten).

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

Als huurders en verhuurder een geschil hebben, kunnen zij de Huurcommissie vragen daar een uitspraak over te doen. Zij zijn in dat geval gebaat bij een snelle behandeling van hun geschil en een kwalitatieve uitspraak. De werkvoorraad bij de Huurcommissie is in 2020 echter sterk opgelopen als gevolg van het coronavirus, toen de zittingen en onderzoeken ter plaatse tijdelijk stilgelegd moesten worden. In 2021 heeft de Huurcommissie met het actieplan «Aanpak achterstanden» de werkvoorraad sterk terugdrongen tot een behapbaar niveau. Daardoor krijgen partijen nu eerder een uitspraak in hun geschil. Door de extra kosten om de werkvoorraad terug te dringen, is meer uitgegeven dan begroot. Onder meer hiervoor ontving de Dienst van de Huurcommissie (DHC) bijdragen bij de 1e en 2e suppletoire begroting en.

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT, hier valt de Autoriteit woningcorporaties (Aw) onder) heeft in 2021 een bijdrage ontvangen voor het opvragen van gegevens bij woningcorporaties voor beleidsontwikkeling en voor het toezicht op de Wet normering topinkomens (WNT).

3.3 Woningbouw

Subsidies

Woningbouw

In 2021 zijn verschillende subsidies ten behoeve van de woningbouwopgave uitgekeerd, zoals de pilot aanpak sociaal domein voor vakantieparken (€ 160.000) en het programma stedelijke transformatie (€ 128.000). Hiervoor heeft een reallocatie plaatsgevonden bij 2e suppletoire begroting.

Opdrachten

Woningbouwimpuls

De middelen zijn ingezet voor diverse activiteiten in het kader van de tussenevaluatie Woningbouwimpuls met als doel om inzicht te krijgen in de werking van het instrument in de eerste twee tranches en het effect van de Regeling te optimaliseren in de derde en navolgende tranches. Bij 1e en 2e suppletoire begroting zijn hiervoor reallocaties gedaan.

Volkshuisvestingsfonds

Dit betreft een opdracht aan vier consortia van bureaus die ondersteuning aan provincies en gemeenten hebben verleend bij het indienen van aanvragen voor het Volkshuisvestingsfonds.

Woningbouw

In 2021 zijn verschillende kleine(re) onderzoeken uitgevoerd en opdrachten verleend ten behoeve van de woningbouwopgave, onder meer voor vakantieparken

Bijdrage aan medeoverheden

Woningbouwimpuls

Met de specifieke uitkeringen aan gemeenten is in het kader van de tweede en derde tranche van de Woningbouwimpuls bijgedragen aan de bouw van 88.943 woningen, waarvan 57.864 in de categorie betaalbaar. Hierbij heeft er ook een storting van circa € 65,1 mln. in het Btw-Compensatiefonds van het Ministerie van Financiën plaatsgevonden. In 2021 hebben diverse reallocaties plaatsgevonden bij 1e en 2e suppletoire begroting om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden dat van invloed is op de realisatie.

Volkshuisvestingsfonds

Met de specifieke uitkeringen aan gemeenten is in het kader van het Volkshuisvestingsfonds bijgedragen aan de renovatie (20.410 woningen), transformatie (40 woningen) en sloop/nieuwbouw (1.250 sloop en 2.000 nieuwbouw) van 21.700 woningen. Tevens heeft er een storting van circa € 13,4 mln. in het Btw-Compensatiefonds van het Ministerie van Financiën plaatsgevonden. Het benodigde bedrag voor de afdracht aan het Btw-compensatiefonds is lager dan geraamd.

Flexpools

Met de middelen is ondersteuning verleend aan medeoverheden in de voorfase van de woningbouw, onder andere met de inzet van het expertteam en specifieke uitkeringen aan medeoverheden voor de inzet van Flexpools, ondersteuning van de veertien grootschalige woningbouwgebieden en aan acht NOVI gebieden. Deze middelen zijn bij de 1e suppletoire begroting gerealloceerd naar het juiste instrument.

Kwetsbare groepen

Met de middelen voor kwetsbare groepen zijn in 2021 twee regelingen opengesteld voor de huisvesting van kwetsbare groepen, namelijk de Regeling Aandachtsgroepen en de Regeling Vergunninghouders. Binnen de Regeling Aandachtsgroepen is circa € 34,5 mln. besteed aan de ontwikkeling van 6.401 woonruimtes en 1.751 verblijfruimtes. Ook heeft er bij deze uitgave een storting van circa € 14,3 mln. in het Btw-Compensatiefonds van het Ministerie van Financiën plaatsgevonden. Met de Regeling Vergunninghouders is circa € 14, mln. besteed aan de ontwikkeling van 1.290 woningen, waarvan 736 voor statushouders. Tevens heeft er een storting van circa € 500.000. in het Btw-Compensatiefonds van het Ministerie van Financiën plaatsgevonden. Deze middelen zijn bij de eerste suppletoire begroting gerealloceerd naar het juiste instrument.

Bijdrage aan agentschappen

Woningbouwimpuls

Het gaat hier om uitvoeringskosten die RVO maakt voor de woningbouwimpuls. De jaaropdracht aan RVO wordt centraal verantwoord op artikel 4. De middelen zijn gerealloceerd om deze op artikel 4 te verantwoorden.

RVB

Dit betreft de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf die bestaat uit twee onderdelen: het concretiseren van mogelijke huisvestingslocaties voor vergunninghouders (€ 3 mln.) en de realisatie van 100 flexwoningen (€ 3,8 mln.).

Ontvangsten

De ontvangsten zijn toegelicht bij de uitgaven huurtoeslag, uitgaven Waarborgfonds Sociale Woningbouw risicovoorziening en de Nationale Hypotheek Garantie risicovoorziening.

Licence