Base description which applies to whole site

4.4 Beleidsartikelen 6 en 7 Hoger onderwijs

Het stelsel van hoger onderwijs en onderzoek zorgt dat studenten en (wetenschappelijk) personeel hun talenten en onderzoekend vermogen maximaal kunnen ontwikkelen. Het leidt hen op voor een positie op de nationale en internationale arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.

De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van individuele studenten, (wetenschappelijk) personeel en bij de behoefte van de maatschappij.

Financieren

De Minister financiert het stelsel van hoger onderwijs en onderzoek door bekostiging van de onderwijsinstellingen. Mede hierdoor wordt de toegankelijkheid van het hoger onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren

De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen via de bekostiging en de inzet van andere instrumenten, zoals kwaliteitsafspraken, bestuurlijke afspraken, voorlichting en wet- en regelgeving.

Regisseren

De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hoger onderwijs vult de Minister in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. De kwaliteit van de individuele opleidingen in het hoger onderwijs wordt bewaakt met het accreditatiestelsel. Dit is belegd bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften en op de recht- en doelmatigheid. Zij ziet ook toe op de kwaliteit van het stelsel van hoger onderwijs, waaronder het accreditatiestelsel.

Kengetallen
Tabel 26 Kengetallen

Kengetal

         

2020-2021

1

Studenttevredenheid

Hbo

       

66,4%1

Wo

       

78,6%1

     

2016

2017

2018

2019

2020

2

Percentage 25-64 jarigen (mbo/ho) dat deelneemt aan een leeractiviteit (Leven lang leren)2

 

18,8%

19,1%

19,1%

19,5%

18,8%

   

2016/17

2017/18

2018/19

2019/20

2020/21

3

Uitval 1e jaar3

Hbo

15,0%

16,0%

15,5%

11,5%

11,5%

Wo

6,0%

6,7%

7,0%

5,3%

6,4%

4

Bachelor rendement (n+1) van herinschrijvers na het eerste jaar3

Hbo

67,7%

68,1%

69,0%

69,6%

71,0%

Wo

81,1%

80,7%

81,2%

81,1%

81,9%

1

Door aanpassing van de vragenlijst van de Nationale Studenten Enquête in 2020 zijn de recente resultaten niet te vergelijken met die uit voorgaande jaren en wordt 2020/21 als basisjaar voor toekomstige metingen genomen.

2

3

: Met ingang van dit jaar zijn de cijfers over uitval en bachelorrendement berekend op stelselniveau. Dit is anders dan eerdere jaren, toen de cijfers berekend werden op instellingsniveau. Dit zorgt voor een lagere uitval, omdat switchen van instelling niet meer wordt gezien als uitval. De cijfers van alle jaren zijn aangepast aan de nieuwe definitie.

Tabel 27 Studenten hoger onderwijs (aantallen x 1.000)

1

Ingeschreven studenten (inclusief groen onderwijs, aantallen x 1.000)

2017/181

2018/191

2019/201

2020/211

2021/221

 

hbo voltijd associate degree

5,4

6,9

8,7

11,2

12,1

 

hbo voltijd bachelor

396,0

395,1

396,8

415,5

412,6

 

hbo voltijd master

4,1

4,8

5,4

6,0

6,4

 

hbo deeltijd associate degree

3,2

4,0

5,2

6,4

7,6

 

hbo deeltijd bachelor

35,8

36,7

38,9

41,7

43,4

 

hbo deeltijd master

7,7

7,8

7,9

7,7

8,4

 

Totaal hbo

452,2

455,2

462,8

488,3

490,5

               
 

wo voltijd bachelor

171,0

182,1

191,4

205,3

212,4

 

wo voltijd master

102,0

105,8

108,8

118,8

124,7

 

wo deeltijd bachelor

1,7

1,7

1,5

1,6

1,7

 

wo deeltijd master

3,2

3,2

3,0

3,2

3,3

 

Totaal wo

278,0

292,7

304,8

328,9

342,2

               

2

Gediplomeerden (inclusief groen onderwijs, aantallen x 1.000)

20171

20181

20191

20201

20211

 

hbo voltijd associate degree

1,0

1,2

1,4

2,1

2,6

 

hbo voltijd bachelor

62,5

64,1

62,0

61,7

64,4

 

hbo voltijd master

1,3

1,5

1,9

2,0

2,4

 

hbo deeltijd associate degree

0,5

0,8

0,9

1,1

1,5

 

hbo deeltijd bachelor

5,8

6,0

5,9

5,8

6,3

 

hbo deeltijd master

2,4

2,2

2,0

2,1

2,1

 

Totaal hbo

73,6

75,9

74,0

74,8

79,4

               
 

wo voltijd bachelor

34,0

34,0

35,4

37,5

39,0

 

wo voltijd master

41,0

42,6

44,4

45,1

50,1

 

wo deeltijd bachelor

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

 

wo deeltijd master

1,1

1,1

1,1

1,0

1,0

 

Totaal wo

76,3

78,0

81,1

83,8

90,4

               

3

Onderwijsuitgaven per student (Bedragen x € 1.000)2

 

2018

2019

2020

2021

 

hbo

 

8,0

8,0

8,0

8,1

 

wo

 

7,7

8,0

8,0

8,1

4

Wettelijk collegegeld (hbo en wo voltijd, bedragen x € 1)

   

2020/2021

   
       

2.143

   
1

Bron: DUO, 1cijferhobestand.

2

Onderwijsuitgaven per student zijn in constante prijzen 2021 (dat wil zeggen gecorrigeerd voor de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling).

De belangrijkste beleidsconclusies zijn beschreven in het onderdeel beleidsprioriteiten.

Tabel 28 Budgettaire gevolgen beleid van artikel 6 (bedragen x € 1.000)
           

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

3.213.191

3.461.463

3.552.945

3.773.125

5.101.522

3.636.053

1.465.469

                 

Uitgaven

2.925.976

3.262.539

3.399.821

3.511.341

4.304.071

3.688.678

615.393

                 

Bekostiging

2.868.197

3.185.040

3.310.594

3.420.261

4.191.140

3.603.369

587.771

 

Bekostiging onderwijsdeel

2.630.368

3.091.346

3.091.440

3.179.930

3.845.954

3.261.390

584.564

 

Bekostiging ontwerp en ontwikkeling

72.439

80.191

83.670

87.836

89.976

87.882

2.094

 

Studievoorschot kwaliteitsafspraken

   

119.966

144.911

251.645

246.091

5.554

 

Studievoorschotvouchers

       

0

245

‒ 245

 

Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen

10.171

13.503

15.518

7.584

3.565

7.761

‒ 4.196

 

Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo

43

           
 

Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering

155.176

           

Subsidies (regelingen)

5.001

2.077

1.013

1.062

21.592

3.302

18.290

 

Regeling stimulering Bèta/techniek

3.143

           
 

Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding

       

323

2.500

‒ 2.177

 

Zelftesten

       

701

0

701

 

Overige subsidies

1.858

2.077

1.013

1.062

20.568

802

19.766

Bijdrage aan agentschappen

14.089

12.969

13.177

14.722

13.831

13.174

657

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

14.089

12.969

13.177

14.722

13.831

13.174

657

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

38.689

62.453

75.037

75.296

77.508

68.833

8.675

 

NWO: Praktijkgericht onderzoek

29.329

48.963

60.813

60.515

63.075

54.213

8.862

 

NWO: Promotiebeurs voor leraren

5.720

9.238

9.292

10.144

10.371

10.144

227

 

Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

3.640

4.252

4.932

4.637

4.062

4.476

‒ 414

                 

Ontvangsten

1.358

2.057

3.998

2.211

1.647

1.213

434

Tabel 29 Uitsplitsing verplichtingen
           

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

3.213.191

3.461.463

3.552.945

3.773.125

5.101.522

3.636.053

1.465.469

waarvan garantieverplichtingen

53.643

22.410

10.580

‒ 2.703

2.126

0

2.126

waarvan overige verplichtingen

3.159.548

3.439.053

3.542.365

3.775.828

5.099.396

3.636.053

1.463.343

Tabel 30 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 7 (bedragen x € 1.000)
           

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

4.663.507

5.038.007

5.422.362

5.730.555

6.809.694

5.602.699

1.206.995

                 

Uitgaven

4.443.628

4.860.007

5.132.352

5.418.229

6.087.951

5.552.247

535.704

                 

Bekostiging

4.416.577

4.829.573

5.101.096

5.386.198

6.034.531

5.521.306

513.225

 

Bekostiging onderwijsdeel

1.831.298

2.196.748

2.281.781

2.397.433

2.841.970

2.469.513

372.457

 

Bekostiging onderzoeksdeel

1.800.009

1.962.582

2.060.420

2.194.075

2.282.436

2.193.737

88.699

 

Bekostiging ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek

668.992

670.243

686.483

706.319

756.693

707.959

48.734

 

Studievoorschot kwaliteitsafspraken

   

72.412

88.371

153.432

150.097

3.335

 

Studievoorschotvouchers

             
 

Profilering en zwaartepuntvorming

             
 

Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering

116.278

           

Subsidies (regelingen)

2.553

3.573

3.675

3.659

44.339

25.183

19.156

 

Nuffic

       

13.985

14.419

‒ 434

 

Studiekeuze123

       

2.548

2.504

44

 

Vluchteling Studenten UAF

       

2.457

2.457

0

 

Studentenwelzijn (Ecio)

       

850

698

152

 

Interstedelijk Studentenoverleg (ISO)

       

265

249

16

 

Landelijke Studenten Vakbond (LSVb)

       

249

249

0

 

Open en online onderwijs

988

1.674

1.840

1.844

1.639

1.965

‒ 326

 

Zelftesten

       

1.468

0

1.468

 

Overige subsidies

1.565

1.899

1.835

1.815

20.878

2.642

18.236

Opdrachten

1.851

2.404

2.536

3.105

6.380

2.949

3.431

 

Uitbesteding

1.851

2.404

2.536

3.105

2.369

2.949

‒ 580

 

Zelftesten

       

4.011

0

4.011

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

22.647

24.457

25.045

25.267

2.701

2.809

‒ 108

 

Europees Universitair Instituut Florence (EUI)

       

1.669

1.799

‒ 130

 

United Nations University (UNU)

       

1.032

1.010

22

 

Nuffic, SK123, UAF, Ecio, ISO en LSVb

22.647

24.457

25.045

25.267

     
                 

Ontvangsten

1.364

172

9

15

790

16

774

Tabel 31 Uitsplitsing verplichtingen
           

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

4.663.507

5.038.007

5.422.362

5.730.555

6.809.694

5.602.699

1.206.995

waarvan garantieverplichtingen

‒ 22.983

‒ 22.983

‒ 22.983

‒ 17.983

19.517

0

19.517

waarvan overige verplichtingen

4.686.490

5.060.990

5.445.345

5.748.538

6.790.177

5.602.699

1.187.478

De realisatie van de uitgaven 2021 ligt voor het hoger beroepsonderwijs (hbo) € 615,4 miljoen en voor het wetenschappelijk onderwijs (wo) € 535,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is bij het hbo € 0,4 miljoen en voor het wo € 0,8 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De verschillen worden bij de toelichting op de financiële instrumenten verduidelijkt.

De realisatie van de verplichtingen 2021 ligt voor het hbo € 1.465,5 miljoen en voor het wo € 1.207,0 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. Dit betreft voornamelijk:

  • bijstelling van de verplichtingenraming omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2021 voor zowel 2021 als 2022 in het jaar 2021 is verplicht;

  • bijstelling van de verplichtingenraming omdat middelen van het Nationaal Programma Onderwijs voor zowel 2021 als 2022 in het jaar 2021 zijn verplicht;

  • garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen en universiteiten die in 2021 zijn aangegaan of vervallen en waar het Ministerie van OCW garant voor staat.

Bekostiging

De bekostiging van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bestaat uit de hoofdbekostiging waarbij het experiment vraagfinanciering in het kader van flexibel hoger onderwijs voor volwassenen afzonderlijk wordt bekostigd. De bekostiging is voor het hbo met € 587,8 miljoen en voor het wo met € 513,2 miljoen verhoogd.

Dit betreft:

  • de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021 (hbo € 85,8 miljoen en wo € 126,3 miljoen);

  • instellingen zijn, vanwege de grote groei van de studentenaantallen, direct in plaats van met een jaar vertraging gecompenseerd bij de ramingen voor de enorme groei van studentenaantallen (hbo € 243,0 miljoen en wo € 156,0 miljoen);

  • een generieke korting voor alle studenten van 50% op het wettelijke tarief van het les-, cursus-, en collegegeld. Alle studenten worden (vooraf) gecompenseerd door een halvering van het les-, cursus- en collegegeld op het komend studiejaar (2021-2022) (hbo € 149,0 miljoen en wo € 112,0 miljoen);

  • pilots sneltesten voor instellingen om meer fysiek onderwijs mogelijk te maken (hbo € 1,0 miljoen en wo € 3,4 miljoen);

  • compensatie aan de instellingen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs voor het wegwerken en voorkomen van studievertraging en achterstanden in brede zin (hbo € 123,2 miljoen en wo € 118,0 miljoen);

  • verlaging (hbo ‒ € 4,3 miljoen) van de bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen in verband met het feit dat het experiment vraagfinanciering niet verlengt is en er minder vouchers werden toegekend dan geraamd;

  • verlaging door diverse kleinere mutaties en (interne) overboekingen voor onder andere het lerarenbeleid, de Virtuele Internationale Samenwerkingsprojecten, uitbesteding van opdrachten en overige beleidsgerichte activiteiten (hbo ‒ € 9,9 miljoen en wo ‒ € 2,5 miljoen).

Hoofdbekostiging

Universiteiten (wo) en hogescholen (hbo) ontvangen bekostiging voor onderwijs, onderzoek (wo) en ontwerp & ontwikkeling (hbo). De rijksbijdrage wordt jaarlijks aan de universiteiten en hogescholen toegekend als een lumpsum. De rijksbijdrage is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). In het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en de Regeling financiën hoger onderwijs zijn de bepalingen, bedragen en percentages opgenomen op basis waarvan de rijksbijdrage wordt berekend.

Onderwijsdeel (hbo en wo)

Universiteiten en hogescholen ontvangen een rijksbijdrage vanwege onderwijs. De rijksbijdrage is gebaseerd op de nominale studieduur van de opleiding en het volgen en succesvol afronden van één bachelor- en één masteropleiding. Het onderwijsdeel bestaat uit:

  • a. een studentgebonden deel: gebaseerd op het aantal ingeschreven bekostigde studenten en graden (diploma’s). Er zijn drie bekostigingsniveaus (laag, hoog en top);

  • b. een onderwijsopslag in bedragen: bedragen op basis van afspraken voor kwaliteit, kwetsbare opleidingen en bijzondere voorzieningen;

  • c. een onderwijsopslag in percentages.

Deel ontwerp en ontwikkeling (hbo) en onderzoeksdeel (wo)

Hogescholen ontvangen een rijksbijdrage vanwege ontwerp en ontwikkeling (praktijkgericht onderzoek). Universiteiten ontvangen een rijksbijdrage vanwege het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoeksdeel wo is gebaseerd op:

  • a. een studentgebonden deel: gebaseerd op het aantal bekostigde graden;

  • b. een deel promoties: gebaseerd op het aantal promoties leidend tot een proefschrift en het aantal ontwerperscertificaten;

  • c. een voorziening onderzoek in bedragen: bedragen op basis van afspraken over onder andere sectorplannen en zwaartekracht;

  • d. een voorziening onderzoek in percentages.

Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek (wo)

De bekostiging van het onderwijs en onderzoek bij de acht academische ziekenhuizen loopt via de universiteiten. Hier kunnen studenten geneeskunde onderwijs volgen en praktijkervaring opdoen. De rijksbijdrage bestaat uit een deel dat is gebaseerd op het aantal ingeschreven studenten en graden, een procentueel deel en een bedrag vanwege rente en afschrijving (voor huisvesting).

Studievoorschotmiddelen (hbo en wo)

In het akkoord over het studievoorschot is afgesproken dat de middelen die beschikbaar komen door de invoering van het studievoorschot gekoppeld worden aan kwaliteitsafspraken. Sinds het voorjaar 2019 zijn alle instellingen van start gegaan om samen met de medezeggenschap te komen tot een plan voor de kwaliteitsafspraken. Begin november 2019 is een stand van zaken kwaliteitsafspraken (Kamerstukken II 2019/20, 31288, nr. 792) naar de Tweede Kamer gezonden.

De plannen van de instellingen beslaan de periode van 2019 tot en met 2024 en worden beoordeeld door de NVAO. Aan de hand van het advies van de NVAO wordt door de Minister besloten of het plan van een instelling voldoende is en of de instelling haar studievoorschotmiddelen krijgt toegekend voor de periode 2021 tot en met 2024. De toekenning van de middelen was in eerste instantie voorzien vanaf 2021, omdat de NVAO de plannen zou beoordelen in 2019 en 2020. De beoordeling en besluitvorming loopt vanwege de COVID-19- maatregelen echter vertraging op. Om ervoor te zorgen dat instellingen niet in financiële onzekerheid zitten en de instellingen kunnen blijven investeren in de kwaliteit van het hoger onderwijs is besloten de kwaliteitsbekostiging ook voor 2021 toe te kennen met de reguliere rijksbijdrage, net zoals is gebeurd voor 2019 en 2020. Om de kwaliteitsbekostiging vanaf 2022 in plaats van in 2021 in te laten gaan, is het Besluit kwaliteitsbekostiging hoger onderwijs aangepast. In 2021 hebben alle instellingen een positief besluit ontvangen op de aanvraag voor de kwaliteitsbekostiging. Per brief van 12 november 2021 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken (Kamerstukken 2021/2022, 31288, nr. 930).

Studievoorschotvouchers (hbo en wo)

Bij het akkoord over het studievoorschot is afgesproken dat de eerste vier cohorten studenten die zijn ingestroomd sinds de afschaffing van de basisbeurs bij afstuderen (hbo-bachelor of wo-master) een voucher ontvangen ter waarde van 2.000 euro, als tegemoetkoming vanwege het feit dat zij in mindere mate profiteren van de herinvestering van middelen in de kwaliteit van het hoger onderwijs. Deze afgestudeerden kunnen de vouchers vijf tot tien jaar na afstuderen inzetten voor deelname aan (delen van) geaccrediteerde opleidingen hoger onderwijs, bij zowel bekostigde als niet-bekostigde instellingen. Er heeft nog geen uitkering plaatsgevonden.

Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (hbo)

Dit betreft in 2021 het experiment vraagfinanciering. Doel van dat experiment is om kennis op te doen over de effecten van meer maatwerk en vraaggerichtheid van het aanbod op de deelname en diplomering van volwassenen in het deeltijd- en duaal onderwijs. In het experiment vraagfinanciering maken studenten aanspraak op vouchers die zijn in te zetten bij bekostigde of niet bekostigde deelnemende opleidingen en hebben bekostigde instellingen meer mogelijkheden voor flexibiliteit en vraaggerichtheid. Het experiment is in 2016 gestart in de sector Techniek & ICT en vanaf september 2017 ook in een aantal opleidingen in de sector Zorg & Welzijn. Ook in 2018 is er nog een aantal nieuwe opleidingen toegetreden tot het experiment vraagfinanciering. Naar aanleiding van de tussenevaluatie is in april 2019 besloten de instroom in het experiment niet te verlengen. Studenten die tot eind augustus 2019 zijn ingestroomd bij opleidingen die deelnemen aan het experiment vraagfinanciering kunnen tot het eind van het experiment (2024) aanspraak blijven maken op vouchers. De evaluatie van het experiment vraagfinanciering vindt plaats eind 2021/begin 2022. De realisatie op het experiment in 2021 is voor hbo € 4,2 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. Deze lagere realisatie is het gevolg van het feit dat het aantal aangevraagde vouchers in 2021 in het experiment vraagfinanciering lager uitkwam dan de raming.

Subsidies

Tegemoetkoming tweede lerarenopleiding (hbo)

De subsidieregeling tweede lerarenopleiding maakt het voor leraren financieel aantrekkelijker om een tweede lerarenopleiding (bachelor of master) te volgen die opleidt tot een bevoegdheid en waarvoor instellingscollegegeld moet worden betaald, indien zij geen aanspraak mogen en kunnen maken op een andere subsidieregeling. In verband met het feit dat er minder beroep op de regeling werd gedaan dan geraamd is € 2,1 miljoen minder uitgegeven.

Nuffic (wo)

Nuffic is het expertise- en dienstencentrum voor internationalisering in het Nederlandse onderwijs; van primair en voortgezet onderwijs tot beroepsgericht en hoger onderwijs en onderzoek. De afgelopen jaren heeft er een heroverweging plaatsgevonden van de subsidie aan Nuffic voor wat betreft de grondslag van de subsidie en de sturingsrelatie van het Ministerie van OCW richting Nuffic. Met het wetsvoorstel Wet wettelijke taken internationalisering onderwijs wordt een aantal taken van Nuffic in het kader van diplomawaardering, bevordering van de internationalisering en de advisering rondom beursverlening wettelijk geborgd. Door middel van het wetsvoorstel wordt de Wet subsidiering landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (SLOA) aangepast, op grond waarvan subsidie aan Nuffic kan worden verstrekt voor haar wettelijke taken. De verwachting is dat het wetsvoorstel in de 1e helft van 2022 in werking zal treden.

Studiekeuze 123 (wo)

De stichting Studiekeuze123 is door de Minister aangewezen als partij om objectieve, betrouwbare en vergelijkbare studiekeuze-informatie te verzamelen en te verspreiden en tevens onderzoek te doen naar studenttevredenheid en –betrokkenheid. Voor dit laatste organiseert de stichting jaarlijks de Nationale Studentenenquête.

Vluchteling Studenten UAF (wo)

UAF begeleidt en ondersteunt vluchtelingen die zich voorbereiden op een studie in het hoger onderwijs met als doel dat de aspirant-student kan starten met een passende studie die opleidt tot een diploma.

Studentenwelzijn (Ecio) (wo)

Het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (Ecio) bouwt aan inclusief onderwijs op tactisch, operationeel en strategisch niveau voor verdere professionalisering en verduurzaming van inclusief onderwijs en het versterken van het zelfvertrouwen van studenten met een ondersteuningsvraag. Onder andere, adviseert en ondersteunt Ecio universiteiten, hogescholen en het mbo om belemmeringen voor studenten met een functiebeperking en met een ondersteuningsbehoefte weg te nemen en hen succesvol te laten studeren en doorstromen naar de arbeidsmarkt. Ecio coördineert daarnaast bijvoorbeeld ook de bijeenkomsten van het Landelijk Netwerk en de Landelijke Werkgroep Studentenwelzijn.

Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) en Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) (wo)

Het betreft hier de (structurele) bekostiging van een tweetal organisaties die beleidsmatig activiteiten uitvoeren die betrekking hebben op de belangenbehartiging van studenten.

Zelftesten (hbo en wo)

De subsidieregelng tegemoetkoming kosten distributie zelftesten (hbo) heeft tot doel instelllingen die de distributie van zelftesten binnen de eigen instelling zelf ter hand nemen financieel hiervoor tegemoet te komen (uitgaven € 0,7 miljoen). Daarnaast heeft SURF (wo) een projectsubsidie van € 1,5 miljoen ontvangen voor het inrichten en beheren van de website waarop informatie wordt verstrekt over het gebruik van zelftesten. En is er een portaal gecreëerd waar studenten en medewerkers persoonlijk zelftesten kunnen aanvragen.

Open en online hoger onderwijs (wo)

De subsidieregeling open en online hoger onderwijs is bedoeld om instellingen passend bij hun profiel, te laten experimenteren met verschillende vormen van open en online onderwijs. Dit heeft twee doelen: het versterken van open en online onderwijs, en het stimuleren van delen, hergebruiken en (door)ontwikkelen van open leermateriaal in vakcommunity’s. Aan beide doelstellingen wordt veel aandacht besteed.

Onder begeleiding van SURF zijn in 2021 15 projecten gestart; 11 voor de pijler online onderwijs en 4 voor de pijler open leermaterialen. Deze 15 projecten dragen bij aan de onderwijskwaliteit, de toegankelijkheid van onderwijsmateriaal en de toegankelijkheid van Nederlandse onderwijsinstellingen. De projecten kennen een looptijd van maximaal 24 maanden. De resultaten van de projecten van de instellingen dienen ook als belangrijke input voor de Kennisagenda van SURF.

Overige subsidies (hbo en wo)

Coronabanen in het hoger onderwijs

De subsidieregeling coronabanen in het hoger onderwijs voorziet in een tegemoetkoming in de kosten van het inzetten van tijdelijk ondersteunend personeel voor het eerste half jaar 2021 (1 januari tot en met 30 juni) om de continuïteit van het onderwijs tijdens de COVID-19-crisis te kunnen waarborgen (uitgaven hbo € 6,9 miljoen en wo € 7,3 miljoen).

Extra hulp voor de klas

De subsidie regeling extra hulp voor de klas is een tegemoetkoming in de extra kosten die scholen of instellingen tijdelijk maken om de continuïteit van het onderwijs tijdens de uitbraak van COVID-19 te kunnen waarborgen. Voor het hoger onderwijs ziet deze regeling op het tweede tijdvlak in 2021 (juli 2021 tot en met 31 december 2021) (uitgaven hbo € 12,1 en wo € 11,9 miljoen).

Overig

Dit betreft afzonderlijk voor de sectoren hbo en wo overige toekenningen die gelijk dan wel kleiner zijn dan € 1,0 miljoen. Het gaat hier om middelen op basis van de afstudeerregeling, de subsidieregeling virtuele internationale samenwerkingsprojecten hoger onderwijs en ad-hoc projecten (uitgaven hbo € 1,6 miljoen en wo € 1,7 miljoen).

Opdrachten (wo)

Uitbesteding

Voor de beleidsontwikkeling worden opdrachten verstrekt voor het uitvoeren van diensten. Het gaat hierbij met name om opdrachten voor beleidsgerichte activiteiten/onderzoeken. De realisatie ligt € 0,6 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit komt hoofdzakelijk omdat opdrachten, mede in verband met COVID-19 , met vertraging worden verstrekt en betaald.

Distributie en Zelftesten

Er zijn opdrachten verstrekt voor fulfilment en distributie van zelftesten die door studenten zijn besteld via het daartoe ingerichte bestelportaal tot een bedrag van € 4,0 miljoen.

Bijdrage aan agentschappen

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor de begrotingsartikelen 6 en 7.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s 

Praktijkgericht onderzoek

Het praktijkgericht onderzoek van hogescholen ontstaat vanuit een vraag of probleem uit de praktijk. Resultaten zijn kennis, inzichten, producten en diensten die bijdragen aan innovatie van de beroepspraktijk en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Ook versterkt het onderzoek de kwaliteit van het hoger beroepsonderwijs. Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA bevordert de kwaliteit en de impact van het praktijkgericht onderzoek van hogescholen en de verdere uitbouw en vernieuwing ervan. Dit doet het regieorgaan door onderzoek te financieren en de samenwerking tussen hogescholen, het bedrijfsleven en publieke instellingen te stimuleren. In 2021 ontving het regieorgaan 692 ontvankelijke subsidieaanvragen binnen 22 verschillende regelingen (financieringsinstrumenten). Van deze aanvragen zijn er 438 gehonoreerd. In 2021 gingen 450 projecten en trajecten van start. Eind 2021 waren in totaal 1233 projecten en trajecten in uitvoering.

Het budget voor voor het praktijkgericht onderwijs is met € 8,9 miljoen verhoogd in verband met:

  • de compensatie (€ 3,1 miljoen) vanuit het Nationaal Programma Onderwijs voor herstel en perspectief gericht op het opvangen van vertraging bij het praktijkgericht onderzoek op hogescholen;

  • een toevoeging (€ 0,4 miljoen) aan het budget Praktijkgericht onderzoek hbo van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) vanuit het Ministerie van VWS om samen met het Regieorgaan SIA (onderdeel NWO) een onderzoeksprogramma op te zetten naar interventies in de buitenruimte;

  • een toevoeging (€ 3,2 miljoen) vanuit het Ministerie van LNV voor het programma Voedsel en Groen aan grote maatschappelijke opgaven op het vlak van voedsel, kringlooplandbouw en klimaatopgaven. Een en ander als thematische samenwerking tussen het Ministerie van LNV, NWO en de groene hogescholen;

  • een toevoeging (€ 0,5 miljoen) vanuit het Ministerie van IenW voor het onderzoek van Afval Naar Grondstof 2021 (PRO-VANG 5), waarin de samenwerking tussen midden- en kleinbedrijven en hogescholen centraal staat om het onderzoek praktijkgericht te maken, om de circulaire economie op hbo-opleidingen te laten aansluiten en om het ondernemerschap te stimuleren;

  • een toevoeging (€ 0,5 miljoen) ten behoeve van de werkafspraken voor de KIEM-groen pilotregeling practoraten 2021-2024;

  • de uitdeling van de loon en prijsbijstelling tranche 2021 (€ 1,2 miljoen).

Promotiebeurs voor Leraren

Leraren in het po, vo, mbo, en hbo worden in staat gesteld om promotieonderzoek te verrichten dat uitmondt in een proefschrift. In 2021 is via het NWO aan 51 leraren een nieuwe beurs voor een periode van vijf jaar verstrekt.

Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

De NVAO is als onafhankelijke, binationale accreditatieorganisatie opgericht door de Nederlandse en Vlaamse overheid en geeft een deskundig en objectief oordeel over de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Dit betreft de bijdrage die de Nederlandse overheid rechtstreeks aan de NVAO vergoedt voor de uitvoering van haar taken.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 

Het betreft hier de (structurele) bekostiging van organisaties die beleidsmatig prioritaire taken uitvoeren, ofwel activiteiten uitvoeren die betrekking hebben op de belangenbehartiging van studenten, ofwel taken uitvoeren die voortkomen uit verdragsrechtelijke verplichtingen.

Ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten (hbo € 0,4 miljoen en wo € 0,8 miljoen) betreffen met name terugvorderingen bij instellingen en andere subsidieontvangers, bijvoorbeeld als gevolg van een getroffen afbetalingsregeling of door correcties en eindafrekeningen op in eerdere jaren toegekende bekostiging en subsidies.

Licence