Base description which applies to whole site

4.1 Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de Rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de Begroting hoofdstuk XII.

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van de uitvoering artikel 1 Investeren in waterveiligheid (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

 

Verplichtingen

708.835

278.012

280.032

765.964

865.701

1.018.861

‒ 153.160

1

Uitgaven

515.558

509.245

451.429

428.861

536.517

568.377

‒ 31.860

 

1.01 Grote projecten waterveiligheid waterveiligheid

308.998

242.861

161.763

38.164

109.167

109.499

‒ 332

 

1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten

147.362

156.824

141.647

12.644

85.955

77.722

8.233

2

1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten

72.542

41.694

9.852

991

913

1.202

‒ 289

 

1.01.03 Ruimte voor de rivier

78.412

29.353

4.218

3.417

445

4.990

‒ 4.545

 

1.01.04 Maaswerken

10.682

14.990

6.046

21.112

21.854

25.585

‒ 3.731

 

1.02 Ontwikkeling waterveiligheid

199.682

258.320

282.887

381.902

416.639

448.187

‒ 31.548

 

1.02.01 Planning waterveiligheid

1.140

14.694

11.386

46.018

38.125

53.721

‒ 15.596

3

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

226

363

546

559

3.131

437

2694

 

1.02.02 Aanleg waterveiligheid

198.542

243.626

271.501

335.884

378.514

394.466

‒ 15.952

4

1.03 Studiekosten

6.878

8.064

6.779

8.795

10.711

10.691

20

 

1.03.01 Studie en onderzoekskosten

6.878

8.064

6.779

8.795

10.711

10.691

20

 

1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid

208.552

205.107

193.910

174.597

208.140

166.404

41.736

 

1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWPB-2

120.473

4.740

57.391

309

104

0

104

 

1.09.02 Overige ontvangsten HWPB-2

0

1850

61

0

0

0

0

 

1.09.03 Ontvangsten waterschappen HWPB

57.149

166.088

117.901

169.964

181.972

164.909

17.063

5

1.09.04 Overige ontvangsten HWPB

728

3258

5.150

100

13.430

0

13.430

6

1.09.05 Overige aanleg ontvangsten

30.202

29.171

13.407

4.224

12.634

1.495

11.139

7

Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdeel en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De per saldo lagere realisatie bij artikel 1 waterveiligheid (€ -153,2 miljoen), door zowel projecten met een hogere als met een lagere realisatie. De hogere realisatie betreft de projecten:

  • Bij het programma HWBP-2 is de realisatie € 55 miljoen hoger dan bij het opstellen van de begroting werd voorzien. Deze hogere verplichtingenrealisatie wordt veroorzaakt bij het project Markermeerdijk (€ 53 miljoen), omdat de subsidie aanvraag van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hoger was dan begroot.) en Eemdijk (€ 2 miljoen), als gevolg van een hogere eindafrekening van het waterschap Vallei en Veluwe;

  • Toename van het artikel als gevolg van toekenning van prijsbijstelling 2022 (€ 18 miljoen);

  • Krib- en oeververlaging Pannerdensch Kanaal (€ 17 miljoen), waar de gunning is verschoven naar 2022 als gevolg van stikstofproblematiek.

  • De lagere realisatie betreft de projecten:

    • HWBP waar minder verplichtingen zijn aangegaan dan begroot (€ -202 miljoen). Deze lagere verplichtingen is opgebouwd uit plussen en minnen. Het programma is afhankelijk van de subsidie aanvragen van de uitvoeren de waterschappen / hoogheemraadschappen.

    • Een aantal waterschappen heeft de beschikkingsaanvraag en jaar verschoven omdat meer voorbereidingstijd nodig is (€ -636 miljoen). Dit is van toepassing bij: Hollandse IJsselkering (€ -14 miljoen), Zwolle (€ -72 miljoen), Lauwersmeer (€ -43 miljoen), Gouderak (€ -161 miljoen), Maasovereenkomst (€ -184 miljoen), Ravenstein (€ -123 miljoen), Lob van Gennep (€ -15 miljoen), IJsseldijk (€ -8 miljoen),Centraal Holland (€ -8 miljoen) en Sterke Lekdijk (€ -8 miljoen);

    • Hiertegenover staat dat een aantal projecten in 2021 hebben aangegeven meer voorbereidingstijd nodig te hebben en is de beschikkingsaanvraag in 2022 ontvangen en verplicht (€ 434 miljoen). Dit is van toepassing bij: Gorinchem – Waardenburg (€ 52 miljoen), Tiel – Waardenburg (€ 307 miljoen), Zwolle – Olst (€ 52 miljoen) en Koehool (€ 23 miljoen).

  • Een verplichting voor het project IJsseldelta fase 2 is in 2021 aangegaan in plaats van 2022 (€ -40 miljoen).

  • Diverse kleinere mutaties per saldo € -1,2 miljoen.

  • 2. De hogere realisatie voor programma HWBP-2/Waterschapsprojecten (€ 8,3 miljoen) is het gevolg van:

    • Een hogere eindafrekening van het HWBP-2 project Versterking Eemdijk zuidelijke randmeren dan bij het opstellen van de begroting 2022 werd voorzien (€ 3,1 miljoen);

    • Hogere uitgaven bij het project Markermeerdijk (€ 5,2 miljoen). Dit is veroorzaakt door de hogere subsidie aanvraag van het hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier (€ 2,6 miljoen) en het toevoegen van de prijsbijstelling 2022 (€ 2,6 miljoen).

  • 5. De lagere realisatie op planning Waterveiligheid (€ -15,6 miljoen) betreft met name betalingen voor het project IJsseldelta fase 2 die in 2021 zijn gerealiseerd in plaats van 2022 (€ -17,4 miljoen), een hogere realisatie door de start van de planuitwerking van het project Rivierklimaatpark IJsselpoort (€ 2 miljoen) en enkele kleinere mutaties (€ 0,2 miljoen).

  • 6. De lagere realisatie bij het artikelonderdeel 1.02.02 (€ -15,9 miljoen) is het gevolg van € 37,1 miljoen overprogrammering.

    HWBP Rijksprojecten kent een lagere realisatie van het project Hollandse IJsselkering, omdat de uitvoering van het project in 3 jaar plaatsvindt (€ -12,2 miljoen).

    Bij het project dijkversterking Marken is de uitvoering verschoven van 2022 naar 2023. Hierdoor zijn de termijnbedragen in 2022 lager dan voorzien (€ -8,4 miljoen); Vertraging bij de kribverlaging Pannerdens Kanaal (€ -6,2 miljoen) als gevolg van de PAS problematiek.

    Bij HWBP Waterschapsprojecten kent een lagere realisatie (€ -26,2 miljoen) door zowel projecten met een hogere als met een lagere realisatie. De hogere realisatie (€ 157,8 miljoen) betreft de projecten:

    • Gorinchem-Waardenburg (€ 64,7 miljoen), door de snellere fysieke voortgang van het project;

    • Zwolle-Olst (€ 28,9 miljoen) De goedkeuring van de provincie is verkregen en het project is gestart;

    • Koehool , aanvraag voorzien in 2021, ontvangen en beschikking afgegeven in 2022 (€ 23,9 miljoen);

    • Tiel-Waardenburg (€ 17,1 miljoen) door versnelde uitvoering;

    • Zuid-Beveland: door snellere uitvoering van het project (€ 11,2 miljoen);

    • Rijnkade Arnhem: hogere kosten vanwege stijging van de kosten van bouwstoffen (€ 6,3 miljoen);

    • Gouw Zee, door eerdere uitbetaling van de voorfinanciering (€ 5,7 miljoen).

De lagere realisatie (€ -184 miljoen) betreft de projecten:

  • Herziening van de planning door de keringbeheerders, waardoor de realisatie in 2022 lager uitkomt dan voorzien (€ -104,3 miljoen). Hierbij is uitgegaan van de actuele prognoses van de beheerder (waterschappen) die de projecten voorbereiden en uitvoeren. De gewijzigde planning is vastgesteld in het programmabestuur. Het gaat om de volgende projecten:

    • Wolveren (€ -49,9 miljoen);

    • Gouderak (€ -32,7 miljoen);

    • Zettingsvloeiingen (€ -11,3 miljoen);

    • IJsselmeerdijk bij Lelystad (€ -10,4 miljoen);

  • Maasovereenkomst, vertraging bij diverse deelprojecten door vertraging in vaststelling van de interne scopes en archeologische vondsten (€ -36,4 miljoen);

  • Zwolle: vanwege het uitblijven van de subsidie aanvraag (€ -24 miljoen);

  • Waterschapsprojecten (€ -8,4 miljoen) omdat niet alle prijsbijstelling is opgevraagd;

  • Streefkerk-Ameide-Fort Everdingen (SAFE): door vertraging van de aanvraag in verband met latere bestuurlijke vaststelling van het voorkeursalternatief (€ -7,2 miljoen);

  • Diverse kleinere mutaties per saldo (€ -3,7 miljoen).

  • 5. De hogere ontvangsten (€ 17,1 miljoen) zijn het gevolg van de indexatie van de bijdragen van de Waterschappen in 2022 (€ 8,5 miljoen) en een hogere ontvangst in het kader van de verrekening Bestuursakkoord water (€ 8,6 miljoen).

  • 6. Ontvangsten HWBP: De hogere ontvangsten (€ 13,4 miljoen) zijn met name het gevolg van terugbetalingen van teveel ontvangen subsidies voor de projecten Noordelijke Maasvallei (€ 9,6 miljoen), Noordzeekanaal (€ 1,9 miljoen), Emanuelpolder (€ 1 miljoen), Sterke Lekdijk (€ 0,4 miljoen) en Waaiersluis Gouda (€ 0,3 miljoen).

  • 7. De hogere ontvangsten (€ 11,1 miljoen) zijn met name het gevolg van een bijdrage van de provincie Limburg met betrekking tot het project gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum (€ 4,5 miljoen) , een bijdrage van het Waterschap Zuiderzeeland met betrekking tot het project versterking Drontermeerdijk (€ 5,0 miljoen) en diverse kleinere ontvangsten (€ 1,6 miljoen).

1.01 Grote projecten waterveiligheid

Motivering

Deze projecten, waaraan de Tweede Kamer de status van Groot Project heeft toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over programmering in 2022 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT Overzicht 2022, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2022.

Producten

Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)

Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007–2008, 27 625 en 18 106, nr. 103).

Conform de Regeling Grote Projecten heeft de Tweede Kamer in 2022 de Voortgangsrapportages 21 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 32 698, nr. 66) en 22 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 32 698, nr. 70) ontvangen .

Meetbare gegevens

Het HWBP-2 bestaat uit 87 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Per 31 december 2022 voldoen 86 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Het laatste HWBP-2 project, zijnde het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam, bevindt zich in de realisatiefase.

Tabel 5 Projectoverzicht Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2022

Projectbudget

Oplevering

Toelichting

Projectomschrijving

begroting2022

realisatie

verschil

begroting2022

huidig

begroting2022

huidig

 

Projecten Nationaal

     

2022

2027

 

HWBP-2 Rijksprojecten

1

0

‒ 1

170

170

   

HWBP-2 Waterschapsprojecten

78

86

8

2.551

2.581

  

1

Overige projectkosten (programmabureau)

1

0

‒ 1

47

48

   

afrondingen

 

1

1

     

Programma realisatie

79

87

8

2.768

2.799

   

begroting (DF 1.01.01/02)

79

87

8

     

Toelichting

1. De hogere realisatie voor programma HWBP-2/Waterschapsprojecten (€ 8,3 miljoen) is het gevolg van:

  • Een hogere eindafrekening van het HWBP-2 project Versterking Eemdijk zuidelijke randmeren dan bij het opstellen van de begroting 2022 werd voorzien (€ 3,1 miljoen);

  • Hogere uitgaven bij het project Markermeerdijk (€ 5,2 miljoen). Dit is veroorzaakt door de hogere subsidie aanvraag van het hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier (€ 2,6 miljoen) en het toevoegen van de prijsbijstelling 2022 (€ 2,6 miljoen).

De toename van het projectbudget is het gevolg van prijsbijstelling (€ 28,1 miljoen).

Ruimte voor de Rivier

Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Ruimte voor de Rivier beëindigd. Het laatste project dat bijdraagt aan de doelstelling van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier is het project Reevesluis. Over dit project wordt gerapporteerd via het MIRT-overzicht.

Tabel 6 Projectoverzicht Ruimte voor de rivier; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2022

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

Projectomschrijving

begroting2022

realisatie

verschil

begroting2022

huidig

begroting2022

huidig

 

Projecten Nationaal

        

Ruimte voor de Rivier

5

0

‒ 5

2.248

2.250

2019

2019

 

Programma realisatie

5

0

‒ 5

2.248

2.250

  

1

begroting (DF 1.01.03)

5

0

‒ 5

2.248

2.250

   

Toelichting

1. De lagere realisatie Ruimte voor de Rivier betreft de risicoreservering 2022 die niet meer nodig is (-€ 4 miljoen). Het verschil betreft diverse kleinere mutaties (- € 0,5 miljoen).

De toename van het projectbudget (€ 2 miljoen), is het gevolg van een hogere ontvangst voor de percelen in Brummen en Voorst (€ 0,6 miljoen) en de prijsbijstelling 2022 (€ 0,8 miljoen).

Maaswerken

Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.

Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Zandmaas en Grensmaas beëindigd. De rapportage over de voortgang en afronding van het programma vindt plaats via het MIRT overzicht. Het prioritaire deel van dit werk is in 2020 afgerond.

Meetbare gegevens

Tabel 7 Indicatoren Maaswerken

Indicator

Grensmaas

Zandmaas

Hoogwaterbeschermingsprogramma

100% in 2017 (gerealiseerd)

100 % in 2016

Natuurontwikkeling

(94%) 1.208 ha

(100%) 427 ha

Grind

ten minste 35 miljoen ton

 

Bron: Rijkswaterstaat, 2022

Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling

De deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan het Natuurnetwerk Nederland (NNN).

  • Grensmaas: De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas is 1.208 ha. Het Ministerie van LNV neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (Kamerstukken II, 2014–2015, 18 106, nr. 230). De Minister heeft in maart 2019 aan de Tweede Kamer laten weten dat eind 2018 1.125 ha van de natuurdoelstelling Grensmaas gerealiseerd is (Kamerstukken II, 2018-2019, 18 106, nr. 247). Eind 2022 is 1.147 ha (94,9%) gerealiseerd.

  • Zandmaas: De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De feitelijke oplevering en overdracht is afhankelijk van de voortgang van de delfstofwinning. In 2022 is € 19 miljoen betaald aan het Waterschap Limburg voor werkzaamheden conform de bestuursovereenkomst Sluitstukkaden Maasdal.

Tabel 8 Projectoverzicht Maaswerken; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2022

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

Projectomschrijving

begroting2022

realisatie

verschil

begroting2022

huidig

begroting2022

huidig

 

Projecten Zuid-Nederland

        

Grensmaas

0

3

2

115

115

2017-2027

2017-2027

1

Zandmaas

25

19

‒ 6

398

399

2021

2021

2

afronding

1

 

‒ 1

‒ 1

    

Programma realisatie

26

22

‒ 5

512

514

   

begroting (DF 1.01.04)

26

22

‒ 5

     

Toelichting

De lagere realisatie Maaswerken (-€ 3,7 miljoen) is het gevolg van:

  • 1. Grensmaas, de hogere realisatie (€ 2,1 miljoen) is het gevolg van:

    • start bescherming van de ondergrondse leiding waar Nafta door loopt (€ 8,8 miljoen)

    • het niet claimen van de vergoeding voor kosten voor het beschermingen van leidingen in het winterbed (-2 miljoen);

    • Diverse kleinere mutatie per saldo (-€ 4,7 miljoen).

  • 5. Zandmaas, de lager realisatie (-€ 5,9 miljoen) is het gevolg van:

    • verschuiven van de risicoreservering 2022 (-€ 8,1 miljoen);

    • vertraging in de voortgang van de eindafrekeningen van het gedeelte dijkring Neer (-€ 2 miljoen);

    • de afhandeling van de eindafrekening dijkring Urmond en dijkringen PRIO 4 bij Milsbeek en Zelderheide (€ 2,6 miljoen)

    • Diverse kleinere mutaties per saldo (€ 1,6 miljoen).

Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid

De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenW die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s.

Figuur 3 Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid

1.02 Ontwikkeling waterveiligheid

Motivering

Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.

1.02.01 Planning waterveiligheid

De planning waterveiligheid dient om een probleem of een initiatief met maatschappelijke meerwaarde op het gebied van waterbeheer te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.

Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de planningsfase bevinden.

Tabel 9 Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

 

Oplevering

 

Toelichting

      

Projectomschrijving

begroting 2022

huidig

begroting 2022

huidig

 

Projecten Nationaal

     

Reservering areaalgroei

14

14

   

Integraal Rivieren Management (IRM) (project Paddenpol)

5

23

2025

2025

1

Projecten Noordwest-Nederland

     

EPK Planuitwerking en verkenningen Waterveiligheid

7

11

  

2

Projecten Zuid-Nederland

     

Meerkosten Rivierverruiming Rijn en Maas

133

177

  

3

Projecten Oost-Nederland

     

IJsseldelta fase 2

116

101

2022

2024

4

afronding

     

Totaal programma planuitwerking en verkenning

275

326

   

budget DF 1.02.01

275

326

   

PB is Projectbeslissing en TB is Trajectbesluit

Toelichting

  • 1. Integraal Rivieren Management (IRM)Vanuit de beleidsreservering IRM heeft een budgetoverheveling van € 16,8 miljoen plaatsgevonden in de periode 2023-2025 voor de uitvoering van de pilots/projecten IRM, te weten: rijksbijdrage aan het regioproject Dam Lateraalkanaal, de Veerweg Alphen en realisatie van de Lob van Gennep. Daarnaast heeft de prijsbijstelling 2022 plaatsgevonden € 1,1 miljoen.

  • 2. Meerkosten rivierverruiming Rijn en Maas Vanuit de beleidsreservering IRM heeft een budgetoverheveling van € 43 miljoen plaatsgevonden in de periode 2023-2026 voor diverse pilots/projecten Rivierverruiming Maas. Vanuit de beleidsreservering IRM heeft een budgetoverheveling van € 35 miljoen plaatsgevonden voor de financiering van Rivierverruiming Maas in periode 2023-2030 t.b.v. meerkosten van de projecten Well, Baarlo - Hout-Blerick (BHB) en Oeffelt. Daarnaast heeft de prijsbijstelling 2022 plaatsgevonden € 7,3 miljoen.

  • 3. EPK Planuitwerking en verkenning WaterveiligheidTer financiering van de planuitwerking van het project Rivierklimaatpark Ijsselpoort is het projectbudget met € 3,6 miljoen verhoogd.

  • 4. IJsseldelta fase 2Het project nieuwe oeververbinding N307 is het laatste project in de programma IJsseldelta fase 2. De afronding van dit project vertraagt onder andere als gevolg van problemen in de uitvoering en exogene ontwikkelingen (Oekraïne-crisis en Corona) met verminderde leveringszekerheid. De doelstelling ten aanzien van de primaire waterkeringen en kunstwerken is in 2022 gerealiseerd. Het projectbudget is verlaagd in verband met een overboeking naar het BTW-compensatiefonds € -4,2 miljoen en een meevaller van € 10,8 miljoen.

1.02.02 Aanleg waterveiligheid

Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de Rijkswateren.

Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en IenW. Het programma is opgericht voor het aanpakken van de waterveiligheidsopgave die voortvloeit uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (LRT3) in 2011 en de daaropvolgende beoordelingsrondes. Het programma heeft als doel in 2050 alle primaire waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. Het overige deel is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking binnen de alliantie wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders optimaal benut.

Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het zesjarige programma plaatsvindt en er een nieuw jaar aan de programmering wordt toegevoegd. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.

De huidige HWBP opgave komt voort uit de LRT3 (2011) en de verlengde derde toetsing (LRT3+, 2013). Op basis van de nieuwe landelijke beoordelingsronde overstromingsrisico (LBO-1), die op 1 januari 2017 van start is gegaan, zijn ook in het programma 2023-2028 nieuwe projecten toegevoegd.

De prioritering van de jaarlijks uit te brengen programmering is gebaseerd op urgentie. De programmering 2023–2028 is op Prinsjesdag 2022 als onderdeel van het Deltaprogramma 2023 (paragraaf 3.3) gepresenteerd.

Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.

Vooroeververdediging Oosterschelde en Westerschelde

De vooroeververdediging van de dijken in het Ooster- en Westerscheldegebied wordt versterkt. Het project vooroeverbestortingen is opgedeeld in verschillende clusters die verspreid over de tijd worden uitgevoerd. Inmiddels is het werk voltooid. Decharge verlening wordt in 2023 verwacht.

Na dit cluster zullen door het waterschap nog een aantal locaties worden aangepakt. Hiervoor is een overeenkomst afgesloten tussen Rijk, provincie en waterschap.

Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier

Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek zijn en worden projecten uitgevoerd ten behoeve van natuurontwikkeling in de uiterwaarden en om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt uitgevoerd door de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat. Inmiddels is het overgrote deel van de opgave gerealiseerd en hebben de beide ministeries bij de Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur afspraken gemaakt over de verdeling van de restopgave. Hierin is afgesproken dat elk ministerie zijn nog lopende projecten afmaakt. De projecten Uiterwaardvergraving Afferdense en Deestse Waarden en Herinrichting Heesseltsche Uiterwaarden zijn in 2021 afgerond en in beheer genomen. Hiermee is de IenW-opgave voor NURG afgerond en dient alleen nog dechargeverlening plaats te vinden.

Overige onderzoeken en kleine projecten

Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is onder andere het Project Roggenplaat. Rijkswaterstaat heeft in opdracht van de ministeries IenW en LNV een zandsuppletie uitgevoerd om de negatieve effecten van de zandhonger in de Oosterschelde tegen te gaan. Het project is in de winter van 2019-2020 succesvol uitgevoerd met een omvang van 213 ha en 1,4 miljoen m3. Inmiddels is de monitoring gestart waarmee de suppletie zal worden geëvalueerd in 2025.

Tabel 10 Projectoverzicht Realisatieprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2022

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

Projectomschrijving

begroting2022

realisatie

verschil

begroting2022

huidig

begroting2022

huidig

 

Projecten Nationaal

        

HWBP: Rijksprojecten

28

6

‒ 23

655

698

  

1

HWBP Overige projectkosten (programmabureau)

7

6

0

122

149

   

HWBP: Waterschapsprojecten

378

353

‒ 25

6.277

6.841

  

2

Maatregelen irt rivierverruiming

 

1

1

182

180

2021

2021

 

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

2

3

1

9

9

   

Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium 2023

5

6

1

27

28

   

Zandhonger Oosterschelde

0

0

0

11

11

   

Landelijk Verbeterprogr. Regionale Rijksk.

 

0

0

1

2

   

Meanderende Maas

   

0

8

  

3

Projecten Noord-Nederland

        

Primaire waterkering Vlieland

  

0

1

1

   

Afsluitdijk

2

0

‒ 2

5

7

   

Projecten Oost-Nederland

  

0

     

Kribverlaging Pannerdensch kanaal

8

2

‒ 6

20

31

2023

2023

4

IJsseldelta fase 2

0

1

0

95

96

2021

2023

5

Monitoring Langsdammen Waal

1

0

‒ 1

5

5

   

Projecten Zuidwest-Nederland

  

0

     

Overige onderzoeken en kleine projecten

 

0

0

1.169

89

  

6

Dijkversterking en herstel steenbekleding

0

0

0

828

830

2023

2023

 

Projecten Noordwest-Nederland

        

afrondingen

  

0

3

    

Programma realisatie

431

379

‒ 53

9.410

8.985

   

begroting (DF 1.02.02)

394

379

‒ 15

9.410

8.985

   

Overprogrammering (-)

‒ 37

0

      

Toelichting

De verhoging van de beschikbare bedragen voor HWBP Waterschaps-, rijks-, en overige projecten is met name het gevolg van het verlengen van de begrotingsperiode van 2034 naar 2035 en de toegekende prijscompensatie.

1. HWBP Rijksprojecten kent een lagere realisatie van het project Hollandse IJsselkering, met name doordat de uitvoering van het project in 3 jaar plaatsvindt (€ -12,2 miljoen), bij het project dijkversterking Marken is de uitvoering verschoven van 2022 naar 2023. Hierdoor zijn de termijnbedragen in 2022 lager dan voorzien (€ -8,4 miljoen).

2. HWBP Waterschapsprojecten kent een lagere realisatie (€ -26,2 miljoen) door zowel projecten met een hogere als met een lagere realisatie. De hogere realisatie (€ 157,8 miljoen) betreft de projecten:

  • Gorinchem-Waardenburg (€ 64,7 miljoen), door de snellere fysieke voortgang van het project;

  • Zwolle-Olst (€ 28,9 miljoen) De goedkeuring van de provincie is verkregen en het project is gestart;

  • Koehool , aanvraag voorzien in 2021, ontvangen en beschikking afgegeven in 2022 (€ 23,9 miljoen);

  • Tiel-Waardenburg (€ 17,1 miljoen) door versnelde uitvoering;

  • Zuid-Beveland: door snellere uitvoering van het project (€ 11,2 miljoen);

  • Rijnkade Arnhem: hogere kosten vanwege stijging van de kosten van bouwstoffen (€ 6,3 miljoen);

  • Gouw Zee, door eerdere uitbetaling van de voorfinanciering (€ 5,7 miljoen).

De lagere realisatie (€ -184 miljoen)betreft de projecten:

  • Herziening van de planning door de keringbeheerders, waardoor de realisatie in 2022 lager uitkomt dan voorzien (€ -104,3 miljoen). Hierbij is uitgegaan van de actuele prognoses van de beheerder (waterschappen) die de projecten voorbereiden en uitvoeren. De gewijzigde planning is vastgesteld in het programmabestuur. Het gaat om de volgende projecten:

  • Wolveren (€ -49,9 miljoen);

  • Gouderak (€ -32,7 miljoen);

  • Zettingsvloeiingen (€ -11,3 miljoen);

  • IJsselmeerdijk bij Lelystad (€ -10,4 miljoen);

  • Maasovereenkomst, vertraging bij diverse deelprojecten door vertraging in vaststelling van de interne scopes en archeologische vondsten (€ -36,4 miljoen);

  • Zwolle: vanwege het uitblijven van de subsidie aanvraag (€ -24 miljoen);

  • Waterschapsprojecten (€ -8,4 miljoen) omdat niet alle prijsbijstelling is opgevraagd;

  • Streefkerk-Ameide-Fort Everdingen (SAFE): door vertraging van de aanvraag in verband met latere bestuurlijke vaststelling van het voorkeursalternatief (€ -7,2 miljoen);

  • Diverse kleinere mutatiesper saldo (€ -3,7 miljoen).

3. In 2022 is budget beschikbaar gesteld voor het project Meanderende Maas (€ 8 miljoen), voor het verleggen van kabels en leidingen en grondverwerving.

4. Het project kribverlaging Pannerdens Kanaal kent een lagere realisatie (€ -6,2 miljoen) vanwege vertraging bij de als gevolg van de PAS problematiek. De toename van het projectbudget (€ 9,5 miljoen) is het gevolg van toevoeging van de uitvoering van het project KOP (€ 8,3 miljoen) en de prijsbijstelling 2022 (€ 1,2 miljoen).

5. De vertraging zit met name bij het deelproject de N307 in combinatie met amoveren van Roggebotsluis en Roggebotkering en is het gevolg van diverse problemen in de uitvoering, waarbij ook effecten van Covid en de Oekraïne-crisis met verminderde leveringszekerheid een rol spelen.

6. Het totale projectbudget van Overige onderzoeken en kleine projecten is verlaagd omdat alle Overige onderzoeken en kleine projecten die in het verleden zijn afgerond niet meer in het budget worden meegenomen.

1.03 Studiekosten

Motivering

Dit betreft de studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.

Producten

Nationaal Watermodel

In 2022 heeft het reguliere beheer en onderhoud plaatsgevonden Nationaal hydrologisch instrumentarium. Hiernaast zijn stappen genomen om te komen tot een verdere doorontwikkeling van het Landelijk Waterkwaliteit Modelinstrumentarium (o.a. toevoeging en gebruik van meer regionale hydrologische informatie).

Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie

Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) is het programma waarin alle overheden en hun stakeholders werken aan het doel om in 2050 de transitie te hebben doorlopen naar een klimaatbestendige inrichting van Nederland in 2050. Dit werk wordt vanuit DPRA ondersteund met diverse activiteiten en producten. In 2022 is veel kennis en actuele informatie is verspreid via de kennisportaal klimaatadaptatienederland.nl. Daarnaast is geïnvesteerd in standaarden voor klimaatadaptatie, onder andere in de vorm van risicoschattingen van klimaatschade aan gebouwen. Tenslotte zijn er een groot aantal bijeenkomsten georganiseerd om het bij klimaatadaptatie betrokken netwerk van overheden en sectoren te versterken.

Uitvoering gebiedsagenda’s IJsselmeergebied

Samen met de regionale partners in het IJsselmeergebied zijn activiteiten uitgevoerd in het kader van de Agenda IJsselmeergebied 2050, onder meer het opstellen van een routekaart voor het deltaprogramma IJsselmeergebied en de start van de Ruimtelijke Verkenning IJsselmeergebied.

Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB)

  • «Water4All -Water Security for the Planet»:IenW participeert in het Europese onderzoeksprogramma Water4All «watersecurity for the planet». Met dit programma coördineren de lidstaten en de Europese Commissie gezamenlijk onderzoek rond integraal waterbeleid. In 2022 is onder andere onderzoek gestart op het gebied van watermanagement en hydroclimatic extreme events.

  • Klimaatneutrale en circulaire infraprojecten:In het afgelopen jaar heeft DGWB meegewerkt aan de ontwikkeling van de routekaarten om emissieloze uitvoering in projecten. Het gaat hierbij zowel om CO2 als stikstof emissie. Daarnaast is DGWB opdrachtgever voor het traject Innovaties in de kustlijnzorg (IKZ) met als doel de kustlijnzorg te verduurzamen. De kustlijnzorg is goed voor een groot deel van de emissies van IenW. Een aantal veelbelovende innovaties uit IKZ gaan nu het laatste deel van het ontwikkeltraject door, gericht op opschaling.

Programma Integraal Riviermanagement (IRM)

In 2022 is besloten tot een herijking IRM waarbij besloten is om eerst nationale beleidskeuzes uit te werken voor rivierbodemligging en afvoercapaciteit wat het uitgangspunt vormt voor een regionale uitwerking, startend in prioritaire gebieden. In 2022 is gewerkt aan een nadere beleidsuitwerking voor verruiming van de afvoercapaciteit en voor de rivierbodemligging. Daarvoor zijn in 2022 verschillende bouwstenen opgeleverd, zoals de tweede fase van de systeembeschouwing en de systeemmaatregelen. Vanuit alle eerder opgeleverde bouwstenen is de 50%-versie opgesteld van het programma onder de omgevingswet voor het IRM. Dit loopt door tot in 2023. Ook is door Rijk en regio in 2022 verder gewerkt aan de 15 pilotprojecten IRM.

Regionale keringen in beheer van het Rijk

In 2022 is de aanvullende toetsing van de regionale keringen in beheer van het Rijk door Rijkswaterstaat afgerond. De ILT heeft hierop toezicht gehouden en beoordeelt of de toetsing door Rijkswaterstaat conform de voorschriften is uitgevoerd.

Programma Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) 2023

In 2022 is gewerkt aan de doorontwikkeling van het instrumentarium voor beoordelen en ontwerpen, het nieuwe programma Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) 2023. Het programma BOI2023 bouwt voort op het WBI2017, het Ontwerp Instrumentarium (OI) 2014 en de bestaande Technische Leidraden en voegt hier nieuw ontwikkelde kennis en functionaliteit aan toe, zodat het instrumentarium aansluit op de actuele kennis en de ervaringen die in de eerste beoordelingsronde (2017-2023) zijn opgedaan. Met de in 2022 opgeleverde instrumenten van het BOI2023 kunnen de beheerders vanaf 2023 de volgende beoordelingsronde starten.

Lange termijn ambitie / Kennisprogramma Waterveiligheid

Het Rijk heeft een wettelijke taak (artikel 2.6 Waterwet) om zorg te dragen voor de totstandkoming en het verstrekken van technische leidraden voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van de primaire waterkeringen in Nederland. Hiertoe worden langjarige activiteiten (onderzoek) uitgevoerd om een solide kennisbasis te ontwikkelen. De kennis over waterveiligheid wordt hiermee op het vereiste niveau gehouden, zodat sprake is van actueel, effectief en uitvoerbaar waterveiligheidsbeleid.

In 2022 is met name gewerkt aan: schematisaties van o.a. ondergrond voor het Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI), afleiden van wind- en waterstandsstatistiek op basis van de klimaatreeksen van het KNMI, onderzoek naar onzekerheden in trends van het stormklimaat, effect van waterstanden en golven (hydraulische belastingen) op dijkbekledingen, aanpassing van golfmodellen op zee, nieuw hydraulische belastingenmodel voor dijken en duinen langs de kust, effect van golfoverslag en stroming op de erosie van het binnentalud van (gras)dijken en veldmetingen op de meetlocatie IJsseldijk nabij Westervoort.

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

In het Kennisprogramma Zeespiegelstijging wordt onderzoek gedaan naar de effecten van zeespiegelstijging en de handelingsperspectieven voor de korte en de lange termijn. Het KNMI voert onder andere modelstudies uit naar het verbeteren van de relatie tussen de waargenomen zeespiegelstijging en projecties voor de toekomst. In 2022 is voortgang geboekt bij het uitwerken van de nieuwe scenario’s voor zeespiegelstijging. Deze zullen landen in de klimaatscenario’s ’23 van het KNMI.

In 2022 zijn met behulp van ontwikkelde en aangepaste modellen berekeningen uitgevoerd naar de gevolgen van 0,5, 1, 2, 3 en 5 meter zeespiegelstijging voor waterstanden en zoutgehalten in het hoofdwatersysteem (rivieren, kanalen, meren en zee).

In 2022 is in diverse regionale werksessies gewerkt aan het verder in beeld brengen van alternatieve oplossingsrichtingen voor de lange termijn, waarin ook is gekeken naar de samenhang met andere ruimtelijke opgaven.

Versterken Cyberweerbaarheid in de watersector

Om een meer integrale benadering van de diverse initiatieven op de cyberweerbaarheid in de Watersector te vergroten, is in 2019 besloten de diverse initiatieven te bundelen in één uitvoeringsprogramma genaamd «Versterking cyberweerbaarheid in de Watersector». De initiatieven waren opgenomen in het aanvullend Bestuursakkoord Water, het Kennis- en Innovatieprogramma in de specifieke afspraken met de drinkwatersector. In 2022 richtten de diverse projecten zich op het verkrijgen van meer inzicht in ICS/SCADA systemen, cyberrisico’s en bijbehorende versterkende maatregelen. Conform de versnellingsopties zoals in de Stuurgroep Water overeengekomen is gewerkt aan:

(1) een drietal ketenanalyse casestudies waarbij informatie-ketens in kaart zijn gebracht in de watersector. Hierdoor kunnen onderlinge afhankelijkheden worden geïdentificeerd. Na de succesvolle afronding van de casestudies is afgesproken om deze methode op het hele Hoofd- en regionale watersysteem te gaan toepassen.

(2) een technische haalbaarheidsstudie is succesvol uitgevoerd op het gebied van monitoring en detectie voor de aansluiting van de waterschappen op het SOC RWS,

(3) de handreiking «Basismaatregelen voor cybersecurity van Industriële Automatisering & Controle Systemen» (BIACS) is ontwikkeld en gepubliceerd. De BIACS kan organisaties helpen die de eerste stappen willen nemen in het beter beveiligen van hun industriële automatisering

(4) het programma «Versterken cyberweerbaarheid in de watersector» is geëvalueerd, wat geleid heeft tot de aanbeveling om het programma voor te zetten en te versterken. Het uitvoeringsprogramma is in lijn met de ambities van de Nationale Cybersecurity Agenda en de daaraan gekoppelde VNAC gelden.

Cyber Vitaal

IenW is systeemverantwoordelijk voor een groot aantal vitale processen in Nederland. IenW is verantwoordelijk voor het vitale proces keren en beheren en drinkwater. Het proces keren & beheren waterkwantiteit is sinds 2005 geïdentificeerd als vitaal proces. In 2022 heeft een herijking van het proces keren en beheren waterkwantiteit plaatsgevonden. Centrale vraag hierbij was: zijn de eerder als vitaal geclassificeerde processen, in het licht van de huidige tijdsgeest, nog steeds vitaal? In de vorige vitaalbeoordeling zijn alleen 9 objecten in het hoofdwatersysteem als vitaal aangemerkt, nu is ook het regionaal watersysteem in de beoordeling meegenomen. In 2022 is ook een herziening van een Europese richtlijn definitief geworden, de richtlijn netwerk en informatiebeveiliging (NIB). IenW is begonnen met de inschatting van de consequenties van deze richtlijn, die een uitbreiding van het aantal sectoren en het aantal entiteiten die onder de richtlijn vallen, inhoudt. In 2022 is tevens de IenW Cybersecurity Strategie ontwikkeld. Hierin wordt een doorvertaling gemaakt van de Nederlandse Cybersecurity Strategie voor de verschillende vitale sectoren waar IenW systeemverantwoordelijk voor is.

1.09 Ontvangsten

Ontvangsten waterschapsprojecten

Conform de Spoedwet (Stb. 2011, 302) dragen de waterschappen vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen is conform het regeerakkoord Rutte I en het Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 miljoen in 2014 en tot € 181 miljoen structureel vanaf 2015 (inclusief projectgebonden aandeel, prijspeil 2010). Deze bijdrage wordt geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het ministerie van Financiën. Voor 2022 komt dit bedrag uit op ongeveer € 213 miljoen (inclusief projectgebonden aandeel).

De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor de waterschapsprojecten van het HWBP. Het in 2013 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 465, nr. 3) is per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet regelt dat het Rijk en de waterschappen jaarlijks elk de helft van de bijdrage aan het HWBP betalen.

Licence