Base description which applies to whole site

4.13 Beleidsartikel 25 Emancipatie

Het realiseren van gendergelijkheid en gelijkheid wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslacht in de Nederlandse samenleving. Dit dient te geschieden op in ieder geval de terreinen: onderwijs, veiligheid, gezondheid, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen.

De rol van de Minister is primair het wegnemen van belemmeringen voor gender- en lhbtiq+ gelijkheid (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender personen en intersekse personen) en het bevorderen dat relevante wet- en regelgeving waar nodig wordt aangepast. Daarnaast heeft de Minister, vaak samen met de maatschappelijke instellingen, een rol in het agenderen, coördineren, aanjagen en in het ontsluiten van kennis en expertise.

Financieren

De Minister biedt financiële ondersteuning aan maatschappelijke instellingen voor gender- en lhbtiq+ gelijkheid en het monitoren van ontwikkelingen in de samenleving.

Stimuleren

Het instrument dat de Minister ter beschikking heeft, is wet- en regelgeving, zoals de subsidieregeling gender- en lhbti+ gelijkheid 2022-2027 die vanaf 1 januari 2023 in werking is getreden. Deze regeling voorziet in het verstrekken van subsidies aan acht strategische partnerschappen voor de realisering van de doelstellingen op gender- en lhbtiq+ gelijkheid, die lopen van 2022 tot en met 2027. Daarnaast verstrekt de Minister projectsubsidies aan het maatschappelijk middenveld.

Regisseren

Gemeenten ontvangen via decentralisatie-uitkeringen een bijdrage voor de uitvoering van de samenwerkingsafspraken over versterking en uitvoering van het lokale beleid op het gebied van gendergelijkheid en lhbtiq+ gelijkheid. Samen met gemeenten is in een intentieverklaring vastgelegd wat de aandachtspunten van het lhbtiq+ beleid zijn. Verder vult de Minister de regisserende rol in door halfjaarlijkse bestuursgesprekken met instellingen over gender- en lhbtiq+ gelijkheid.Daarnaast draagt de Minister bij aan internationale samenwerking met organisaties als de Europese Unie, de Raad van Europa en de Verenigde Naties.

Kengetallen
Tabel 64 Kengetallen

Kengetal

2016

2017

2018

2019

2020

2021

1

Economische zelfstandigheid van vrouwen

59,3%

60,7%

62,5%

64,0%

64,4%1

66,3%2

2

Financiële onafhankelijkheid van vrouwen

48,5%

50,0%

51,6%

53,1%

53,7%1

55,8%2

1

Dit is het definitieve cijfer voor 2020.

2

Dit is het voorlopige cijfer voor 2021. Het definitieve cijfer komt december 2023 uit.

Het Ministerie van OCW zet zich in op drie samenhangende thema’s waarop zich stevige knelpunten voordoen: arbeid, sociale veiligheid en genderdiversiteit en gelijke behandeling. Het bestaande beleid daarop is voortgezet. De belangrijkste beleidsconclusies op deze thema’s zijn genoemd in het onderdeel Beleidsprioriteiten.

Aanvullend kunnen nog volgende ontwikkelingen gemeld worden.

Regenboogstembusakkoord

Het regenboogstembusakkoord is onderdeel van de emancipatienota van het kabinet en wordt verder uitgewerkt.

Topvrouwen

Het wetsvoorstel in verband met het evenwichtiger maken van de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen is in werking getreden.

Nationaal actieprogramma aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld

Het Nationaal actieprogramma is in 2022 tot stand gekomen en begin 2023 gepubliceerd. Het programma is positief ontvangen door maatschappelijke organisaties en in de media.

Allianties

Er zijn acht allianties geselecteerd met wie het Ministerie van OCW een partnerschap start voor een periode van vijf jaar.

Tabel 65 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 25 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

 

6.003

4.305

3.764

5.662

69.628

7.099

62.529

         

Uitgaven

 

12.929

12.540

12.014

14.057

15.328

14.541

787

         

Bekostiging

 

8.500

8.447

8.447

8.685

7.109

8.791

‒ 1.682

Kennisinfrastructuur

8.500

8.447

8.447

8.685

7.109

8.791

‒ 1.682

 

Vrouwenemancipatie

 

lhbt

 

Gender- en lhbti-gelijkheid

8.500

8.447

8.447

8.685

7.109

8.791

‒ 1.682

Subsidies (regelingen)

3.613

3.278

2.333

4.631

6.929

3.111

3.818

Subsidieregeling emancipatie

0

0

52

0

 

lhbt

  

52

0

Subsidieregeling emancipatie 2011

1.844

600

41

0

 

Vrouwenemancipatie

1.100

234

41

0

 

lhbt

744

366

0

0

6

0

6

Subsidieregeling Gender- en lhbti-gelijkheid 2017-2022

1.769

2.678

2.240

4.631

6.923

3.111

3.812

Opdrachten

783

815

1.234

741

1.290

1.073

217

 

Vrouwenemancipatie

 

lhbt

 

Gender- en lhbti-gelijkheid

783

815

1.234

741

1.290

1.073

217

Bijdrage aan agentschappen

3

0

0

0

0

0

0

DUO

3

      

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

0

1.566

‒ 1.566

Gemeentefonds BZK

0

0

0

0

0

1.566

‒ 1.566

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

30

0

0

0

0

0

0

lhbt

30

         

Ontvangsten

53

150

35

0

355

0

355

De realisatie van de uitgaven in 2022 is € 0,8 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot als gevolg van de herschikking binnen het artikel. De realisatie van de verplichtingen is € 62,5 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de meerjarig aangegane verplichtingen voor de nieuwe allianties voor de periode 2023-2027.

Bekostiging

Per saldo is de realisatie in 2022 € 1,7 lager dan begroot. Dit wordt onder andere veroozaakt door een meevaller van € 2,0 miljoen. De meevaller is ontstaan over alle allianties gezamenlijk doordat in het aanvangsjaar (2017) van de huidige periode er eenmalig een voorschot is verstrekt van in totaal € 2,0 miljoen. Uiteindelijk is dat voorschot ingelopen in het laatste jaar, 2022.

Subsidies

De hogere realisatie (€ 3,8 miljoen) is grotendeels te verklaren door het volgende.

In 2021 is de beleidsregel ‘Tegemoetkomingsregeling Wet wijziging geregistreerd geslacht 1985-2014’ van het Ministerie van JenV, in samenwerking met het Ministerie van OCW, tot stand gekomen. Hiervoor is bij Voorjaarsnota het budget verhoogd met € 6,9 miljoen. In 2022 is € 3,6 miljoen aan tegemoetkomingen uitbetaald en doorbelast op het instrument subsidies. In de tabel is hier geen aparte regel voor opgenomen en is dit onderdeel van de totale realisatie op dit instrument.

De realisatie van de projectsubsidies is in 2022 € 0,2 miljoen hoger dan begroot als gevolg van een verschuiving tussen de instrumenten.

Opdrachten

De realisatie in 2022 is per saldo € 0,2 miljoen hoger dan begroot. Dit betrof een per saldo kleine intensivering vanuit de herschikking binnen het artikel en een intensivering in het kader van het Nationaal Actie Programma Grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.

Bijdrage aan medeoverheden

Middelen op dit instrument worden normaal gesproken overgeboekt naar het gemeentefonds van BZK. Bij Voorjaarsnota is als gevolg van een herschikking binnen de begroting een bedrag van € 0,8 miljoen overgeheveld en ingezet ten behoeve van subsidies en opdrachten. Een bedrag van € 0,6 miljoen overgeboekt naar het Gemeentefonds in het kader van de programma's Regenboogsteden en Veilige steden. Een bedrag van € 0,2 miljoen is bij Najaarsnota als meevaller vrijgegeven.

Licence