Base description which applies to whole site

3.13 Artikel 25. Emancipatie

Het realiseren van gendergelijkheid en gelijkheid wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslacht in de Nederlandse samenleving. Dit dient te geschieden op in ieder geval de terreinen: onderwijs, veiligheid, gezondheid, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen.

De rol van de Minister is primair het wegnemen van belemmeringen voor gender- en lhbti-gelijkheid (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender personen en intersekse personen) en het bevorderen dat relevante wet- en regelgeving waar nodig wordt aangepast. Daarnaast heeft de Minister, vaak samen met de maatschappelijke instellingen, een rol in het agenderen, coördineren, aanjagen en in het ontsluiten van kennis en expertise.

Financieren

De Minister biedt financiële ondersteuning aan maatschappelijke instellingen voor gender- en lhbti-gelijkheid en het monitoren van ontwikkelingen in de samenleving.

Stimuleren

Het instrument dat de Minister ter beschikking heeft, is wet- en regelgeving, zoals de Subsidieregeling gender- en lhbti-gelijkheid 2017-2022 die vanaf 1 januari 2017 in werking is getreden. Deze regeling voorziet in het verstrekken van subsidies aan acht strategische partnerschappen voor de realisering van de doelstellingen op gender- en lhbti-gelijkheid, die lopen van 2018 tot en met 2022. Daarnaast verstrekt de Minister projectsubsidies aan het maatschappelijk middenveld.

Regisseren

Gemeenten ontvangen via decentralisatie-uitkeringen een bijdrage voor de uitvoering van de samenwerkingsafspraken over versterking en uitvoering van het lokale beleid op het gebied van gendergelijkheid en lhbti-gelijkheid. Samen met gemeenten is in een intentieverklaring vastgelegd wat de aandachtspunten van het lhbti-beleid zijn. Verder vult de Minister de regisserende rol in door halfjaarlijkse bestuursgesprekken met instellingen over gender- en lhbti-gelijkheid. Daarnaast draagt de Minister bij aan internationale samenwerking met organisaties als Europese Unie, de Raad van Europa en de Verenigde Naties.

Kengetallen
Tabel 74 Kengetallen

Kengetal

2016

2017

2018

2019

1

Economische zelfstandigheid van vrouwen

59,3%

60,7%

62,5%

63,8%1

2

Financiële onafhankelijkheid van vrouwen

48,5%

50,0%

51,6%

52,9%1

1

Dit is een voorlopig cijfer. Nieuwe cijfers komen in najaar 2021.

De belangrijkste wijzigingen op het terrein van emancipatie worden beschreven in het onderdeel beleidsprioriteiten. Het Ministerie van OCW zet zich in op drie samenhangende thema’s waarop zich stevige knelpunten voordoen: arbeid, sociale veiligheid en genderdiversiteit en gelijke behandeling. Het bestaande beleid daarop wordt voortgezet.

Arbeid

De resultaten voor meer diversiteit in de top blijven onomstotelijk en structureel achter bij het gestelde doel. Om daar verandering in te brengen wordt uitvoering gegeven aan het SER-advies ‘Diversiteit in de top Tijd voor versnelling’, door:

  • het Wetsvoorstel meer vrouwen in de top van bedrijfsleven;

  • ontwikkeling door de SER van ondersteunende infrastructuur om monitoring en transparantie te waarborgen;

  • uitvoering advies Adviesgroep Vinkenburg voor vergelijkbare regelingen (semi)publieke sector.

Om bedrijven te ondersteunen bij hun diversiteitsbeleid ontwikkelt de SER een ondersteunende infrastructuur om monitoring en transparantie te waarborgen.

Om tot vergelijkbare regelingen te komen voor de (semi)publieke sector worden er voorbereidingen getroffen om uitvoering te geven aan het advies van de Adviesgroep Vinkenburg. Interdepartementaal worden er daarom met verschillende semipublieke organisaties verkennende gesprekken gevoerd over de stand van zaken en bestaand beleid gericht op genderdiversiteit in de top. Daarnaast wordt er een inventarisatie monitoringsonderzoek uitgevoerd naar de v/-verhoudingen in de top van de (semi)publieke sector, bestaande monitors gericht op genderdiversiteit en het bestaan- en de kwaliteit van governance codes.

Tabel 75 Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

3.764

13.435

7.099

15.227

15.981

16.706

16.823

Uitgaven

12.014

22.112

14.541

16.046

16.159

16.888

17.005

waarvan juridisch verplicht (%)

  

53,5%

    
        

Bekostiging

8.447

8.685

8.791

8.895

8.895

8.895

8.895

Kennisinfrastructuur: Gender- en lhbti- gelijkheid

8.447

8.685

8.791

8.895

8.895

8.895

8.895

Subsidies (regelingen)

2.333

3.361

3.111

3.114

3.134

3.645

3.645

Vrouwenemancipatie

0

0

0

0

0

0

 

Lhbti

93

68

66

63

63

74

74

Gender- en lhbti- gelijkheid 2017-2022

2.240

3.293

3.045

3.051

3.071

3.571

3.571

Opdrachten

1.234

879

1.073

1.104

1.107

1.112

1.229

Bijdrage aan medeoverheden

0

687

1.566

2.933

3.023

3.236

3.236

Gemeentefonds gender- en lhbti- gelijkheid

0

687

1.566

2.933

3.023

3.236

3.236

Bijdrage aan andere begr. Hst

0

8.500

0

0

0

0

0

Ontvangsten

35

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Van het totale budget voor artikel 25 is in 2022 53,2 procent juridisch verplicht.

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2022 is voor 96,9 procent juridisch verplicht.

Subsidies

Het beschikbare budget in 2022 is voor 41,3 procent juridisch verplicht. Dit betreft meerjarige projectsubsidies. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage.

Bekostiging

Op basis van de Subsidieregeling gender- en lhbti-gelijkheid 2017-2022 zijn in 2017 acht allianties voor vijf jaar verplicht. De acht strategisch partners (Kamerstukken II 2016/17, 30420, nr. 258) zijn merendeel allianties; in totaal vijftien organisaties. Het doel is om met de activiteiten waarvoor subsidie is verleend gender- en lhbti-gelijkheid te realiseren. Lhbti staat voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen.

Subsidies

Projectsubsidies worden verleend op basis van de Subsidieregeling gender- en lhbti-gelijkheid 2017-2022.

Bi+ Nederland zet zich in voor een bi-inclusievere samenleving. Bi+ start een onderzoek naar risicofactoren, seksueel geweld en bi+ inclusie van lhbti interventies.

Om stereotypen in het onderwijs te doorbreken gaat Stichting School en Veiligheid een verkenning doen naar gendergelijkheid in het onderwijs.

Al jarenlang blijft het percentage van vrouwen die te maken krijgen met discriminatie vanwege hun zwangerschap op hetzelfde hoge niveau. Er wordt daarom ingezet op bewustwording en het ontwikkelen van handelingsperspectieven voor werkgevers én werknemers.

Het blijkt dat de zeer beperkte kennis in de maatschappij over het thema intersekse een belemmering vormt voor de sociale acceptatie van intersekse personen. Er wordt daarom ingezet op bewustwording in de samenleving.

De overheid zal onverminderd inzetten op het verminderen van onnodige sekseregistratie. In 2021 wordt een pilot hiervoor uitgevoerd bij DUO.

Het Ministerie van OCW heeft samen met het Ministerie van BZ een coördinerende rol in het bepalen van de Nederlandse positie op het terrein van gendergelijkheid en gelijke rechten voor lhbti personen in Europees en VN verband. Zo neemt de bewindspersoon van OCW deel aan de jaarlijkse sessies van de VN Commission on the Status of Women (CSW) in New York en coördineert het Ministerie van OCW samen met het Ministerie van BZ de inzet van Nederland ten aanzien van de zorgwekkende ontwikkelingen in o.a. Oost-Europese lidstaten ten aanzien van gendergelijkheid, SRGR en gelijke rechten voor lhbti personen.

Opdrachten

De middelen voor opdrachten voor zowel gender- als lhbti-gelijkheid worden besteed aan onderzoeken en symposia.

Zo wordt eind 2021 een internationaal congres over transfobie en het tegengaan van geweld tegen de transgendergemeenschap in en buiten Nederland georganiseerd. Aan bod komen bewustwording, kennisuitwisseling en deskundigheidsbevordering.

Samen met de Ministeries van SZW, BZK, EZK en BZ zet de Minister zich in voor meer aandacht voor diversiteit en inclusie bij inkoop door de overheid. Het Ministerie van OCW neemt deel aan het Nationaal Maatschappelijk Verantwoord Inkopen plan 2021-2025 om Diversiteit & Inclusie in de inkoopstrategieën van het Rijk en medeoverheden te behartigen.

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten die actief zijn op het gebied van gender- en lhbti-gelijkheid ontvangen via een decentralisatie-uitkering een bijdrage. De verantwoordelijkheid voor de besteding van deze middelen is belegd bij de gemeenten zelf.

Met Regenboogsteden en Movisie wordt gewerkt aan meer veiligheid van lhbti-personen in de wijken. Ook wordt gezocht naar effectieve interventies hierbij (Kamerstukken II 2020/21, 35570 VIII, nr. 90).

Regenboogprovincies kunnen in navolging van regenboogsteden een beroep doen op inhoudelijke ondersteuning door Movisie. Daarnaast wordt bezien wat de effecten van het netwerk van Regenboogprovincies zijn.

Bijdrage andere begrotingshoofdstukken

De middelen zijn bestemd voor de kosten samenhangend met de tegemoetkomingsregeling Transgenderwet. De regeling valt onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van JenV.

Licence