Base description which applies to whole site

4.5 Artikel 5 Werkloosheid

De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid en stimuleert hen het werk te hervatten.

De overheid biedt werknemers die hun baan verliezen en geheel of gedeeltelijk werkloos worden, bescherming tegen het verlies aan loon als gevolg van werkloosheid. Zij kunnen een beroep doen op een uitkering die voorziet in een tijdelijk inkomen om de periode van werkloosheid te overbruggen. Hiervoor zijn werknemers verplicht verzekerd op grond van de Werkloosheidswet (WW). Door middel van instrumenten als bijvoorbeeld de sollicitatieplicht, het besluit passende arbeid en inkomstenverrekening stimuleert de overheid een terugkeer naar werk.

Werklozen die bij instroom in de WW ouder zijn dan 60 jaar en 4 maanden, komen na afloop van hun WW-recht in aanmerking voor een uitkering op minimumniveau op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW).

Als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde WW of IOW en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.

Werknemers in Caribisch Nederland ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt de overheid deze verplichting over.

De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Daarnaast stimuleert de Minister met financiële instrumenten initiatieven die bijdragen aan de werking van de arbeidsmarkt. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • het borgen van het activerend karakter van de regelingen en van hun bijdrage aan de werking van de arbeidsmarkt;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Crisisdienstverlening

Het kabinet heeft het afgelopen jaar ingezet op het voorkomen van werkloosheid en het aanpakken van de krapte met de inzet van aanvullende dienstverlening. Deze aanvullende dienstverlening wordt uitgevoerd door 35 regionale mobiliteitsteams (RMT's) die in 2021 zijn opgericht waarin gemeenten, UWV en sociale partners samen werken. Het doel van de regionale mobiliteitsteams is om mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt of dreigen kwijt te raken te helpen, met extra aandacht voor kwetsbare groepen. Ook met de instroom van Oekraïense ontheemden in Nederland hebben de RMT’s zich gericht op het bemiddelen van deze doelgroep naar werk, in het geval regulier beschikbare dienstverlening ontoereikend bleek. Daarnaast bieden de RMT’s bedrijven c.q. sectoren ondersteuning bij het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel. RMT’s hebben sinds september 2021 aan bijna 14.000 deelnemers aanvullende dienstverlening geboden waarbij circa 11.000 interventies zijn ingezet (cijfers t/m oktober 2022 zoals geregistreerd door partijen). Hierbij valt te denken aan interventies als loopbaanbegeleiding, jobcoaching ten behoeve van werkfitbehoud en scholing. In 2022 is er zo’n € 13 miljoen uitgegeven door de regionale mobiliteitsteams aan aanvullende dienstverlening, wat een sterke stijging aan inzet van dienstverlening betreft ten opzichte van 2021.

Het kabinet werkt, samen met belanghebbende partijen, aan een uitwerking om de arbeidsmarktinfrastructuur te hervormen. Dit is een maatregel uit het coalitieakkoord. In oktober 2022 zijn de uitgangspunten voor de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur vastgesteld en met de Tweede Kamer gedeeld [Kamerstukken II 2022/23, 35 420, nr. 513]. Om de periode tot inwerkingtreding van de hervormde arbeidsmarktinfrastructuur te overbruggen, is een tijdelijk vervolg gegeven aan de tijdelijke regionale mobiliteitsteams en is de ministeriële regeling verlengd voor de jaren 2023 en 2024.

Implementatie risicoscan verwijtbare werkloosheid

Na een tijdelijke onderbreking in 2021 in verband met de coronacrisis, is in juli 2022 de risicoscan verwijtbare werkloosheid volledig geïmplementeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 693). Wanneer aan de werkloosheid van een werknemer een dringende reden ten grondslag ligt en deze de werknemer verweten kan worden, of als de werknemer zelf ontslag heeft genomen, is er sprake van verwijtbare werkloosheid. In dat geval is er geen recht op een WW-uitkering. De risicoscan stelt UWV in staat om verwijtbare werkloosheid nog beter te herkennen.

Seniorenkansenvisie

In november 2022 is de Seniorenkansenvisie aan de Tweede Kamer gestuurd, om de arbeidsmarktpositie van ouderen te verbeteren. De Seniorenkansenvisie is een integrale aanpak gericht op zowel werknemers als werkgevers. Het is een combinatie van bestaand beleid, intensiveringen, nieuw beleid en nog te ontwikkelen instrumenten gericht op de arbeidsmarkt.

Tabel 45 Begrotingsgefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

104.008

126.669

129.951

174.212

155.470

265.559

‒ 110.089

        

Uitgaven

108.108

124.430

131.300

163.923

162.714

271.413

‒ 108.699

        

Inkomensoverdrachten

       

IOW

69.600

102.626

116.469

115.352

102.000

130.864

‒ 28.864

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

20

46

36

294

46

107

‒ 61

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Dagloonbesluit

28.500

0

35

0

0

0

0

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

0

0

9

71

45

266

‒ 221

Subsidies

       

Experimenten 50+

2.108

0

332

0

0

0

0

Scholing en plaatsing oudere werklozen

331

6

0

0

0

0

0

Ontwikkeladvies 45+

636

10.707

4.733

0

0

0

0

Overige subsidies algemeen

1.872

793

568

754

561

1.130

‒ 569

Coördinatie crisisdienstverlening

0

0

0

6.565

5.542

6.024

‒ 482

Subsidie praktijkleren

0

0

0

0

445

12.000

‒ 11.555

Opdrachten

       

Opdrachten

1.041

272

118

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Scholing WW

4.000

9.980

9.000

21.122

11.900

0

11.900

Crisisdienstverlening

0

0

0

19.460

41.951

119.972

‒ 78.021

Bijdrage aan agentschappen

       

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

0

0

0

305

224

1.050

‒ 826

        

Ontvangsten

3.398

10.789

1.300

1

10.703

0

10.703

        

Ontvangsten

       

Restituties

3.398

10.789

1.300

1

10.703

0

10.703

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 46 Premiegefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Uitgaven

4.402.744

3.916.464

4.288.372

3.786.240

2.703.835

4.334.480

‒ 1.630.645

        

Inkomensoverdrachten

       

WW

4.402.744

3.916.464

4.288.372

3.786.240

2.703.835

4.229.344

‒ 1.525.509

        

Nominaal

0

0

0

0

0

105.136

‒ 105.136

        

Ontvangsten

301.000

260.000

226.961

189.830

164.000

240.156

‒ 76.156

        

Ontvangsten

       

Ufo

301.000

260.000

226.961

189.830

164.000

234.300

‒ 70.300

Nominaal

0

0

0

0

0

5.856

‒ 5.856

Inkomensoverdrachten
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW)

De IOW geeft werklozen die bij aanvang van de WW-uitkering 60 jaar en vier maanden of ouder zijn, na afloop van hun WW-uitkering recht op een vervolguitkering. Ook gedeeltelijk arbeidsgeschikten die bij aanvang van de loongerelateerde WGA-uitkering 60 jaar en vier maanden of ouder zijn, kunnen na afloop van hun loongerelateerde uitkering recht hebben op IOW.

De IOW is een tijdelijke regeling. Oudere WW’ers en WGA’ers kunnen in aanmerking komen voor een IOW-uitkering als zij vóór 1 januari 2024 werkloos of gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden. De IOW wordt uitgevoerd door UWV.

Budgettaire ontwikkelingen

De IOW-uitgaven zijn in 2022 circa € 29 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 3 miljoen) is de realisatie € 33 miljoen lager dan begroot. De voornaamste oorzaak hiervoor is een lager volume.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het aantal IOW-uitkeringen is in 2022 2.800 lager uitgevallen dan begroot. Een mogelijke oorzaak hiervoor is de oplopende arbeidsmarktkrapte in 2022. Door de krapte is er minder instroom in de WW en ook snellere uitstroom uit de WW naar werk. Als gevolg hiervan kan het IOW volume dalen.

Tabel 47 Kerncijfers IOW
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Begroting 2022

Verschil 2022

Volume IOW (x 1.000 uitkeringsjaren)

5,7

7,6

8,5

8,0

7,3

10,1

‒ 2,8

Bron: UWV, jaarverslag.

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

Werknemers in Caribisch Nederland die werkzaam zijn in de private sector ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt SZW deze verplichting over.

Budgettaire ontwikkelingen

De realisatie van de uitkeringslasten voor de Cessantia is € 0,06 miljoen lager ten opzichte van de stand bij de vastgestelde begroting.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 48 Kerncijfers Cessantiawet (Caribisch Nederland)
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Begroting 2022

Verschil 2022

Volume Cessantiawet (x 1.000 uitkeringen)

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

Bron: RCN-unit SZW.

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

De Minister van SZW stelt een tijdelijke tegemoetkoming beschikbaar voor werknemers in de Westhaven. Deze tegemoetkoming is voor werknemers die als gevolg van de sluiting van de Hemwegcentrale hun baan kwijtraken en daardoor inkomensverlies lijden. De subsidieregeling is op 20 mei 2020 in werking getreden. De termijn om een aanvraag te doen is inmiddels gesloten.

Budgettaire ontwikkelingen

De Minister van SZW heeft bij de sluiting van de Hemwegcentrale een tijdelijke tegemoetkoming beschikbaar gesteld voor werknemers in de Westhaven. Er zijn in totaal 8 aanvragen voor een tegemoetkoming gehonoreerd; het gebruik is daarmee minder dan verwacht. De uitgaven over 2022 zijn uitgekomen op € 45.000. Dat is € 211.000 lager dan begroot.

Werkloosheidswet (WW)

De WW verzekert werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Het verlies aan inkomen kan voor een bepaalde periode gedeeltelijk opgevangen worden met een uitkering. Het recht op een WW-uitkering duurt minimaal 3 maanden. De maximale duur is afhankelijk van het aantal jaren dat iemand heeft gewerkt voordat hij werkloos werd. De maximale duur is vanaf 2016 stapsgewijs – met één maand per kwartaal – teruggebracht van 38 maanden naar 24 maanden per 1 april 2019. Per jaar arbeidsverleden bouwt een werknemer de eerste tien jaar één maand recht op een WW-uitkering op. Vanaf tien jaar arbeidsverleden bouwt een werknemer met elk extra gewerkt jaar een halve maand recht op WW-uitkering op. Voor gewerkte jaren vóór 2016 geldt een overgangsrecht. De WW wordt uitgevoerd door UWV. Hoofdstuk 10, Sociale fondsen SZW, gaat nader in op de financiering van de uitgaven aan de WW.

Budgettaire ontwikkelingen

De WW-uitgaven komen € 1.526 miljoen lager uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 105 miljoen, de post nominaal in tabel 46) is de realisatie € 1.631 miljoen lager dan begroot.

Ten tijde van het opstellen van begroting 2022 was de verwachting dat de werkloosheid in 2022 zou oplopen, mede als gevolg van het aflopen van de coronasteunpakketten. Deze stijging heeft zich niet voorgedaan. Als gevolg van de economische groei en oplopende arbeidsmarktkrapte in 2022 zijn de WW lasten ten opzichte van 2021 gedaald met € 1.082 miljoen.

Beleidsrelevante kerncijfers

In lijn met de hierboven gegeven uitleg is in tabel 49 te zien dat het aantal WW-uitkeringen in 2022 lager is uitgevallen dan verwacht. De instroom is zo'n 113 duizend uitkeringen lager uitgevallen dan verwacht. Ook het aantal beëindigingen is lager uitgevallen dan verwacht, met zo'n 69 duizend. Het lager uitgevallen aantal beëindigingen is vooral het gevolg van de lagere instroom.

In tabel 50 is te zien dat de werkhervatting binnen 12 maanden na instroom in 2022 is gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Dit kan grotendeels worden verklaard door de oplopende krapte op de arbeidsmarkt in 2022.

Tabel 49 Kerncijfers WW
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Begroting 2022

Verschil 2022

Volume WW (x 1.000 uitkeringsjaren)

241

201

221

196

133

207

‒ 74

Aantal lopende WW-uitkeringen (x 1.000, ultimo)

263

223

286

192

149

248

‒ 99

Aantal WW-instromers (x 1.000)

336

330

479

292

229

342

‒ 113

 

waarvan nieuwe uitkeringen (x 1.000)

294

296

443

262

205

1

 

waarvan herleefde uitkeringen (x 1.000)2

42

29

36

30

24

1

Aantal beëindigde WW-uitkeringen (x 1.000)

403

369

417

386

272

341

‒ 69

Bron: UWV, jaarverslag.

1

Dit getal wordt niet geraamd.

2

Wie na afloop van een WW-uitkering binnen 26 weken weer werkloos wordt, kan de oude WW-uitkering weer terugkrijgen. Dit wordt «herleving» genoemd.

Tabel 50 Werkhervatting uit de WW
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Aandeel werkhervatting binnen 12 maanden na instroom

31

30

26

22

28

 

waarvan leeftijd bij instroom jonger dan 55 jaar

32

32

27

22

29

 

waarvan leeftijd bij instroom 55 jaar en ouder

24

24

20

19

22

      

Aandeel werkhervatting binnen 3 maanden na instroom

12

13

11

10

15

Bron: UWV, jaarverslag.

Handhaving

Na de doorlichting van de WW in 2019 is – met een tijdelijke onderbreking als gevolg van de coronacrisis – door UWV gewerkt aan het in kaart brengen van de (netto)risico’s en de daarbij behorende vervolgacties. In 2022 zijn er weer nieuwe stappen gezet met betrekking tot deze vervolgacties. Zo zijn de risicoscans om verwijtbare werkloosheid en verblijf buiten Nederland op te sporen geïmplementeerd. Ook is UWV in 2022 begonnen met de implementatie van de risicoscan sollicitaties.

Met betrekking tot de kerncijfers op het gebied van preventie valt op dat de detectiekans in 2022 is gedaald. Hier is niet direct een verklaring voor gevonden. Volgend jaar zal worden bezien of deze trend zich doorzet en of dat aanvullend onderzoek vergt. Daarnaast was de kennis van de verplichtingen in 2022 nog steeds hoog. WW-uitkeringsgerechtigden zijn over het algemeen goed op de hoogte van wat van hun verwacht wordt.

Met betrekking tot opsporing en sanctionering is te zien dat het aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling en het totale benadelingsbedrag in 2022 zijn gestegen ten opzichte van 2021 en daarmee terugkeren naar de hoogte van vóór de coronacrisis. Gegeven het feit dat het aantal WW-uitkeringen sindsdien is gedaald, kan de conclusie worden getrokken dat opsporing in 2022 relatief vaker plaatsvond. Ook het aantal boetes en het totale boetebedrag zijn in 2022 weer teruggekeerd naar het niveau van vóór 2020. Het aantal waarschuwingen is ook gestegen, maar is als aandeel in de totale sanctionering van overtredingen van de inlichtingenplicht gelijk gebleven met 2021. In beide jaren was het aandeel waarschuwingen zo’n 70% van het totaal aantal waarschuwingen plus boetes.

Tabel 51 Kerncijfers WW (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Preventie

Gepercipieerde detectiekans (%)

781

771

612

793

703

Kennis van de verplichtingen (%)

961

961

912

933

933

Opsporing4

Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000)

3,7

3,4

2,8

4,5

3,6

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)5

1,0

1,0

0,8

0,8

1,0

Totaal benadelingsbedrag (x 1 mln)

5,5

4,5

3,6

3,7

4,4

Sanctionering4

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

1,7

1,4

1

1,6

1,9

Aantal boetes (x 1.000)

0,8

0,8

0,6

0,7

0,8

Totaal boetebedrag ( x 1 mln)

1,2

1,1

0,8

1

1,2

  

Ontstaansjaar vordering

  

2018

2019

2020

2021

2022

Terugvordering4

Incassoratio boete + benadelingsbedrag ultimo 2022 (%)

58

54

44

42

32

1

Bron: Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

2

Bron: I&O Research «Kennis der verplichtingen in de coronacrisis». Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek is sprake van een trendbreuk met 2019 en eerder.

3

Bron: I&O Research «Kennis der verplichtingen en gepercipieerde detectiekans». Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek is sprake van een trendbreuk met 2019 en eerder.

4

Bron: UWV, jaarverslag.

5

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Subsidies

Overige subsidies algemeen

Bij overige subsidies is de realisatie € 569 duizend lager dan begroot. Afgelopen jaar is € 345.000 vanaf dit budget overgeboekt naar een ander begrotingsartikel om financiële middelen beschikbaar te stellen voor een subsidie aan Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk. De subsidie stelt deze organisatie in staat om werkgevers te inspireren, faciliteren en stimuleren om mensen uit de doelgroep banenafspraak aan de slag te helpen. Het gesubsidieerde project Sociale Partners voor Duurzame Inzetbaarheid is in 2021 afgerond en de beschikking van de subsidie aan AWVN, FNV en CNV is begin 2022 definitief vastgesteld. In 2022 is het resterende bedrag van € 55.000 uitbetaald. Dit was € 225.000 lager dan oorspronkelijk was begroot. Daarnaast is € 505.000 besteed voor subsidies aan de Ambachtsacademie. Het project «Levenslang ontwikkelen via de Ambachtsacademie» eindigt definitief eind 2023. Hoeveel mensen daadwerkelijk een traject bij de ambachtsacademie hebben afgerond en ingestroomd zijn in een baan in het kleinschalig ambacht, moet blijken uit de eindverantwoording van het project. Deze moet uiterlijk in december 2023 worden opgeleverd.

Coördinatie crisisdienstverlening

Deze subsidies hebben werknemers- en werkgeversorganisaties in staat gesteld een landelijke structuur in te richten voor de aansturing en het bieden van ondersteuning aan de desbetreffende organisaties die deelnemen aan de regionale mobiliteitsteams in de regio’s. Waar de publieke partijen al een landelijke en/of regionale inrichting kennen, diende deze bij de sociale partners nog te worden ingericht. In 2022 kwamen de organisaties, net als de Regionale Mobiliteitsteams, gedurende het jaar op stoom. Daarom is niet het volledige budget uitgenut. In 2022 was de uitputting in totaal circa € 5,5 miljoen.

Subsidie Praktijkleren

In 2022 is voor de Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg in totaal € 0,4 miljoen besteed. De uitgaven zijn daarmee € 11,6 miljoen lager dan verwacht. Dit is vanwege de onbekendheid van werkgevers met de nieuwe mogelijkheden voor bij- en omscholing van werkzoekenden en werkenden door delen van mbo-opleidingen te doen op de werkvloer. De nieuwe (subsidie)mogelijkheden zijn bij leerbedrijven nog te onbekend, ondanks de inzet van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, sociale partners en RVO om werkgevers te informeren via nieuwsbrieven, mailings en webinars.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Scholing WW

In 2022 is het scholingsbudget WW verlengd. In 2022 bedroeg het scholingsbudget WW in totaal € 13,1 miljoen. Het aantal verstrekte scholingstrajecten kwam in 2022 uit op circa 3.500. Dit heeft geleid tot een realisatie van € 10,4 miljoen aan scholingstrajecten in 2022. Het aantal scholingstrajecten in 2022 is lager uitgevallen dan verwacht. In 2022 was er sprake van een toenemende krapte, waardoor vermoedelijk minder scholingstrajecten nodig waren om werk te vinden.

Crisisdienstverlening

Vanuit dit budget worden de personele inzet in de regionale mobiliteitsteams en de dienstverleningsbudgetten gefinancierd. Gedurende 2022 is € 1 miljoen vanuit het budget crisisdienstverlening overgeboekt naar begrotingsartikel 11 als bijdrage aan de uitvoeringskosten UWV. Tevens is circa € 13 miljoen van dit budget doorschoven naar 2023, dit is vanwege de financieringssystematiek van de regionale mobiliteitsteams. Uit het budget is totaal circa € 41 miljoen in 2022 besteed. De forse onderuitputting is deels te verklaren vanwege een opstartfase van de RMT’s in de eerste helft van 2022. De vraag naar dienstverlening van de regionale mobiliteitsteams is in de loop van 2022 wel sterk toegenomen. Desondanks is er minder gebruik gemaakt van de budgetten voor de inzet van aanvullende dienstverlening door de RMT’s dan van tevoren werd ingeschat.

Bijdrage aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft € 224.000 ontvangen voor de uitvoering van de Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg. De uitvoeringskosten RVO zijn lager dan verwacht, omdat het aantal werkgevers dat subsidie heeft aangevraagd bij RVO achterblijft. Dit is vanwege onbekendheid van werkgevers met de nieuwe mogelijkheden voor bij- en omscholing van werkzoekenden en werkenden door delen van mbo-opleidingen te doen op de werkvloer. De nieuwe (subsidie)mogelijkheden zijn bij leerbedrijven nog te onbekend, ondanks de inzet van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, sociale partners en RVO om werkgevers te informeren via nieuwsbrieven, mailings en webinars.

Ontvangsten

Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo)

De overheid is eigenrisicodrager voor de WW. UWV verhaalt de uitkeringslasten op overheidswerkgevers. Deze lasten staan als ontvangsten op dit artikel en zijn in 2022 € 70 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 6 miljoen, de post nominaal in tabel 46) is de realisatie € 76 miljoen lager dan begroot. De verwachting was dat mede als gevolg van de coronacrisis ook bij overheidswerkgevers meer mensen ontslagen zouden worden en dus dat de WW-lasten voor deze groep zouden oplopen. Deze stijging heeft zich niet voorgedaan. In lijn met de totale WW-uitkeringen zijn de ontvangsten Ufo lager uitgevallen dan verwacht.

Licence