Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door:
– het bijdragen aan mondiale gezondheid en SRGR voor iedereen;
– het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid;
– versterking van het maatschappelijk middenveld en bevordering en bescherming van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties;
– versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen;
– vergroting van kansen en perspectieven voor jongeren; en
– een toename van het aantal goed opgeleide professionals en versterking van beroeps- en hoger onderwijs.
De minister is verantwoordelijk voor:
Financieren
– Het financieren van programma’s van multilaterale organisaties, niet gouvernementele organisaties, bedrijven, overheden en kennisinstellingen, die het meeste perspectief bieden op het verwezenlijken van de beoogde resultaten op het gebied van mondiale gezondheid en SRGR, vrouwenrechten en gender gelijkheid en het versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen.
– Het financieren van programma’s gericht op het versterken van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden, via onder meer strategische partnerschappen.
– Het steunen van initiatieven op het terrein van onderwijs, onder andere via het Global Partnership for Education en het financieren van programma’s gericht op het vergroten van perspectieven en kansen voor jongeren, zoals Generation Unlimited en de programma’s die de nexus tussen onderwijs en werkgelegenheid bevorderen.
– De versterking van beroeps- en hogeronderwijsinstellingen en versterking van kennis en vaardigheden van jongeren en mid career professionals via het Orange Knowledge Programma (OKP) en kennisplatforms.
Stimuleren
– Het bijdragen aan structurele armoedebestrijding en bevorderen van inclusieve groei en ontwikkeling door mensen te steunen, invloed uit te oefenen op beleid en hun mogelijkheden en kansen te vergroten om bij te dragen aan inclusieve duurzame ontwikkeling, specifiek voor achtergestelde of gediscrimineerde groepen, waaronder vrouwen, meisjes en LHBTIQ+.
– De Nederlandse inzet voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv-preventie, onder meer in multilaterale fora. Nederland speelt een actieve rol in de follow-up van ICPD en uitvoering van SRGR en gendergelijkheid als onderdeel van de 2030 agenda, in de bilaterale dialoog in de partnerlanden, in de samenwerking met NGO’s en in samenwerking met private partijen en het bedrijfsleven.
– Werken aan goede internationale kaders voor vrouwenrechten en gendergelijkheid in multilaterale fora (VN, OESO/DAC, EU) en het onder steunen van lokale organisaties ter versterking van politieke participatie, economische zelfstandigheid, een actieve rol van vrouwen in vredesprocessen en de uitbanning van geweld tegen vrouwen. Lokale ervaringen worden ingebracht in multilaterale fora, en vice versa.
– De samenwerking met het maatschappelijk middenveld op de interna tionale beleidsagenda en het bevorderen van de politieke ruimte in internationale fora, waaronder het Global Partnership for Effective Development Cooperation (GPEDC).
– Het bevorderen van toegang tot beroeps- en hoger onderwijs om jongeren in ontwikkelingslanden de nodige kennis, vaardigheden en competenties te laten ontwikkelen en hen perspectief te bieden op een inkomen.
Vrouwenrechten en gendergelijkheid
Het beleid dat in 2024 werd ontwikkeld en uitgevoerd, evenals de bijbehorende resultaten, voldeden aan de verwachtingen uit de begroting. Voor effectief beleid is het meenemen van de rechten van vrouwen en meisjes en gemarginaliseerde groepen belangrijk. Wereldwijd staan vrouwenrechten en SRGR echter in toenemende mate onder druk. Daarom is er, ondanks het feit dat eraan de verwachtingen van de begroting werd voldaan, minder vooruitgang geboekt dan gehoopt.
Maatschappelijk middenveld
Het uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting. Het kabinet heeft zich ingezet voor het versterken van het maatschappelijk middenveld wereldwijd ten gunste van weerbare en stabiele samenlevingen. Binnen de 42 partnerschappen en het Power of Voices-programma werkte Nederland samen met 3842 organisaties in verschillende sectoren om wetten en normen te beïnvloeden en om meer aandacht te vragen voor mensen wiens behoeften niet altijd worden gehoord en gezien. Tevens is ingezet op het toegankelijker maken van dienstverlening, waaronder voor mensen met een beperking. Alle partnerschapsprogramma’s zijn tussentijds geëvalueerd en hebben waardevolle lessen opgeleverd die soms tot bijstellingen hebben geleid. Een van de geleerde lessen is dat er succesvolle modellen van lokaal leiderschap bestaan, waarbij lokale partners actief betrokken zijn bij besluitvormingsprocessen die vormgeven aan activiteiten, maar minder bij budgetbeslissingen. Een andere les is dat de krimpende ruimte voor maatschappelijke organisaties invloed heeft op interventies. Dit zal naar verwachting ook gelden voor de toekomst. De activiteiten van het Power of Voices-programma, gestart in 2017, zijn in 2024 afgerond. Dit programma werkte met meer dan 750 organisaties om hun capaciteiten en activiteiten te versterken.
Binnen het huidige beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld, zijn er het afgelopen rapportagejaar in drie verschillende landen uitwisselingen georganiseerd. Hier leerden meer dan vijftig organisaties van elkaar over verschillende methodes om gedrag en wet- en regelgeving te beïnvloeden en verschillende manieren om de rol van maatschappelijke organisaties te versterken op zowel lokaal als nationaal en internationaal niveau. Ook zette het kabinet zich in, via partnerorganisaties, OESO/DAC, EU en de VN, voor het beschermen van de maatschappelijke ruimte in landen waar die onder druk staat.
Jongeren, onderwijs en werkgelegenheid
De vooruitstrevende Nederlandse aanpak met betrekking tot jeugdwerkgelegenheid en ondernemerschap is succesvol, net als de inzet op jongeren in de context van migratie en ontheemding. De Nederlandse jongerenagenda (Youth at Heart) kent dan ook wereldwijd steeds meer navolging. Met oog op de bezuinigingen is het beroeps- en hogeronderwijs programma niet van start gegaan waardoor resultaten deels afweken van hetgeen werd begroot. Het programma beoogde via beurzen (lokaal, regionaal en in Nederland) en capaciteitsversterking van lokale beroeps- en hoger onderwijssystemen, het gebrek aan kennis en goed opgeleid personeel te verhelpen in voor Nederland relevante sectoren.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Art. | Verplichtingen | 1.781.617 | 687.598 | 782.314 | 527.161 | 280.562 | 309.676 | ‒ 29.114 |
Uitgaven | 747.424 | 825.433 | 901.132 | 830.675 | 835.421 | 802.998 | 32.423 | |
3.1 | Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten | 423.151 | 533.472 | 579.156 | 515.235 | 542.914 | 508.537 | 34.377 |
Subsidies (regelingen) | 134.768 | 98.256 | 191.449 | 215.733 | 198.609 | 201.576 | ‒ 2.967 | |
Mondiale gezondheid en SRGR | 134.489 | 98.256 | 139.449 | 215.733 | 198.609 | 201.576 | ‒ 2.967 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 279 | 0 | 52.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 10.497 | 20.961 | 9.280 | 8.351 | 14.555 | 17.825 | ‒ 3.270 | |
Mondiale gezondheid en SRGR | 10.497 | 20.961 | 9.280 | 8.351 | 14.555 | 17.825 | ‒ 3.270 | |
Bijdrage aan agentschappen | 92 | 94 | 78 | 323 | 93 | 139 | ‒ 46 | |
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 92 | 94 | 78 | 323 | 93 | 139 | ‒ 46 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 277.794 | 414.161 | 378.349 | 290.828 | 329.657 | 288.997 | 40.660 | |
WHO/PAHO | 6.237 | 5.938 | 5.638 | 6.790 | 15.007 | 6.713 | 8.294 | |
Mondiale gezondheid en SRGR | 109.573 | 211.468 | 188.464 | 203.937 | 196.378 | 184.882 | 11.496 | |
UNFPA | 45.510 | 66.317 | 72.995 | 46.342 | 57.463 | 60.000 | ‒ 2.537 | |
UNAIDS | 30.000 | 20.000 | 23.000 | 23.000 | 46.000 | 23.000 | 23.000 | |
Partnershipprogramma WHO | 11.360 | 15.835 | 15.773 | 10.759 | 10.309 | 14.402 | ‒ 4.093 | |
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 42.000 | 52.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNICEF | 7.000 | 7.000 | 9.000 | 0 | 4.500 | 0 | 4.500 | |
Vrouwenrechten en keuzevrijheid | 26.114 | 35.603 | 63.479 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.2 | Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 49.239 | 52.077 | 51.675 | 51.930 | 48.618 | 47.609 | 1.009 |
Subsidies (regelingen) | 35.081 | 39.787 | 39.526 | 39.441 | 34.758 | 34.109 | 649 | |
Vrouwenrechten | 35.081 | 39.787 | 39.526 | 39.441 | 34.758 | 34.109 | 649 | |
Opdrachten | 15 | 107 | 188 | 136 | 77 | 0 | 77 | |
Vrouwenrechten | 15 | 107 | 188 | 136 | 77 | 0 | 77 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 14.143 | 12.183 | 11.961 | 12.353 | 13.783 | 13.500 | 283 | |
Vrouwenrechten | 8.096 | 6.183 | 5.483 | 6.104 | 7.783 | 7.500 | 283 | |
UNWOMEN | 6.047 | 6.000 | 6.478 | 6.249 | 6.000 | 6.000 | 0 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.3 | Maatschappelijk middenveld | 195.272 | 165.842 | 200.486 | 206.413 | 227.162 | 182.859 | 44.303 |
Subsidies (regelingen) | 179.622 | 143.464 | 179.828 | 183.116 | 205.984 | 167.592 | 38.392 | |
Twinningsfaciliteit Suriname | 1.150 | 0 | 60 | 659 | 0 | 0 | 0 | |
Versterking maatschappelijk middenveld | 178.472 | 143.464 | 179.768 | 182.457 | 205.984 | 167.592 | 38.392 | |
Opdrachten | 10.459 | 13.987 | 10.822 | 12.858 | 11.533 | 7.282 | 4.251 | |
Versterking maatschappelijk middenveld | 10.459 | 13.987 | 10.720 | 12.692 | 11.247 | 6.000 | 5.247 | |
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds | 0 | 0 | 102 | 166 | 286 | 1.282 | ‒ 996 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 5.191 | 8.391 | 9.836 | 10.439 | 9.645 | 7.985 | 1.660 | |
Versterking maatschappelijk middenveld | 5.191 | 8.391 | 9.836 | 10.439 | 9.645 | 7.985 | 1.660 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.4 | Onderwijs | 79.762 | 74.042 | 69.815 | 57.097 | 16.727 | 63.993 | ‒ 47.266 |
Subsidies (regelingen) | 1.425 | 1.425 | 1.425 | 1.426 | 1.500 | 1.500 | 0 | |
Onderzoeksprogramma's | 1.425 | 1.425 | 1.425 | 1.426 | 1.500 | 1.500 | 0 | |
Opdrachten | 34.970 | 59.799 | 32.261 | 41.372 | 14.987 | 60.140 | ‒ 45.153 | |
Onderwijs | 658 | 120 | 77 | 176 | 0 | 200 | ‒ 200 | |
Onderzoeksprogramma's | 29 | 0 | 0 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 0 | |
Hoger Onderwijs | 34.283 | 59.679 | 32.184 | 39.196 | 12.987 | 57.940 | ‒ 44.953 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 43.367 | 12.818 | 36.129 | 14.299 | 240 | 2.353 | ‒ 2.113 | |
Onderwijs | 2.911 | 2.818 | 2.879 | 2.579 | 240 | 2.353 | ‒ 2.113 | |
Global partnership for education | 40.456 | 10.000 | 33.250 | 11.720 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verplichtingen
De verplichtingen op beleidsartikel 3 Sociale Vooruitgang vielen per saldo lager uit ten opzichte van de vastgestelde begroting. Deze verlaging kwam met name doordat er voor het Hoger Onderwijs programma verdere uitwerking moet volgen en committeringen verschuiven naar latere jaren.
Uitgaven
De uitgaven op beleidsartikel 3 Sociale Vooruitgang zijn ten opzichte van de vastgestelde begroting hoger uitgevallen. Dit heeft te maken met verschillende mutaties die lopende het jaar hebben plaatsgevonden en waarover het parlement is geïnformeerd middels de Eerste suppletoire begroting (Kamerstuk 36 550- XVII, nr. 2), de Suppletoire begroting September (Kamerstuk 36 613 XVII, nr. 2), de Tweede suppletoire begroting (Kamerstuk 36 625 XVII, nr. 2) en de Decemberbrief BHO (Kamerstuk 36 600 XVII, nr. 53).
Artikelonderdeel 3.1
De uitgaven op artikelonderdeel 3.1 waren EUR 34,4 miljoen hoger dan verwacht ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024. Deze hogere realisatie is met name toe te schrijven aan het naar voren halen van betalingen van onder andere contributies aan de WHO/PAHO (zie Tweede suppletoire begroting) en UNAIDS (zie Decemberbrief BHO). Met het naar voren halen van o.a. deze betalingen wordt er ruimte gecreëerd om betere invulling te kunnen geven aan de bezuinigingen op ontwikkelingshulp in 2025.
Er is tevens een eenmalige bijdrage van EUR 3 miljoen aan de WHO gedaan om het mpox-virus in Afrikaanse landen te bestrijden, zoals aan de Tweede Kamer gecommuniceerd tijdens het tweeminutendebat over de mondiale gezondheidsstrategie op 4 oktober 2024.
Artikelonderdeel 3.3
Zoals gemeld in de Eerste suppletoire begroting, is er bijgestuurd op het uitgavenbudget van artikelonderdeel 3.3 ter voorkoming dat contracten met partnerorganisaties onder het VMM-subsidiekader Power of Voices zouden moeten worden opengebroken na het initieel verwerken van de ODA-ombuigingen uit 2023 en verder vanwege de forse asieltegenvaller bij voorjaarsnota 2023.
Ook zijn er betalingen naar voren gehaald om ruimte te creëren zodat er betere invulling gegeven kan worden aan de bezuinigingen op ontwikkelingshulp in 2025.
Artikelonderdeel 3.4
De uitgaven op artikelonderdeel 3.4 waren EUR 47,3 miljoen lager dan verwacht ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024. Dit kwam met name doordat het vervolgprogamma van Hoger Onderwijs nog verdere uitwerking vergt. Middelen die hiervoor bestemd waren zijn gebruikt om lopende verplichtingen te dekken onder artikelonderdelen 3.1 en 3.4.