Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 3: Europese samenwerking

Procentuele verdeling uitgaven 2012 per operationele doelstelling

Procentuele verdeling uitgaven 2012 per operationele doelstelling

A. Algemene doelstelling

Als constructief-kritische partner investeren in een Europa dat werkt.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Faciliterende en stimulerende rol

De minister is (mede) verantwoordelijk voor:

  • het bevorderen en bewaken van de coherentie en consistentie van het Nederlandse Europabeleid, inclusief de voorbereiding van Europese Raden en horizontale/institutionele dossiers;

  • de interdepartementale afstemming van de Nederlandse inzet in de verschillende vakraden;

  • de Europese meerjarige begroting, ook wel het «Meerjarig Financieel Kader» genoemd;

  • het vormgeven aan het Europese externe beleid ten opzichte van derde landen, regio’s en ontwikkelingslanden;

  • het onderhouden en intensiveren van de bilaterale relaties met andere Europese landen;

  • het bevorderen van een hechtere Europese waardengemeenschap.

Beleidstheorie

Nederland maakt deel uit van Europa: geografisch, historisch, cultureel en economisch. Nederland is één van de oprichters van de Unie. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Blijvende betrokkenheid bij het Europese proces is daarom in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven.

Voor de (nabije) toekomst is het van belang dat er Europese antwoorden worden gevonden op mondiale uitdagingen waarvoor geen nationale oplossingen meer te vinden zijn. Voorbeelden van dergelijke uitdagingen zijn de mondiale financieel-economische crisis en de monetaire turbulentie waarmee de Eurolanden worden geconfronteerd maar het gaat nadrukkelijk ook om een agenda voor de langere termijn gericht op groei en werkgelegenheid. Georganiseerde criminaliteit, terrorisme en migratie hebben geen boodschap aan landsgrenzen. De uitputting van de draagkracht van de aarde (klimaatverandering, biodiversiteit, grondstoffen) vereist een aanpak waarbij over de dijken heen wordt gekeken. Nauwe Europese samenwerking op verschillende niveaus, binnen de Europese Unie maar ook in andere verbanden als bijvoorbeeld de Raad van Europa, is noodzakelijk om aan dergelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.

Met de jaarlijkse Staat van de Unie beoogt de regering een geïntegreerde visie op hoofdlijnen voor het Nederlandse Europabeleid neer te zetten 20. De Kamerbrief «Actualisering Staat van de Unie» d.d. 3 mei 2011 21 reflecteert de nieuwe beleidsaccenten die de huidige regering wenst te zetten met betrekking tot het Nederlandse EU-beleid. Samen met de begroting 2012 zal de Staat van de Unie 2012–2013 worden gepresenteerd.

De kerntaken van de Raad van Europa zijn het bevorderen van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat. De inzet in de Raad van Europa is mede gebaseerd op de Nederlandse Mensenrechtenstrategie.

Gemiddelde Nederlandse ontvangsten van de EU 2007–2009

Gemiddelde Nederlandse ontvangsten van de EU 2007–2009

Toelichting tabel: Samenstelling (in percentages) van de gemiddelde Nederlandse ontvangsten van de EU in de periode 2007–2009, naar EU-begrotingscategorie. Nederland ontving in deze periode gemiddeld 2,01 miljard euro per jaar. Uiteindelijk draagt Nederland meer af aan de EU dan het ontvangt.

C. Beleidswijzigingen

  • De speerpunten van de inzet zijn in het licht van het nieuwe regeerakkoord geherformuleerd in de Kamerbrief « Actualisering Staat van de Unie» 22.

  • Voor de Nederlandse strategie ten aanzien van de komende onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader van de EU vanaf 2014 wordt verwezen naar de Kamerbrieven d.d. 28 maart 2011 23 en de brief van september 2011.

D. Operationele doelstellingen

Operationele Doelstelling 3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

Financiële instrumenten:

Nederlandse afdrachten aan de EU:

  • Nieuwe cijfers over het surplus 2010 en het BNI geven aanleiding om de raming aan te passen. De meevaller in 2011 wordt voornamelijk veroorzaakt door het overschot van de begroting 2010 dat is ontstaan door onderuitputting. Deze heeft geen meerjarige doorwerking aangezien het een incidentele teruggave betreft.

  • Over 2014 en verder zal op basis van de recent verschenen Commissie voorstellen onderhandeld worden. Over de uitkomst valt nog niets te zeggen.

  • Overigens wordt deze bijstelling deels ongedaan gemaakt door een opwaartse bijstelling die al vanaf 2012 jaarlijks oploopt. Reden hiervoor is dat de BNI-afdrachten na 2011 hoger uitvallen naar aanleiding van meer inzicht in de realisatiecijfers van de EU-begroting.

Onderstaande tabel geeft de verwachte ontwikkeling weer van de Nederlandse afdrachten aan de EU tot en met 2013.

Tabel 1: Nederlandse afdrachten aan de EU in miljoen €
 

2011

2012

2013

BNI-afdracht

3 690

4 498

4 604

BTW-afdracht

351

360

377

Landbouwheffingen

303

303

303

Invoerrechten

2 136

2 178

2 222

Totaal EU-afdrachten (bruto)

6 480

7 340

7 506

Perceptiekostenvergoeding voor inning landbouwheffingen

76

76

76

Perceptiekostenvergoeding voor inning invoerrechten

534

545

555

Totaal perceptiekostenvergoedingen

610

620

631

Totaal EU-afdrachten (netto)

5 870

6 720

6 875

Beleidsinstrumenten:

  • Bilaterale en intra-Europese diplomatie, zowel op ministerieel als ambtelijk niveau, om andere lidstaten, Europees Parlement en Europese Commissie te overtuigen van onze posities over bijvoorbeeld het Meerjarig Financieel Kader, de eurozone, Schengen etc. Coördinatie gaat via de strategische reisagenda van de regering waarin de voorgenomen reizen van bewindslieden worden opgenomen en afgestemd.

  • Inzet van het Europese postennetwerk om bilaterale betrekkingen te onderhouden om mogelijk coalities te identificeren, standpunten uit te wisselen en rapportages te ontvangen over relevante ontwikkelingen die standpuntbepaling in de EU kunnen beïnvloeden.

  • Tijdig formuleren van interdepartementaal gecoördineerde standpunten via wekelijkse BNC om vroegtijdig het debat en de besluitvorming in Brussel te sturen.

  • Coalitievorming in het kader van «gelijkgezinden» maar ook actief zoeken naar en inzetten op nieuwe partners op verschillende dossiers.

  • Voorbereiden van strategische inzet voor strategische Europese dossiers via de Hoog Ambtelijke Commissie EU-zaken en de Ministeriële Commissie EU-zaken.

  • Via demarches in Benelux kader inzetten op het optimaal functioneren van de nieuwe structuren van het Verdrag van Lissabon zoals de Vaste Voorzitter van de Europese Raad.

  • Actief detacheringbeleid bij de Europese instellingen (zoals Europese Commissie en Raadssecretariaat) en bij ministeries van Buitenlandse Zaken in verschillende lidstaten.

  • Behoud en de ontwikkeling van de Europese rechtsorde door actief bij te dragen aan de ontwikkeling van Europese regelgeving en door een actieve houding van de Nederlandse regering bij het Hof van Justitie van de EU.

Operationele Doelstelling 3.2

Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden

Financiële instrumenten:

  • Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EUR 173 miljoen). De «EU toerekening»: het aan de BZ-begroting toegeschreven «Nederlandse aandeel» uit hoofdstuk vier van de begroting van de Europese Commissie («De Europese Unie als mondiale partner»). Uit dit hoofdstuk worden diverse programma's van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het Instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het GBVB-budget en Humanitaire hulp.

  • Zie voor het instrument van pre-accessiesteun (landen met EU-lidmaatschapsperspectief assisteren bij overname EU-acquis) het MATRA programma dat wordt verantwoord op beleidsartikel 2 (OD 2.5).

Beleidsinstrumenten (in aanvulling op beleidsinstrumenten onder 3.1):

  • Coherente inzet in de Raad («met één mond spreken»)

Operationele Doelstelling 3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

Financiële instrumenten:

  • Contributie aan de Raad van Europa van EUR 9,7 miljoen waarmee wordt ingezet op een doelmatige, efficiënte Raad van Europa, die zich richt op het bevorderen van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in Europa.

Beleidsinstrumenten:

  • Via (coalitievorming in) rapporteursgroepen, het Comité van Ministers en stuurgroepen Nederlandse beleidsprioriteiten realiseren.

  • Nederlandse inzet is altijd gebaseerd op goede afstemming tussen de betrokken vakdepartementen.

De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt een centrale rol bij het realiseren van de beleidsdoelstellingen, door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa.

Operationele Doelstelling 3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 27

Financiële instrumenten:

  • Jaarlijkse bijdrage van circa EUR 3,8 miljoen aan de Benelux. Het Benelux-verdrag dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken.

Beleidsinstrumenten:

  • Conferenties (zoals de Utrecht Conferentie met Polen) en seminars ter intensivering van de bilaterale betrekkingen.

  • Benelux overleg voorafgaand aan EU-raden en waar nuttig ook met andere regionale samenwerkingsverbanden zoals Visegrad 24 en Baltische 25 staten.

  • Bilaterale en intra-Europese diplomatie, zowel op ministerieel als ambtelijk niveau, om andere lidstaten te overtuigen van onze posities.

  • Actieve inzet van het Europese postennetwerk.

  • Gerichte detacheringen bij verschillende EU-lidstaten (o.a. tijdens EU-voorzitterschappen) en EU-instellingen.

  • Voorlichting van departementen, onder andere door verdere activiteiten van het Expertisecentrum Europees Recht (ECER).

  • Voeren van het secretariaat en het co-voorzitterschap van de Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) met het oog op een goede coördinatie tussen departementen van standpunten over het recht van de Europese Unie.

E. Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 3 Europese samenwerking

Bedragen in EUR 1 000

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

6 090 076

6 493 256

7 353 602

7 528 242

7 918 919

8 133 453

8 133 453

                 

Uitgaven:

             
                 

Programma-uitgaven totaal

6 230 748

6 657 389

7 526 717

7 696 623

8 071 175

8 285 709

8 285 709

                 

3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

6 022 099

6 479 880

7 340 042

7 505 786

7 905 259

8 119 793

8 119 793

                 
 

Juridisch verplicht

   

100%

100%

100%

100%

100%

 

Overig verplicht

   

0%

0%

0%

0%

0%

 

Beleidsmatig nog niet ingevuld

   

0%

0%

0%

0%

0%

                 

3.2

Een effectief, efficient en cohorent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden

195 228

164 133

173 115

177 177

152 256

152 256

152 256

                 
 

Juridisch verplicht

   

100%

100%

100%

100%

100%

 

Overig verplicht

   

0%

0%

0%

0%

0%

 

Beleidsmatig nog niet ingevuld

   

0%

0%

0%

0%

0%

                 

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

9 669

9 516

9 700

9 800

9 800

9 800

9 800

                 
 

Juridisch verplicht

   

0%

0%

0%

0%

0%

 

Overig verplicht

   

100%

100%

100%

100%

100%

 

Beleidsmatig nog niet ingevuld

   

0%

0%

0%

0%

0%

                 

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 27

3 752

3 860

3 860

3 860

3 860

3 860

3 860

                 
 

Juridisch verplicht

   

0%

0%

0%

0%

0%

 

Overig verplicht

   

100%

100%

100%

100%

100%

 

Beleidsmatig nog niet ingevuld

   

0%

0%

0%

0%

0%

                 

Ontvangsten

576 496

609 720

620 347

631 239

642 349

653 681

653 681

                 

3.10

Perceptiekostenvergoedingen

576 496

609 669

620 347

631 239

642 349

653 681

653 681

                 

3.30

Restitutie Raad van Europa

0

51

0

0

0

0

0

20

Staat van de Unie 2010–2011, Kamerstuk 35 502, nr. 1.

21

Kamerstuk 32 502, nr. 3.

22

Kamerstuk 32 502, nr. 3

23

Kamerstuk 21 501-20 nr. 529.

24

Deelnemers zijn Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije.

25

Deelnemers zijn Estland, Letland en Litouwen.

Licence