Base description which applies to whole site

Artikel 32. Rechtspleging en rechtsbijstand

Algemene doelstelling

Een doeltreffend en doelmatig rechtsbestel.

Rol en verantwoordelijkheid

De stelselverantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie strekt zich voornamelijk uit tot het scheppen van optimale voorwaarden voor het in stand houden en verbeteren van een goed en toegankelijk rechtsbestel ten behoeve van de civiele, bestuurlijke en strafrechtspleging. Dit omvat dus ook het vormgeven, onderhouden en verbeteren van de strafrechtsketen.

De beleidsverantwoordelijkheid ligt op het terrein van de rechtspleging (met inachtneming van de onafhankelijke positie van de rechter en de zelfstandige positie van de Raad voor de rechtspraak), de keteninformatievoorziening en de toegang tot het rechtsbestel. Tot dit laatste wordt ook de beleidsverantwoordelijkheid gerekend voor alternatieve geschillenbeslechting en schuldsanering. De Minister van Veiligheid en Justitie is ten aanzien van de schuldsanering verantwoordelijk voor het wettelijke traject van de schuldsaneringsregeling, de faillissementsrechters en de bewindvoerders (bron: Wet op de schuldsanering natuurlijke personen).

Voor de Raad voor Rechtsbijstand (bron: Wet op de rechtsbijstand), het Bureau Financieel Toezicht (BFT, bron: Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme) en het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv, bron: Wet beëdigde tolken en vertalers) heeft de minister een sturingsverantwoordelijkheid, hetgeen betekent dat de uitvoering van het beleid is overgedragen aan extern verzelfstandigde taakorganisaties of aan privaatrechtelijke instellingen.

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft een regisserende verantwoordelijkheid. Hij draagt zorgt voor het wettelijk kader waar binnen tolken, vertalers, deskundigen en andere zelfstandige professionals binnen het justitiële domein zoals, advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders opereren.

Ten aanzien van de Raad voor de rechtspraak en de Hoge Raad heeft de minister een beheersmatige verantwoordelijkheid die zich beperkt tot de financiering, het beheersmatig toezicht houden en het optreden als werkgever (voor de rechterlijke macht; bron: Wet op de rechtelijke organisatie). Dit omvat ook de verantwoordelijkheid voor de arbeidsvoorwaarden van rechterlijke ambtenaren. Dit geldt eveneens ten aanzien van het College voor de Rechten van de Mens (CRM, bron: Algemene Wet Gelijke Behandeling en voorstel van Wet College voor de rechten van de mens) en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) (bron: Wet bescherming persoonsgegevens).

Bij de invulling van bovenstaande verantwoordelijkheden heeft de minister meestal een regisserende en financierende rol, maar in een aantal gevallen ook een stimulerende rol.

Meetbare gegevens

De bevoegdheid van de Minister van Veiligheid en Justitie ten aanzien van het rechtsbestel is beperkt en bestaat vooral uit het scheppen van optimale voorwaarden voor het in stand houden en verbeteren van een goed en toegankelijk rechtsbestel ten behoeve van de civiele, bestuurlijke en strafrechtspleging. Toch is Veiligheid en Justitie verantwoordelijk voor de

doeltreffendheid en doelmatigheid van het rechtsbestel als zodanig. Normen voor een adequaat rechtsbestel laten zich niet in indicatoren vatten die in een oogopslag de beleidseffectiviteit in beeld brengen. Met behulp van monitoren, trendrapportages, beleidsdoorlichtingen en beleidsevaluaties wordt op kwantitatieve, maar ook op kwalitatieve wijze inzicht verkregen in de effecten van het beleid om de toegang tot de rechtspleging te bevorderen (beleidsartikel 32.2). Voor de rechtspraak kan dit slechts met kwalitatieve indicaties (beleidsartikel 32.3).

Gefinancierde rechtsbijstand en Salduz

Beleidswijzigingen

In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-Verhagen is een taakstelling afgesproken op de gefinancierde rechtsbijstand van € 50 mln. Dit betrof onder andere een verlaging van de vergoedingen aan de advocatuur. Op 1 januari 2012 is de eerste tranche van de verlaging van de vergoeding van rechtsbijstandverleners in werking getreden (Stb. 2011, 590). Op grond van deze regeling wordt naar verwachting jaarlijks € 20 mln. bespaard. Voor de overige € 30 mln. worden maatregelen genomen in 2014. In de brief van oktober 2011 (TK 2011–2012, 31 753, nr. 39) heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tevens een verhoging van de eigen bijdrage aangekondigd ter dekking van een tekort op de verlening van rechtsbijstand voorafgaand aan het politieverhoor («Salduz»), oplopend tot € 15 mln. in 2016.

Stelselvernieuwing

Omdat de druk op het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand toeneemt, zijn er maatregelen in voorbereiding om de financiële beheersbaarheid van het stelsel te vergroten. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de Tweede Kamer in 2012 hierover geïnformeerd (TK 2011–2012, 31 753, nr. 51).

Rechtsbijstand in vreemdelingenzaken

Voor rechtsbijstand verleend bij tweede en volgende aanvragen wordt medio 2013 een stelsel van gedifferentieerde vergoeding ingevoerd. De rechtsbijstandverlener ontvangt in elke aanleg van de asielvervolgprocedure de volledige vergoeding indien de vreemdeling in het gelijk wordt gesteld dan wel de beslissing in stand gehouden wordt. De rechtsbijstandverlener ontvangt een lage vergoeding indien de vreemdeling niet in het gelijk wordt gesteld dan wel de beslissing wordt vernietigd.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
   

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

1 522 621

1 447 570

1 460 911

1 469 701

1 458 290

             

32.1 Apparaatsuitgaven Hoge Raad

         
 

Personeel

21 238

20 978

20 814

20 787

20 789

 

waarvan eigen personeel

20 470

20 221

20 063

20 037

20 038

 

waarvan externe inhuur

0

0

0

0

0

 

Materieel

4 330

4 277

4 245

4 239

4 237

 

waarvan ICT

510

505

502

501

500

 

waarvan SSO's

0

0

0

0

0

             

Programma-uitgaven

1 497 053

1 422 315

1 435 852

1 444 675

1 433 264

Waarvan juridisch verplicht

99,59%

       

32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel

         
 

Bijdrage ZBO/RWT

         
 

Raad voor rechtsbijstand

53 648

51 093

51 853

52 951

52 915

 

Bureau Financieel Toezicht

6 250

2 430

2 430

2 430

2 430

 

Subsidies

         
 

Stichting geschillencommissies

1 323

1 323

1 323

1 323

1 323

 

Overig toegang rechtsbestel

379

180

180

180

180

 

Opdrachten

         
 

WSNP

18 506

18 506

18 506

18 506

18 506

 

Toevoegingen rechtsbijstand

417 668

372 315

377 603

386 843

386 758

 

Overig toegang rechtsbestel

3 519

1 626

1 626

1 626

1 626

             

32.3 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel

     
             
 

Bijdrage aan Raad voor de rechtspraak

978 846

958 156

965 821

964 348

953 093

             
 

Bijdrage ZBO/RWT

         
 

College Bescherming Persoonsgegevens

7 610

7 515

7 431

7 415

7 415

 

College voor de Rechten van de Mens

6 758

6 589

6 516

6 492

6 492

 

Bijdragen mede overheden

         
 

Bijdragen Rechtspleging

86

86

86

86

86

 

Subsidies

         
 

Subsidies rechtspleging

913

902

892

891

891

 

Subsidies wetgeving

1 342

1 407

1 407

1 407

1 407

 

Opdrachten

         
 

Opdrachten en onderzoeken rechtspleging

205

187

178

177

142

             

Ontvangsten

309 755

300 755

299 755

299 755

299 755

 

waarvan griffie

305 626

296 626

295 626

295 626

295 626

Het niet-juridische verplichte deel op dit beleidsartikel is gereserveerd voor bestuurlijk gebonden uitgaven via diverse subsidiebeschikkingen, onder meer voor de Stichting Geschillencommissie Consumentenzaken en de Nederlandse Orde van Advocaten. Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor de gesubsidieerde rechtsbijstand in de vorm van toevoegingen en piketten. Ook zijn er middelen bestemd voor toezicht en onderzoek, bijvoorbeeld op het terrein van rechtspraak, schuldsanering en rechtsbijstand.

32.1 Apparaatsuitgaven

Toelichting op de instrumenten

Hoge Raad

De Hoge Raad der Nederlanden is het hoogste rechtscollege in Nederland op het gebied van het civiele-, straf- en fiscale recht. Voor het civiele- en strafrecht is hij dat tevens voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Saba en Sint Eustatius. De Hoge Raad is cassatierechter, wat betekent dat er wordt getoetst of het gerechtshof – en in voorkomende gevallen de rechtbank – in zijn uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de gegeven motivering begrijpelijk is. De cassatieprocedure is er op gericht de rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming te bevorderen en te verzekeren.

Ontwikkelingen Hoge Raad
 

2013

2014

2015

2016

2017

Straf

         

Instroom

3 500

3 500

3 500

3 500

3 500

Uitstroom

3 300

3 300

3 300

3 300

3 300

           

Civiel

         

Instroom

600

615

625

625

600

Uitstroom

575

575

575

575

575

           

Fiscaal

         

instroom

1 000

1 025

1 050

1 100

1 000

uitstroom

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

           

Totaal

         

instroom

5 100

5 140

5 175

5 225

5 100

uitstroom

4 875

4 875

4 875

4 875

4 875

Bron: Hoge Raad

Toelichting

Het streven van de Hoge Raad is erop gericht om de jaarlijkse instroom van zaken af te doen. Om de werkvoorraden binnen aanvaardbare grenzen te houden en de doorlooptijden te bekorten, hebben de Hoge Raad en zijn parket in de afgelopen jaren hiertoe maatregelen getroffen. Vooral op het gebied van civiele zaken en strafzaken zijn in de afgelopen 2 jaren meer zaken afgedaan dan in de jaren hiervoor, maar op de instroom van zaken, die eveneens is toegenomen, heeft de Hoge Raad geen invloed. Bij de inschatting van de uitstroom van zaken is uitgegaan van de begrensde capaciteit van raad en parket. Met het verwachte dempende effect op de instroom van zaken als gevolg van het in werking treden van de wet aangaande selectie van zaken is rekening gehouden.

32.2 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel.

Bijdragen ZBO’s en RWT’s

Raad voor Rechtsbijstand (RvR)

De Raad voor Rechtsbijstand is belast is met de uitvoering van de Wet op de rechtsbijstand. Het betreft hier de kosten voor personeel en materieel van de Raad zelf.

Juridisch loket

Stichting het Juridisch Loket is in 2005 opgericht. De Raad voor Rechtsbijstand is kaderstellend en financiert het Juridisch Loket. Ook ziet deze Raad toe op de kwaliteit van de rechtsbijstandverlening en zorgt zij voor voldoende beschikbaarheid. Het Juridisch Loket is een advies- en doorverwijsinstelling voor eerstelijns rechtshulp. Wanneer problemen niet met behulp van advies van het Juridisch Loket door de rechtszoekende zijn op te lossen, kan het Loket doorverwijzen naar een advocaat. Het advies van het Juridisch Loket is gratis.

Productiegegevens

Mediation
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Slagingspercentage mediation (binnen het justitiële domein)1

56

60

60

60

60

60

60

Verwijzing door de rechter

3 067

3 440

3 200

3 200

3 200

3 200

3 200

Verwijzing door het Juridisch Loket

2 669

2 700

2 700

2 700

2 700

2 700

2 700

Afgegeven mediation toevoegingen

7 341

7 300

7 300

7 300

7 300

7 300

7 300

Bron: Raad voor Rechtsbijstand en Raad voor de rechtspraak

1

Dit percentage is niet te relateren aan een absoluut getal. Het betreft een algemene wetmatigheid dat uit diverse onderzoek naar voren komt.

Toelichting

De doorverwijzingsvoorzieningen bij het Juridisch Loket en bij de rechtspraak zijn effectief en blijven nodig om ervoor te zorgen dat partijen hun verantwoordelijkheid voor de oplossing van hun conflict ook op zich nemen, al dan niet met behulp van een mediator. De prognose voor het aantal doorverwijzingen door het juridisch loket is naar boven bijgesteld. Het aantal verwijzingen door de rechter is iets naar beneden bijgesteld ten opzichte van vorig jaar in verband met het voortschrijdende gebruik van mediation buiten de rechtspraak. De verwachting is dat het slagingspercentage van mediation stabiel rond de 60% zal blijven.

Wet beëdigde tolken en vertalers

Het bureau beëdigde tolken en vertalers (btv) is onderdeel van de Raad voor Rechtsbijstand en is door de Minister van Veiligheid en Justitie belast met enkele uitvoeringsaspecten van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv). Deze wet verplicht justitie en politie om, in het kader van straf- en vreemdelingenrecht, alleen tolken en vertalers in te zetten die staan geregistreerd in het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv). Aan inschrijving in het Rbtv zijn kwaliteits- en integriteitseisen verbonden. Bureau btv is beheerder van dit register. Verder behandelt Bureau btv klachten over registertolken en regelt het opleidingen voor de educatie van tolken. Voorts kan het adviseren over toekomstige ontwikkelingen om de kwaliteit van tolken vertalen te versterken.

Bureau Financieel Toezicht

Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) houdt financieel toezicht op zo’n 1 500 notarissen en 380 gerechtsdeurwaarders. Daarnaast ondersteunt het BFT de Commissies van deskundigen, die door de Minister van VenJ benoemd worden, bij het beoordelen van ondernemingsplannen van gerechtsdeurwaarders. Het BFT is voorts belast met het toezicht op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT). Bij de naleving daarvan zijn de volgende beroepsgroepen betrokken: notarissen, advocaten, accountants, belastingadviseurs, bedrijfseconomische adviseurs en onafhankelijke juridische adviseurs.

Subsidies

Stichting Geschillencommissie voor Consumentenzaken

De Stichting Geschillencommissie voor Consumentenzaken (SGC of De Geschillencommissie) beoordeelt consumentenklachten. De SGC heeft op dit moment 48 geschillencommissies die klachten over verschillende onderwerpen behandelen. De SGC ontvangt hiervoor een subsidie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Opdrachten

Toevoegingen Raad voor Rechtsbijstand

De Raad voor Rechtsbijstand is een ZBO belast met de verlening van rechtsbijstand. De Raad verstrekt daartoe toevoegingen aan een advocaat of mediator voor diegenen die rechtsbijstand nodig hebben, maar dit niet kunnen betalen vanwege een te laag inkomen of te weinig eigen vermogen. De door de cliënt te betalen eigen bijdrage wordt verrekend met de kosten van de rechtsbijstand. De financiering van de Raad voor Rechtsbijstand vindt plaats aan de hand van het aantal afgegeven toevoegingen over de periode 1 september t/m 31 augustus.

Productiegegevens

Raad voor Rechtsbijstand
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Strafzaken (ambtshalve)

             

Aantal afgegeven toevoegingen

99 451

92 012

91 898

84 964

86 745

89 361

89 100

Uitgaven (mln.)

€ 120,5

€ 117,1

€ 114,4

€ 102,6

€ 101,9

€ 105,0

€ 104,8

               

Strafzaken (regulier)

             

Aantal afgegeven toevoegingen

50 096

47 611

45 697

41 203

42 014

43 519

43 488

Uitgaven (mln.)

€ 37,2

€ 35,4

€ 33,1

€ 29,1

€ 28,9

€ 29,9

€ 29,9

               

Civiele zaken

             

Aantal afgegeven toevoegingen

227 199

229 985

236 151

216 104

222 787

231 457

231 999

Uitgaven (mln.)

€ 195,0

€ 182,9

€ 183,0

€ 163,1

€ 163,5

€ 169,9

€ 170,3

               

Piketdiensten

             

Aantal toevoegingen

125 916

144 467

163 917

183 120

202 731

202 092

201 485

Uitgaven (mln.)

€ 30,6

€ 34,0

€ 38,6

€ 38,6

€ 45,2

€ 45,1

€ 45,0

               

Lichte adviestoevoeging

             

Aantal afgegeven toevoegingen

8 363

6 630

5 487

4 541

3 758

3 154

2 648

Uitgaven (mln.)

€ 2,0

€ 1,6

€ 1,3

€ 1,0

€ 0,8

€ 0,7

€ 0,6

               

Asiel

             

Asielinstroom

14 630

15 000

15 000

15 000

15 000

15 000

15 000

Aantal afgegeven toevoegingen

28 728

29 682

29 682

29 682

29 682

29 682

29 682

Uitgaven (mln.)

€ 46,3

€ 48,2

€ 47,4

€ 46,6

€ 45,8

€ 45,8

€ 45,8

               

Het Juridisch Loket

             

Aantal klantencontacten

772 031

772 031

772 031

772 031

772 031

772 031

772 031

Uitgaven (mln.)

€ 24,0

€ 24,2

€ 24,4

€ 24,6

€ 25,2

€ 24,6

€ 24,6

               

Uitvoeringslasten Rechtsbijstand

             

Raad voor Rechtsbijstand

€ 29,2

€ 28,2

€ 28,1

€ 20,8

€ 21,1

€ 21,9

€ 21,9

Totaal uitgaven (mln.)

€ 484,8

€ 471,6

€ 470,3

€ 426,4

€ 432,5

€ 442,9

€ 442,8

Bron: Raad voor Rechtsbijstand

Toelichting

Bij de opstelling is rekening gehouden met de invulling van de taakstelling van € 50 mln. zoals opgenomen in het Regeerakkoord.

Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)

Het Bureau WSNP bij de Raad voor Rechtsbijstand te Den Bosch coördineert de uitvoering van de Wet schuldsanering en reguleert de kwaliteit van de bewindvoering, onder andere door het register WSNP en een helpdesk te onderhouden. Via het bureau WSNP wordt een bijdrage verstrekt aan de bewindvoerder die een schuldsaneringsprocedure naar behoren afwikkelt. Gespecialiseerde insolventierechters houden toezicht op de goede afwikkeling van de circa 14 000 nieuwe schuldsaneringen per jaar.

32.3 Slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging

Raad voor de rechtspraak

De Raad voor de rechtspraak is het overkoepelende bestuur van de rechtspraak, dat verder bestaat uit de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. De Raad bevordert de kwaliteit en eenheid van de rechtspraak, verzorgt de financiën, houdt toezicht en ondersteunt de bedrijfsvoering bij de gerechten. De Raad spreekt zelf geen recht.

In dit beleidsartikel wordt de beleidsdoelstelling van de Minister van Veiligheid en Justitie ten aanzien van de rechtspleging toegelicht. In hoofdstuk 6 Raad voor de rechtspraak wordt de feitelijke vertaling van de aan de rechterlijke organisatie ter beschikking gestelde bijdrage in concrete beleidsdoelstellingen en prestaties van de Raad en de gerechten gegeven. Op grond van de Wet op de rechterlijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering, zoals geschetst in hoofdstuk 6, geattribueerd aan de gerechten en de Raad voor de rechtspraak.

Prijsafspraken

In het Besluit Financiering Rechtspraak 2005 is bepaald dat de prijzen voor de rechtspraak voor een periode van drie jaar worden vastgesteld en opgenomen in de VenJ-begroting. In 2010 is een akkoord bereikt over de prijzen voor de periode 2011 – 2013. In 2013 zullen de prijzen voor de periode 2014 – 2016 worden vastgesteld.

Instroom, financiering en productieafspraken

Belangrijke indicatoren voor het functioneren van de rechtspraak zijn de verwachte instroomontwikkelingen in relatie tot de financiering van de rechtspraak. Conform de Wet op de rechterlijke organisatie dient de Raad voor de rechtspraak jaarlijks zijn begroting in bij de Minister van Veiligheid en Justitie. Deze begroting is in belangrijke mate gebaseerd op de verwachte instroomontwikkeling en de vastgestelde productgroepprijzen. Om de instroomontwikkelingen zo goed mogelijk in te kunnen schatten zijn voor de afzonderlijke sectoren (ketenbrede) prognosemodellen ontwikkeld die jaarlijks op basis van onder andere de meest recente macro-economische ontwikkelingen en gerealiseerde instroom worden geactualiseerd. Die uitkomsten laten evenals voorgaande jaren een stijging zien.

De totale instroomverwachting zoals de Raad in zijn begroting heeft opgenomen is in onderstaande tabel opgenomen.

Instroomontwikkeling
 

20111

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Instroom totaal

1 801 177

1 825 045

1 922 633

2 025 956

2 129 950

2 225 888

2 335 025

Jaarlijkse mutatie

– 8,8%

1,3%

5,3%

5,4%

5,1%

4,5%

4,9%

1

Vanaf 2011 worden akten en verklaringen bij kanton niet meer meegeteld als product; indien dit wel het geval zou zijn, zou de mutatie in 2011 – 1,6 % bedragen.

De omvang en duur van de instroomstijging als gevolg van de economische recessie is uiterst moeilijk te voorspellen. Deze onzekerheid heeft ertoe geleid dat de ingediende begroting van de Raad, in overleg met de Raad, niet volledig is gehonoreerd.

Bijdrage Raad
 

20111

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Bijdrage begroting 2012

955 890

996 932

913 174

891 612

887 171

885 772

885 772

Mutatie

 

– 45 019

73 621

66 676

78 784

78 709

78 717

Bijdrage begroting 2013

 

951 913

986 795

958 288

965 955

964 481

964 489

1

Vanaf 2011 worden akten en verklaringen bij kanton niet meer meegeteld als product; indien dit wel het geval zou zijn, zou de mutatie in 2011 – 1,6 % bedragen.

Met deze bijdrage is de volgende productieafspraak met de Raad voor de rechtspraak gemaakt.

Productie
 

20111

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Productie totaal

1 806 870

1 763 423

1 860 789

1 834 963

1 884 720

1 905 139

1 905 139

Jaarlijkse mutatie

– 7,8%

– 2,4%

5,5%

– 1,4%

2,7%

1,1%

0,0%

1

Vanaf 2011 worden akten en verklaringen bij kanton niet meer meegeteld als product; indien dit wel het geval zou zijn, zou de mutatie in 2011 – 1,6 % bedragen.

Het verschil van de productieafspraak met de instroomverwachting is met name in de latere jaren aanzienlijk. Omdat de omvang en duur van de instroomstijging als gevolg van de economische recessie uiterst moeilijk te voorspellen is, is vooralsnog uitgegaan van een gelijkblijvende instroom vanaf het jaar 2013. Het is daarom van belang de ontwikkelingen nauwkeurig te volgen, zodat indien nodig en mogelijk alsnog aanvullende maatregelen getroffen kunnen worden.

Bijdragen ZBO’s en RWT’s

College Bescherming Persoonsgegevens (CBP)

Het CBP houdt toezicht op de naleving en toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet gemeentelijke basisadministratie (Wet GBA).

College voor de Rechten van de Mens (CRM)

Het CRM vervult de rol van waakhond op het gebied van mensenrechten in Nederland. De wettelijke taken en bevoegdheden van CRM bestaan onder meer uit het op verzoek onderzoek doen en oordelen of verboden onderscheid is gemaakt naar aanleiding van individuele (discriminatie)-klachten. Het CRM doet voorts uit eigen beweging onderzoek naar verboden onderscheid. Een andere taak van het CRM is het gevraagd en ongevraagd adviseren van organisaties over de toepassing van gelijke behandelingswetgeving in concrete zaken. Ten slotte doet het CRM aan normontwikkeling, periodieke evaluatie van de effectiviteit en doeltreffendheid van gelijke behandelingswetgeving en het geven van voorlichting.

Subsidies

Wetgeving

Stichting Recht en Overheid ontvangt een subsidie ten behoeve van de bedrijfskosten voor de Academie voor Wetgeving en de Academie voor Overheidsjuristen, met als doel het verhogen van de juridische kwaliteit door het bieden van een leerwerktraject aan talentvolle, recent afgestudeerde juristen, die meer dan gemiddeld belangstelling hebben voor een juridische functie bij één van de ministeries.

Daarnaast wordt voorzien in extra opleidings- en bijscholingsmogelijkheden voor zittende juristen bij alle ministeries en de Raad van State.

Licence