Base description which applies to whole site

Artikel 12 Hoofdwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijkswegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de begroting Hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 12 Hoofdwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verplichtingen

3.615.382

4.171.824

3.037.025

2.124.181

2.235.444

2.334.030

2.091.487

Uitgaven

2.472.330

2.402.576

2.762.695

3.111.954

2.827.092

3.506.415

3.475.208

12.01 Verkeersmanagement

3.736

3.812

3.811

3.808

3.805

3.804

3.803

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.736

3.812

3.811

3.808

3.805

3.804

3.803

12.02 Beheer onderhoud en vervanging

717.007

651.043

692.080

820.509

710.491

702.519

600.800

12.02.01 Beheer en onderhoud

669.477

576.726

501.379

568.529

442.150

436.749

426.156

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

669.477

576.726

501.379

568.529

442.150

436.749

426.156

12.02.04 Vervanging

47.530

74.317

190.701

251.980

268.341

265.770

174.644

12.03 Aanleg

558.823

578.689

905.318

1.226.155

1.054.121

1.464.864

1.672.794

12.03.01 Realisatie

537.107

455.466

783.303

891.638

530.682

565.830

586.036

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

32.508

15.399

18.603

24.070

4.088

0

0

12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

21.716

123.223

122.015

334.517

523.439

899.034

1.086.758

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

17.670

18.297

24.077

23.465

17.065

12.753

12.753

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

605.036

549.209

538.082

434.962

471.795

758.774

647.553

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

587.728

619.823

623.404

626.520

586.880

576.454

550.258

12.06.01 Apparaatskosten RWS

459.254

490.097

498.433

496.370

480.530

472.208

456.632

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

459.254

490.097

498.433

496.370

480.530

472.208

456.632

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

128.474

129.726

124.971

130.150

106.350

104.246

93.626

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

122.474

121.126

116.371

121.550

97.850

95.746

93.626

12.07 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

110.467

151.735

116.173

115.998

52.714

66.451

123.081

12.09 Ontvangsten

110.467

151.735

116.173

115.998

52.714

66.451

123.081

12.09.01 Ontvangsten

 

151.735

116.173

115.998

29.414

21.938

78.568

12.09.02 Tolopgave

       

23.300

44.513

44.513

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2020 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2020.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2033 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2033.

Bedragen x € 1.000
     

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

12

Hoofdwegennet

Uitgaven

2.402.576

2.762.695

3.111.954

2.827.092

3.506.415

3.475.208

3.220.611

2.439.758

12.01

Verkeersmanagement

 

3.812

3.811

3.808

3.805

3.804

3.803

3.801

3.801

                     

12.02

Beheer onderhoud en vervanging

 

651.043

692.080

820.509

710.491

702.519

600.800

604.455

529.491

12.03

Aanleg

 

578.689

905.318

1.226.155

1.054.121

1.464.864

1.672.794

1.512.254

892.278

12.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

549.209

538.082

434.962

471.795

758.774

647.553

555.673

471.760

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

619.823

623.404

626.520

586.880

576.454

550.258

544.428

542.428

12.07

Investeringsruimte

 

0

0

0

0

0

0

0

0

12

Hoofdwegennet

Ontvangsten

151.735

116.173

115.998

52.714

66.451

123.081

54.255

45.707

12.09

Ontvangsten

 

151.735

116.173

115.998

52.714

66.451

123.081

54.255

45.707

Bedragen x € 1.000
     

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2019–2033

12

Hoofdwegennet

Uitgaven

2.395.844

1.964.946

1.812.053

2.224.110

1.479.813

1.485.280

1.426.757

36.535.112

12.01

Verkeersmanagement

 

3.801

3.809

3.809

3.809

3.809

3.809

3.809

57.100

12.02

Beheer onderhoud en vervanging

 

483.202

763.464

774.913

808.596

477.073

477.073

477.073

9.572.782

12.03

Aanleg

 

925.905

207.002

62.359

590.706

29.189

49.942

100.417

11.271.993

12.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

445.446

446.808

431.380

281.407

430.150

414.889

305.891

7.183.779

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

537.490

543.863

539.592

539.592

539.592

539.567

539.567

8.449.458

12.07

Investeringsruimte

 

0

0

0

0

0

0

 

0

12

Hoofdwegennet

Ontvangsten

45.013

49.213

44.513

44.513

44.515

40.370

49.458

1.043.709

12.09

Ontvangsten

 

45.013

49.213

44.513

44.513

44.515

40.370

49.458

1.043.709

12.01 Verkeersmanagement

Motivering

Met verkeersmanagement streeft IenW naar een optimaal en veilig gebruik van de beschikbare weginfrastructuur en het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Daarmee worden de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Nederland, binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, bevorderd.

Verkeersmanagement

Producten

De uitgaven voor verkeersmanagement hebben betrekking op het verspreiden van verkeersdata en op besturingssoftware voor informatiepanelen en andere apparatuur. Samen met de weginspecteurs van Rijkswaterstaat resulteert dit in:

  • Verkeersgeleiding bij grote drukte, inclusief grootschalige evenementen en crisissituaties zoals bij een weeralarm.

  • Hulpverlening, bevorderen doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement).

  • Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, bijvoorbeeld ter voorkoming van bumperkleven en het negeren van rode kruizen.

  • Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.

De meeste van deze maatregelen zijn ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking.

De activiteiten die door Rijkswaterstaat (RWS) centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit het budget voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in bijlage 4 Instandhouding bij deze begroting.

Meetbare gegevens

Specificatie bedieningsareaal

Areaalomschrijving

Eenheid

2018

2019

2020

Verkeerssignalering

km op rijbaan

2.781

2.829

2.836

Verkeerscentrales

aantal

6

6

6

Spitsstroken

km

319

307

302

Toelichting

De toename van de verkeerssignalering in 2020 wordt met name veroorzaakt door de openstelling van de vernieuwde aansluiting A16/N3 Dordtse Kil.

In 2020 zullen naar verwachting een aantal korte spitsstroken vervallen, namelijk bij de start van de projecten A15 Papendrecht – Sliedrecht en A10 Zuidasdok. Deze spitsstroken zullen in de verbredingen worden vervangen door reguliere rijstroken.

Indicator verkeersmanagement
 

realisatie 2017

realisatie 2018

Streef-waarde 2019

Streef-waarde 2020

Levering verkeersgegevens: op alle bemeten wegvakken wordt betrouwbare reis en routeinformatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders (1)

       

a. beschikbaarheid data voor derden: % van de RWS-meetlocaties dat goed functioneert

93%

92%

90%

90%

b. actualiteit data voor derden: % van de gegevens van een meetminuut, dat binnen 75 sec. daarna door RWS wordt geleverd aan NDW

98%

99%

95%

95%

Toelichting

De indicator kent twee aspecten, namelijk de mate van beschikbaarheid van de RWS-meetlocaties en de mate waarin meetgegevens tijdig (binnen 75 seconden) verstuurd zijn naar de Nationale Databank Wegverkeergegevens (NDW). Tot en met 2017 werden beide aspecten hier in één gemiddelde waarde gecombineerd gerapporteerd. Vanaf 2018 worden beide aspecten afzonderlijk gerapporteerd.

Ad 1b:

Tot en met 2017 is een streefwaarde van 90% gehanteerd voor het indicator-onderdeel «actualiteit data voor derden». In het kader van de nieuwe meerjarige prestatieafspraken (2018 – 2021) over het Beheer en Onderhoud, is ervoor gekozen om met ingang van het jaar 2018 een hogere streefwaarde te hanteren (95%), die beter aansluit bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de informatievoorziening over het Hoofdwegennet.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Het rijkswegennet en de onmiddellijke omgeving daarvan in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen, onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen regulier beheer en onderhoud enerzijds en vervangingen en renovaties anderzijds.

Producten

Het regulier beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, kunstwerken (zoals bruggen, tunnels en viaducten), verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement (zoals signalering en verkeerscentrales).

In de huidige meerjarenperiode (2018–2021) wordt een impuls aan het onderhoud gegeven van € 97 miljoen (waarvan € 11 miljoen wegen; € 86 miljoen vaarwegen). Met deze impuls wordt een deel van het uitgesteld onderhoud op de wegen en vaarwegen aangepakt en worden maatregelen genomen om storingen op de vaarwegen en de groei van het uitgesteld onderhoud te beperken.

Vervanging en renovatie (VenR) betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en wegen, waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende is. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw zijn veel kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.

In bijlage 4 «Instandhouding» van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.

12.02.01 Beheer en Onderhoud

Voor het gebruik van het wegennet zet IenW in op een optimale beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid over de levenscyclus van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales en verkeersvoorzieningen. Daarbij gelden de eisen ten aanzien van het landschap en het milieu rond de rijkswegen als randvoorwaarden. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder het beheer en onderhoud.

De uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan hoofdzakelijk uit:

  • Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan.

  • Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken.

  • Uitgaven voor onderhoud aan DVM-systemen zoals matrixborden, informatiepanelen en verkeerscentrales.

  • Klein variabel en vast onderhoud aan verkeersvoorzieningen, zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting.

  • Uitgaven voor geluidmaatregelen (landschap en milieu) als gevolg van naleving van geluidproductieplafonds voor zover geen onderdeel van een aanlegproject.

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor verhardingen, kunstwerken (bruggen en viaducten), DVM, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu. Deze percentages zijn gebaseerd op een langjarig gemiddelde.

Areaal rijkswegen
   

Eenheid

2018

2019

2020

Rijbaanlengte

Hoofdrijbaan

km

5.867

5.837

5.838

Rijbaanlengte

Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.723

1.723

1.753

Areaal asfalt

Hoofdrijbaan

km2

77

77

77

Areaal asfalt

Verbindingswegen en op- en afritten

km2

15

15

15

Groen areaal

 

km2

182

182

182

Toelichting

De lengte van de hoofdrijbaan zal in 2020 enigszins toenemen door SAA-3 A9 Holendrecht – Diemen (Gaasperdammerweg). De lengte van de verbindingswegen en op- en afritten zal in 2020 toenemen door met name de SAA-3 A9 Holendrecht – Diemen (Gaasperdammerweg) en de A16/N3 Aansluiting Dordtse Kil.

Het areaal asfalt neemt toe door bovengenoemde projecten alsmede door A1 Apeldoorn – Azelo (fase 1), maar dit blijft binnen de afronding.

Omvang Areaal
 

Areaal

Eenheid

Omvang 2020

Budget

2020

(x € 1.000)

Beheer, onderhoud en ontwikkeling

Oppervlakte wegdek1

km2

92

501.379

1

Exclusief verzorgingsbanen

Indicatoren Beheer en Onderhoud
 

eenheid

realisatie 2017

realisatie 2018

streefwaarde 2019

streefwaarde 2020

Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (1):

         

– t/m 2017: De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud ten opzichte van totale verstoringen (in km. min).

%

4%

– vanaf 2018: Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (in voertuigverliesuren)

%

2%

10%

10%

Technische Beschikbaarheid:

deel van lengte en tijd (%) dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rij- of vluchtstroken zijn afgesloten als gevolg van aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden of falen van areaal.

%

99%

99%

90%

90%

Veiligheid (2):

         

a. voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming)

%

99,8%

99,8%

99,7%

99,7%

b. voldoen aan norm gladheidbestrijding (binnen 2 uur preventief strooien).

%

99%

97%

95%

95%

Ad 1.

In het kader van de nieuwe prestatieafspraken, vanaf 2018, is gekozen voor indicatoren die beter aansluiten bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het Hoofdwegennet:

  • De indicator uit de voorgaande begrotingen wordt tot en met 2017 uitgedrukt in een percentage van de totale «filezwaarte» (eenheid kilometerminuten). Bij deze definitie wordt alleen gekeken over welke lengte de snelheid onder de norm is (lager dan 50 km/uur), zonder rekening te houden met de snelheid in de file, het aantal voertuigen, het aantal rijstroken.

  • Vanaf 2018 wordt deze indicator uitgedrukt in een percentage van het totale «reistijdverlies» (eenheid voertuigverliesuren). Deze wordt berekend op basis van de werkelijk gereden snelheid (onder de 50 km/uur), de hoeveelheid verkeer per rijstrook, het aantal rijstroken en de lengte waarover langzamer gereden wordt. Wanneer de snelheid daalt, neemt het reistijdverlies toe. Wanneer de hoeveelheid langzaam rijdend verkeer toeneemt, neemt ook het reistijdverlies toe. Opgeteld geeft dit de extra reistijd die de weggebruikers gezamenlijk ondervinden door files, ten opzichte van de reistijd bij een normsnelheid van 100 km/uur.

Ad 2.

De indicator kent twee onderdelen, namelijk in hoeverre de verhardingen voldoen aan bepaalde normen en de mate waarin wordt voldaan aan de norm voor preventief strooien. Tot en met 2017 werden beide aspecten hier in één waarde gecombineerd gerapporteerd. Vanaf 2018 worden beide aspecten afzonderlijk gerapporteerd. Bij de nieuwe prestatieafspraken is er vanwege doelmatigheidsredenen voor gekozen om vanaf 2018 de norm van «Stroefheid en spoorvorming» (onderdeel a) aan te passen van 99,9% naar 99,7%. De hoge streefwaarde kan er anders toe leiden dat onnodig vroeg preventief onderhoud moet plaatsvinden.

12.02.04 Vervanging

Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het Hoofdwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt.

Op dit artikel staat het merendeel van de beschikbare budgetten voor Vervanging en Renovatie van het Hoofdwegennet. Op begrotingsartikel 18 staan de VenR middelen voor 2032 en 2033, die nog moeten worden toebedeeld. In het MIRT projectenoverzicht2 worden onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet.

Deze werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 Instandhouding.

12.03 Aanleg

Motivering

Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt, met als doel om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.

12.03.01 Realisatie

Mijlpalen Realisatieprojecten

Producten

In 2020 wil IenW de volgende mijlpalen realiseren:

Mijlpaal

Project

Start realisatie

– ViA15

– deeltraject A9BaHo van SAA

Overige maatregelen

Meer veilig

In het kader van Meer Veilig worden maatregelen gerealiseerd voor de drie programma’s Meer Veilig 3, Veilige Bermen Rijkswegen en aanpak veiligheid N-wegen in beheer van het Rijk. Het programma Meer Veilig 2 is inmiddels afgerond.

In het programma Meer Veilig 3 wordt gewerkt aan het realiseren van kosteneffectieve maatregelen, waarmee locaties met een relatief hoog veiligheidsrisico worden aangepakt. Concrete voorbeelden van maatregelen zijn het aanleggen van een rotonde, het plaatsen van geleiderail of het aanpassen van invoegers, uitvoegers en de belijning. Van de derde tranche van het servicepakket Meer Veilig zijn inmiddels 43 maatregelen gerealiseerd. Er worden nog 20 maatregelen uitgevoerd, waarvan er 2 in uitvoering en 18 in voorbereiding zijn. Hiervan worden er 11 in 2019 uitgevoerd. De overige 9 maatregelen worden in 2020 en 2021 uitgevoerd veelal gecombineerd met al gepland onderhoud.

Het programma Veilige Bermen richt zich volledig op het veiliger maken van de bermen langs autosnelwegen door obstakels in de berm te verwijderen, verplaatsen of af te schermen. Dit met als doel om het relatief grote aantal eenzijdige ongevallen met ernstige afloop, als gevolg van een botsing met een obstakel in de berm terug te dringen. Het programma wordt in drie tranches uitgevoerd. In 2018 is gestart met de uitvoering van een eerste tranche maatregelen ad € 10 miljoen. In 2019 wordt gestart met de tweede tranche maatregelen € 15,0 miljoen. Met de uitvoering van de derde tranche maatregelen € 15,0 miljoen wordt gestart in 2020.

Bij het BO MIRT in het najaar van 2017 is aangekondigd dat er € 50 miljoen beschikbaar wordt gesteld voor de aanpak van N-wegen, voortkomend uit het regeerakkoord Rutte III. Daarvan is € 25 beschikbaar voor de aanpak van N-wegen in beheer van het Rijk en € 25 miljoen voor maatregelen op Provinciale N-wegen. De Tweede Kamer is op 23 april 2018 geïnformeerd over de inzet van deze middelen (TK 34 775-A nr. 64). De financiële middelen voor N-wegen in beheer van het Rijk ad € 25 miljoen zijn toegevoegd aan het Meer Veilig programma. De maatregelen die binnen dit programma zullen worden uitgevoerd zijn nog in onderzoek.

Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen

Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter)nationale vrachtcorridors. Allereerst zijn om en nabij de 190 extra parkeerplaatsen aangelegd op de internationale corridors. Het gaat daarbij om circa tien locaties langs of bij de A1, A2, A12, A15 en A50. Daarnaast zijn op of in de nabijheid van internationale corridors circa 410 extra parkeerplaatsen gehuurd. Verder wordt op elf locaties langs de A7, A12, A27, A28 en A37 de capaciteit van de bestaande verzorgingsplaatsen uitgebreid met ongeveer 130 parkeerplaatsen. Aanvullend daarop is op circa zeventien locaties de kwaliteit van de verzorgingsplaatsen verbeterd en op basis-kwaliteitsniveau gebracht. Ten slotte wordt ook de bewegwijzering naar beveiligde parkeerplaatsen verbeterd.

Het totaal hiervoor beschikbare budget bedraagt € 25 miljoen. Daarvan is € 14 miljoen bestemd voor het uitbreiden van de parkeercapaciteit voor vrachtwagens op internationale corridors. Een bedrag van ruim € 8 miljoen is gereserveerd voor het uitbreiden van de capaciteit op andere locaties en het verbeteren van de kwaliteit van bestaande verzorgingsplaatsen. De resterende € 3 miljoen is gereserveerd voor aanvullende kleine maatregelen en de kosten van beheer en onderhoud. Inmiddels is het programma vrijwel afgerond. Een beperkt aantal werkzaamheden loopt door tot in 2021.

MJPO

Dit pakket betreft het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO). De laatste tranche maatregelen is sinds 2016 in uitvoering. Het programma is in 2018 grotendeels afgerond maar een aantal maatregelen loopt door tot in de periode 2019–2022, omdat deze zijn gecombineerd met grotere infrastructurele projecten. Hiertoe zijn nadere bestuurlijke en/of projectafspraken gemaakt. Een voorbeeld van een ontsnipperingsmaatregel is het plaatsen van een ecoduct of een wildtunnel onder de (spoor)weg door. Hierdoor kunnen dieren zich weer bewegen tussen twee natuurgebieden die gescheiden zijn geraakt (versnipperd) door de aanleg van Rijksinfrastructuur. Tevens worden aanrijdingen met dieren beperkt. Over de uitvoering van het MJPO wordt jaarlijks een verslag opgesteld met een overzicht van de gerealiseerde en nog te realiseren maatregelen. Dit jaarverslag wordt ook aan de Tweede Kamer gezonden. Het is te vinden op www.mjpo.nl.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • ZSM 1+2 spoedwet wegverbreding: Afname projectbudget wordt veroorzaakt door meevaller bij het z.s.m. project A20 Knooppunt Gouwe. Het project is opgeleverd. Doordat er uiteindelijk minder risico’s zijn opgetreden is een deel van de risicoreservering vrijgegeven.

  • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere: Toename projectbudget wordt deels verklaard door een hogere bijdragen van derden voor het project Badhoevedorp-Hollendrecht (€ 12 miljoen).

  • De budgetspanning SAA is ten opzichte van vorig jaar teruggebracht naar «0». De afgenomen spanning is voor het grootste gedeelte gerealiseerd door een strakke en samenwerkingsgerichte projectsturing. Hierdoor konden voorziene maar niet opgetreden risico’s worden afgewaardeerd. Het programma SAA heeft ook de komende jaren nog te maken met diverse onzekerheden binnen de verschillende projecten (openstellingstraject Gaasperdammertunnel; verdiepte liggingen A9 Badhoevedorp-Holendrecht; wisselstroken bij de A9 Gaasperdammerweg en Badhoevedorp-Holendrecht). De inspanningsverplichting om SAA binnen het taakstellend budget te realiseren, is hiermee succesvol ingevuld, maar strakke sturing op de risico’s blijft noodzakelijk.

  • A10 Amsterdam: Toename projectbudget wordt veroorzaakt door prijsbijstelling en een ontvangen subsidie vanuit de EU.

  • A9 Badhoevedorp: Het projectbudget neemt af als gevolg van een aanbestedingsmeevaller. Een deel van de aanbestedingsmeevaller vloeit terug naar de participanten. De gemeente Haarlemmermeer moet een deel van haar bijdrage nog betalen. Hun deel van de aanbestedingsmeevaller wordt nu gesaldeerd, waardoor hun nog te betalen bijdrage afneemt en dus ook het totale projectbudget. Afname projectbudget wordt veroorzaakt door minder ontvangsten van gemeente Haarlemmermeer. Vanwege een aanbestedingsmeevaller zal de bijdragen van de gemeente lager zijn.

  • A4 Delft-Schiedam: Toename projectbudget wordt verklaard door hogere ontvangsten van Provincie Zuid Holland vanwege prijsindexering (€ 6 miljoen). Daarnaast zijn er minder risico’s opgetreden bij het project. Hierdoor valt € 4 miljoen vrij vanuit de risicoreservering.

  • A4 Dinteloord-Bergen op Zoom: Afname projectbudget kan worden verklaard door een meevaller als gevolg van verkoop vastgoed.

  • N35 Wijthmen-Nijverdal: Het projectbudget neemt toe door een bijdrage van gemeente Hellendoorn voor extra maatregelen (€ 3 miljoen).

  • MJPO: Afname projectbudget wordt verklaard door meevallers bij de projecten Kunderberg en Herperduin en het feit dat een deel van het MJPO is gerealiseerd binnen (het budget van) aanlegprojecten (€ 28 miljoen). Daarnaast is er budget overgeheveld naar het project N35 Nijverdal-Wierden voor de bouw van een Ecoduct (€ 6 miljoen).

  • De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van prijsindexering en het inboeken van de verwachte baten ter financiële dekking van AIR BIM. Het project AIR BIM betreft de ontwikkeling van een informatiemanagementsysteem dat door verbeterde areaal-informatie zal leiden tot besparingen bij zowel realisatieprojecten als de instandhouding. Bij de volgende projecten in realisatie zijn besparingen ingeboekt: o.a. A10 Nieuwe Meer Amstel, A28-A1 knooppunt Hoevelaken, A27 Houten-Hooipolder en A1 Apeldoorn Azelo.

Projectoverzicht behorende bij 12.03.01: Realisatieprogramma Hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Kleine projecten / Afronding projecten

41

53

 

3

2

     

16

20

nvt

nvt

Programma 130 km

45

45

35

1

2

7

       

Programma aansluitingen

117

116

48

33

28

6

2

     

nvt

nvt

Quick Wins Wegen

12

12

11

       

1

   

ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding)

1.488

1.490

1.474

2

1

1

   

1

9

2016

2016

Projecten Noordwest-Nederland

                       

A1 Bunschoten-Knooppunt Hoevelaken

20

20

19

   

1

       

2015

2015

A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere

2.133

2.094

745

135

192

225

179

169

204

284

2025–2027

2024–2026

A10 Amsterdam praktijkproef FES

53

51

31

5

3

1

13

     

2018

2018

A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel (Zuidas)

309

305

35

24

43

50

43

31

21

62

2028

2028

A2 Holendrecht – Oudenrijn

1.210

1.210

1.208

     

2

     

2012

2012

A28 Knooppunt Hoevelaken

785

774

105

21

19

10

15

88

138

389

2023–2025

2023–2025

A9 Badhoevedorp

320

328

271

10

 

29

 

10

   

2017

2017

N50 Ens – Emmeloord

20

20

19

 

1

         

2016

2016

Projecten Zuidwest-Nederland

                       

A4 Burgerveen – Leiden

548

548

541

   

7

       

2015

2015

A4 Delft – Schiedam

641

639

641

             

2015

2015

A4 Vlietland / N14

16

16

14

2

           

2020–2022

2020–2022

A4-A44 Rijnlandroute

574

566

141

37

105

116

96

79

   

Regio

Regio

N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid)

12

11

1

 

3

6

2

     

2020

2020

N61 Hoek-Schoondijke

111

111

108

1

         

2

2015

2015

Projecten Zuid-Nederland

                       

A2 Passage Maastricht

680

679

673

3

       

4

 

2016

2016

A4 Dinteloord-Bergen op Zoom

258

264

256

1

         

1

2014

2014

A76 Aansluiting Nuth

59

59

45

   

14

       

Regio

Regio

Projecten Oost-Nederland

                       

A1 Apeldoorn – Azelo: fase 1 en fase 2a

256

 

10

92

120

33

1

         

A1 Apeldoorn Zuid – Beekbergen

32

32

29

         

3

 

2017

2017

A12-A15 Ressen – Oudenbroeken

576

 

70

28

240

184

51

 

3

     

A50 Ewijk – Valburg

269

271

269

             

2017

2017

N35 Combiplan Nijverdal

319

319

316

     

3

     

2015

2015

N35 Wijthmen – Nijverdal

19

15

 

3

4

6

6

     

2018

2018

N35 Zwolle – Wijthmen

54

54

37

6

1

2

 

8

   

2018

2018

Projecten Noord-Nederland

                       

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

700

689

169

77

92

120

98

61

24

58

2021–2023

2019–2021

N31 Leeuwarden (De Haak)

219

219

217

2

           

2014

2014

Overige maatregelen

                       

Fileaanpak

54

 

1

12

19

18

4

         

Meer kwaliteit leefomgeving

145

178

147

3

 

– 5

           

Meer veilig

50

49

38

   

12

           

Afrondingen

– 1

   

– 7

– 2

1

1

1

       
                         

Totaal uitvoeringsprogramma

12.144

11.237

7.724

494

873

844

516

448

414

825

   

Realisatie uitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking

     

67

82

48

15

12

       

Programma Realisatie

     

561

955

892

531

460

414

825

   

Budget Realisatie (IF 12.03.01)

     

455

783

892

531

566

586

825

   

Overprogrammering (–)

     

– 106

– 172

0

0

106

172

     

In kamerbrief van 23 juli (Kamerstukken II 2018–2019, 27 840, nr. 1) is de kamer geïnformeerd over de actuele stand van zaken op het project Zuidasdok.

12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Beter Benutten: vanuit het programma Beter Benutten zijn overboekingen gedaan naar decentrale overheden voor de uitvoering van de maatregelen die in het programma zijn vastgelegd. Het programma Beter Benutten is in 2019 met uitzondering van de onderdelen Intelligente Transport Systemen en Decentraal Spoor (lopen door tot en met 2020) afgerond. Het restantbudget is teruggeboekt naar de modaliteiten. Het gaat om een bedrag van 171 miljoen dat naar rato van de inleggers weer is teruggegeven. Het betreft voor Beter Benutten zelf: € 171 miljoen, € 6 miljoen, Beter Benutten Decentraal spoor, dus in totaal € 177 miljoen, die via de gebruikelijke verdeelsleutel is teruggeboekt naar de investeringsruimte van verschillende modaliteiten.

  • Reserveringen voor Life Cycle Costs (LCC): deze zijn geactualiseerd voor de verlenging van het Infrastructuurfonds van 2032 naar 2033.

  • Vervolgprogramma Meer Veilig: Er is € 25 miljoen apart op het begrotingsartikel gereserveerd. Dit zal aan provincies taakstellend beschikbaar worden gesteld in de vorm van cofinanciering middels een subsidieregeling (Kamerstuk 34 775 A, nr. 64).

    Voorbereiding vrachtwagenheffing: in het Regeerakkoord is opgenomen dat er zo spoedig mogelijk een vrachtwagenheffing wordt ingevoerd. De inkomsten uit de heffing worden in overleg met de sector teruggesluisd naar de vervoerssector. Om dit mogelijk te maken is besloten additioneel € 24 miljoen ter beschikking te stellen voor de voorbereidingskosten en onderzoekskosten voor dit nieuwe beleid in 2019 en 2020. Voor de inzichtelijkheid wordt deze reservering zichtbaar gemaakt op de investeringsruimte van Hoofdwegennet op artikel 20. Dit is fase 2 van het project Vrachtwagenheffing. De € 24 miljoen in 2019 en 2020 wordt besteed aan voorbereiding wetgeving (internetconsultatie is zojuist gestart) en voorbereiding aanbesteding. Het gaat om kosten voor personeel, inhuur en onderzoeken. Voor de verkenningsfase (fase 0 en 1) was € 5 miljoen gereserveerd. Van deze € 24 miljoen is een deel, € 6 miljoen, overgeboekt van het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII. Dit is zichtbaar in de tabel bij de «begroting op hoofdlijnen» van deze begroting onder ad. 7 Vrachtwagenheffing. In 2019 wordt € 4,31 miljoen euro naar HXII overgeboekt en in 2020 € 1,78 miljoen. Totaal € 6,1 miljoen. Voor fase 3 (realisatiefase) zal medio 2020 een programmaplan worden gemaakt, waarna de kosten voor deze fase duidelijker worden en op dat moment dekking gezocht moet worden binnen de Investeringsruimte voor de jaren 2021 t/m 2023.

  • A12/A27 Ring Utrecht: In het kader van het programma Vervanging en Renovatie worden de opleggingen en voegovergangen van de Galecopperbrug vervangen. Om dubbele hinder voor de gebruiker te voorkomen worden deze werkzaamheden meegenomen in het project Ring Utrecht. Het hiervoor benodigde VenR-budget van € 18 miljoen is aan het projectbudget Ring Utrecht toegevoegd.

  • A20 Nieuwekerk a/d IJssel – Gouda: Bij het vaststellen van het Voorkeursbesluit A20 Nieuwerkerk – Gouwe is er een nieuwe raming opgesteld voor het project en is het taakstellend budget hieraan gelijkgesteld. Het restant is toegevoegd aan de investeringsruimte (€ 46 miljoen).

  • A2 Het Vonderen – Kerensheide: In voorbereiding op de realisatie van dit project is een deel van het taakstellend budget overgeboekt naar het realisatieartikel (€ 35 miljoen).

  • A4 Burgerveen – N14: Het taakstellend budget is met € 80 miljoen verhoogd, bestemd voor de realisatie van een nieuw Ringvaartaquaduct in zuidelijke richting met vier rijstroken.

  • A27 Houten-Hooipolder: Het taakstellend budget van het project is opgehoogd vanuit de investeringsruimte met € 65 miljoen. Het taakstellend budget van het project is bij het vaststellen van het Tracébesluit in overeenstemming gebracht met de raming van het project. Daarnaast kan de PPS-taakstelling van € 30 miljoen bij het project naar verwachting niet gerealiseerd worden.

  • N65 Vught – Haaren: In het BO MIRT in het najaar van 2018 is het Voorkeursalternatief Plus (VKA+) vastgesteld met onderliggend regiobod. Het Rijk zal hiervoor aanvullend € 12 miljoen bijdragen aan het project N65. De regio draagt € 25 miljoen extra bij.

  • A1 Apeldoorn – Azelo: fase 1 en 2a van het project zijn met het realisatiebudget van € 256 miljoen van de Verkenningen en planuitwerkingen naar de realisatiefase overgegaan (zie ook het projectoverzicht bij 12.03.01).

  • A1/A30 Barneveld: In het BO MIRT in het najaar van 2018 is een additionele bijdrage van € 22 miljoen euro toegezegd voor de rijksbijdrage van het project.

Het project AIR BIM betreft de ontwikkeling van een informatiemanagementsysteem dat door verbeterde areaal-informatie zal leiden tot besparingen bij zowel realisatieprojecten als de instandhouding. De verwachte baten worden ingeboekt op een aantal projecten in voorbereiding. Bij Hoofdwegennet betreft het onder andere de volgende projecten: A12/A27 Ring Utrecht, A7/A8 Corridor Amsterdam-Hoorn, A20 Nieuwerkerk a/d IJssel – Gouda, A4 Haaglanden – N14, A27 Houten – Hooipolder, N65 Vught – Haaren, Programma SmartwayZ.NL: InnovA58 en A1 Apeldoorn – Azelo.

Mirt tabel 12.03.02: Verkenningen en planuitwerkingen Hoofdwegennet
 

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

TB

Openstelling

Realisatie uitgaven op IF12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 209

– 292

nvt

nvt

Projecten Nationaal

   

nvt

nvt

Beter Benutten

117

288

nvt

nvt

Geluidsaneringprogramma – weg

267

263

nvt

nvt

Kosten voorbereiding tol

14

14

nvt

nvt

Lucht – weg (NSL hoofdwegennet)

204

201

nvt

nvt

Reservering voor LCC

224

259

nvt

nvt

Snelfietsroutes

29

29

nvt

nvt

Tolreservering Blankenburgverbinding en ViA15

112

109

nvt

nvt

Vervolgprogramma Meer Veilig

55

80

nvt

nvt

Voorbereiding vrachtheffing

22

– 3

   

Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen

168

182

   

Projecten Noordwest-Nederland

       

A12/A27 Ring Utrecht

1.206

1.171

2017

2027–2028

A7/A8 Corridor Amsterdam-Hoorn

305

300

   

Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport: Verbreding A6

53

52

2020

2023

Rijksbijdrage aan de Noordelijke Randweg Utrecht

179

176

nvt

Regio

Stedelijke Bereikbaarheid Almere

27

27

nvt

Regio

Projecten Zuidwest-Nederland

       

A15 Papendrecht – Sliedrecht

16

16

2018

2020–2021

A20 Nieuwerkerk a/d IJssel – Gouda

165

178

2022

2023–2026

A4 Leiden/Knooppunt Burgerveen – N14

133

50

2021

 

A4 Haaglanden – N14

467

460

2020

 

Rijksbijdrage aan kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding

3

3

nvt

nvt

N59 Verkeersveiligheid

10

5

nvt

nvt

Projecten Zuid-Nederland

       

A2 't Vonderen – Kerensheide

273

266

2019

2025–2027

A27 Houten – Hooipolder

1.432

1.345

2019

Zuid: 2027–2029

       

Noord: 2028–2030

A67/A73 Knooppunt Zaarderheiken

4

5

2020

2021–2022

Landzijdige Bereikbaarheid Eindhoven Airport

26

26

nvt

Regio

N65 Vught – Haaren

113

99

nvt

2024–2026

Programma SmartwayZ.NL: A67 Leenderheide-Zaarderheiken

157

154

2020

 

Programma SmartwayZ.NL: InnovA58

412

412

2020

2022–2024

Programma SmartwayZ.NL: ITS en Smart Mobility

22

31

nvt

nvt

Projecten Oost-Nederland

       

A1 Apeldoorn – Azelo: fase 2b

191

440

Fase2b 2020–2022

Fase2b: 2020–2022

A1/A30 Barneveld

42

10

2022

 

N35 Nijverdal – Wierden

121

107

2018

2022–2024

N35 Raalte

13

13

nvt

Regio

N50 Kampen – Kampen Zuid

5

5

2021

2022–2024

Reservering terugbetaling voorfinanciering A1 Apeldoorn – Azelo

30

29

nvt

nvt

Projecten Noord-Nederland

       

N33 Zuidbroek-Appingedam

100

99

2020

2022–2024

Overige projecten en reserveringen

245

127

   

Projecten in voorbereiding

       

Projecten Nationaal

       

Studiebudget Verkenningen / MIRT onderzoeken

       

Programma DUMO

       

Programma Fiets

       

Strategisch plan Verkeersveiligheid

       

afrondingen

3

– 1

   

Totaal programma planuitwerking en verkenning

6.756

6.735

   

Begroting (IF 12.03.02)

6.756

6.735

   

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private Opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na openstelling van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de Opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 12.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven. Het eerste DBFM-contract loopt af in 2020: de A59 Rosmalen-Geffen.

Producten

Bij de projecten N18 Varsseveld – Enschede, N31 Leeuwarden-Drachten, N33 Assen-Zuidbroek, 2e Coentunnel, A12 Lunetten-Veenendaal,,, A12 Veenendaal – Ede – Grijsoord, A15 Maasvlakte-Vaanplein, A1/A6 Diemen-Almere Havendreef A27/A1 Utrecht Noord-Eemnes-Bunschoten, en A6 Almere, is sprake van volledige beschikbaarheidsvergoedingen. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.

Het projecten A9 Holendrecht-Diemen (Gaasperdammerweg) wordt in 2020 opengesteld, en zal dan overgaan op de volledige beschikbaaheidsvergoeding.

De projecten, A16 Rotterdam en A24 Blankenburgverbinding verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald.

De aanbesteding van de projecten A9 Badhoevedorp – Holendrecht en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) wordt in 2020 afgerond. De DBFM-conversie, overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg (artikelonderdeel 12.03) en onderhoud (artikelonderdeel 12.02) naar dit begrotingsartikel, zal plaatsvinden na de «financial close» van deze contracten. Na afloop van het DBFM-contract zal het budget voor Beheer en Onderhoud weer worden toegevoegd aan artikelonderdeel 12.02. Beheer, Onderhoud en Vervanging. Bij verlenging van de periode van het Infrastructuurfonds worden deze budgetten gezien als een doorlopende verplichting.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • A10 Tweede Coentunnel: De projectdaling wordt verklaard door enerzijds een meevaller in het aanleg gedeelte van dit DBFM project als gevolg van minder opgetreden risico's (€ 30 miljoen.). Anderzijds wordt het budget weer verhoogd met de prijsindexering 2019.

  • Tol gefinancierde uitgaven A24 Blankenburgtunnel: Dit budget is overgeheveld naar het geïntegreerde contract A24 Blankenburgverbinding. De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van prijsindexering en het inboeken van de verwachte baten ter financiële dekking van AIR BIM. Het project AIR BIM betreft de ontwikkeling van een informatiemanagementsysteem dat door verbeterde areaal-informatie zal leiden tot besparingen bij zowel realisatieprojecten als de instandhouding. Bij de volgende projecten in realisatie zijn besparingen ingeboekt: o.a. A24 Blankenburgverbinding en A16 Rotterdam.

Projectoverzicht behorende bij 12.04: Geïntegreerde contractvormen/PPS Hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Eind contract

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

later

huidig

vorig

 

Projecten Noordwest-Nederland

                         

A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (deeltraject A1/A6)

1.816

1.798

558

74

71

60

59

59

60

875

2019

2019

2042

A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (deeltraject A6 Almere)

394

381

14

40

20

21

17

17

17

248

2020

2020

2040

A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg)

1.139

1.122

260

58

63

49

91

49

49

520

2020

2021

2038

A10 Tweede Coentunnel

2.154

2.162

1.177

53

58

53

53

53

53

654

2013

2013

2037

A12 Lunetten – Veenendaal

684

677

346

25

25

25

25

25

25

188

2012

2012

2033

A27/A1 Utrecht-Eemnes-Bunschoten

358

354

28

29

14

14

14

14

14

231

2018–2020

2018–2020

2044

Aflossing tunnels

951

944

660

47

48

48

36

28

30

54

Projecten Zuidwest-Nederland

                         

A15 Maasvlakte – Vaanplein

2.252

2.230

1.309

82

112

72

55

56

55

511

2015

2015

2035

A16 Rotterdam

1.498

1.397

83

48

43

23

20

155

157

969

     

A24 Blankenburgverbinding

1.800

 

154

39

38

30

29

238

131

1.136

     

Projecten Zuid-Nederland

                         

A59 Rosmalen – Geffen

272

272

269

1

2

         

2005

2005

2020

Projecten Oost-Nederland

                         

A12 Ede – Grijsoord

184

181

44

16

15

9

9

9

9

73

2016

2016

2032

N18 Varsseveld – Enschede

455

450

215

14

10

10

19

10

10

167

2018

2018

2043

Projecten Noord-Nederland

                         

N31 Leeuwarden – Drachten

168

167

137

6

6

6

6

7

   

2007

2007

2022

N33 Assen – Zuidbroek

341

335

115

14

14

14

14

14

14

142

2014

2014

2034

Afrondingen

                         

Tolgefinancierde uitgaven (NCW)

                         

Tolgefinancierde uitgaven A24 Blankenburgtunnel

 

234

               

nvt

nvt

nvt

Tolgefinancierde uitgaven A12/A15 Ressen – Oudbroeken (ViA15)

293

293

       

25

25

25

156

nvt

nvt

nvt

Afrondingen

   

– 2

3

– 1

1

   

– 1

 

nvt

nvt

nvt

Totaal

11.595

11.367

5.367

549

538

435

472

759

648

5.924

     

Begroting (IF 12.04)

   

4.977

549

538

435

472

759

648

       

12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

12.07 Investeringsruimte

Bij Ontwerpbegroting 2019 is de investeringsruimte Hoofdwegen overgeheveld naar begrotingsartikel 20 onder de modaliteit specifieke investeringsruimte Hoofdwegennet (artikelonderdeel 20.05.01).

12.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijkswegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

Bijdragen van derden

Producten

Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten in de investeringen van Rijkswegenprojecten.

Totaal geraamde inkomsten tol

Met de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, is vastgelegd dat bij de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen – Oudbroeken (ViA15) tol geheven kan worden. De toekomstige tolontvangsten zijn geraamd op artikel 12.09. Bij tolheffing wordt uitgegaan van een periode van 25 jaar. Als de tolopgave op een wegdeel eerder wordt gerealiseerd, dan zal de tolheffing op dat wegdeel worden beëindigd en vice versa.

Projectomschrijving

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Bijdragen van derden

152

116

116

29

22

79

Totaal geraamde inkomsten tol

     

23

45

45

             

Totaal

152

116

116

52

67

124

Ten opzichte van de eerste suppletoire wet 2019 zijn de ontvangsten toegenomen als gevolg van:

  • Bijdrage van ProRail in de aanleg van een Ecoduct bij de N35 Nijverdal-Wierden (6,5 miljoen).

  • Bijdrage van de gemeente Hellendoorn voor extra maatregelen bij het project N35 Wijthmen-Nijverdal (3 miljoen).

  • Bij een aantal projecten zijn ontvangsten aangepast voor de prijsbijstelling 2019 (4,8 miljoen).

2

Zie het programma Vervanging en Renovatie Hoofdwegen: www.mirtoverzicht.nl/projecten/vervanging-renovatie-hoofdwegen

Licence