Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 21 Land- en tuinbouw

Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 Land- en tuinbouw (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1) (incl. 1e ISB en NvW)

Stand 1e suppletoire begroting (2)(incl. 2e en 3e ISB)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

Verplichtingen

768.556

919.109

‒ 120.604

‒ 19.666

778.839

      

Uitgaven

653.967

790.967

‒ 159.601

‒ 35.873

595.493

      

Subsidies (regelingen)

     

Sociaal economische positie boeren

69.043

114.864

‒ 4.695

138

110.307

Duurzame veehouderij

388.436

155.409

‒ 7.718

‒ 26.172

121.519

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

22.186

46.058

26.190

‒ 1.222

71.026

Mestbeleid

58.126

83.686

‒ 38.741

‒ 40.951

3.994

Diergezondheid en dierenwelzijn

0

4.574

254

‒ 243

4.585

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

0

1.771

‒ 175

‒ 139

1.457

Integraal voedselbeleid

0

4.292

1.721

‒ 1.100

4.913

Leningen

     

Lening Pilot investeringsfonds duurzame landbouw

 

12.000

  

12.000

Garanties

     

Bijdrage borgstellingsreserve

3.627

3.627

39.000

0

42.627

Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit

1.805

1.805

0

0

1.805

Opdrachten

     

Sociaal economische positie boeren

2.602

1.434

76

‒ 310

1.200

Duurzame veehouderij

12.914

0

0

0

0

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

22.046

0

0

0

0

Mestbeleid

18.897

0

0

0

0

Diergezondheid en dierenwelzijn

13.251

8.545

1.806

‒ 140

10.211

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

5.384

3.578

75

‒ 531

3.122

Integraal voedselbeleid

6.384

2.066

788

‒ 853

2.001

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

     

College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden

1.289

1.289

1.727

193

3.209

Centrale Commissie Dierproeven

2.225

0

116

‒ 116

0

Medebewind/voormalige productschappen

0

1.387

‒ 700

0

687

Raad voor de Plantenrassen

1.344

1.344

70

0

1.414

Keuringsdiensten

2.130

2.130

4.822

4.336

11.288

Bijdrage aan medeoverheden

     

Specifieke uitkeringen

0

318.251

‒ 184.800

‒ 151

133.300

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     

FAO en overige contributies

11.107

11.686

0

371

12.057

Storting/onttrekking begrotingsreserve

     

Storting begrotingsreserve apurement

0

0

0

1.500

1.500

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

     

Diergezondheidsfonds

11.171

11.171

583

29.517

41.271

      

Ontvangsten

32.770

32.770

46.400

‒ 1.454

77.716

      

Ontvangsten

     

Sociaal economische positie boeren

245

245

0

0

245

ZBO's/RWT's

2.300

2.300

0

‒ 200

2.100

Agroketens

0

0

513

3.118

3.631

Mestbeleid

7.209

7.209

0

‒ 5.000

2.209

Garanties

1.800

1.800

0

0

1.800

Diergezondheid en dierenwelzijn

11.600

11.600

400

‒ 224

11.776

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

5.926

5.926

45.487

210

51.623

Onttrekkingen begrotingsreserves

3.690

3.690

0

642

4.332

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden per saldo met € 140,0 mln. verlaagd. Deze verlaging hangt grotendeels samen met de uitgaven mutaties die hieronder zullen worden toegelicht. Onder het saldo valt ook een verplichtingenschuif uit latere jaren naar het jaar 2022 om meer aanvragen voor de subsidiemodule Energie-efficiënte glastuinbouw (EG) te kunnen honoreren.

Subsidies

Sociaal economische positie boeren

De uitgaven sociaal economische positie boeren worden met € 4,6 mln. verlaagd. Dit komt voornamelijk door een ramingsbijstelling voor de nadeelscompensatie pelsdierhouderijen. Van het geraamde budget zal € 2,2 mln. niet worden uitgegeven. Daarnaast wordt het (nationale) budget ten behoeve van de brede weersverzekering met € 2 mln. naar beneden bijgesteld, omdat er een uitruil heeft plaatsgevonden tussen nationale en beschikbare EU middelen (niet op LNV begroting zichtbaar). Op totaalniveau (nationaal + EU) blijft het beschikbare budget voor de brede weersverzekering hetzelfde.

Tot slot lijkt het beroep op de regeling Tegemoetkoming waterschade minder groot dan vooraf verwacht. De uitvoering van deze regeling bij RVO is nog gaande, maar naar huidige inzichten kunnen de uitgaven met € 1,4 mln. worden verlaagd.

Met de najaarsnota is € 5.8 mln. extra budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de regeling Ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw (OVK). De OVK is een open einderegeling als onderdeel van de Covid-19 steunmaatregelen. Uit de uitvoeringsinformatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is gebleken dat hogere uitgaven verwacht worden dan initieel begroot.

Op verzoek van de ADR is een correctie in de budgetstanden voor de thema’s sociaal economische positie van boeren en duurzame veehouderij van € 4.7 mln. doorgevoerd. Deze mutatie is technisch van aard en heeft geen beleidsmatige effecten.

Duurzame veehouderij

De uitgaven worden met € 33,9 mln. verlaagd. Vanwege de prognoses van de RVO wordt het budget in totaal met € 14,4 mln. verlaagd. Hiervan wordt € 12,9 mln. voor de dierentuin regeling doorgeschoven naar 2023. Verder is er sprake van een verlaging van het budget van € 7,5 mln. voor de Sanering Varkenshouderijen (SRV). Tevens wordt er voor de stalmaatregelen voor € 6,7 mln. doorgeschoven naar 2023. Daarnaast wordt er voor € 2,7 mln. overgeboekt naar het RVO budget op artikel 23. Ook wordt er nog een bedrag van € 2,4 mln. voor pilots en demo's veehouderij naar het budget van artikel 23 overgeboekt.

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

De uitgaven voor glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen worden met circa € 25,0 mln. verhoogd. Dit komt voornamelijk door een kasschuif naar voren uit latere jaren van de middelen Energie-efficiënte glastuinbouw (EG) met € 22,0 mln. die reeds bij Miljoennota is doorgevoerd. Daarnaast zijn Urgendamiddelen ten behoeve van LED-verlichting bij Miljoenennota aan de EG regeling toegevoegd (€ 4,0 mln.). Tezamen met een eerdere ophoging bij 1e suppletoire 2022 hebben deze financiële middelen een hogere openstelling van EG subsidieregeling mogelijk gemaakt (totaal openstelling € 60,0 mln.), waardoor de energie-intensieve glastuinbouwsector beter in de gelegenheid wordt gesteld om energiebesparingsmaatregelen te treffen.

Bij de 2e suppletoire bleek dat een module in de EG regeling een ander subsidieritme (langzamer) heeft dan oorspronkelijk verondersteld. Om deze reden zijn de uitgaven bij de EG regeling bij 2e suppletoire met € 7,0 mln. naar beneden bijgesteld. Ook van Marktintroductie energie-innovaties glastuinbouw (MEI) regeling worden de uitgaven met € 2,5 mln. verlaagd. Bij het onderdeel Innovatieagenda energie zijn de uitgaven daarentegen met € 4,3 mln. verhoogd.

Ook worden de middelen voor Tegemoetkoming land- en tuinbouw (COVID) verhoogd met € 1,6 mln. Deze uitgaven komen voort uit de honorering van bezwaarzaken op eerder afgewezen subsidieverzoeken. De overige mutaties worden veroorzaakt door meerdere kleinere mutaties van minder dan € 1,0 mln.

Mestbeleid

De uitgaven mestbeleid worden met € 79,7 mln. verlaagd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een kasschuif naar achteren met het waterbassins mest budget uit 2022 naar latere jaren (€ 22,0 mln. bij Miljoenennota). Daarnaast is vervolgens bij 2e suppletoire het waterbassins budget met € 33,1 mln. verlaagd. De reden hiervoor is dat uit ex-ante onderzoek is gebleken dat de beoogde waterbassins regeling minder stikstofreductiepotentieel heeft dan oorspronkelijk aangenomen. Om deze reden heeft er nog geen openstelling in 2022 van de regeling plaatsgevonden.

De middelen bij projecten mestbeleid worden in totaal met € 21,8 mln. verlaagd. Hiervan betreft € 16,7 mln. mutaties die reeds in de Miljoenennota zijn opgenomen. Die verlagingen komen met name voort uit opdrachten die aan RVO en de NVWA zijn gegeven ten behoeve van uitvoering van het 7e Actieprogramma en de bouw van het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Mest (rVDM). Omdat betalingen aan RVO en de NVWA via artikel 24 plaatsvinden, zijn middelen naar artikel 24 overgeheveld waardoor een verlaging van het budget bij projecten mestbeleid ontstaat. Bij 2e suppletoire is daarnaast nog een verlaging (€ 5,0 mln.) van het mestbudget doorgevoerd omdat de uitvoering van het 7e actieprogramma enige vertraging heeft opgelopen en omdat de mest ICT bouwkosten bij de NVWA/RVO op een nieuwe wijze worden geadministreerd (door middel van activering/afschrijving over de jaren heen in plaats van éénmalige bijdrage in een enkel jaar).

Tot slot worden de middelen voor kunstmestvervanging en mestverwerking met € 2,7 mln. verlaagd. Dit komt doordat de regeling later wordt opengesteld dan oorspronkelijk aangenomen.

Garanties

Bijdrage Borgstellingsreserve

Door deze technische mutatie wordt een bedrag van € 39,0 mln. overgeheveld van de begrotingsreserve risicovoorziening VVK / jonge boeren naar de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit ten behoeve van het vermogensversterkend krediet (VVK) als onderdeel van de Borgstelling MKB Landbouw (BL).

Opdrachten

Hier hebben zich geen vermeldenswaardige mutaties voorgedaan.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Keuringsdiensten

De uitgaven bij de keuringsdiensten worden met € 9,2 mln. verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven van € 6,3 mln. voor het opschalen van capaciteit bij het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB). Vanwege de Brexit moet het KCB de inspectiecapaciteit uitbreiden voor controles van groente/fruit/sierteelt. Om deze controles uit te voeren, moeten bij het KCB mensen aangenomen en opgeleid worden. Deze kosten zijn niet retribueerbaar. Daarnaast zijn er kosten omdat het Verenigd Koninkrijk de ingangsdatum van de uit te voeren controles meerdere malen heeft uitgesteld.

Daarnaast worden de middelen SKAL met € 2,7 mln. verhoogd. Deze middelen zijn bedoeld om de bedrijfsvoering binnen SKAL op orde te maken en te voldoen aan een nieuwe biologische EU verordening die de controles op biologisch eten strenger heeft gemaakt om fraude te voorkomen.

Bijdragen aan mede-overheden

Specifieke uitkeringen

De uitgaven voor specifieke uitkeringen wordt met circa € 185,0 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt doordat de middelen van € 184,8 mln. voor de Maatregel gerichte opkoop worden doorgeschoven van 2022 naar 2023. Vanwege vertraging in de uitvoering wordt deze kasschuif voorgesteld zodat deze middelen alsnog ingezet kunnen worden om de stikstofdoelen te halen.

Bijdragen aan (andere) begrotingshoofdstukken

Diergezondheidsfonds

De bijdrage aan het Diergezondheidsfonds (DGF) wordt met € 30,1 mln. verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een verhoging van de bijdrage met € 33,6 mln. doordat de bestrijdingskosten van de vogelgriep het bestrijdingsplafond dat voor de pluimveesector is opgenomen in het convenant bestrijding besmettelijke ziekten 2020-2024 overschrijden. De kosten boven dit plafond worden betaald uit de rijksbijdrage aan het DGF.

Daarnaast zorgt een lagere eindafrekening van de kosten voor de ruimingen nertsen als gevolg van de uitbraak van Covid-19 voor een verlaging van de bijdrage van € 3,3 mln.

Ontvangsten

Mestbeleid

De ontvangsten mestbeleid vallen € 5,0 mln. lager uit. Dit wordt veroorzaakt doordat pas laat in het jaar (september 2022) bekend is geworden of Nederland een derogatie zal krijgen en zo ja, hoe deze er dan in de periode 2022 tot en met 2025 uit zal zien. Door de late bekendmaking is de RVO naar verwachting niet meer in staat om de geraamde derogatiemonitoringskosten 2022 tijdig bij derogatiedeelnemers in rekening te brengen. Dat zal naar verwachting in 2023 gebeuren.

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

De ontvangsten voor voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking vallen € 45,6 mln. hoger uit. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een technische mutatie in het budget voor de risicovoorziening vermogensversterkende kredieten (VVK). Doordat het budget integraal zichtbaar is gemaakt bij de Borgstellingsfaciliteit wordt het nu als ontvangst geraamd op de beleidsinstrumenten op artikel 21.

Licence