Base description which applies to whole site

Artikel 36: Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2022 24,9 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 23,0 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 3 mln. lager dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

Uitgaven

  • Een onderuitputting van 10,6 mln. op Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding overig bijdrage door onder andere vertraging in de ontwikkeling van de Passagiersinformatie-eenheid; de voorziene uitbreiding van personeelsbestand gaat langzamer dan gehoopt als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt; vertraging in betalen facturen en langdurende inkooptrajecten met betrekking tot het kenniscentrum in het stelsel bewaken en beveiligen; voorziene uitgaven voor bewaken en beveiligen die zijn vertraagd – de facturen worden in 2023 betaald.

  • Voor de Regeling tegemoetkoming schade Limburg is een onderschrijding van 13,7 mln. De begrote uitgaven in 2022 zijn lager uitgekomen doordat er minder schademeldingen zijn geweest dan waar de raming op was gebaseerd. Het Rijk zal de tegemoetkomingen in het kader van deze regeling uiteindelijk baseren op de daadwerkelijke schade.

  • Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties

VerplichtingenOp dit artikel is 23 mln. meer verplicht. 

  • Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de overschrijding van 42,1 mln. op de verplichting Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR). Het verschil wordt veroorzaakt doordat de verplichting voor 2023 zoals gebruikelijk is aangegaan in 2022, gebaseerd op het budgettaire kader 2023 dat hoger ligt dan van 2022.

  • Naast de verlaging met 13,7 mln. op de uitgaven is er een onderuitputting op de verplichting Regeling tegemoetkoming schade Limburg voor 10,5 mln. Dit wordt verklaard door de neerwaartse bijstelling van de verplichting ten opzichte van de realisatie voor deze regeling.

  • De uitgaven inzake opdrachten Covid-19 waren verplicht in 2021 met uitgaven in 2022. In 2022 is minder verplicht, daar de inzet voor Covid-19 is afgeschaald waardoor er een onderuitputting is op dit onderdeel van 5,6 mln.

  • Op de opdrachten Nationaal Cyber Security Center is de verplichting 10,5 mln. hoger. De overschrijding is het gevolg van meerjarige verplichtingen op de inkoopopdrachten Support en licenties van bestaande sensoren en nieuwe sensoren (Centralpoint) en de verlenging Threat intell platform (TIP ) van EIQ (Software One).

  • Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties.

Licence