Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

IenW werkt aan een veilige en duurzame luchtvaart die Nederland goed verbindt met de rest van de wereld en waarbij de kwaliteit van de leefomgeving rond de luchthavens wordt gewaarborgd.

Regisseren

De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart.

De rol «regisseren» heeft betrekking op de volgende taken:

  • De kaders voor de veiligheid van de burgerluchtvaart komen grotendeels internationaal tot stand bij de internationale burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties (ICAO). De implementatie vindt veelal plaats via regels die rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten. De Minister levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming van de kaders op mondiaal en Europees niveau. Nederland zet in op een hoge compliance met deze kaders. De Minister neemt de regie om het Nederlandse luchtvaartveiligheidssysteem verder te versterken.

  • De ontwikkeling van drones en onbemande luchtvaartuigen gaat snel. Deze ontwikkeling biedt economische kansen voor bedrijven en leidt tot nuttige maatschappelijke toepassingen. De Minister wil deze kansen benutten en de luchtvaartuigen veilig in het luchtruim integreren. Aandachtspunten zijn geluidshinder en privacy. De komende jaren komen er stapsgewijs meer Europese regels gericht op een veilige operatie van drones en een veilige integratie in het luchtruim.

  • Om de internationale verbondenheid voor Schiphol en de regionale luchthavens van nationale betekenis te beoordelen, ontwikkelt de Minister een beleidskader netwerkkwaliteit. Waar nodig en mogelijk zet de Minister in op vergroting van de beleidsruimte door EU-kaders aan te passen.

  • Het instellen van beperkingen voor het aantal nachtvluchten op Schiphol via het luchthavenverkeerbesluit (LVB) en het opstellen van regels voor openingstijden en extensieregelingen voor regionale luchthavens bij de betreffende luchthavenbesluiten.

  • In het kader van de Europese Green Deal zet de Minister actief in op de invoering van een Europese bijmengverplichting van duurzame luchtvaartbrandstoffen, waaronder duurzame biobrandstoffen en synthetische kerosine. Als een Europese verplichting niet (tijdig) wordt ingevoerd, streeft Nederland ernaar om per 2023 een nationale bijmengverplichting in te voeren.

  • Het uitwerken van een CO2-plafond voor de internationale luchtvaart vertrekkend uit Nederland.

  • Regie voeren op verbetering van de samenwerking tussen Schiphol en de regionale luchthavens op de publieke belangen veiligheid, duurzaamheid, kwaliteit van de leefomgeving en verbondenheid.

  • De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en verbeteren van de inrichting, het beheer en het gebruik van het luchtruim en op de verbetering van de prestaties van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC), een intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (co-locatie) en een betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).

  • De Minister richt zich op het veilig stellen van voldoende nationale luchthavencapaciteit en geeft invulling aan de wettelijke taken en verplichtingen ten aanzien van inrichting en gebruik van luchthavens en de omgeving.

  • Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.

  • Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

Stimuleren

  • Het mogelijk maken van proefprojecten om geluidshinder te verminderen door middel van stedenbouwkundige, landschappelijke en bouwtechnische maatregelen.

  • Het faciliteren van de samenwerking tussen sectorpartijen, kennisinstellingen, brancheorganisaties en maatschappelijke organisaties aan de Duurzame Luchtvaarttafel.

  • Het stimuleren van de ontwikkeling van schonere en stillere vliegtuigen, vliegtuigmotoren en brandstoffen.

(Doen) Uitvoeren

  • Het uitvoeren van het Nederlandse luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024.

  • Het samen met de sectorpartijen op Schiphol, uitvoeren van de maatregelen die zijn aangekondigd naar aanleiding van het OVV-rapport over de veiligheid van Schiphol.

  • Het uitvoeren van de zeven aanbevelingen uit het rapport Vliegtuiggeluid: meten, rekenen en beleven dat in het kader van de Programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid is verschenen.

  • Het door de burgerluchthavens van nationale betekenis laten opstellen van actieplannen om de uitstoot van geluid en stoffen (ultrafijnstof (UFS) en stikstof­oxide (NOx)) te verminderen.

  • Het uitvoeren van het programma Luchtruimherziening.

Indicatoren en Kengetallen

Veilige luchtvaart

Voor veiligheid is het handelen van het ministerie of de veiligheid in al zijn facetten, niet in één overkoepelende indicator te vatten. Daarom verschijnt vanaf 2021 jaarlijks een systeemmonitor luchtvaartveiligheid, die vanuit de regierol van het ministerie in beeld brengt hoe het systeem functioneert. De ILT brengt jaarlijks de Staat van Schiphol uit, waarin naar de operationele veiligheid wordt gekeken.

Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving

Tabel 38 Kengetal: Totale Volume van de Geluidbelasting (TVG) rond Schiphol1

Periode

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

grenswaarde TVG

Gedurende het gehele etmaal (Lden)

62,71

62,45

62,55

62,67

62,79

62,81

62,57

62,53

60,23

63,46 dB(A)

Gedurende de periode van 23.00 tot 7.00 uur (Lnight)

52,47

52,09

52,14

52,53

52,46

52,25

51,68

51,72

49,39

54,44 dB(A)

1

Toelichting

Dit kengetal is in de begroting opgenomen, omdat de waarde 2020 bij het verschijnen van het jaarverslag 2020 nog niet bekend was. Het kengetal zal in de begroting 2023 niet meer terugkomen.

In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) zijn voor de luchthaven grenzen gesteld aan het totale volume van de geluidbelasting (TVG) dat het vliegverkeer in een jaar mag produceren. In het LVB is vastgesteld dat het totale volume van de geluidbelasting afkomstig van het luchthavenverkeer bij Schiphol per gebruiksjaar overdag (Lden) niet meer dan 63,46 dB(A) en voor de nacht (Lnight) niet meer dan 54,44 dB(A) mag bedragen. Bij dreigende overschrijding wordt door de ILT handhavend opgetreden.

Voor de jaarlijkse totale risicogewicht score (TRG-score) voor Schiphol in relatie tot de TRG-grenswaarde in het LVB wordt verwezen naar de Staat van Schiphol 2020 (ILT, 2021).

Goed verbonden

Tabel 39 Kengetal: Aantal passagiersbestemmingen waarnaar (> 2 x per jaar) met voornamelijk geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven1

Luchthaven

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Amsterdam

266

261

264

263

262

266

272

277

271

Frankfurt

301

286

286

287

290

309

322

319

295

London Heathrow

176

176

179

180

186

203

210

220

249

Parijs Charles de Gaulle

256

258

278

274

290

294

316

330

294

Brussel

190

181

192

190

193

200

204

203

191

1

Toelichting

In deze tabel is het aantal passagiersbestemmingen per luchthaven opgenomen waarvoor geldt dat deze meer dan twee keer per jaar worden aangevlogen. Omdat er in het begin van 2020 nog geen restricties waren als gevolg van COVID-19, is het effect van de pandemie op het aantal bestemmingen niet zo groot. Op Frankfurt, Parijs Charles de Gaulle en Brussel daalt het aantal bestemmingen in 2020 sterker dan op Schiphol. Opvallend is dat het aantal bestemmingen op Londen Heathrow gestegen is.

Tabel 40 Kengetal: Gemiddelde vertraging per vlucht toe te rekenen aan Air Traffic Management (in minuten)1
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Taakstelling vanaf 2000 met herijking voor 2002–2006

0,7

0,6

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

0,9

Gerealiseerd

0,63

0,54

0,61

0,76

0,91

0,94

1,83

1,67

0,36

1

Toelichting

Dit kengetal is in de begroting opgenomen, omdat de waarde 2020 bij het verschijnen van het jaarverslag 2020 nog niet bekend was. Het kengetal zal in de begroting 2023 niet meer terugkomen.

Het Rijk heeft geen directe invloed op het aantal minuten vertraging in het Europese luchtruim. Dit kengetal is een internationaal gemiddelde en wordt bepaald door operationele factoren, zoals capaciteitsplanning, human resource management, weersomstandigheden en stakingen. Dit kengetal geeft bij gebruikelijke verkeersvolumes wel een beeld van de efficiëntie van het luchtvaartbestel. Vanwege het lagere verkeersvolume is dat voor de huidige periode slechts beperkt het geval.

Tabel 41 Kengetal: Gemiddelde ATFM-vertraging per vlucht (Air Traffic Flow Management)1
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Grenswaarde

         

Gemiddelde ATFM-vertraging (en route en airport) per vlucht in minuten per vlucht

1

1

1

2

2

2

2

2

2

Gerealiseerd

         

Gemiddelde ATFM-vertraging (en route en airport) per vlucht in minuten per vlucht

0,78

0,68

0,94

      

Gerealiseerd

         

Gemiddelde ATFM-vertraging (airport) per vlucht in minuten per aankomende vlucht volgens PRB methode

1,41

1,34

1,89

2,91

2

3,22

2,19

3,88

1,3

1

Toelichting

Dit kengetal is in de begroting opgenomen, omdat de waarde 2020 bij het verschijnen van het jaarverslag 2020 nog niet bekend was. Het kengetal zal in de begroting 2023 niet meer terugkomen.

Dit kengetal heeft betrekking op de gemiddelde vertraging op Nederlandse luchthavens. Het merendeel van de vertragingen treedt op in de terminalfase van een vlucht en wordt veroorzaakt door weersomstandigheden (storm, mist, sneeuw) die een direct negatief effect hebben op de afhandeling van de starts en landingen in de vluchtfase beneden een hoogte van een kilometer. Ook bij het huidige, lagere verkeersvolume leiden deze factoren nog tot beperkte vertragingen.

LVNL hanteert met ingang van 2015 dezelfde systematiek als de Performance Review Body om vertragingen te meten. Verder heeft LVNL in 2015 de vertragingswaarden vanaf 2010 herberekend volgens de PRB-systematiek om de effecten van de wijziging van de meetsystematiek transparant weer te geven. Er is uitsluitend sprake van een technische wijziging in de meetsystematiek zonder een beleidsmatige impact.

Duurzame luchtvaart

Tabel 42 Indicator Duurzame Luchtvaart: CO2-uitstoot van vluchten vanuit Nederland
 

2017

2018

2019

2020

CO2-uitstoot (Mton)

12,3

12,4

12,2

6,8

Bron: IenW op basis van CBS-cijfers over getankte kerosine voor luchtvaart.

Toelichting

De CO2-uitstoot van vluchten (internationale luchtvaart) vertrekkend vanuit Nederland is berekend aan de hand van de CBS-cijfers over getankte kerosine voor luchtvaart. Op basis van een emissiefactor kun je kg brandstof omrekenen naar kg CO2. ICAO hanteert een emissiefactor van 3,157.

De lagere CO2-uitstoot in 2020 is het gevolg van sterk verminderde vluchten door de Coronacrisis. In het Akkoord Duurzame Luchtvaart is afgesproken om in 2030 is de CO2-uitstoot terug te brengen tot het niveau van 2005 (11,3 Mton) en in 2050 tot 50% t.o.v. 2005 (5,6 Mton).

In de eerste helft van 2022 zal de eerste editie verschijnen van de in de uitvoeringsagenda bij de Luchtvaartnota aangekondigde monitor luchtvaart. Daarin staat een uitgebreidere set van indicatoren en kengetallen (voor alle publieke belangen en thema’s) om het luchtvaartbeleid te monitoren en evalueren. Hiervoor wordt onder andere informatie gebruikt uit (bestaande) monitors, zoals de monitor Netwerkkwaliteit, de Staat van Schiphol en de systeemmonitor luchtvaartveiligheid.

Gezien het beleidsarme karakter van deze begroting zijn er geen beleidswijzigingen te identificeren. Zoals hiervoor in de beleidsagenda is vermeld heeft per 2021 het kabinet Rutte-III een nieuwe koers uitgezet naar een veilige en duurzame luchtvaartsector die Nederland goed verbindt met de rest van de wereld, met heldere regels en voorwaarden voor de ontwikkeling van de civiele luchtvaart. Kwaliteit en vermindering van de negatieve effecten van luchtverkeer staan centraal, groei van de luchtvaart kán een uitkomst zijn. Ook wordt grote inzet gepleegd om het vertrouwen in besluitvorming en beleid van het Rijk met betrekking tot luchtvaart te vergroten, o.a. door stakeholders op passende wijze te betrekken.

Bij luchtvaart staan de volgende publieke belangen centraal:

Veilige luchtvaart

Vliegen is een van de veiligste vormen van vervoer. Veiligheid in de luchtvaart (in de lucht en op de grond) is en blijft een topprioriteit om dit hoge niveau te behouden. Dit betekent veiligheid voor en beveiliging van vliegtuigpassagiers en bemanning, en veiligheid voor bewoners. Het Rijk streeft naar een continue verbetering van de veiligheid in de luchtvaart.

Nederland goed verbonden

Het Rijk geeft de ruimte om via de lucht de voor Nederland meest relevante plekken in de wereld te bereiken. Dit gebeurt voor het welzijn en de welvaart van de Nederlanders. Het Rijk zal de vraag naar luchtvaart ten behoeve van passagiers en vracht selectief ondersteunen, waar die de grootst mogelijke waarde heeft voor de Nederlandse economie.

Een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving

In de omgeving van luchthavens is het borgen van de kwaliteit van de leefomgeving belangrijk voor de gezondheid en leefkwaliteit van mensen en natuur. Ook bepaalt die kwaliteit mede de keuze voor een vestigingsplaats van internationale ondernemingen. Daarom is die kwaliteit belangrijk voor ons welzijn en onze welvaart.

Duurzame luchtvaart

De luchtvaart staat wereldwijd voor de uitdaging om de toenemende uitstoot van broeikasgassen om te buigen in een afname om bij te dragen aan de klimaatdoelstelling van het Parijs-akkoord. Voor de internationale luchtvaart vertrekkend vanuit Nederland zijn CO2-reductiedoelen afgesproken.

De maatschappelijke doelen, gebaseerd op de publieke belangen, zijn:

- Waarborgen van de veiligheid;

- Nederland goed verbonden met de rest van de wereld;

- Negatieve gevolgen voor de omgeving verminderen;

- Negatieve gevolgen voor het klimaat verminderen;

- Efficiënt gebruik van capaciteit in de lucht en op de grond.

Tabel 43 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid art.17 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

167.781

204.467

87.413

9.913

8.749

11.381

7.631

        

Uitgaven

33.366

31.721

27.366

11.208

10.060

8.758

8.942

Waarvan juridisch verplicht

  

74%

    
        

1 Luchtvaart

33.366

31.178

27.366

11.208

10.060

8.758

8.942

Opdrachten

11.672

15.300

13.492

8.772

7.622

6.407

6.592

Opdrachten GIS

50

868

765

765

763

0

0

Caribisch Nederland

1.364

1.191

599

465

467

465

465

Overige Opdrachten

10.258

13.241

12.128

7.542

6.392

5.942

6.127

Subsidies

3.080

5.664

5.680

788

789

717

716

Subsidies klimaatbeleid

0

2.312

2.508

0

0

0

0

Subsidie tarieven Bonaire

691

427

431

0

0

0

0

Subsidie omploegen graan

1.361

1.640

1.863

0

0

0

0

Overige subsidies

1.028

1.285

878

788

789

717

716

Bijdrage aan agentschappen

6.809

6.395

5.434

67

67

53

53

Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

14

14

14

14

14

0

0

Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

336

495

362

53

53

53

53

Waarvan bijdrage aan agentschap RWS tbv Caribisch Nederland

6.411

5.837

5.058

0

0

0

0

Overige bijdrage aan agentschappen

48

49

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

9.552

0

0

0

0

0

0

Bijdrage Caribisch Nederland

9.049

0

0

0

0

0

0

Overige bijdrage aan medeoverheden

503

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.058

1.479

1.481

1.481

1.482

1.481

1.481

Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization

938

1.311

1.311

1.311

1.311

1.311

1.311

Waarvan overige bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

120

168

170

170

171

170

170

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

1.195

183

100

100

100

100

100

Leningen

0

2.700

1.179

0

0

0

0

        

Ontvangsten

1.086

2.299

4.257

1.117

1.240

1.275

1.485

Tabel 44 Uitsplitsing verplichtingen art. 17
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

167.781

204.467

87.413

9.913

8.749

11.381

7.631

waarvan garantieverplichtingen

140.700

177.700

59.600

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

27.081

26.767

27.813

9.913

8.749

11.381

7.631

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. Het betreft de Accijnsvrijstelling luchtvaartuigen en het Btw-nultarief personenvervoer. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de Fiscale regelingen’.

Budgetflexibiliteit

1 Luchtvaart

Het grootste deel van de uitgaven is juridisch verplicht. Het betreft de uitfinanciering van aangegane verplichtingen voor opdrachten en subsidies voor onder meer de opdrachten geluidsisolatie Schiphol (GIS), en voor de uitvoering van toezichtstaken door de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Voor een overzicht van de subsidies wordt verwezen naar de bijlage Subsidies. De subsidies hebben een tijdshorizon. Op basis van de opdrachtbrief aan RWS voor Beleidsondersteuning en advies (BOA) is het budget voor 2022, ultimo 2021 juridisch verplicht.

De bijdrage aan internationale organisaties betreft de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization (ICAO), aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC). Dit bedrag is daarmee geheel juridisch verplicht.

De resterende niet-juridisch verplichte ruimte is belegd met de activiteiten uit de uitvoeringsagenda bij de Luchtvaartnota (Kamerstukken II 2010-2011, 31 936, nr. 47) en het Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP) 2020 ‒ 2024 (Kamerstukken II 2019-2020, 24 808, nr. 116).

1 Luchtvaart

Opdrachten

Opdrachten Geluidsisolatie Schiphol (GIS)

Doel van het project Geluidsisolatie Schiphol fase 3 (GIS-3) is het verminderen van geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door middel van geluidsisolatie. De geplande uitgaven voor 2022 en verder hebben betrekking op aankopen in de geluidssloopzones en klachtenafhandeling.

Caribisch Nederland

Het betreft de aanschaf van apparatuur en installaties ter bevordering van het veilig gebruik van de luchthavens en ter verbetering van de bedrijfsvoering. Tevens betreft het de financiering van diverse onderzoeken, opleidingen, workshops en de jaarlijks terugkerende kosten voor instandhouding van de luchtvaartpublicaties. In de periode van 2018-2022 betreft het ook de financiering van de wederopbouw van de Bovenwindse eilanden als gevolg van de geleden schade door de orkanen Irma en Maria in september 2017.

Overige opdrachten

Programma Schiphol

De ontwikkelingen op het luchtvaartdossier vragen om een integrale benadering voor de beleidsvorming over Schiphol. Omdat hiervoor een stevige extra inzet nodig is, is besloten een project Schiphol in te richten waarin een integrale aanpak wordt ontwikkeld voor de luchthaven. Een belangrijk aspect hiervan is het verankeren van politiek-bestuurlijke en juridische afspraken in regelgeving, hierbij gaat het in elk geval om het vaststellen van een LVB. In wetgeving en politiek bestuurlijke afspraken is opgenomen dat de ontwikkeling van Schiphol en de regionale luchthavens via juridische besluiten vastgelegd moet worden.

Daarnaast vinden uitgaven voor de behandeling en uitbetaling van schadeclaims Schiphol plaats.

Normen en handhavingsstelsel

De ontwikkeling van Schiphol vindt plaats binnen kaders van het regeerakkoord en de Kamerbrief van 5 juli 2019 over de Ontwikkeling Schiphol (Kamerstukken II, 2018-2019, 31 936, nr. 646). Het budget is bestemd voor opdrachten ten behoeve van de implementatie van het nieuwe normen- en handhavingsstelsel voor Schiphol en aanpassing van de wet- en regelgeving, zoals de Wet luchtvaart, het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) en het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB).

OVV-follow-up

In 2022 wordt vervolg gegeven aan de implementatie van de aanbevelingen van het de OVV (Onderzoeksraad voor Veiligheid) rapport uit 2017 conform de aanpak zoals beschreven in de brief van het ministerie aan de OVV van 11 oktober 2017 (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018, 29 665, nr. 242) en daarop volgende voortgangsrapportages. Met deze aanpak versterkt het ministerie de rol als eindverantwoordelijke voor de veiligheid.

Lelystad

Lelystad Airport moet fungeren als overloopluchthaven voor Schiphol, zodat op Schiphol meer ruimte vrijkomt voor mainportgebonden verkeer. In de Kamerbrief van 31 maart 2020 (Kamerstukken 2019-2020, 31936, nr. 732) zijn de concrete stappen aangegeven die moeten worden gezet in de richting van de opening van de luchthaven. Belangrijke stappen zijn de afronding van de voorhang van het gewijzigde Luchthavenbesluit (wLHB), het verkrijgen van een Natuurvergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming, de uitvoering van het monitoringsprogramma en de invoering van slot coördinatie voor Lelystad Airport. Het wLHB voor LA is controversieel verklaard, waardoor de afronding van de voorhang van het wLHB afhankelijk is van agendering door de Kamer.

Luchtruimherziening en civiel-militaire samenwerking

Begin 2018 is het programma Luchtruimherziening van start gegaan. Het programma is gericht op het bereiken van drie samenhangende doelen: efficiënter gebruik en beheer van het luchtruim, beperking van klimaateffect en hinder in de omgeving, en verruiming van de civiele capaciteit en militaire missie effectiviteit. Het programma wordt gezamenlijk uitgevoerd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Defensie, het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK), Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC). Het programma volgt een op Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) geïnspireerde aanpak, waarin participatie en internationale samenwerking centraal staan. Met de definitieve Voorkeursbeslissing in 2021 werkt het programma in de Planuitwerkingsfase toe naar een definitief besluit: de Programmabeslissing in 2023. Het jaar 2022 staat in het teken van het maken van inhoudelijke stappen; onderzoek, ontwerp en simulaties. Met het nemen van de Programmabeslissing start de Realisatiefase met stapsgewijze implementatie vanaf 2024 tot 2035. De Tweede Kamer ontvangt halfjaarlijks een voortgangsbrief.

Omgevingsmanagement en Projectbeheer

Om de realisatiekracht van de uitvoering in het luchtvaartbeleid te versterken worden o.a. de uitvoering van de Luchtvaartnota, de herziening van het luchtruim, de aanpak van drones, de ontwikkeling van de luchthavens in hun omgeving en het veiligheidsprogramma projectmatig opgezet. Een transparante en zorgvuldige besluitvorming staat voorop. Met het zorgvuldig betrekken van stakeholders en omgeving in brede zin. De middelen voor projectbeheer en omgevingsmanagement worden ingezet om de benodigde expertise aan te trekken, voor het organiseren van de participatie en voor en de verwerking van zienswijzen.

Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP)

In 2022 wordt uitvoering gegeven aan het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024. Uitvoering van het NLVP is opgenomen in de uitvoeringsagenda bij de Luchtvaartnota en geeft invulling aan het publieke belang om Nederland veilig te houden in de lucht en op de grond. Op basis van de uitkomsten van de Nationale veiligheidsanalyse stelt IenW in 2022 het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) op met maatregelen om de veiligheid van de luchtvaart continu te verbeteren. Hierbij maken we onderscheid tussen de domeinen commerciële, kleine en onbemande luchtvaart.

Verminderen risico op vogelaanvaringen

Uit de evaluatie van het vorige convenant over het verminderen van het vogelaanvaringsrisico op en rond Schiphol bleek dat de huidige genomen maatregelen om het risico van aanvaringen met vogels en met name ganzen te verminderen, effectief zijn en met enige aanpassing of aanvulling moeten worden gecontinueerd. Om die reden wordt het sinds 2012 toegepaste viersporenbeleid, met daaraan toegevoegd een gedegen monitoring, voortgezet. De vier sporen in dit beleid zijn de volgende:

  • Het technisch spoor: de inzet van en onderzoek naar technische middelen om vogels te detecteren en/of te verjagen.

  • Het ruimtelijk spoor: het voorkomen van nieuwe vogelaantrekkende bestemmingen rondom de luchthaven.

  • Het foerageer spoor: het beperken van het voedselaanbod voor vogels op en rondom de luchthaven.

  • Het populatie spoor: het beperken van de populatie en het aantal aanwezige overzomerende ganzen rondom Schiphol.

KDC

Er vindt opdrachtverlening plaats aan de Stichting Knowledge & Development Center (KDC)die kennis levert om innovatieve oplossingen te vinden voor de duurzame ontwikkeling van de Mainport Schiphol.

Programma programmatische aanpak vliegtuiggeluid/meten en rekenen

In 2019 hebben de kennisinstituten RIVM, NLR en KNMI zeven aanbevelingen gegeven om verbeteringen door te voeren bij het meten en berekenen van vliegtuiggeluid, rekening houdend met belevingsaspecten. Na de uitwerking van deze aanbevelingen start in 2022 de realisatiefase waarin de resultaten uit het uitgevoerde onderzoeksprogramma kunnen worden toegepast voor Schiphol. Dit omvat het uitvoeren van geluidmetingen, gekoppeld aan berekeningen, inclusief het analyseren en duiden van de verschillen.

Onderzoeken Luchtvaartnota

In de Luchtvaartnota zijn verschillende onderzoeken voorzien voor de komende jaren, onder andere t.b.v. monitoring en evaluatie van het beleid. Mogelijk wordt het onderzoeksprogramma aangepast, i.v.m. controversieelverklaring Luchtvaartnota.

Cybersecurity

Het vergroten van de cyberweerbaarheid bij luchtvaartorganisaties is een continu aandachtspunt. De primaire verantwoordelijkheid voor de continuïteit en weerbaarheid van netwerk- en informatiesystemen ligt bij de organisaties zelf. Het ministerie van IenW draagt vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid hieraan bij via algemene kaders (in beleid of in wet- en regelgeving, al dan niet voortvloeiend uit EU/internationaal verband) en initieert projecten/trajecten om de cyberweerbaarheid te verhogen.

Opdrachten elektrisch vliegen

Omdat veel innovaties op het gebied van hybride elektrisch vliegen nog niet klaar zijn voor de markt, is een financiële impuls vanuit de overheid van groot belang. De overheid kan de ontwikkeling op het gebied van hybride elektrisch vliegen stimuleren door middel van het verlenen van (onderzoeks)opdrachten en subsidies. Door financiële ondersteuning kan de innovatie versnellen door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe technologieën. Daarnaast biedt het kansen aan de Nederlandse (maak)industrie, is het nodig om mee te kunnen doen aan Europese programma’s en in de internationale kopgroep voor hybride elektrisch vliegen.

Opdrachten versterking omgevingskwaliteit regionale luchthavens

Voor de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde, Maastricht Aachen Airport en de militaire luchthaven Eindhoven met civiel medegebruik worden de komende jaren nieuwe of gewijzigde gebruiksvergunningen (Luchthavenbesluiten) vastgesteld. Het Rijk vindt het van belang dat deze luchthavens zich ontwikkelen voor de regio’s waarin ze liggen. Daarom worden eerst regionale verkenningen uitgevoerd om de toekomstige ontwikkeling van de luchthavens met betrokken stakeholders te bespreken. Leidend daarbij zijn de uitgangspunten uit de Luchtvaartnota. Er wordt een beroep gedaan op het Rijk om invulling te geven aan de te maken afspraken en het realiseren van ambities. Van belang bij de ontwikkeling is dat de geluidbelasting en uitstoot van verontreinigende stoffen eerst omlaag moet, voordat eventuele groei verdiend kan worden. Dat zal ook van het Rijk inzet vragen, bijvoorbeeld door onderzoek naar normstelling voor geluid en luchtkwaliteit of naar ondersteuning bij uitwerking en implementatie van hinderbeperkende maatregelen.

Onbemande luchtvaart (drones)

Het gebruik van onbemande luchtvaart (drones) neemt sterk toe. Deze ontwikkeling biedt nieuwe kansen voor bedrijven en leidt tot nuttige toepassingen. Het Rijk wil deze ontwikkeling de ruimte geven en innovatie in technologie en diensten mogelijk maken. De komst van drones in het lagere luchtruim zorgt naast kansen, ook voor nieuwe uitdagingen. Bij de ontwikkeling moet onder andere rekening gehouden worden met veiligheid, duurzaamheid en maatschappelijke acceptatie. De komende jaren komen er stapsgewijs meer Europese regels. Het beleid voor onbemande luchtvaart is adaptief. Belangrijkste stappen zijn: implementeren van Europese voorschriften, waaronder dynamische kaarten, zonering, producteisen en het opleiden en registreren van operators en piloten. Integratie van drones in het luchtruim door in te zetten op de ontwikkeling van U-space conform nieuwe Europese regels. Innovatie, kennisontwikkeling en onderzoek bijvoorbeeld voor het gebruik in steden van «urban airtaxis», als onderdeel van de «smart mobility» en «mobility as a service» ontwikkelingen.

Opdrachten klimaatbeleid

De overheid beoogt de duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te versterken. Opdrachten zijn in dit kader bedoeld voor fundamenteel onderzoek, het verrichten van haalbaarheidsstudies, het opzetten van pilots/demo’s en het creëren van de juiste randvoorwaarden voor zowel de productie van verschillende (nieuwe) typen duurzame brandstoffen als het versnellen van duurzame innovaties (zoals hybride/elektrische aandrijving, nieuwe voertuigontwerpen en materialen). De middelen worden ook ingezet voor bredere kennisontwikkeling, bijvoorbeeld ten aanzien van de klimaatimpact van andere emissies dan CO2.

Subsidies

Versneld onderwerken graanresten ten behoeve van reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol.

Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod in de omgeving van de luchthaven. De afgelopen jaren was er een subsidieregeling voor het bijdragen aan het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. Met ingang van 1 januari 2018 is voor de periode 2018-2022 een nieuwe regeling van kracht op grond waarvan een vergoeding verstrekt kan worden. Agrarische ondernemers kunnen op vrijwillige basis deelnemen, met de deelnemers worden overeenkomsten gesloten.

Omgevingsraad Schiphol en Commissies Regionaal Overleg (CRO)

IenW draagt financieel bij aan de activiteiten van de Omgevingsraad Schiphol (ORS). Dit onafhankelijke overleg- en adviesorgaan verenigt bewoners, regionale en lokale overheden, luchtvaartpartijen en brancheorganisaties met als doel om de hinder van Schiphol zoveel mogelijk te beperken en een optimaal gebruik van de luchthaven te bevorderen. De jaarlijkse bijdrage bedraagt maximaal € 264.000.

IenW investeert in lijn met de Luchtvaartnota in de verdere versterking en professionalisering van de overlegorganen bij de regionale burgerluchthavens van nationale betekenis (Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Lelystad, Maastricht en Rotterdam), de oprichting en instandhouding van het nieuwe Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) en het opleiden van de deelnemers aan deze overleggen (kennis/expertise). In 2022 bedraagt de rijksbijdrage per commissie maximaal € 70.000.

Subsidie Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg

IenW stelt een subsidie beschikbaar aan de Stichting Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg voor de behandeling van klachten over de vliegbasis Geilenkirchen (AWACS) en de andere buitenlandse luchthavens in de grensregio met Limburg (Weeze-Niederrhein, Luik-Bierset). Gezien de specifieke situatie heeft IenW hiertoe besloten. Het gaat om buitenlandse luchthavens die milieueffecten hebben op Nederlands grondgebied, waarbij specifiek voor de vliegbasis Geilenkirchen sprake is van een bijzonder rijksbelang (militaire bescherming van ons land in NAVO-verband) en relatief hoge geluidsoverlast vanwege de AWACS-vliegtuigen. De jaarlijkse subsidie bedraagt maximaal € 75.000.

Verbeteren luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika

In de periode tot en met 2022 wordt jaarlijks maximaal € 50.000 beschikbaar gesteld aan de stichting AviAssist ten behoeve van het verbeteren van de luchtvaartveiligheid in de regio Zuidoost Afrika. IenW heeft het initiatief genomen om te zorgen dat in die regio kennis over luchtvaartveiligheid wordt gedeeld, maar vooral goed gebruikt. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelstellingen ten aanzien van luchtvaartveiligheid zoals neergelegd in het State Safety Programme.

Ondersteuning luchtverkeersdienstverlening Bonaire

Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport voor de periode 2020-2022 te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (dc-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. De bijdrage in 2022 bedraagt maximaal € 0,425 miljoen (exclusief eventuele koersverschillen, omdat de subsidie in US dollars wordt uitgekeerd).

Leefbaarheidsfonds Eindhoven

Voor de jaren 2021 tot en met 2024 is een bedrag van jaarlijks ten hoogste €50.000 bestemd voor de verlening van een subsidie aan de Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven. De subsidie is bedoeld als financiële ondersteuning van milieugerelateerde activiteiten ter bevordering van de leefbaarheid in de omgeving van de luchthaven Eindhoven.

Subsidie Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordiging Regional Luchthavens ABReL

IenW vindt het van belang dat bewonersorganisaties die zitting hebben in de Commissies regionaal overleg (CRO’s) en het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) een bijdrage kunnen leveren aan de uitwerking van (beleids-)vraagstukken uit de Luchtvaartnota. Dat is de reden dat een subsidie van maximaal € 50.000 per jaar beschikbaar wordt gesteld aan de Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordigers Regionale Luchthavens (ABReL). Concreet ziet de subsidie op de bijdrage van ABReL aan de regionale verkenningen rond de regionale luchthavens, de bijdrage aan landelijke (beleids-)vraagstukken en deelname aan de nationale luchtvaarttafel (als uitwerking van de Luchtvaartnota).

Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor de Omgevingsraad Schiphol en Commissies Regionaal Overleg, het Luchthaven Eindhoven Overleg, Klachtentelefoon luchtverkeer Limburg, verbeteren luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika, ondersteuning luchtverkeersdienstverlening Bonaire, leefbaarheidsfonds Eindhoven en Stichting ABreL vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

Incidentele subsidies

Subsidie luchthaven Twente

Area Development Twente (ADT) ontvangt van IenW een subsidie van maximaal € 0,9 miljoen voor het doen van luchtzijdige investeringen voor de ontwikkeling van luchthaven Twente (onder de voorwaarde dat de bijdrage voldoet aan de regels voor staatssteun) en voor het laten uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheden voor een remote tower concept voor luchtverkeersdienst-verlening. Deze subsidie vloeit voort uit het amendement Koopmans (Kamerstukken II 2007-2008, 31200 XII, nr. 60) en geeft invulling aan de afspraken uit de Bestuursovereenkomst Gebiedsontwikkeling Vliegveld Twente (Bijlage bij Kamerstukken II 2009-2010, 31 936, nr. 17). Het subsidiedeel voor het onderzoek naar remote control (€ 0,15 miljoen) werd in voorschot verstrekt en is in 2019 vastgesteld.

Subsidies hybride elektrisch vliegen

Omdat veel innovaties op het gebied van hybride elektrisch vliegen nog niet klaar zijn voor de markt, is een financiële impuls vanuit de overheid van groot belang. De overheid kan de ontwikkeling op het gebied van hybride elektrisch vliegen stimuleren en versnellen door middel van het verlenen van subsidies. De middelen zullen ook worden ingezet voor bredere kennisontwikkeling, bijvoorbeeld ten aanzien van de klimaatimpact van andere emissies dan CO2 en aanpassingen van de luchthaven- en vliegoperaties.

Subsidies Klimaatbeleid

De overheid beoogt de duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te versterken. Met investeringen in schone energie en o.a. technologische innovaties wordt een impuls gegeven aan de transitie naar een toekomstbestendige duurzame petrochemische- en maakindustrie en luchthaven-infrastructuur in Nederland. De middelen zullen ook worden ingezet voor bredere kennisontwikkeling

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft voornamelijk de bijdrage die aan RWS ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van de masterplannen luchthavens Caribisch Nederland gericht op het wegwerken van de tekortkomingen ten aanzien van de internationale regelgeving voor de vliegveiligheid en voor de wederopbouw van de Bovenwindse Eilanden als gevolg van de geleden schade door de orkanen Irma en Maria in september 2017.

Daarnaast betreft het investeringen voor de aanleg van platformen en landingsbaan verlichting op Bonaire. Deze investeringen zijn nodig om te kunnen voldoen aan internationale ICAO veiligheidsstandaarden. Er zal worden overgegaan tot de aanschaf van rescueboten. Het ontbreken hiervan is een groot veiligheidsrisico bij een onbedoelde landing op zee (crash).

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Voor de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization, aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Kroatië, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC) wordt in 2022 een bedrag uitgegeven van circa € 1,5 miljoen, waarvan € 1,3 miljoen via de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

Bijdrage aan ZBO’s/RWT's

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)

Voortvloeiend uit de afspraken die gemaakt zijn in de ‘Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg’ wordt ten behoeve van het operationeel houden van de Soesterbergradar voor de vliegveiligheid op en rond de luchthaven Schiphol, een bijdrage van € 0,1 miljoen verstrekt aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).

Leningen

Het betreft middelen die worden ingezet voor het verstrekken van een hypothecaire lening aan WinAir op het luchthavengebouw van Winair ter waarde van USD 3 miljoen. Daarmee kan het bedrijf, dat essentieel is voor de interinsulaire verbinding van Saba en Sint Eustatius op korte termijn blijven opereren.

Garantie LVNL

Voor de veilige afhandeling van het luchtverkeer in het Nederlandse luchtruim beheert LVNL vitale luchtvaartinfrastructuur. Dit betekent dat LVNL voortdurend moet investeren om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen door systemen die het einde van de levensduur bereiken tijdig te vervangen. Daarnaast moet LVNL investeren in nieuwe en innovatieve technologie, zodat LVNL niet alleen betrouwbare luchtverkeersleiding kan blijven geven, maar ook in de toekomst kan blijven voldoen aan de eisen en wensen die nationale en internationale partijen stellen aan de dienstverlening van LVNL. Hiervoor is een jaarlijks leningenplafond ingesteld. LVNL gaat bij het ministerie van Financiën leningen aan voor een bedrag van maximaal € 49,8 miljoen in 2021 en maximaal € 59,6 miljoen in 2022. IenW stelt zich garant voor deze leningen.

Licence