Base description which applies to whole site

3.4 Artikel 4 Zorgbreed beleid

Het scheppen van randvoorwaarden om het zorgstelsel verder te optimaliseren zodat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg voor de burger gewaarborgd blijft.

De minister bevordert de werking van het stelsel door partijen in staat te stellen hun rol te spelen en door belemmeringen weg te nemen die een goede werking van het stelsel in de weg staan. Daar waar publieke belangen in het geding zijn die niet voldoende door (partijen in) het stelsel behartigd kunnen worden, bevordert de minister dat deze belangen worden behartigd.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren: van een stevige positie van de cliënt in het zorgstelsel en transparantie van zorg, een logische beroepenstructuur die aansluit op de huidige en toekomstige zorg- en ondersteuningsvraag en van beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel (via meer aantrekken en behouden), van andere manieren van werken en kwalitatief goede en toekomstbestendige opleidingen, van innovaties en (digitale) vaardigheden in de zorg en de ontwikkeling hiervan, alsmede betrouwbaar informatiebeleid en van vertrouwen in datagebruik in de zorg, en van een gezonde leefstijl voor de mensen woonachtig in Caribisch Nederland.

Financieren: de minister draagt bij aan de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door middel van het financieren van organisaties gemoeid met patiënten, zoals gehandicaptenorganisaties en ZBO’s of agentschappen. Tevens financiert de minister projecten en onderzoeken uitgevoerd door ZonMw, opleidings- en bijscholingsinstrumtenten, de zorg in Caribisch Nederland, en financiert instrumenten voor persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO) om het gebruik te stimuleren.

Regisseren: van wet- en regelgeving die zorgen voor een stevige positie van de patiënt in het zorgstelsel, verlagen van de regeldruk in de zorg, voorkomen van systeemrisico’s bij financiering in de zorg, regisseren van een duurzaam informatiestelsel.

Wet toetreding zorgaanbieders

Per 1 januari 2022 treedt de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en ook de daarmee samenhangende Aanpassingswet Wtza in werking. Doel van de Wtza is het verbeteren van het risicogerichte toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd op zorgaanbieders en het beter bewust maken van zorgaanbieders van de bestaande (kwaliteits-)eisen die aan de zorgverlening zijn gesteld. Hiertoe wordt het systeem van de WTZi-toelating vervangen door een meldplicht voor in beginsel alle zorg- en jeugdhulpaanbieders en een toelatingsvergunning voor bepaalde zorgaanbieders. Daarbij worden enkele toezichttaken overgeheveld van de IGJ naar de NZa, zodat beter wordt aangesloten bij de kernexpertises van beide toezichthouders. Ten slotte wordt ten behoeve van een maatschappelijke verantwoording over de besteding van collectieve middelen, de openbare jaarverantwoordingsplicht uitgebreid naar in beginsel alle zorgaanbieders. De sectoren van zorgaanbieders, waarvoor de openbare jaarverantwoording nieuw is, starten met verantwoording afleggen over verslagjaar 2022.

(Ont)Regel de Zorg

Het doel van het programma (Ont)Regel de Zorg is het zorgbreed merkbaar verminderen van de ervaren regeldruk voor professional én patiënt/cliënt. Eind 2020 is uw Kamer voor het laatst geïnformeerd over de voortgang op dat gebied (Kamerstukken 29 515, nr, 452). In het jaar 2022 vervolgen we de aanpak van regeldruk, samen met alle daarbij betrokken organisaties. Daarbij bouwen we voort op de geleerde lessen en de behaalde resultaten over de afgelopen periode.

Werken in de Zorg

Het is van belang dat zorgprofessionals nu en in de toekomst graag in de sector zorg en welzijn gaan werken en daar ook blijven werken. Dit vraagt om een brede, intensieve en continue aanpak gericht op aantrekkelijk werken in de zorg. Het actieprogramma Werken in de Zorg loopt na 2021 af. Wel loopt de uitvoering van een aantal instrumenten onder dit programma nog door in 2022. Dit geldt voor de reeds ingezette en meerjarige scholingstrajecten middels subsidies in het kader van SectorplanPlus.

Gezien de arbeidsmarktopgave en het grote belang van een evenwichtige arbeidsmarkt in de zorg, zal vanaf 2022 een vervolg op het programma worden ingezet. Voor deze vervolgaanpak18 zijn structureel middelen beschikbaar gesteld, voor 2022 betreft dit € 80 miljoen. De Sociaal Economische Raad (SER) heeft op verzoek van het kabinet, een advies uitgebracht over knelpunten en oplossingsrichtingen om het werken in de zorg aantrekkelijker te maken. De SER stelt een brede agenda voor gericht op het vergroten van professionele ruimte, het verbeteren van mogelijkheden voor scholing, ontwikkeling en loopbaan, behoud van medewerkers, meer waardering en zeggenschap van medewerkers en betere borging van technologische en sociale innovatie. De SER pleit voor extra middelen voor betere beloning daar waar een achterstand is met de rest van de markt en voor een andere systematiek om stage- en begeleidingskosten te compenseren.

Specifiek ten aanzien van het thema zeggenschap geldt dat veldpartijen (beroepsvereniging, werkgevers en bonden) ] een gezamenlijk plan hebben opgesteld waarin een vijftal stappen wordt geschetst om zeggenschap te vergroten. Het gaat dan om de kwaliteit van zorg als uitgangspunt voor professionele zeggenschap, het opleiden en ontwikkelen om professionele zeggenschap uit te oefenen, loopbaanpaden met een passend functiehuis, vernieuwing in professionele zeggenschap en monitoring van het beloop van professionele zeggenschap op landelijk niveau. Het plan wordt het komende jaar nader uitgewerkt.

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) heeft een tweeledig doel: het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en het beschermen van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg.

Onderzocht wordt op welke manier de Wet BIG meer toekomstbestendig kan worden met het oog op verschillende maatschappelijke ontwikkelingen, zoals opkomende technologie, werken over domeinen heen, het steeds meer werken in team- en netwerkverband, meer inzet op collectieve zorg zoals preventie en de vraag om meer flexibiliteit in het kader van een veranderende zorgvraag. Daarbij zien we krapte op de arbeidsmarkt, wat vraagt om een Wet BIG die de kwaliteitsdoelstellingen in stand houdt en overregulering voorkomt.

Vanuit de beroepsverenigingen van de academische beroepen in de psychologische zorg wordt geadviseerd (zie voor advies bijlage bij Kamerstukken II, 2020/21, 29282 nr. 414) een aantal wijzigingen aan te brengen in de beroepenstructuur zoals deze in de Wet BIG is vastgelegd, omdat dit bij kan dragen aan meer overzicht voor cliënten, naasten en verwijzers. Momenteel wordt gewerkt aan het in kaart brengen van de impact van dit voorstel. Op basis van de resultaten van deze impactanalyse zal bezien worden of en hoe de voorgestelde wijzigingen in de beroepenstructuur in procedure zullen worden gebracht.

Om te bevorderen dat buitenlands gediplomeerde zorgverleners sneller een plek vinden op de arbeidsmarkt worden met stakeholders oplossingsrichtingen uitgewerkt. Er wordt in dat kader gewerkt aan het stroomlijnen en versnellen van de BIG-toelatingsprocedure, verbetering van de informatievoorziening, betere begeleiding van buitenlandse zorgprofessionals bij het doorlopen van de assessmentprocedure en verbetering van de arbeidsmarktpositie van deze doelgroep. Hierbij worden ook de aanbevelingen uit het advies «Van asielzoeker tot zorgverlener» van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) betrokken. De oplossingen worden naar verwachting in 2022 geïmplementeerd.

Gegevensuitwisseling

Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg is belangrijk om goede zorg te kunnen leveren. De Wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg (Wegiz) is in mei 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden. Op basis van deze wet kan worden verplicht dat straks een bestaande gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders op elektronische wijze verloopt. In de algemene maatregel van bestuur (AMvB) komt te staan welke gegevensuitwisselingen vanaf wanneer elektronisch moeten plaatsvinden. Ook wordt uitgewerkt volgens welke afspraken rondom taal en techniek, normering en certificering de uitwisseling moet verlopen.

Onderdeel van de Wegiz is het opstellen van een Meerjarenagenda Wegiz waarin wordt aangegeven welke gegevensuitwisselingen, met welke prioriteit in welke periode worden verplicht. Met deze verplichting in het vooruitzicht ontstaat er focus en versnelling in de implementatie. Er zijn al een aantal gegevensuitwisselingen als prioritair aangewezen, zoals Digitaal voorschrijven en ter handstelling (voorheen: Digitaal receptenverkeer) . Na de prioritering wordt er op basis van een aantal toetsen besloten per uitwisseling of deze gereed is voor wettelijke verplichting (zoals een maatschappelijke kosten-baten analyse en een volwassenheidsscan).

VWS wil in de komende jaren voor deze gegevensuitwisseling komen tot een aanwijzing middels AMvB en daarmee tot verplichte landelijke implementatie van de bijbehorende afspraken. Voorts is het voor de werking van de Wegiz van belang dat bepaalde informatiestandaarden, waarin de eisen voor taal en techniek zijn opgenomen, actueel blijven. Hiervoor is het wenselijk dat (publiek) houderschap en beheer voor nader te bepalen informatiestandaarden duurzaam zijn ingeregeld.

Publieke voorzieningen

Om elektronische gegevensuitwisseling te intensiveren heeft de zorg daarnaast ook een aantal voorzieningen nodig die landelijk en breed inzetbaar zijn. Denk hierbij aan het vastleggen van het al dan niet verlenen van toestemming van patiënten of cliënten voor het delen van gegevens. VWS werkt op dit moment aan een afwegingskader waarmee bepaald kan worden of- en zo ja, in welke vorm er meer publieke sturing op deze voorzieningen nodig is. Het afwegingskader moet in 2022 gereed zijn.

Informatieveiligheid

Doordat de zorg steeds verder digitaliseert wordt het steeds belangrijker dat de informatiebeveiliging in de zorg op orde is. Goede informatiebeveiliging is primair de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders zelf maar VWS heeft hier ook een belangrijke rol. In 2022 legt VWS de focus op het verhogen van de bewustwording over digitale veiligheid, digitaal veilig gedrag en de geldende wet- en regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging. Dit doet VWS onder andere via de borging van de uitkomsten van het project ‘Informatieveilig gedrag in de zorg’ en door het ondersteunen van Z-CERT.

VWS wil dat Z-CERT blijft groeien en een grote rol speelt in het verbeteren van de informatieveiligheid in de zorg. Z-CERT is het landelijk informatieknooppunt voor informatieveiligheid binnen de zorgsector. VWS wil dat zo veel mogelijk zorgpartijen deelnemen aan Z-CERT en ondersteunt daarom het vergroten van hun bereik en de uitbreiding van hun diensten. Voor de aansluiting van zorgpartijen bij Z-CERT volgt VWS een risico gestuurde aanpak: de zorgsectoren die het meeste baat hebben bij deelname worden als eerste aangesloten. Er zijn een aantal zorgsectoren gedefinieerd die nu prioriteit krijgen, onder andere de jeugdzorg en de GGD’en.

Toegang

Een belangrijke doelstelling van VWS is het stimuleren van digitale gegevensuitwisselingen tussen zorgaanbieders en patiënten en tussen zorgaanbieders onderling. Omdat het hier om medische informatie gaat, moet de toegang tot deze informatie op veiligheidsniveau ‘hoog’ worden ontsloten. In de Wet Digitale Overheid wordt bepaald welke middelen hiervoor gebruikt mogen worden. Op dit moment wordt gewerkt aan het inloggen via DigiD, en aan vertegenwoordigingsvoorzieningen (vrijwillig machtigen en wettelijke vertegenwoordiging) voor patiënten die niet digitaal vaardig zijn.

In 2021 is gewerkt aan het aansluiten van zorgaanbieders op DigiD en de machtigingsvoorziening; dit zal in 2022 verder vervolgd worden. Daarnaast ontwikkelt BZK een voorziening voor ouderlijk gezag, die in 2022 in de zorg zal worden geïmplementeerd. Dat betekent dat ook in 2022 gewerkt gaat worden aan het opleveren van deze ouderlijk gezag-voorziening en het aansluiten van de zorgsector daarop. Daarnaast wordt gewerkt aan een generieke voorziening voor digitale identificatie en authenticatie van zorgverleners. In 2022 worden de wettelijke kaders en gebruikerswensen voor deze voorziening verder in kaart gebracht en gestart met de implementatie.

Programma Realisatie digitale ondersteuning

Digitale ondersteuning is belangrijk in de crisisaanpak van COVID-19 en blijft ook in een overgangsfase van belang. De middelen in deze aanpak zijn een digitale aanvulling op of ondersteuning aan processen zoals het bron- en contactonderzoek van de GGD en het vaccineren, maar zijn ook een belangrijk hulpmiddel bij het verantwoord openen en open houden van de samenleving. Zo helpt CoronaMelder om de verspreiding van het virus tegen te gaan. De CoronaCheck-app ondersteunt dat mensen verantwoord naar een evenement kunnen gaan of een buitenlandse reis kunnen maken door het genereren en tonen van een test-, vaccinatie- of herstelbewijs. Op dit moment is het nog onbekend hoelang het nodig is om bovenstaande voorbeelden van digitale ondersteuning in te blijven zetten. Voor GGD Contact is dat duidelijker. Deze digitale oplossing zal ook in een endemie door de GGD’en worden gebruikt ter ondersteuning van het bron- en contactonderzoek. Ook ter ondersteuning van de registratie bij het vaccineren wordt gebruik gemaakt van een digitale middelen, namelijk BRBA en ZKVI. BRBA wordt momenteel gebruikt en blijft gebruikt worden zolang er gevaccineerd wordt. ZKVI kan worden ingezet als in 2022 vaccinaties herhaald moeten worden en opschaling met behulp van de ziekenhuizen nodig is. De Kwetsbaarheden Analyse Tool ondersteunt bij het inzichtelijk maken van de kwetsbaarheden in de verschillende omgevingen die hierboven zijn genoemd. Het levert ondersteuning bij het bewaken, onderkennen van kwetsbaarheden en het onderhouden van de Plan-Do-Check-Act-cyclus. Voor 2022 zijn kosten voorzien voor de communicatie, doorontwikkeling en het beheer van de genoemde producten. Daarnaast worden het expertteam dat de GGD ondersteunt bij privacy en informatiebegeleiding n.a.v. het eerdere datalek en het ‘Red Team’ gecontinueerd. Het ‘Red Team’ is een aanpak om de digitale verdediging van een organisatie en van systemen te testen en daarmee de privacy en informatiebeveiliging zorgbreed te verbeteren.

Tabel 14 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

3.299.470

1.919.287

1.138.985

1.340.870

1.173.181

1.187.222

1.189.520

        

Uitgaven

3.051.899

2.332.740

1.305.729

1.419.742

1.191.994

1.187.222

1.189.520

waarvan juridisch verplicht

  

98,4%

    
        

1. Positie cliënt en transparantie van zorg

68.055

78.796

52.795

48.339

48.554

48.930

48.811

Subsidies (regelingen)

34.071

36.438

36.457

32.240

32.225

32.183

32.183

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties

16.224

16.485

17.000

21.000

21.000

21.000

21.000

Transparantie van zorg

17.847

19.803

19.307

11.240

11.225

11.183

11.183

Overige

0

150

150

0

0

0

0

Opdrachten

27.464

35.665

8.689

8.185

8.415

8.833

8.714

Ondersteuning cliëntorganisaties

2.692

4.171

4.033

4.000

4.000

4.000

4.000

Transparantie van zorg

989

2.349

2.545

2.515

2.450

2.450

2.450

Overige

23.783

29.145

2.111

1.670

1.965

2.383

2.264

Bijdrage aan agentschappen

6.520

6.693

7.649

7.914

7.914

7.914

7.914

CIBG

6.520

6.693

7.649

7.914

7.914

7.914

7.914

        

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

2.438.206

1.642.172

665.275

820.739

589.773

587.857

587.368

Subsidies (regelingen)

2.417.168

1.618.513

642.876

800.188

569.221

565.455

564.967

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

2.417.168

1.618.513

642.876

800.188

569.221

565.455

564.967

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

7.019

8.850

9.494

9.498

9.497

9.590

9.590

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

7.019

8.850

9.494

9.498

9.497

9.590

9.590

Bijdrage aan agentschappen

13.969

14.809

12.905

11.053

11.055

11.052

11.051

CIBG

13.969

14.809

12.905

11.053

11.055

11.052

11.051

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

1.760

1.760

ZiNL

0

0

0

0

0

1.760

1.760

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

50

0

0

0

0

0

0

Overige

50

0

0

0

0

0

0

        

3. Informatiebeleid

76.890

122.883

186.217

156.248

156.270

156.569

156.568

Subsidies (regelingen)

24.141

30.746

121.447

109.603

109.912

109.914

109.915

Informatiebeleid

15.623

18.642

14.297

14.298

14.300

14.299

14.299

Maatschappelijke diensttijd

0

1.659

94.677

95.102

95.409

95.412

95.413

Overige

8.518

10.445

12.473

203

203

203

203

Opdrachten

28.970

52.311

37.599

19.474

19.685

19.985

19.984

Informatiebeleid

26.372

43.221

28.685

12.784

12.682

12.680

12.679

Overige

2.598

9.090

8.914

6.690

7.003

7.305

7.305

Bijdrage aan agentschappen

23.779

39.826

27.171

27.171

26.673

26.670

26.669

Informatiebeleid

23.779

39.826

27.171

27.171

26.673

26.670

26.669

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

        

4. Inrichting Zorgstelsel

256.165

272.757

255.907

245.268

243.725

235.852

235.845

Subsidies (regelingen)

335

793

0

0

0

0

0

Programma's Zorgstelsel

335

793

0

0

0

0

0

Opdrachten

1.373

1.673

1.582

555

554

554

554

Programma's Zorgstelsel

802

1.188

1.027

0

0

0

0

Overige

571

485

555

555

554

554

554

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

254.457

270.291

254.325

244.713

240.671

232.798

232.791

CAK

126.585

125.873

112.456

111.557

111.366

111.336

111.332

NZa

61.823

62.045

63.547

62.830

62.899

62.872

62.872

Zorginstituut Nederland

64.149

80.473

74.722

67.426

64.506

56.690

56.687

CSZ

1.900

1.900

1.600

1.900

1.900

1.900

1.900

Overige

0

0

2.000

1.000

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

2.500

2.500

2.500

EZK: ACM

0

0

0

0

2.500

2.500

2.500

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Begrotingsreserve

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

        

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

212.583

216.132

145.535

149.148

153.672

158.014

160.928

Subsidies (regelingen)

3.316

3.585

3.582

3.583

3.584

1.985

1.985

Zorg en Welzijn

3.316

3.585

3.582

3.583

3.584

1.985

1.985

Bekostiging

203.118

208.273

137.652

141.381

145.904

151.846

154.760

Zorg en Welzijn

203.118

208.273

137.652

141.381

145.904

151.846

154.760

Bijdrage aan medeoverheden

6.149

4.274

4.301

4.184

4.184

4.183

4.183

Overige

6.149

4.274

4.301

4.184

4.184

4.183

4.183

        

Ontvangsten

86.701

14.130

11.153

11.153

11.153

11.153

11.153

Wanbetalers en onverzekerden

60.073

0

0

0

0

0

0

Overige

26.628

14.130

11.153

11.153

11.153

11.153

11.153

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget van € 804,4 miljoen is 98,6% juridisch verplicht.

Bekostiging

Van het beschikbare budget van € 137,7 miljoen is 100% juridisch verplicht.

Opdrachten

Van het beschikbare budget van € 57,4 miljoen is 87,8% reeds juridisch verplicht.

Bijdrage aan agentschappen

Van het beschikbare budget van € 47,7 miljoen is 100% juridisch verplicht.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Van het beschikbare budget van € 254,3 miljoen is 99% juridisch verplicht.

Bijdrage aan medeoverheden

Van het beschikbare budget van € 4,3 miljoen is 100% juridisch verplicht.

1. Positie cliënt en transparantie van zorg

Subsidies

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties (pg-organisaties)

  • De drie landelijke pg-koepels en circa 200 landelijke pg-organisaties ontvangen een instellingssubsidie voor het uitvoeren van activiteiten in het kader van informatievoorziening, lotgenotencontact en belangenbehartiging (€ 17 miljoen).

  • Daarnaast wordt een samenhangend projectsubsidieprogramma bij ZonMw ingericht (€ 4 miljoen) met dezelfde duur als het beleidskader, waarop niet alleen de bestaande pg-organisaties maar ook nieuwe organisaties/netwerken kunnen inschrijven.

Transparantie van zorg

Voor onderzoek naar de effectiviteit en de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland en (de relatie tussen) de verschillende partijen in de zorg wordt subsidie verleend (€ 6,5 miljoen) aan het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel). Het Nivel ontwikkelt en beheert hiertoe databases, panels en monitors.

Het Kwaliteitsinstituut, als onderdeel van het Zorginstituut, is gemandateerd (Stcrt. 2016, 27102) voor het verstrekken van subsidies voor de stimulering van transparantie over de kwaliteit van zorg (€ 3,4 miljoen).

Voor de in het Regeerakkoord beschikbaar gestelde middelen met betrekking tot uitkomstgerichte zorg wordt zoveel mogelijk aangesloten bij al lopende activiteiten zoals het programma Kwaliteit van zorg bij ZonMw en zijn onder andere subsidies ter ondersteuning van de koepels en een campagne Samen Beslissen verstrekt (€ 8,2 miljoen).

Opdrachten

Ondersteuning cliëntenorganisaties

Met PGO-support, een onafhankelijke netwerkorganisatie die versterking en ondersteuning biedt aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties, is een overeenkomst gesloten voor de ondersteuning van de cliëntenorganisaties (€ 4 miljoen).

Bijdragen aan agentschappen

CIBG

Het CIBG voert onder andere onderstaande taken uit:

  • In beginsel dienen alle zorg- en jeugdhulpaanbieders aan de meldplicht te voldoen. Daarbij dienen bepaalde zorgaanbieders op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders over een toelatingsvergunning te beschikken. De melding en aanvraag van de toelatingsvergunning vinden plaats bij het CIBG.

  • Het Landelijk Register Zorgaanbieders (LRZa) is een landelijk en openbaar register van zorgaanbieders. Dit register maakt duidelijk wie, waar, welke zorg verleent en draagt bij aan de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

  • Via het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JMV) verantwoorden zorgaanbieders zich jaarlijks over de geleverde (financiële) prestaties. Alle partijen die een rol spelen binnen het zorgstelsel hebben toegang tot deze uniforme, digitale informatie via www.jaarverantwoordingzorg.nl.

Voor het uitvoeren van bovenstaande taken is € 7,6 miljoen beschikbaar.

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Subsidies

Opleidingen

Met de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II (het Stagefonds Zorg) worden zorgaanbieders gestimuleerd tot het aanbieden van kwalitatief goede stageplaatsen. Voor het studiejaar 2021-2022 is hiervoor € 112 miljoen beschikbaar. De subsidieregeling vaccinatie stageplaatsen zorg voorziet in een tegemoetkoming van de kosten van het vaccinatietraject hepatitis B van eerstejaarsstudenten die zorgopleiding volgen. De regeling draagt eraan bij dat jaarlijks 30 à 35 duizend stagiairs gevaccineerd worden tegen hepatitis B.

Financiële impuls om partijen die stages aanbieden te stimuleren meer stages aan te bieden en dit op innovatieve wijze vorm te geven.

Voor zorgopleidingen in het kader van de Wet publieke gezondheidszorg (WPG) is het beleid erop gericht te stimuleren dat voldoende gespecialiseerde artsen worden opgeleid voor de uitvoering van hun taken op het terrein van de bestrijding van infectieziekten, de bestrijding van TBC, medische milieukunde en jeugdgezondheidszorg. In 2022 is voor deze opleidingen € 27 miljoen beschikbaar. Verpleegkundig specialisten (VS) en physician assistants (PA) worden opgeleid om minder complexe en routinematige taken van de huisarts of de specialist over te nemen. Hiervoor is € 38 miljoen beschikbaar. In 2022 is voor de regeling Opleiding in een jeugd-ggz-instelling € 2,3 miljoen beschikbaar. Voor de uitvoering van motie 35300 XVI 72 Dik-Faber om het opleiden van tropenartsen te subsidiëren en gestructureerde overdracht van door hen in het buitenland opgedane kennis te stimuleren is € 1,35 miljoen beschikbaar in 2022. In het kader van het compensatiepakket Wind in de zeilen is in 2022 € 1 miljoen beschikbaar voor het opleiden van physician assistants ter versterking van de huisartsenzorg in Zeeland.

Arbeidsmarkt

Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg

Voor de kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg (KPZ) is het doel om ziekenhuizen en UMC’s te stimuleren meer en strategischer te investeren in bij- en nascholing van personeel. In het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg 2019-2022 hebben partijen afgesproken dat de middelen voor de KPZ beschikbaar blijven voor de sector (circa € 206 miljoen per jaar).

Versterking regionaal arbeidsmarktbeleid

Via de subsidie SectorplanPlus (€ 420 miljoen over de looptijd 2017-2022) stimuleren we (zij-)instroom in de zorg en met ingang van het lopende vierde tijdvak ook behoud van medewerkers.

Met de subsidie aan RegioPlus voor de uitvoering van het meerjarige beleidsprogramma ‘Samen Regionaal Sterk’ investeert VWS in een goed werkende, landelijk dekkende regionale arbeidsmarktinfrastructuur. (€ 18 miljoen in 2022).

Met een subsidie aan de Stichting Het Potentieel Pakken voor het project ‘Contractuitbreiding in de zorg’ (€ 7,2 miljoen over de projectperiode 2021-2023) investeren we in vergroting van het arbeidsaanbod door contractuitbreiding.

Overige

Het Capaciteitsorgaan ontvangt een instellingsubsidie om onafhankelijke ramingen op te stellen omtrent de benodigde opleidingscapaciteit bij de medische en tandheelkundige vervolgopleidingen, FZO en GGZ-opleidingen.

Voor een Nationale Zorgreserve van oud-zorgmedewerkers die bereid zijn om tijdelijk in plaats van hun reguliere werk elders in de Nederlandse economie, bij te springen als zorgreservist bij organisaties in nood is € 5 miljoen beschikbaar.

Opdrachten

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Er wordt via ZonMw geïnvesteerd in het verder ontwikkelen van een onderzoeksinfrastructuur voor verpleegkundigen en verzorgenden. Hiervoor is € 12 miljoen beschikbaar in de periode van 2019 ‒ 2025. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar de functiedifferentiatie van mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen. Hiervoor is € 5 miljoen beschikbaar voor de periode 2019 tot en met juni 2023.

Overige

Er worden bedragen ingezet voor de ontwikkeling van kennis en expertise op het terrein van de zorg, voor beleid en praktijk. Daarbij gaat het onder meer om bijdragen aan de onderzoeksprogramma’s van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Bijdragen aan agentschappen

CIBG

Het CIBG is verantwoordelijk voor het beheer van het BIG-register, de uitvoering van diverse besluiten en regelingen met betrekking tot de uitoefening van medische beroepen op de BES eilanden, de erkenning buitenlandse diploma’s en toezicht en handhaving WNT en informatieverstrekking hieromtrent. In totaal is voor deze taken in 2022 € 12,9 miljoen gereserveerd.

3. Informatiebeleid

Subsidies

Informatiebeleid

Jaarlijks wordt subsidie verleend aan het Nationaal ICT Instituut in de Zorg (Nictiz). Nictiz is het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg faciliteert. Voor de invulling van de coördinerende functie die Nictiz heeft bij de ontwikkeling van ICT- en informatiestandaarden en als kenniscentrum bij het gebruik van deze standaarden is in 2022 een bedrag van € 9,5 miljoen beschikbaar. Om de zorgsector te ondersteunen bij de efficiënte inzet van standaarden en informatie, analyseert en duidt Nictiz ontwikkelingen in het gebruik van ICT in de zorg. Tevens fungeert Nictiz als nationaal en internationaal kennis- en expertisecentrum en vervult het een verbindende rol bij de ontwikkeling en het gebruik van ICT in de zorg.

Bij de verdergaande digitalisering van de zorg is informatiebeveiliging een essentiële voorwaarde. Z-CERT is de sectorale organisatie die zich inzet voor informatiebeveiliging in de zorg. De komende jaren zal gefaseerd toegewerkt worden naar het aansluiten van alle zorgsectoren. Structureel is € 1,5 miljoen beschikbaar voor professionaliseren en doorontwikkelen van de diensten en staande Z-CERT organisatie en collectieve deelname van zorgsectoren.

Overig

VWS zet de komende jaren verder in op het optimaal benutten van de schaarse capaciteit aan zorgpersoneel en het verbeteren van de kwaliteit van zorg door inzet van digitale zorg en aanpassen van zorgprocessen. VWS ondersteunt dit door het vergroten van kennis over digitale toepassingen bij burgers en professionals via het communicatietraject Zorg van Nu, het vergroten van de digitale vaardigheden van professionals in het zorgveld en van toekomstig personeel in het zorgonderwijs via digivaardigindezorg.nl. Om gegevens-uitwisseling (naast gegevens bij huisarts, ziekenhuis en apotheek, gaat het ook om rijksvaccinatiegegevens en COVID-19-vaccinatiegegevens) tussen de pgo's van patiënten en zorgverleners mogelijk te maken is het noodzakelijk dat zowel pgo-leveranciers als de systemen van zorgaanbieders het MedMij-label behalen. VWS ondersteunt de Stichting Medmij om standaarden voor gegevens-uitwisseling op te stellen en zorgt voor informatie voor burgers en professionals over de meerwaarde van een pgo. Totaal is er in de begroting 2022 voor het programma Innovatie en zorgvernieuwing circa € 12,5 miljoen gereserveerd voor subsidies.

Opdrachten

Informatiebeleid

Hieronder vallen het Informatieberaad, de veilige gegevensuitwisseling en authenticatie in de zorg en internationale gegevensuitwisseling. Het Informatieberaad komt ook in 2022 minstens viermaal per jaar bijeen. Om de besluitvorming in goede onderlinge afstemming met de leden, het veld en internationale gremia voor te bereiden, is € 2,2 miljoen beschikbaar. Het Informatieberaad moet naast externe kennis en capaciteit ook de leden van het Informatieberaad (de bureaus van de koepels en brancheorganisaties) direct kunnen steunen bij het vertalen van de afspraken naar de consequenties voor hun sector en achterban.

Elektronische gegevensuitwisseling is cruciaal voor goede zorg. Voor patiënten en zorgverleners is het van groot belang dat zij tijdig over de juiste informatie beschikken om de juiste zorg op de juiste plaats te kunnen leveren.

Het programma Gegevensuitwisseling richt zich op de totstandkoming van elektronische uitwisseling, zodat gegevens tussen zorgverleners kunnen stromen. Het wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling in de zorg levert een belangrijke bijdrage aan eenheid van taal en techniek waardoor gegevensuitwisseling steeds vaker elektronisch zal verlopen.

Om ook op de korte termijn de elektronische uitwisseling te versnellen, werkt VWS samen met het zorgveld aan het breder inzetten van bestaande ICT-oplossingen en het realiseren van een landelijk dekkend netwerk van onderling verbonden ICT-infrastructuren. Keuzevrijheid voor het netwerk en systeem van de individuele zorgaanbieder is hierbij een belangrijk criterium.

Met het digitaler worden van de zorg neemt ook het risico en de impact van informatiebeveiligings-incidenten toe. De continuïteit van zorgverlening kan hierdoor in gevaar komen. Het is van groot belang dat er voldoende aandacht is voor privacy en informatiebeveiliging. VWS ondersteunt het veld hierbij met aanscherping van de wettelijk verplichte informatiebeveiligingsnormen, door instrumenten in te zetten om bewustwording te vergroten en door veldpartijen te stimuleren risicobeperkende maatregelen te treffen en zorg te dragen voor handhaving en toezicht.

Veilig inloggen door burgers en zorgverleners is ook een belangrijke randvoorwaarde voor veilige digitalisering. VWS levert een bijdrage aan BZK voor het door ontwikkelen, implementeren en stimuleren van het gebruik van veilige authenticatie in de zorg. Hiervoor is binnen VWS het programma Toegang opgericht dat de zorg wil laten aansluiten op de middelen en voorzieningen van BZK en een hoger betrouwbaarheidsniveau bij de toegang tot medische gegevens wil realiseren.

Met Artificiële Intelligentie en andere vormen van meervoudig gebruik van medische data kunnen belangrijke bijdrage geleverd worden aan de ontwikkeling van zorg, alsook verbetering van de kwaliteit en betaalbaarheid. VWS ondersteunt het veld bij het ontwikkelen van randvoorwaarden om dit op een verantwoorde manier te doen. Daarnaast levert VWS een bijdrage aan de beleidsontwikkeling om de data voor meervoudig gebruik makkelijker en sneller beschikbaar te maken.

Ook wordt over de grens gekeken en met andere landen samengewerkt aan betere zorg en informatiedeling voor patiënten en worden afspraken gemaakt over gezamenlijke standaarden voor taal en techniek.

Voorts is voor 2022 rekening gehouden met een beperkt opdrachtenbudget voor RDO.

Overig

In 2022 wordt in februari de tweede slimme Zorgestafette georganiseerd. In de regio vindt een (deels) digitale bijeenkomst plaats waarbij patienten, professionals, zorgorganisaties, zorginkopers (zorgverzekeraar, zorgkantoor en gemeenten), werkgeversorganisaties en onderwijs aanwezig zijn. Het doel hiervan is om de implementatie van slimme zorg in die regio te versnellen en te bouwen aan regionale samenwerking. Ook worden regio’s aan elkaar verbonden zodat er van elkaar geleerd wordt. Via zorgvoorinnoveren worden zorgorganisaties en innovatoren in de zorg o.a. via consultgesprekken en (digitale) innovatiecafé’s ondersteund bij het implementeren en opschalen van digitale toepassingen. VWS geeft tevens een bijdrage aan het onderhouden van het toetsingskader voor gezondheidsapp’s zodat mensen ondersteund worden bij de keuze in de wereld van betrouwbare gezondheidsinformatie en -apps. Voor 2022 voert het RIVM de nieuwe e-healtmonitor uit met nieuwe indicatoren en passende operationele doelstellingen. Totaal is er in de begroting 2022 voor het programma Innovatie en zorgvernieuwing circa € 6,5 miljoen gereserveerd voor opdrachten.

Bijdrage aan agentschappen

Informatiebeleid

De kosten voor het gebruik van Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) voorzieningen worden doorbelast aan de gebruiker. Hieronder valt bijvoorbeeld het gebruik van DigiD om online toegang te krijgen tot je medisch dossier of in te loggen bij de zorgverzekeraar. Het ministerie van VWS financiert de kosten voor het gebruik van deze voorzieningen in de zorg. Voor 2022 is hiervoor € 19,3 miljoen beschikbaar.

Ook is een bijdrage beschikbaar voor het CIBG voor de SBVZ en het UZI-register:

– De Sectorale Berichten Voorziening in de Zorg (SBV-Z) van het CIBG is een betrouwbare bron voor het leveren van burgerservicenummers (BSN’s) aan de zorgsector.

– Het UZI-register (Unieke ZorgverlenerIdentificatie register) van het CIBG verstrekt UZI-passen aan zorgaanbieder en indicatieorganen waarmee unieke identificatie van zorgaanbieders en indicatieorganen in de zorg mogelijk wordt gemaakt.

Maatschappelijke diensttijd

Maatschappelijke diensttijd (MDT) is na de experimentfase in 2018 en 2019 en na de officiële start in maart 2020 doorontwikkeld naar een gestaag groeiend en lerend MDT-netwerk dat weet wat er leeft onder jongeren en slagvaardig jongeren kan werven, begeleiden en maatschappelijk relevante activiteiten kan faciliteren. Ruim 30.000 jongeren doen mee in 163 reguliere MDT-projecten (circa 2.700 betrokken organisaties) en ruim 30.000 (raming) jongeren doen mee in coronaprojecten. De vanuit 2020 doorlopende projecten zorgen voor een aanvullende opschaling met 30.000 jongeren en met de projecten vanuit de subsidierondes in 2021 wordt een verdere opschaling met nog eens 30.000 jongeren beoogd.

De inzet van de middelen voor 2022 is gericht op het bereiken van 65.000 jongeren in projecten die met de vernieuwde subsidieregeling worden gehonoreerd. Al deze projecten dragen bij aan de doelstelling van een landelijk dekkend netwerk van MDT-organisaties en jongeren, waardoor iedere jongere die dit wil, in zijn of haar omgeving een MDT kan doen. Hierbij wordt er samen met jongeren, maatschappelijke organisatie en gemeenten ook (verder) gewerkt aan de opzet van regionale MDT-communities en de ontwikkeling van MDT binnen het onderwijs.

In 2022 zal ook de verdere inbedding van MDT als instrument in de uitvoering van het sociaal domein ter hand worden genomen. In de subsidieaanvragen is het indienen met een partnerschap waarbij ook het sociaal domein is betrokken een voorwaarde. De motivering om dit te doen is dat MDT bijdraagt aan oplossingen voor verschillende domein overstijgende vraagstukken zoals mentaal welzijn, jeugdwerkloosheid, schulden, onderwijsachterstanden, maar ook eenzaamheid. Het Rijk en de gemeenten werken hierbij samen en voor de (middel)lange termijn wordt nagegaan in hoeverre de overheid de ondersteuning van jongeren meer geïntegreerd kan vormgeven. Minstens zo belangrijk is om dit samen met jongeren zelf te doen, in lijn met de werkwijze bij MDT. MDT is ook als instrument opgenomen in de rijksbrede aanpak voor herstel en perspectief voor de jeugd om de negatieve effecten van de coronacrisis voor jongeren op korte termijn zoveel mogelijk weg te nemen of te verzachten en de uitgangspositie van jongeren in de samenleving op langere termijn versterken.

In 2022 komt er via het doorlopende evaluatie-onderzoek een update van het inzicht in de bereikte effecten voor en door de jongeren. Op basis van de opgestelde streefwaarden wordt beoordeeld in hoeverre de drie ambities van MDT worden gerealiseerd. Deze ambities zijn: iets doen voor een ander/de samenleving, talentontwikkeling en ontmoetingen met mensen met een andere achtergrond. Naast de effecten voor de jongeren komt er meer inzicht in de maatschappelijke impact van de MDT.

In 2022 wordt een interactief overzicht ontwikkeld dat op de website van MDT een blijvend inzicht geeft in de landelijke dekking van het MDT-netwerk en tevens in de vraag van jongeren per regio in verhouding tot het aanbod van MDT projecten per regio.

In 2022 wordt samen met het MDT-netwerk (stakeholders en opgezette communities) verder toegewerkt naar het concreet inrichten van de MDT-alliantie; de (juridisch) samenwerkingsvorm, de verantwoordelijkheden en taken van alle betrokken stakeholders. Beoogd wordt dat eind 2022 het ontwerp van de alliantie en de bijbehorende MDT-uitvoeringsorganisatie gereed is. Als onderdeel van de duurzame borging van MDT wordt een duurzaam subsidiestelsel ontwikkeld. De kwaliteit van MDT-projecten wordt vanaf 2022 door middel van het MDT-proof label getoetst en vormt een voorwaarde voor subsidiering. Aan de hand van deze werkwijze met onder andere een kortere doorlooptijd voor het honoreren van projecten, wordt in 2022 toegewerkt naar doorlopende (meerjarige) subsidiering, waarbij er om de 3 á 4 maanden een moment van indiening is. Hierdoor kan er zo goed mogelijk aangesloten worden op de behoeften vanuit het netwerk. Bijvoorbeeld vanuit het onderwijs is het gewenst om projecten in september te kunnen starten en andere projecten willen in het voorjaar beginnen. 

Vanuit het Rijk is voor 2022 € 100 miljoen beschikbaar voor de verdere ontwikkeling van MDT. In 2022 zal weer een verdere stap worden gezet in het vergroten van de cofinanciering om MDT zo steeds minder afhankelijk te laten zijn van de Rijksoverheid en daarmee MDT echt van de samenleving te maken. De geboden ondersteuning hierbij door MDT wordt in 2022 geïntensiveerd door meer bedrijven, fondsen, gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties op de hoogte te brengen van de financieringsmogelijkheden en te stimuleren om (ook) in financiële zin te participeren. De uitwerking en uitvoering van MDT in Caribisch Nederland wordt in 2022 voortgezet, evenals de in 2021 geïntensiveerde communicatiecampagne. Om de duurzame vrijwillige inzet van jongeren te stimuleren zal MDT het Oranjefonds blijven ondersteunen bij het vitaliseren van het vrijwilligerswerk.

In 2022 wordt het in 2021 ontwikkelde MDT-certificaat verder uitgebreid met de mogelijkheid om badges te verdienen voor een tiental opgedane werkskills. Deze werkskills zijn gericht op con­crete gedragingen in een werksituatie die, naar de mening van werkgevers van basisbelang zijn om goed te kunnen functioneren in werk, op elk niveau, bijvoorbeeld het nakomen van afspraken en het nemen van verantwoordelijkheid. Deze toevoegingen op het certificaat geven de jongeren die aan MDT hebben meegedaan een streepje voor op de arbeidsmarkt.

4. Inrichting Zorgstelsel

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

De NZa ziet toe op een rechtmatige uitvoering van de Zvw en de Wlz en reguleert tarieven en prestaties in de zorg. Tevens ziet zij toe op naleving van de Wmg. Inclusief de middelen voor het Informatie Knooppunt Zorg (€ 1,5 miljoen) bedraagt het beschikbare budget in 2019 circa € 65,7 miljoen.

CAK

Het CAK voert diverse wettelijke taken uit waaronder het betalen van gelden aan zorginstellingen voor geleverde langdurige zorg, het opleggen en innen van de eigen bijdragen voor de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de uitvoering van de burgerregelingen (waaronder de regelingen voor de wanbetalers, de gemoedsbezwaarden en de onverzekerden), de buitenlandtaak, de uitvoering van de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden en het verstrekken van Schengen- en Engelstalige verklaringen. In de afgelopen jaren heeft het CAK zijn organisatiestructuur aangepast. In de komende jaren zal het CAK stap voor stap nog meer veranderingen doorvoeren. Vernieuwingen van de ICT-systemen en een cultuur waarin leren en ontwikkelen gemeengoed is zijn onder andere nodig om de (continuïteit van de) dienstverlening bij het CAK te garanderen en verder te verbeteren.

In 2022 is 112,5 miljoen beschikbaar voor het CAK.

Zorginstituut Nederland (ZiNL)

Het Zorginstituut Nederland voert diverse wettelijke taken uit: adviseren over het verzekerde Zvw- en Wlz-pakket, het stimuleren van de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland, er voor zorgen dat iedereen toegang heeft tot begrijpelijke en betrouwbare informatie over de kwaliteit van geleverde zorg, adviseren over de gewenste ontwikkeling van beroepen en opleidingen in de gezondheidszorg, fondsbeheerder van het Zorgverzekeringsfonds (inclusief uitvoering van de risicoverevening) en het Fonds Langdurige Zorg; bevorderen van de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wlz en het adviseren of het wenselijk is dat een nieuw beroep of specialisme in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg moet worden gereguleerd.

Het Zorginstituut voert in samenwerking met ZonMw de subsidieregeling Veelbelovende Zorg Sneller bij de Patiënt uit. Het doel van deze regeling is het versnellen van de toegang van de patiënt tot potentieel veelbelovende en innovatieve zorg via opname in het basispakket.

In 2022 is 74,7 miljoen in totaal beschikbaar voor het Zorginstituut.

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

Subsidies

Zorg en welzijn

VWS verstrekt aan een aantal jeugdorganisaties op Caribisch Nederland subsidies op basis van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Instellingssubsidies worden jaarlijks verstrekt, maar hebben we een structureel karakter. Daarnaast gaat het om enkele meerjarige projectsubsidies.

Hiervoor is € 2,7 miljoen begroot. Het overige deel is gereserveerd voor sport.

Bekostiging

Zorg en welzijn

De totale geraamde kosten in 2022 voor de zorguitgaven op Caribisch Nederland die voortvloeien uit het Besluit Zorgverzekering BES bedragen circa € 128,6 miljoen. Tevens is circa € 4,5 miljoen gereserveerd voor pleegzorgvergoedingen en begeleidingen van jongeren via Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN). Daarnaast is er voor het uitvoeren van bevolkingsonderzoeken € 2,5 miljoen gereserveerd en voor het sport- en preventieakkoord € 2 miljoen. Het bedrag genoemd onder bekostiging is exclusief de apparaatskosten van ZJCN; deze kosten staan op artikel 10.

Bijdragen aan medeoverheden

Overige

VWS verstrekt jaarlijks bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen op basis van artikel 92 lid 2 sub c Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Hiervoor is € 4,2 miljoen begroot. De uitkeringen zijn bestemd voor de uitvoering van verschillende activiteiten op het VWS domein in nauw overleg met de openbare lichamen, al dan niet vastgelegd in een afzonderlijk akkoord. De looptijd van de afspraak wisselt. Er vinden periodieke overleggen plaats met de openbare lichamen om de voortgang te monitoren. De financiële verantwoording verloopt via de jaarrekening van de openbare lichamen.

18

Tweede Kamer, Vergaderstukken 2020-2021, 29 282 nr. 411

Licence