Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 13 Spoorwegen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 13 Spoorwegen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

3.269.108

54.081

3.323.189

Uitgaven

2.819.634

‒ 48.068

2.771.566

Waarvan juridisch verplicht

  

100%

13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

2.103.621

300

2.103.921

13.03 Ontwikkeling

501.922

‒ 49.516

452.406

13.03.01 Aanleg personenvervoer

317.538

‒ 5.143

312.395

13.03.02 Aanleg goederenvervoer

78.194

‒ 10.715

67.479

13.03.03 Optimalisering gebruik

5.205

‒ 1.250

3.955

13.03.04 Planning en studies personenvervoer

74.100

‒ 27.057

47.043

13.03.05 Planning en studies goederenvervoer

26.885

‒ 5.351

21.534

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

214.091

1.148

215.239

13.07 Rente en aflossing

   

Ontvangsten

280.463

95.063

375.526

13.09 Ontvangsten

280.463

95.063

375.526

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting in totaal per saldo met € 54,1 miljoen verhoogd. Dit bedrag wordt met name verklaard door de volgende mutaties:

  • Saldo 2023 (- € 1,8 miljoen): dit betreft onder andere een verhoging van € 22,2 miljoen voor emplacementen op orde, een verlaging van € 15,4 miljoen voor de budgetbijstelling geluidsanering spoor, een verlaging van € 25,4 overwegen Niet Actief Beveiligde Overweg (NABO's), een verlaging van € 10,4 miljoen voor Automatische Knipperlichtinstallatie/Programma Verbeteren Veiligheid Overwegen (AKI/PVVO) veiligheidsknelpunten, een verlaging van € 10,2 miljoen voor kleine projecten personenvervoer en een verhoging van € 109 miljoen voor Spoorcapaciteit 2030;

  • Maaslijn (€ 56 miljoen): in verband met hoge prijsstijgingen. De dekking is voorzien uit de binnen het MF getroffen risicoreservering voor prijsstijgingen. De meerjarige budgettaire verwerking vindt plaats bij Voorjaarsnota 2024;

  • Overboeking naar Hoofdstuk HXII (- € 31,2 miljoen): er wordt € 31,2 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII en via een Specifieke Uitkering aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe beschikbaar gesteld.

Sommige verplichtingenmutaties hangen samen met uitgavenmutaties die hieronder verder worden toegelicht. Daarnaast wordt het saldo in 2024 aan de betreffende artikelonderdelen toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt bij 2e suppletoire begroting met in totaal € 48,1 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

Dit artikelonderdeel wordt verhoogd met € 0,3 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • De schuld van € 145 miljoen (incl. btw) die ProRail aan het Rijk terugstort, komt terecht op artikelonderdeel 13.02 en 13.09. Deze ontvangst van ProRail met betrekking tot de afrekening EOV 2022 schuift via het saldo 2023 door naar 2024. Hierdoor is deze mutatie per saldo nul;

  • Daarnaast heeft er een kleine mutatie plaatsgevonden waardoor het uitgavenbudget met € 0,3 miljoen is toegenomen.

13.03 Ontwikkeling

Dit artikelonderdeel wordt verlaagd met € 49,5 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het saldo 2023 (- € 18,3 miljoen) en een overboeking naar Hoofdstuk XII voor diverse decentrale uitkeringen aan provincies (- € 31,2 miljoen).

Saldo 2023

Er is sprake van een lagere realisatie ten opzichte van de programmering van € 114,6 miljoen. Op dit artikelonderdeel is een overprogrammering opgenomen van € 88,2 miljoen in 2023. Daarmee resteert een voordelig saldo van € 26,4 miljoen. De lagere realisatie van € 114,6 miljoen wordt mede veroorzaakt door de volgende projecten:

  • Spoorcapaciteit 2030 (- € 11,6 miljoen): dit programma bestaat uit meerdere deelprogramma’s en -projecten. Van het totale budget in 2023 wordt € 11,6 miljoen naar 2024 geschoven, omdat voor deelproject VATSUN de geplande maatregelen vervallen of worden later uitgevoerd. Voor deelproject MLT TEV is de keus gemaakt om de aanbestedingsstrategie van het programma te wijzigen van aanbesteding middels één grote raamovereenkomst naar een nieuwe tranche aanpak. En voor deelproject MLT is sprake van een mislukte aanbesteding en is daarnaast sprake van geactualiseerde planningen en scopewijzigingen die van invloed zijn op de eerder geplande kasuitgaven.

  • Geluidsanering spoor (- € 11,3 miljoen): van het totale budget in 2023 wordt € 11,3 miljoen naar 2024 geschoven, door het positieve aanbestedingsresultaat van de geluidsschermen Meteren-Boxtel en vertraging in de planstudiefase van diverse deelprojecten.

  • Kleine projecten personenvervoer (- € 11,5 miljoen): dit betreft een herberekening van de prognose voor de SPUK aan de provincies.

  • Kleine projecten goederenvervoer (- € 10,5 miljoen): voor het project Minder Hinder is € 10 miljoen beschikbaar gekomen in 2023 vanuit de niet benodigde middelen op HXII artikel 16 voor de subsidieregeling Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer naar aanleiding van het eerder stopzetten van de regeling.

  • Grensoverschrijdend spoor (- € 8,8 miljoen): de lagere realisatie wordt met name veroorzaakt door positieve aanbestedingsresultaten en minder benodigd onvoorzien dan waarmee voor 2023 rekening was gehouden bij de deelprojecten IC Berlijn 1e fase en Versnelling IC Berlijn monitoringssysteem.

  • Kleine Functiewijzigingen (- € 5,8 miljoen): de lagere realisatie wordt met name verklaard doordat de geplande uitgaven voor Utrecht transferknelpunt perron 3 verschuiven wegens een uitgestelde treinvrije periode. Daarnaast is bij een aantal deelprojecten sprake van meevallende kosten.

  • Nazorg gereedgekomen lijnen en halten (- € 6 miljoen): de lagere realisatie is voornamelijk het gevolg van een in 2023 via de gemeente Amsterdam ontvangen grondopbrengst (€ 4,4 miljoen) inzake het deelproject Amsterdam-Abcoude. Met deze opbrengst was geen rekening gehouden voor het jaar 2023. Daarnaast heeft er een actualisatie plaatsgevonden van de prognoses en de kasstromen met betrekking tot de diverse deelprojecten waarop de totale uitgavenplanning is aangepast.

  • Beter Benutten Decentraal Spoor (- € 10,8 miljoen): naar verwachting zijn in 2024 alle verantwoordingen van het programma Beter Benutten Decentraal Spoor binnen en beoordeeld waarna het programma inhoudelijk en financieel worden afgesloten.

  • Sporendriehoek Noord Nederland (- € 7 miljoen): de voor bodemsanering toegevoegde middelen zijn niet in 2023 beschikt en zijn verschoven naar 2024.

  • Daarnaast hebben er nog diverse kleine mutaties plaatsgevonden, zoals Studie- en innovatieve ontwikkelingen (- € 5 miljoen), Schoon en Emissieloos bouwen (- € 2,3 miljoen), Traject Oost (- € 2 miljoen), opstellen reizigerstreinen (- € 2 miljoen), HRMK Spoorbrug (- € 2 miljoen) en Programma suïcidepreventie (- € 1 miljoen) waardoor het saldo is afgenomen.

Het saldo wordt in 2024 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

Overboeking naar Hoofdstuk HXII

De verlaging van het uitgavenbudget met € 31,2 miljoen wordt veroorzaakt door een overboeking naar Hoofdstuk XII voor de uitbetaling van diverse decentrale uitkeringen op het gebied van verkeer en vervoer aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe die in 2021 zijn teruggestort omdat ze niet zouden voldoen aan de voorwaarden van de decentrale uitkering. Deze worden nu als specifieke uitkering bij Najaarsnota 2023 uitbetaald.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De verhoogde uitgaven op het artikelonderdeel geïntegreerde contractvormen/PPS wordt veroorzaakt door diverse kleine mutaties (€ 1,1 miljoen).

13.09 Ontvangsten

De ontvangsten worden bij 2e suppletoire begroting in totaal per saldo met € 95,1 miljoen verhoogd. Dit betekent dat in 2023 € 95,1 miljoen meer wordt ontvangen dan begroot. Dit bedrag wordt met name verklaard door de volgende mutaties:

  • Afrekening EOV 2022 ProRail (€ 145 miljoen): dit betreft een terugstorting van ProRail aan IenW door minder gereden treinritten is minder aan gebruiksvergoeding ontvangen en anderzijds is een aantal onderhouds- en vervangingsprojecten verschoven in de tijd. Dit leidt tot een schuld aan het Rijk van € 145 miljoen (incl. btw) die nu wordt teruggestort;

  • Lagere bijdrage NS (- € 60 miljoen): dit betreft de uitgaven voor het ombouwen van treinen in het kader van ERTMS die worden verrekend met de te ontvangen concessieprijs, conform de bepalingen in de vervoerconcessie met de NS. Deze voorlopige verrekening die de NS ontvangt is in totaal 60 miljoen voor de inbouw van ERTMS in haar materieel. De verlaging van het bijbehorende uitgavenbudget wordt verwerkt op artikelonderdeel 17.07 ERTMS;

  • Bijdrage VVRA (€ 6,6 miljoen): dit betreft een voorschot bijdrage VVRA (Vervoersregio Amsterdam) voor het project Multimodale Knoop Schiphol ten behoeve van de realisatie van drie trappen tussen het nieuwe busstation en de treinperrons van station Schiphol Airport.

Licence