Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 13 Spoorwegen

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII over 2023 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.

Tabel 30 Budgettaire gevolgen van uitvoering art.13 Spoorwegen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

2.441.760

3.353.472

2.520.017

10.568.893

1.750.199

1.694.915

1.487.802

Uitgaven

2.156.463

2.717.192

2.699.747

10.897.558

2.494.283

2.069.092

2.088.338

13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

1.595.770

1.965.307

1.990.766

1.974.893

1.968.690

1.570.185

1.635.044

13.03 Ontwikkeling

370.295

552.933

506.053

444.210

349.614

322.018

278.638

13.03.01 Aanleg personenvervoer

331.281

348.020

286.268

267.671

264.194

245.305

170.263

13.03.02 Aanleg goederenvervoer

12.499

78.203

112.785

61.124

49.692

18.276

3.901

13.03.03 Optimalisering gebruik

 

2.000

2.000

2.000

1.500

  

13.03.04 Planning en studies personenvervoer

24.273

95.684

98.745

109.100

25.824

27.437

64.474

13.03.05 Planning en studies goederenvervoer

2.242

29.026

6.255

4.315

8.404

31.000

40.000

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

190.398

198.952

202.928

180.455

175.979

176.889

174.656

13.07 Rente en aflossing

   

8.298.000

   

Ontvangsten

187.656

246.722

209.263

229.802

359.115

203.784

203.784

13.09 Ontvangsten

187.656

246.722

209.263

229.802

359.115

203.784

203.784

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2023 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2023. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Tabel 31 Geschatte budgetflexibiliteit art. 13
 

2023

Juridisch verplicht

96%

Bestuurlijk gebonden

4%

Beleidsmatig gereserveerd

 

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 

13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

Motivering

Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 kan een beheerder voor de spoorweginfrastructuur worden aangewezen en kunnen lidstaten financiële middelen verstrekken aan de beheerder om te voldoen aan zijn taken. De Minister van IenW heeft op 14 december 2014 aan ProRail een concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2015 tot en met 2024. In de beheerconcessie staan de afspraken tussen de overheid en ProRail over het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze afspraken gaan onder meer over de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur en de daarmee samenhangende voorzieningen, maar ook over de kwaliteit van de informatievoorziening. Jaarlijks wordt aan ProRail subsidie verstrekt voor de instandhouding van de hoofdspoorweginfrastructuur, overeenkomstig het bepaalde in de Wet Mobiliteitsfonds.

De beheerconcessie bevat instrumenten als prestatie-indicatoren, programma’s en maatregelen, audits en reviews, verplichtingen om informatie aan IenW te verstrekken en/of besluiten voor te leggen en verplichtingen met betrekking tot samenwerking en transparantie. De ruggengraat van de concessie is de jaarcyclus waarmee in het beheerplan jaarlijks afspraken worden gemaakt tussen de Minister van IenW en ProRail over de te bereiken prestaties en de te nemen maatregelen. De Minister van IenW geeft jaarlijks in de beleidsprioriteitenbrief aan welke prestaties het komende jaar van ProRail worden verwacht. ProRail stelt op basis van de beleidsprioriteitenbrief een beheerplan op en consulteert belanghebbenden over de hoofdlijnen van het ontwerp beheerplan. Vervolgens legt ProRail het beheerplan ter instemming voor aan de Minister van IenW.

Nadat de Minister van IenW heeft ingestemd met het beheerplan, wordt deze toegezonden aan de Tweede Kamer. Na afloop van het jaar legt ProRail op grond van de Concessie verantwoording af in de jaarrapportage en op grond van de Wet Mobiliteitsfonds in het jaarverslag en de jaarrekening. Zodra deze documenten zijn vastgesteld worden ook deze aan de Tweede Kamer toegezonden.

Het voornemen is om ProRail om te vormen tot zbo. Dit heeft onder andere tot gevolg dat bovengenoemde ‘instrumenten’ zoals de beheerconcessie, het beheerplan, de subsidie en de beleidsprioriteitenbrief zullen worden vervangen door de instellingswet, het meerjarenplan, de begrotingsbijdrage en de jaarbrief. De financiële verwerking van de omvorming van ProRail in de begroting wordt met een jaar doorgeschoven van 1 januari 2023 naar 1 januari 2024. Definitieve bepaling van het moment van inwerkingtreding zal plaatsvinden na afronding van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel, waarbij met het oog op een zorgvuldige en beheerste start van het zbo voldoende implementatietijd in acht zal worden genomen.

Producten

De exploitatie-, onderhoud- en vernieuwingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties per prestatiegebied zoals opgenomen in de beheerconcessie. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met verkeersleiding en capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland. ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een subsidie van het Rijk. Bij de vaststelling van de subsidie voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding die ProRail ontvangt van de vervoerders en eventuele bijdragen van andere partijen voor onderhoudsactiviteiten. Nadere informatie over areaal, prestaties en budgetten is opgenomen in bijlage 4 Instandhouding en bijlage 5 ProRail.

Maatregelen

Toevoeging Coalitieakkoord middelen instandhouding

In het Coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing van de Rijksinfrastructuur. De komende jaren groeit de extra bijdrage stapsgewijs toe naar jaarlijks € 1,125 miljard extra vanaf 2026 en structureel € 1,25 miljard extra vanaf 2038 voor de instandhouding van onze wegen, spoor, bruggen, viaducten en vaarwegen, ook met het oog op de verkeersveiligheid. Er wordt extra geïnvesteerd in het Deltafonds (€ 250 miljoen structureel vanaf 2026) om achterstanden weg te werken en de uitvoering van het Nationale Deltaprogramma te versnellen. De extra middelen uit het Coalitieakkoord voor de jaren 2022-2025 zijn bij deze begroting verdeeld over de netwerken van ProRail en RWS op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds om de programmering van exploitatie en onderhoud in deze jaren op te hogen. Voor vernieuwing is in de periode 2026 tot en met 2030 € 200 miljoen per jaar gereserveerd (€ 160 miljoen voor het Mobiliteitsfonds en € 40 miljoen voor het Deltafonds).

13.03 Ontwikkeling Spoor

IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  • door ProRail uit te voeren planningen en studies;

  • door IenW uit te voeren planningen en studies;

  • voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;

  • uitvoering van deze projecten.

13.03.01 Aanlegprogramma personenvervoer spoor

Maatregelen

Toevoeging Coalitieakkoord middelen fietsinfrastructuur (Fietsknooppunten- en fietsenstallingen OV)

Voor fietsenstallingen bij fietsknooppunten OV is € 50 miljoen gereserveerd in het Coalitieakkoord. Deze middelen zijn toegevoegd aan het programma Fietsparkeren. De maatregelen beogen een bijdrage te leveren aan het verminderen van de congestie op het (hoofd)wegennet en een modal shift naar duurzame vormen van personenvervoer, waarmee een reductie van de CO2-uitstoot bereikt wordt. Bovendien bevordert fietsen de gezondheid. Om een goede ketenreis met het OV te kunnen bieden is voldoende fietsparkeercapaciteit bij OV knopen een belangrijke voorwaarde. De huidige capaciteit aan fietsparkeerplaatsen bij OV-knooppunten is onvoldoende om te voorzien in de groeiende behoefte de komende jaren. De middelen zullen voornamelijk worden ingezet voor: medebekostiging van aanleg, betere en veilige bereikbaarheid van fietsenstallingen door middel van kleinschalige maatregelen bij de toegangswegen van fietsparkeerplekken, programmakosten ProRail (personeel ProRail en inhuur van extern advies voor projectvoorbereiding en engineering), bijdragen aan innovatieve benuttingsmaatregelen, pilots en innovaties om benutting te bevorderen en beleidsonderzoek (monitor klimaateffecten). Net als bij de fietsparkeerprojecten geldt ook voor deze maatregelen de co-financieringsregel.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Geluidsanering Spoorwegen: dit gecombineerde spoor- en wegenprogramma loopt vanaf 2012. Op basis van de initiële ramingen was het grootste deel van het budget opgenomen binnen het programma Hoofdwegennet. Op basis van verschuivingen, in de toenmalige globale MJPG-ramingen, is bij Begroting 2013 € 129 miljoen overgeboekt van MJPG-Wegen naar MJPG-Spoor. Inmiddels is het programma in uitvoering, zijn de ramingen verder gehard en is gebleken dat er een groter deel van het budget benodigd is voor het Hoofdwegenprogramma. Om die reden is € 151,1 miljoen overgeboekt van MJPG-Spoor naar MJPG-Wegen.

  • Maatregelenpakket HSL-zuid: eind 2020 is gestart met het eerste deel van de realisatie van de geluidschermen van de HSL. Met de aanbieding van het tweede deel van de realisatie bleek het oorspronkelijke budget van € 70 miljoen niet meer toereikend. Het budget is aangepast voor inflatie, maar niet voor de veel hogere prijsstijgingen in de bouwsector. Daarnaast bleken de constructies complexer dan gedacht. Er is daarom bij de Begroting van 2022 een risicoreservering getroffen om alle beoogde maatregelen uit te kunnen voeren. Hiervan is in de begroting 2023 € 38 miljoen overgeheveld naar het budget. Daarnaast is er € 3 miljoen van het budget overgeboekt naar artikel 13.04 in verband met het in beheer nemen van de wind- en geluidschermen en de schakelaars in de spanningssluizen.

  • Nazorg gereed gekomen lijnen en halten: de scope «trillingsmaatregelen deelproject Sporen in Den Bosch» is ondergebracht bij het project Nazorg PHS waardoor deze werkzaamheden binnen het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer uitgevoerd kunnen worden. Het hiervoor binnen het projectbudget Nazorg gereedgekomen lijnen en halten gereserveerde budget ad € 3,2 miljoen is overgeboekt naar het PHS project Nazorg (artikel 17.10).

  • Ontsnippering meerjarenprogramma tranche 2: de scope Notterveld wordt uitgevoerd door RWS en de hiervoor benodigde middelen ad € 6,7 miljoen zijn overgeboekt (artikel 12.03). Op basis van de door ProRail uitgevoerde inventarisatie van de nog uit te voeren activiteiten, de nog te verwachten kosten en het risico-dossier bleek het verantwoord om de resterende middelen ad € 3,5 miljoen van het projectbudget onvoorzien vrij te laten vallen. Dit bedrag is toegevoegd aan de generieke investeringsruimte (artikel 11.04).

  • Programma Suïcide: het projectbudget is met € 10 miljoen verhoogd vanuit de generieke investeringsruimte (artikel 11.04) waardoor het programma verlengd kan worden tot en met 2026. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie uit de Beleidsagenda Spoorveiligheid om het aantal suïcides op het spoor te verminderen en wordt aangesloten bij de ambities vanuit de landelijke agenda suïcidepreventie.

  • Maaslijn: In verband met de faseovergang van planuitwerking naar realisatie is het project overgeboekt van het planuitwerkingsprogramma naar het realisatieprogramma.

  • Traject Oost: het deelproject Driebergen-Zeist is in dienstgesteld. Op basis van de door ProRail uitgevoerde inventarisatie van de nog uit te voeren activiteiten, de nog te verwachten kosten en het risico-dossier bleek het verantwoord om € 16,8 miljoen van het projectbudget onvoorzien vrij te laten vallen. Dit bedrag is toegevoegd aan de generieke investeringsruimte (artikel 11.04).

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van prijsbijstellingen 2022.

Tabel 32 Projectoverzicht behorende bij 13.03.01: Aanlegprogramma Spoorwegen personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

            

Geluidsanering Spoorwegen

582

710

98

18

22

42

62

77

78

185

divers

divers

Programma Behandelen en Opstellen

161

155

20

19

27

27

22

21

10

15

divers

divers

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

28

27

13

1

3

2

3

3

4

 

2011/ 2018- 2024

2011/ 2018- 2024

Verbeteraanpak stations

12

11

4

3

1

1

1

1

1

2

2023

2021

Spoorcapaciteit 2030

250

240

35

64

85

58

5

0

0

3

divers

divers

Innovatieprogramma Spoortrillingen

21

20

3

4

6

5

3

1

 

0

divers

 

Maatregelenpakket HSL Zuid

167

128

94

40

21

12

0

0

0

0

divers

 

Stations en stationsaanpassingen

            

Kleine stations

12

12

 

0

0

6

6

   

divers

divers

Toegankelijkheid stations

514

505

339

34

22

28

16

18

16

41

divers

divers

Overige projecten/lijndelen etc.

            

Aanleg ATBvv

75

72

8

4

5

5

15

15

15

8

divers

divers

Fietsparkeren bij stations

478

417

206

29

35

47

51

30

23

57

divers

divers

Kleine projecten personenvervoer

140

133

 

33

30

23

23

30

0

0

divers

divers

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

27

30

 

4

5

6

7

3

2

0

divers

divers

Programma Overwegen

911

889

474

107

91

62

48

71

29

29

divers

divers

Ontsnippering

69

79

68

1

0

0

0

0

  

divers

divers

Programma aanpak suïcidepreventie

21

11

9

4

2

2

2

2

 

0

2021

2021

Programma kleine functiewijzigingen

389

382

257

16

15

15

15

18

13

40

divers

divers

Projecten Noordwest-Nederland

            

Amsterdam CS, Cuypershal

27

27

17

3

4

1

1

   

2022

2022

Projecten Zuidwest-Nederland

            

Emplacement Den Haag centraal

74

71

15

2

10

20

19

4

5

 

2023‒ 2026

2023‒ 2026

Maaslijn

156

148

0

22

57

55

21

0

0

0

2024

 

Projecten Oost Nederland

            

Traject Oost

220

236

189

1

2

10

12

2

1

3

divers

divers

Projecten Noord Nederland

            

Zwolle - Herfte

266

264

236

19

5

2

4

0

0

0

2017- 2022

2021

Sporendriehoek Noord-Nederland

144

142

94

26

20

3

2

   

divers

divers

Afrondingen

   

1

1

 

1

     

Totaal ProRail projecten

4.744

4.709

2.179

455

469

432

339

296

197

383

  

Totaal overige (niet ProRail) projecten

            

Totaal uitvoeringsprogramma

4.744

4.709

2.179

455

469

432

339

296

197

383

  

Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma

‒ 218

‒ 354

‒ 61

‒ 83

‒ 37

‒ 15

‒ 13

‒ 10

 

0

  

Afrekening voorschotten

218

187

187

30

        

Programma Aanleg

4.744

4.542

2.305

402

432

417

326

286

197

383

  

Aanleguitgaven binnen planning en studies

36

29

1

8

10

10

5

0

0

0

  

Budget Aanleg (MF 13.03.01)

   

348

286

268

264

245

170

0

  

Overprogrammering (-)

   

‒ 62

‒ 156

‒ 159

‒ 67

‒ 40

‒ 26

508

  

13.03.02 Aanlegprogramma goederenvervoer spoor

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Programma emplacementen op orde: om aan de eisen van de omgevingsvergunningen te voldoen zijn aanpassingen aan de brandblusvoorzieningen in het havengebied van Rotterdam noodzakelijk. Het projectbudget is hiervoor opgehoogd met € 100 miljoen vanuit de generieke investeringsruimte (artikel 11.04).

  • Kleine projecten: in Moerdijk worden twee sporen aangelegd om de overbelastverklaring (capaciteitsknelpunt) en het opstelknelpunt op te lossen. In het MIRT 2018 was hiervoor € 7 miljoen gereserveerd. Uit de nadere uitwerking bleek echter sprake van hogere bouwkosten dan geraamd, voornamelijk veroorzaakt door het moeten dempen van een kanaal en het moeten verleggen van kabels en leidingen. Om die reden is € 3,2 miljoen toegevoegd vanuit de generieke investeringsruimte (artikel 11.04).

  • Geluidmaatregelen Zeeuwselijn: op basis van een inventarisatie van de nog uit te voeren werkzaamheden, de nog te verwachte kosten en het risico-dossier bleek het verantwoord het projectbudget onvoorzien te verlagen met € 0,9 mln. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte (artikel 11.04).

  • Goederenroute Elst – Deventer – Twente (NaNOV): het deelproject Rheden is geconfronteerd met een kostenstijging veroorzaakt door de plaatselijk complexe treinbeveiliging waar in het verleden te weinig rekening mee is gehouden. Hiervoor is extra engineering nodig en is een extra treinvrije periode van 7 dagen nodig gedurende de bouw. Daarnaast is er sprake van duurdere grondstoffen en onverwachte prijsstijgingen op de aannemersmarkt. Tot slot moet de onderdoorgang robuuster worden uitgevoerd dan ingeschat als gevolg van de hoge grondwaterstand in het aangrenzende natuurgebied. Vanuit de generieke investeringsruimte (artikel 11.04) is € 3,75 miljoen toegevoegd ter dekking van de kostenstijging.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van prijsbijstellingen 2022.

Tabel 33 Projectoverzicht behorende bij 13.03.02: Aanlegprogramma Spoorwegen goederenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

later

huidig

vorig

ProRail Projecten

            

Projecten Nationaal

            

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua

170

170

159

1

1

1

1

4

4

3

divers

divers

Programma Emplacementen op orde

198

94

19

67

97

15

divers

divers

Kleine projecten goederenvervoer

10

 

5

4

1

     

Projecten Zuidwest-Nederland

            

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

22

23

20

1

1

   

divers

divers

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

239

231

73

7

4

30

46

25

25

30

divers

divers

Projecten Zuid-Nederland

            

Projecten Oost Nederland

            

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)

143

138

111

6

7

11

4

3

0

0

divers

divers

Overige projecten

            

Nazorg gereedgekomen projecten

7

7

 

1

2

2

2

  

divers

divers

Afrondingen

   

1

 

1

1

‒ 1

    

Totaal uitvoeringsprgramma

789

663

382

83

116

64

55

33

29

30

  

Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma

‒ 116

‒ 112

‒ 29

‒ 7

‒ 3

‒ 3

‒ 5

‒ 15

‒ 25

‒ 30

  

Afrekening voorschotten

20

18

18

2

        

Programma Aanleg

693

569

371

78

113

61

50

18

4

0

  

Aanleguitgaven binnen planning en studies

            

Budget Aanleg (MF 13.03.02)

693

569

371

78

113

61

50

18

4

0

  

Overprogrammering (-)

            

13.03.03 Optimalisering gebruik

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur. Dit zijn maatregelen die door ProRail worden uitgevoerd.

Tabel 34 Projectoverzicht behorende bij 13.03.03 Optimalisering spoorwegen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Projectomschrijving

huidig

vorig

 

Modal shift OVS

8

8

 

Totaal Optimalisering gebruik

8

8

 

Begroting (MF 13.03.03)

8

8

 

13.03.04 Planning en studies personenvervoer

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Grensoverschrijdend Spoorvervoer: vanuit de generieke investeringsruimte is € 1,4 miljoen toegevoegd ter dekking van de kostenstijging.De hogere projectkosten worden enerzijds veroorzaakt doot de toevoeging van het deelproject Opheffen ATBNG & NABO’s Landgraaf-Grens en anderzijds door de toevoeging van de prijsbijstelling 2022.

  • Studie- en innovatie: het budget voor Studie en Innovatie is verhoogd met € 4,675 miljoen vanuit de beschikbare € 500 miljoen ter uitwerking van het stikstofreductiepakket in de bouw. Dit wordt uitgewerkt binnen het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). ProRail heeft voor 2022 een bestedingsplan (projectniveau) opgesteld ter grootte van € 4,675 miljoen.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van prijsbijstellingen 2022.

Tabel 35 Projectoverzicht behorende bij 13.03.04: Planning en studies Spoorwegen personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

 

Planning- en studiekosten van aanlegprogramma MF 13.03.01

218

354

   

Projecten Nationaal

     

Beter Benutten Decentraal Spoor (fase 2)

10

10

 

divers

 

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

115

108

 

divers

 

Kleine projecten Personenvervoer

43

31

 

divers

 

Reizigersfonds

3

3

 

divers

 

Projecten Zuid-Nederland

     

Toekomstvast Spoor Zuid NL

107

101

 

divers

 

Knooppunt Den Bosch

1

1

   

Projecten Zuidwest-Nederland

     

Projecten Oost-Nederland

     

Quick scan decentraal spoor Gelderland

12

12

 

divers

 

Projecten Noordwest-Nederland

     

Multimodale knoop Schiphol

278

264

 

divers

 

Overige projecten en reserveringen

     

Studie en innovatiebudget

31

25

   

afrekening voorschotten

11

9

   

Totaal planning en studies personenvervoer

829

918

   

Aanleguitgaven binnen planning en studies personenvervoer

‒ 36

‒ 29

   

Begroting (MF 13.03.04)

793

889

   

13.03.05 Planning en studies goederenvervoer

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Calandbrug: in de overeenkomst Theemswegtracé van 2016 tussen HBR en IenW is opgenomen dat IenW, naast de reeds beschikbaar gestelde € 112 miljoen, maximaal € 16,7 miljoen aanvullend bijdraagt indien de totale projectkosten meer dan € 262 miljoen zouden bedragen. Aangezien dit het geval is, is € 16,7 miljoen toegevoegd aan het projectbudget vanuit de generieke investeringsruimte (artikel 11.04).

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties voor verwerking van de prijsbijstelling 2022.

Tabel 36 Projectoverzicht behorende bij 13.03.05: Planning en studies Spoorwegen goederenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

 

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma MF 13.03.02

116

112

   

Projecten Nationaal

     

Kleine projecten Goederenvervoer

3

9

nvt

divers

 

Calandbrug

182

163

 

2020/ 2025

 

Overige projecten en reserveringen

     

Afrekening voorschotten

1

1

   

Totaal programma planning en studies goederenvervoer

     

Begroting (MF 13.03.05)

301

285

   

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt volgens de contractuele overeenkomst met Infraspeed voor de beschikbaarheid van de HSL-Zuid infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw) tot en met 2031. Het contractbeheer, inclusief het verrichten van betalingen, wordt uitgevoerd door ProRail, met uitzondering van de rente- en belastingaanpassingen. ProRail ontvangt hiervoor een bijdrage van IenW.

Producten

Tabel 37 Tabel Projectoverzicht behorende bij 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS Spoorwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Contractduur

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

later

start

einde

Beschikbaarheidsvergoeding

3.778

3.778

2.322

212

201

178

174

175

173

343

2006

2031

Rente- en belastingaanpassingen

‒ 138

‒ 138

‒ 142

‒ 13

2

2

2

2

2

7

  

Totaal

3.640

3.640

2.180

199

203

180

176

177

175

350

  

Begroting (MF 13.04)

3.640

3.640

2.180

199

203

180

176

177

175

350

  

13.07 Rente en aflossing

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de eenmalige uitgaven verantwoord die samenhangen met de afrekeningen van de incidentele Vennootschapsbelasting, dividendbelasting en herzienings-btw tussen ProRail en de Belastingdienst als gevolg van de voorgenomen omvorming van ProRail tot zbo per 1 januari 2024. Over de achtergrond hiervan is de Kamer geïnformeerd bij de brieven van 11 december 2020 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13) en 4 februari 2021 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13). De begrote transitie-bedragen zijn gebaseerd op transitie per 1 januari 2024. Bij vaststelling van de transitiedatum worden deze bedragen herbezien door middel van een vaststellingsbijeenkomst met de Belastingdienst.

Vanaf de begroting 2021 maakt de rente op leningen van ProRail onderdeel uit van artikel 13.02 'exploitatie, onderhoud en vernieuwing'.

13.09 Ontvangsten

Motivering

Dit artikelonderdeel bevat de verantwoording van de bijdragen van derde partijen rechtstreeks aan IenW voor spooruitgaven. ProRail int de gebruiksvergoeding van vervoerders en het grootste deel van de onderhoudsbijdragen van derde partijen, deze zijn daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikelonderdeel 13.02.

Producten

Concessievergoeding NS

Dit betreft de concessieprijs die NS betaalt voor de vervoerconcessie hoofdrailnet (artikel 66 van de Concessie HRN 2015–2025) en de HSL-heffing die NS betaalt ter dekking van de uitgaven voor de aanleg van de HSL-Zuid infrastructuur (Besluit HSL-heffing 2015), alsmede de betaling van de uitgestelde concessievergoeding HSL-Zuid 2009-2014 (Onderhandelakkoord tussen IenW en de NS in 2011) en de boetes die NS moet betalen wanneer de afgesproken prestaties niet zijn behaald.

Bijdragen van derden

Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten en onderhoud.

Tabel 38 Ontvangsten artikel 13 Spoorwegen (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Concessievergoedingen

201

207

228

358

203

203

Terugbetaling voorschotten

42

     

Bijdragen van derden

4

2

2

1

1

1

Totaal

247

209

230

359

204

204

Begroting (MF 13.09)

247

209

230

359

204

204

Licence