Base description which applies to whole site

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Het realiseren van maatwerkoplossingen voor verkeers- en vervoersvraagstukken door de twee krachtens artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 aangewezen openbare lichamen die verkeer- en vervoerstaken verrichten (vervoerregio’s). Dit betreffen thans de Vervoerregio Amsterdam en het samenwerkingsverband van gemeenten in de zuidelijke Randstad, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 105 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.042.556

1.113.061

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

        

Uitgaven

1.005.694

1.066.023

1.052.276

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

        

Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel

       

1 Brede Doeluitkering

1.005.694

1.066.023

1.052.276

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij de Brede Doeluitkering. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 106 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Financieren

De Minister is systeemverantwoordelijk voor de bijdrage aan de BredeDoeluitkering verkeer en vervoer (BDU), die het mogelijk maakt dat er inde gebieden waar de vervoerregio’s actief zijn maatwerkoplossingenkunnen worden geboden voor verkeers- en vervoervraagstukken. Dit artikelhangt samen met artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid en artikel16 Openbaar Vervoer en Spoor waarin het bredere beleidsveld wordtgeschetst.

Voor 2024 zijn er geen relevante beleidsmatige ontwikkelingen.

Tabel 107 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.042.556

1.113.061

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

        

Uitgaven

1.005.694

1.066.023

1.052.276

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

        

1 Brede Doeluitkering

1.005.694

1.066.023

1.052.276

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

Brede doeluitkering

1.005.694

1.066.023

1.052.276

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

Waarvan bijdragen aan Brede doeluitkering

1.005.694

1.066.023

1.052.276

1.052.388

1.052.388

1.052.388

1.052.388

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor het jaar 2024 een toelichting gegeven waarvoor de financiële instrumenten worden ingezet en wie de middelen ontvangt.

1. Brede doeluitkering (€ 1.052,3 miljoen)

Jaarlijks wordt een beschikking verstrekt voor de Brede Doeluitkering aan de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Deze beschikking wordt berekend op basis van de in de Wet BDU Verkeer en Vervoer opgenomen methodiek. Uitbetaling vindt plaats in vijf termijnen, waarvan de tweede termijn een dubbele is. De Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn vrij in de afweging aan welke verkeer- en vervoertaken zij de BDU-middelen besteden. Zij bepalen dat aan de hand van de doelen die zij willen bereiken op hun verkeer- en vervoersterrein. Daarbij hebben zij veel ruimte voor een eigen invulling, rekening houdend met de specifieke kenmerken van hun regio.

Budgetflexibiliteit

Conform de Wet BDU wordt jaarlijks voorafgaand aan het uitkeringsjaar de brede doeluitkering ten behoeve van de voorbereiding en de uitvoering van het regionaal verkeer- en vervoersbeleid geheel als betalingsverplichting vastgelegd.

Licence