Base description which applies to whole site

3.2.7 Beleidsartikel 17 Luchtvaart

Het versterken van de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse luchtvaartsector en het realiseren van een efficiënt, veilig en duurzaam luchtvaartbestel voor goederen, passagiers en omwonenden.

Regisseren

De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart. De rol «regisseren» heeft betrekking op de volgende taken:

  • Voor een veilig en duurzaam gebruik van netwerken stelt de Minister normen en handhaaft deze. Daarbij valt te denken aan de wetgeving voor het Nieuw Normen- en Handhavingstelsel Schiphol om geluidshinder te beperken. Om de concurrentiekracht van de luchtvaart te versterken streeft de Minister internationaal naar een gelijk speelveld. Daarin passen een actief Nederlands lidmaatschap van de International Civil Aviation Organization (ICAO) en een gerichte bijdrage in de totstandkoming van Europese regelgeving inclusief een actieve rol in agentschappen als de European Aviation Safety Agency (EASA).

  • Voor het in stand houden en versterken van het luchtvaartnetwerk van verbindingen van Nederland met de rest van de wereld zijn internationale overeenkomsten cruciaal (multilateraal en bilateraal). De Minister sluit hiertoe overeenkomsten met de vanuit de Nederlandse luchtvaartpolitiek gezien belangrijke landen.

  • Daarnaast wordt mede vanuit het oogpunt van verbetering van het milieu en van de kwaliteit van de leefomgeving de innovatie en de transitie naar een duurzame luchtvaart bevorderd.

  • IenW zorgt voor de regelgeving op het gebied van marktordening, passagiersrechten, veiligheid, milieu en security. Veel van deze regelgeving komt in internationaal of Europees kader tot stand. In deze kaders levert Nederland een actieve bijdrage gericht op de Nederlandse belangen.

  • De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en verbeteren van de inrichting, het beheer en het gebruik van het luchtruim en op de verbetering van de prestaties van Luchtverkeersleiding Nederland en het Maastricht Upper Area Control Centre, een intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (co-locatie) en een betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).

  • De Minister geeft zoveel mogelijk ruimte voor ondernemerschap, met een maximaal beroep op de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven voor duurzaamheid en voor een permanente verbetering van de veiligheid middels introductie van veiligheidsmanagement en toezicht gebaseerd op risico’s en veiligheidsprestatie.

  • De Minister richt zich op het veilig stellen van voldoende nationale luchthavencapaciteit en geeft invulling aan de wettelijke taken en verplichtingen ten aanzien van inrichting en gebruik van luchthavens en de omgeving.

  • Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.

  • Tevens draagt de Minister zorg voor een actieve inzet van Nederland in internationale gremia waar discussies worden gevoerd en besluiten worden genomen die van invloed zijn op het Nederlandse (mainport)beleid, zoals in de Europese Raad van Transportministers. Het behalen van de doelstelling hangt af van de betrokkenheid van en samenwerking met andere overheden en het bedrijfsleven. Daarnaast spelen het innovatieve vermogen van en technologische ontwikkelingen in de luchtvaartsector, de internationale ontwikkelingen en ontwikkelingen in internationale organisaties (EU, Eurocontrol, EASA, ICAO, ea.) een rol alsmede economische ontwikkelingen in Nederland.

Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

Indicator: Creëren van luchthavencapaciteit Schiphol

 

Basiswaarde

        

Realisatie

Streefwaarde

 

2009

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Gerealiseerde vliegtuigbewegingen t.o.v plafond 500.000

390.000

420.000

423.000

426.000

438.300

450.679

479.000

497.000

499.446

497.303

500.000

 

78%

84%

84%

85%

88%

90%

96%

99%

99%

99%

100%

Bron realisatie: Schiphol Amsterdam Airport, Kwartaalmonitor NNHS Q4 gebruiksjaar 2019 (pag.12). https://www.omgevingsraadschiphol.nl/wp-content/uploads/2020/01/Agendapunt-1.b-Kwartaalrapportage-Q4-gebruiksjaar-2019.pdf Bron streefwaarde: (Kamerstukken II 2014–2015 34 098, nr. 1–3).

Toelichting:

Voor de luchthaven Schiphol is in 2008 voor de periode tot en met 2020 een plafond voor het aantal vliegtuigbewegingen afgesproken van 510.000. In 2015 is dat plafond verlaagd naar 500.000 per jaar. Het Rijk heeft daarnaast de verantwoordelijkheid voor het creëren van capaciteit op de luchthavens Eindhoven en Lelystad.

Er is gewerkt aan het wettelijk verankeren van het Nieuwe Normen- en Handhavingstelsel voor de luchthaven Schiphol (NNHS). Dit is van belang voor de indicator over luchthavencapaciteit, omdat het toegestane aantal vliegbewegingen een afgeleide zijn van deze regelgeving. De wet waarin dit stelsel is opgenomen, is op 30 maart 2016 gepubliceerd in het Staatsblad, maar nog niet formeel in werking getreden. Het bij de nieuwe wet behorende Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) is nog in voorbereiding. Totdat het in voorbereiding zijnde LVB in werking is getreden, is het nieuwe stelsel formeel nog niet van kracht.

Indicator: Creëren extra luchthavencapaciteit Eindhoven en Lelystad

 

Basiswaarde 2009

Gerealiseerd t/m 2017

Gerealiseerd t/m 2018

Gerealiseerd t/m 2019

Streefwaarde 2020

Luchthaven capaciteit Eindhoven

0

25.000

25.000

25.000

25.000

Luchthaven capaciteit Lelystad

0

45.000

45.000

45.000

45.000

Bron Eindhoven Airport: Luchthavenbesluit Eindhoven 2014 (Stb. 2014, 356 en Kamerstukken II, 2013–2014, 31 936, nr. 187), Vergunning burgermedegebruik exploitant militaire luchthaven Eindhoven ten behoeve van Eindhoven Airport N.V. (gebruiksjaren 2016 tot en met 2019) (Stcrt,. 2015, 47829), Vergunning burgermedegebruik exploitant militaire luchthaven Eindhoven ten behoeve van Eindhoven Airport N.V. (Stcrt., 2019, 71975). Bron Lelystad: Luchthavenbesluit Lelystad (Staatsblad 2015, nr. 130.).

Toelichting

Ten behoeve van de start van de tweede fase van de ontwikkeling van Eindhoven Airport conform het Aldersadvies Eindhoven uit 2010, is op 17 december 2015 aan Eindhoven Airport NV voor de jaren 2016 tot en met 2019 een vergunning verleend voor burgermedegebruik van de militaire luchthaven Eindhoven voor de volledige ruimte van 25.000 extra vliegtuigbewegingen (Stcrt., 2015, 47829). Om te komen tot besluitvorming over de toekomstige ontwikkeling van Eindhoven Airport na 2019 is in opdracht van de Minister van IenW door de heer Pieter van Geel de Proefcasus Eindhoven Airport uitgevoerd. Conform het advies van Van Geel is voor 2020 en 2021 in een nieuwe vergunning voor burgermedegebruik aan Eindhoven Airport een maximum aantal vliegtuigbewegingen van 41.500 vergund (Kamerstukken II, 31 936, nr. 713).

Ten behoeve van de uitbreiding van Lelystad Airport heeft het kabinet een Luchthavenbesluit vastgesteld dat op 1 april 2015 in werking is getreden met een voorziene uitbreiding van de luchthaven voor groot commercieel verkeer: gefaseerd naar maximaal 45.000 vliegtuigbewegingen. Tot de herziening van het luchtruim is dit aantal maximaal 10.000 vliegtuigbewegingen.

Indicator: Luchthavengelden, ATC-heffingen en overheidsheffingen (aeronautical kosten)

Ranglijst kostenniveau (van hoog naar laag)

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Streefwaarde 2016 e.v.

London Heathrow (LHR)

1

1

1

1

n.n.b.

 

Parijs (CDG)

3

4

4

4

n.n.b.

 

Frankfurt (FRA)

2

2

2

2

n.n.b.

 

Gatwick

4

3

3

5

n.n.b.

 

Schiphol

9

9

10

10

n.n.b.

< LHR, FRA, CDG

Zürich

6

5

5

6

n.n.b.

 

München

5

6

6

3

n.n.b.

 

Brussel

8

8

8

7

n.n.b.

 

Madrid

7

7

7

8

n.n.b.

 

Bron: SEO Benchmark Luchthavengelen en Overheidsheffingen van verschillende jaren (2014 t.m. 2019)

Toelichting

Onder andere in de Actieagenda Schiphol (Kamerstukken II 2015–2016, 29 665, nr. 224) staat dat het belangrijk is dat Schiphol een concurrerend kostenniveau behoudt. Om dit te kunnen vaststellen, vindt jaarlijks een vergelijking plaats van de luchthavengelden, de Air Traffic Control (ATC)-heffingen en de overheidsheffingen op Schiphol en tien concurrerende luchthavens. In deze benchmark wordt berekend wat op de verschillende luchthavens voor een vergelijkbaar pakket vluchten betaald zou moeten worden. De resultaten van de laatste benchmark zijn in bovenstaande tabel opgenomen waarbij nummer 1 de duurste is.

De gegevens over 2019 waren nog niet beschikbaar ten tijde van publicatie van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2021.

Kengetal: Geluidsbelasting rond Schiphol

Periode

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Grenswaarde TVG

Gedurende het gehele etmaal (Lden)

62,45

62,55

62,67

62,79

62,81

62,57

n.n.b

63.46 dB(A)

Gedurende de periode van 23.00 tot 7.00 uur (Lnight)

52,09

52,14

52,53

52,46

52,25

51,68

n.n.b

54.44 dB(A)

Bron: Handhavingsrapportage Schiphol (ILT, 2019) Bron grenswaarde: Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (2004).

Toelichting

In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol zijn voor de luchthaven Schiphol de grenzen gesteld aan de totale hoeveelheid geluid (Totaal Volume Geluid, TVG) dat het vliegverkeer in een jaar mag produceren. De geluidsbelasting van het vliegverkeer moet worden begrensd met op handhavingspunten vastgestelde grenswaarden (aan de baankoppen en bij aanpalende bebouwde kom).

In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol is vastgelegd dat de totale hoeveelheid geluid van het luchthavenluchtverkeer bij Schiphol per gebruiksjaar overdag (de Lden) niet meer dan 63,46 dB(A) en voor de nacht (de Lnight) niet meer dan 54,44 dB(A) mag bedragen. Bij dreigende overschrijding wordt door de ILT handhavend opgetreden.

Voor de jaarlijkse totale risicogewicht score (TRG-score) voor Schiphol in relatie tot de TRG-grenswaarde in het Luchthavenverkeerbesluit wordt verwezen naar de handhavingsrapportage Schiphol, ILT, 2019.

De gegevens over 2019 waren nog niet beschikbaar ten tijde van publicatie van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2021.

Kengetal: Aantal passagiersbestemmingen waarnaar (> 2 x per jaar) met voornamelijk geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven

Luchthaven

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Amsterdam

246

253

263

271

266

261

264

263

262

266

272

n.n.b

Frankfurt

291

284

283

288

301

286

286

287

290

309

322

n.n.b

London Heathrow

177

171

165

174

176

176

179

180

186

203

210

n.n.b

Parijs Charles de Gaulle

273

272

271

268

256

258

278

274

290

294

316

n.n.b

Brussel

190

183

188

200

190

181

192

190

193

200

204

n.n.b

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS), op basis van APGdat.

Toelichting

In deze tabel is het aantal bestemmingen per luchthaven opgenomen waarvoor geldt dat deze meer dan twee keer per jaar worden aangevlogen.

De gegevens over 2019 waren nog niet beschikbaar ten tijde van publicatie van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2021.

Kengetal: Aantal vliegtuigbewegingen, passagiers en vrachttonnage per luchthaven

 

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Vliegbewegingen (x 1.000)

            

Amsterdam

428

391

386

420

423

426

438

451

479

497

499

n.n.b

Frankfurt

480

458

458

481

476

466

463

457

453

465

501

n.n.b

London Heathrow

473

460

449

476

471

470

471

472

473

474

476

n.n.b

Parijs Charles de Gaulle

551

518

492

507

491

472

465

469

473

476

481

n.n.b

Brussel

236

212

205

214

206

199

214

221

207

221

218

n.n.b

Passagiers (in miljoenen)

            

Amsterdam

47

44

45

50

51

53

55

58

64

68

71

n.n.b

Frankfurt

53

51

53

56

57

58

59

61

61

64

69

n.n.b

London Heathrow

67

66

66

69

70

72

73

75

76

78

80

n.n.b

Parijs Charles de Gaulle

61

58

58

61

61

62

64

66

66

69

72

n.n.b

Brussel

19

17

17

19

19

19

22

23

22

25

26

n.n.b

Vracht (x 1.000 ton)

            

Amsterdam

1.568

1.286

1.512

1.524

1.483

1.531

1.633

1.621

1.662

1.731

1.716

n.n.b

Frankfurt

2.021

1.808

2.199

2.133

1.986

2.016

2.051

1.993

2.029

2.109

2.087

n.n.b

London Heathrow

1.401

1.278

1.473

1.484

1.465

1.423

1.499

1.497

1.541

1.698

1.685

n.n.b

Parijs Charles de Gaulle

2.039

1.819

2.177

2.088

1.950

1.876

1.896

1.861

1.953

2.011

1.987

n.n.b

Brussel

659

449

476

475

459

430

454

463

464

513

532

n.n.b

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS / ACI)

Toelichting

Inzet van het beleid is het optimaliseren van de netwerkkwaliteit in combinatie met een concurrerende en duurzame luchtvaart. De netwerkkwaliteit wordt mede bepaald door overheidstarieven en -maatregelen, maar is voor een groot deel niet direct beïnvloedbaar. Bovenstaande kengetallen geven de omvang van het netwerk in aantallen bestemmingen en het verkeer en vervoer op Schiphol weer in vergelijking met andere grote Noordwest-Europese luchthavens.

De gegevens over 2019 waren nog niet beschikbaar ten tijde van publicatie van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2021.

Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties

De jaarlijkse Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties van SEO Economisch Onderzoek geeft een beeld van de ontwikkeling van de netwerkkwaliteit op Schiphol ten opzichte van enkele concurrerende luchthavens. Daarnaast wordt in de monitor het netwerk van Air France KLM vanaf Schiphol vergeleken met dat vanaf Parijs Charles de Gaulle. Zo wordt de naleving van de staatsgaranties gevolgd die in het kader van de fusie van KLM met Air France zijn afgesproken. De monitor richt zich op de kwaliteit van de directe verbindingen vanaf luchthavens («directe connectiviteit»), de verbindingen vanaf luchthavens met een overstap onderweg («indirecte connectiviteit») en de huboperatie op luchthavens («hubconnectiviteit»).

Uit de monitor 2019 blijkt dat de directe connectiviteit op Schiphol stijgt, ondanks het capaciteitsplafond van 500.000 vluchten. Dit komt doordat de monitor zich niet richt op vrachtvluchten en niet-lijnvluchten. In 2019 hebben deze plaats gemaakt voor passagiers- en lijnvluchten. Ook hebben de resultaten van de monitor betrekking op de maand september. In die maand waren er in 2019 meer vluchten, in tegenstelling tot enkele andere maanden. De procentuele groei van de indirecte connectiviteit ten opzichte van 2018 is lager dan die van de meeste andere luchthavens die in de monitor met Schiphol vergeleken worden. De hubconnectiviteit van Schiphol neemt ten opzichte van 2018 af, terwijl deze op een aantal andere luchthavens in de monitor wel groeit.

Van de voor Nederland belangrijke landen is Schiphol goed verbonden met Indonesië, Taiwan en Brazilië. De connectiviteit van Schiphol naar India, Zuid-Afrika en Japan is lager dan die van de meeste concurrenten. Schiphol is direct verbonden met 38 van de 40 belangrijkste Global Cities op andere continenten. In termen van het aantal directe vluchten is deze connectiviteit echter wel lager dan die vanaf de meeste concurrerende luchthavens.

De netwerken van KLM en Air France op Schiphol en Parijs Charles de Gaulle hebben zich in 2019 in grote lijnen gelijkmatig ontwikkeld.

Kengetal: Gemiddelde EU-brede vertraging per en-route vlucht toe te rekenen aan Air Traffic Management (in minuten)

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Taakstelling vanaf 2000 met herijking voor 2002-2006

0,7

0,6

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

n.n.b.

Gerealiseerd

0,63

0,54

0,61

0,76

0,91

0,94

1,83

n.n.b.

Bron: Performance Review Body, Performance Monitoring Dashboard. https://www.eurocontrol.int/prudata/dashboard/vis/2019/

Toelichting

Het Rijk heeft geen directe invloed op het aantal minuten vertraging in het Europese luchtruim. Dit kengetal is een internationaal gemiddelde en wordt bepaald door operationele factoren, zoals capaciteitsplanning, human resource management, weersomstandigheden en stakingen. Dit kengetal geeft wel een beeld van de efficiëntie van het luchtvaartbestel.

De gegevens over 2019 waren nog niet beschikbaar ten tijde van publicatie van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2021.

Kengetal: Gemiddelde ATFM-vertraging per vlucht

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Grenswaarde

        

Gemiddelde ATFM-vertraging (en route en airport) per vlucht in minuten per vlucht gerealiseerd

1

1

1

2

2

2

2

n.n.b.

Gerealiseerd

        

Gemiddelde ATFM-vertraging (en route en airport) per vlucht in minuten per vlucht gerealiseerd

0,78

0,68

0,94

     

Gerealiseerd

        

Gemiddelde ATFM-vertraging (airport) per vlucht in minuten per aankomende vlucht volgens de PRB methode

1,41

1,34

1,89

2,91

2

3,22

2,19

n.n.b.

Bron: Luchtverkeersleiding Nederland 2018

Toelichting

Dit kengetal heeft betrekking op de gemiddelde vertraging op Nederlandse luchthavens. Het merendeel van de vertragingen treedt op in de terminalfase van een vlucht en wordt veroorzaakt door weersomstandigheden (storm, mist, sneeuw) die een direct negatief effect hebben op de afhandeling van de starts en landingen in de vluchtfase beneden een hoogte van een kilometer. Beperkte aantallen vliegtuig-opstelplaatsen en werkzaamheden op de luchthaven kunnen ook vertragingen veroorzaken. De door de verkeersleiding beïnvloedbare ATFM vertraging is in 2018 afgenomen ten opzichte van 2017, van 0,20 minuten per vlucht naar 0,06. LVNL hanteert met ingang van 2015 dezelfde systematiek als de Performance Review Body om vertragingen te meten. Verder heeft LVNL in 2015 de vertragingswaarden vanaf 2010 herberekend volgens de PRB-systematiek om de effecten van de wijziging van de meetsystematiek transparant weer te geven. Er is uitsluitend sprake van een technische wijziging in de meetsystematiek zonder een beleidsmatige impact.

De gegevens over 2019 waren nog niet beschikbaar ten tijde van publicatie van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2021.

Het op artikel 17 uitgevoerde beleid is in hoge mate conform hetgeen in de begroting 2019 is opgenomen. Dit wordt hieronder nader toegelicht.

De capaciteit voor luchtvaart in Nederland is schaars en luchtvaart brengt op dit moment en op middellange termijn een belasting van het milieu met zich mee. Daarom is de beleidsinzet er op gericht om de beschikbare capaciteit zo efficiënt mogelijk te benutten en zo veel mogelijk in te zetten ter ondersteuning van de hubfunctie van Schiphol. In 2019 is het besluit slotallocatie afgerond (Stb. 2019, 305) dat Schiphol als verantwoordelijke partij aanwijst voor de vaststelling van de capaciteitsdeclaratie en zorgt voor extra waarborgen. Verder is er een wetsvoorstel in procedure gebracht waarmee wordt geregeld dat het misbruik van slots (Stb. 2019, 305) bestraft kan worden door het opleggen van een bestuurlijke boete. De verkeersverdelingsregel (Kamerstukken II 2019-2020, 31 936, nr. 684) die toeziet op een capaciteitsverdeling tussen Schiphol en Lelystad Airport is genotificeerd en goedgekeurd door de Europese Commissie.

Voorts is de Tweede Kamer op 5 juli 2019 geïnformeerd over de beleidsinzet voor de middellange termijn ontwikkeling van Schiphol en het perspectief in het kader van de Luchtvaartnota. Deze beleidsinzet wordt momenteel verder uitgewerkt. In 2019 is de Ontwerp-Luchtvaartnota 2020-2050 voorbereid, waarbij de stappen van de PlanMER-procedure zijn gevolgd. Vanwege het betrekken van het advies van de commissie-Remkes over stikstof en luchtvaart is de publicatie van de Ontwerp-Luchtvaartnota uitgesteld tot 2020.

De Tweede Kamer is op 10 juli 2019 middels een tweede voortgangrapportage (Kamerstukken II 2018-2019, 29 665, nr. 373) geïnformeerd over de implementatie van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV). In 2019 is opdracht gegeven voor een aantal onderzoeken in het kader van veiligheidsanalyses. Deze worden in 2020 afgerond. Hiermee zorgen we voor een verdere inzet op het gebied van vliegveiligheid.

Het kabinet is voornemens Lelystad Airport open te stellen voor handelsverkeer zodat met name vakantievluchten van Schiphol naar Lelystad Airport verplaatst kunnen worden en er op Schiphol meer ruimte vrijkomt voor mainportgebonden verkeer. In de Kamerbrief van 2 juli 2019 (Kamerstukken II 2018-2019 31 936, nr. 643) is aangegeven dat opening van Lelystad Airport zo snel mogelijk dient plaats te vinden en gedurende 2019 is intensief aan dit kabinetsdoel gewerkt. Het merendeel van de activiteiten was gericht op het voldoen van de randvoorwaarden die door de Tweede Kamer zijn gesteld voor opening van de luchthaven. Na het wegvallen van de PAS is een projectspecifieke aanpak gekozen om tot een passende beoordeling te komen ten behoeve van besluitvorming over Lelystad Airport in 2020.

De Kamer is op 27 maart 2019 geïnformeerd over het klimaatbeleid voor de luchtvaart (Kamerstukken II 2018-2019, 31 936, nr. 585). Met die brief is ook het Ontwerpakkoord van de Duurzame Luchtvaarttafel aan de Kamer aangeboden. Partijen aan de Duurzame Luchtvaarttafel hebben in 2019 belangrijke stappen gezet om het gebruik van duurzame brandstoffen te stimuleren en om technologische innovatie – o.a. op het gebied van hybride elektrisch vliegen – te versnellen. De Luchtvaartnota zal verdere richting geven aan de uitvoering van het klimaatbeleid voor de luchtvaart.

Het programma Luchtruimherziening is een samenwerking van twee departementen (IenW en Defensie) en drie luchtverkeersleidingsorganisaties (LVNL, MUAC en het commando Luchtstrijdkrachten). De belangrijkste behaalde doelen zijn de Startbeslissing (Kamerstukken II 2018-2019, 31 936, nr. 595), de notitie reikwijdte en detailniveau NRD (Kamerstukken II 2018-2019, 31 936, nr. 658) behorende bij de PlanMER-procedure die in het kader van de verkenningsfase van het op MIRT geïnspireerde proces wordt doorlopen, alsmede de nota van antwoord waarin de reactie op de zienswijzen op de NRD is opgenomen (Kamerstukken II 2019-2020, 31 936 nr. 707).

De governance van de luchthaven op Bonaire en Sint Eustatius is in 2019 verbeterd met een aanstelling van een nieuwe directeur en Raad van Commissarissen op Bonaire en een interim havenmeester op Sint Eustatius. De bouw van een nieuwe toren en terminal op de luchthaven van Sint Eustatius is gestart. De renovatie van de start- en landingsbaan op de luchthaven van Saba is afgerond. Na het afronden van het watermanagementplan van Sint Eustatius wordt gewerkt aan de eerste quick wins om de erosie op Sint Eustatius te verminderen.

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 Luchtvaart (bedragen x €1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde Begroting

Verschil

 
 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

 

Verplichtingen

19.220

30.324

12.483

20.877

37.066

40.424

‒ 3.358

1

Waarvan garantieverplichtingen

    

0

23.000

‒ 23.000

 

Uitgaven

21.288

27.440

14.982

21.913

28.695

27.329

1.366

 

17.01 Luchtvaart

21.288

27.440

14.982

21.913

28.695

27.329

1.366

 

17.01.01 Opdrachten

5.651

8.587

7.187

12.458

12.223

19.957

‒ 7.734

2

Opdrachten GIS

1.401

3.170

1.766

2.436

909

5.228

‒ 4.319

 

- Caribisch Nederland

0

0

0

0

1.397

7.790

‒ 6.393

 

- Overige Opdrachten

4.250

5.417

5.421

10.022

9.917

6.939

2.978

 

17.01.02 Subsidies

2.423

8.455

6.365

3.214

3.953

4.142

‒ 189

 

- Leefbaarheidsfonds

0

0

0

0

1.000

1.000

0

 

- Overige Subsidies

2.423

8.455

6.365

3.214

2.953

3.142

‒ 189

 

17.01.03 Bijdragen aan agentschappen

12.068

9.040

108

4.244

4.649

1.654

2.995

3

- Waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland)

12.010

8.955

0

4.082

4.422

1.210

3.212

 

- Waarvan bijdrage aan RWS

35

71

88

148

213

430

‒ 217

 

- Waarvan bijdrage aan KNMI

23

14

20

14

14

14

0

 

17.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

779

6.356

0

6.356

4

- Bijdrage Caribisch Nederland

0

0

0

779

6.356

0

6.356

 

17.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

1.146

1.281

1.247

1.141

1.255

1.476

‒ 221

 

17.01.06 Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

0

77

75

77

259

100

159

 

- LVNL

0

77

75

77

88

100

‒ 12

 

- Overige bijdragen

0

0

0

0

171

0

171

 

Ontvangsten

31.354

8.392

1.237

1.611

1.631

1.365

266

 

Onderstaand wordt op het niveau van verplichtingen en financieel instrument een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De per saldo lagere verplichtingenrealisatie van € 3,3 miljoen wordt veroorzaakt door enerzijds een verlaging van de verplichtingen van € 23 miljoen doordat in de begroting 2019 rekening was gehouden met het aangaan van een garantieverplichting in 2019 voor de aanschaf van nieuwe vliegtuigen door Winair. Dit is niet noodzakelijk gebleken in 2019, omdat het voor Winair niet mogelijk was om te investeren in nieuwe vliegtuigen in 2019. Anderzijds zijn meer verplichtingen gerealiseerd doordat op het opdrachtenbudget Caribisch Nederland € 7 miljoen verplichtingen naar voren zijn gehaald voor de wederopbouw Sint Eustatius. Daarnaast is op het budget bijdrage Caribisch Nederland het verplichtingenbudget verhoogd door toevoeging van middelen uit de regio-enveloppe (€ 3,5 miljoen), op dit budget zijn ook verplichtingen naar voren gehaald voor de bijzondere uitkering aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius (€ 9 miljoen).

  • 2. De lagere realisatie op de opdrachten wordt veroorzaakt door:

    • Opdrachten GIS (€ 4,3 miljoen): Er zijn geen uitgaven geweest voor de aankoop van percelen van eigenaren met een grondpositie in het geluids- en veiligheidssloopzone Schiphol (GIS) binnen het Luchthaven indelingsbesluit.

    • Er is € 6,4 miljoen minder gerealiseerd dan begroot op het opdrachtenbudget Caribisch Nederland, omdat dit is overgeheveld naar Agentschapsbijdrage Caribisch Nederland (€ 3,2 miljoen) en naar bijdrage medeoverheden (€ 2,8 miljoen) voor de wederopbouw, realisatie van de Luchthaventerminal en bestrijding van erosieproblematiek op Sint Eustatius. Daarnaast is er € 0,4 miljoen van het instrument Opdrachten naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden overgeboekt, voor de wederopbouw van de luchthaven Saba.

    • Voor de overige opdrachten geldt dat er diverse mutaties hebben plaatsgevonden, waarvan de belangrijkste zijn:

      • De BARIN (Board of Airline Representatives In the Netherlands) en IenW hebben overeenstemming bereikt over een totaalbedrag van € 4 miljoen aan kosten dat kan worden toegeschreven aan ondoelmatige en ontijdige besluitvorming bij het Schadeschap Luchthaven Schiphol in de periode 2007–2011. De helft is in 2018 betaald de andere helft is in 2019 betaald, waardoor de realisatie in 2019 € 2 miljoen hoger is.

      • Defensie heeft € 0,5 miljoen budget overgeveld naar IenW ten behoeve van het project luchtruimherziening.

      • Ten behoeve van de toezichtskosten die de ACM heeft gemaakt, is € 0,6 miljoen overgeboekt naar EZK.

      • Het dan resterende verschil (€ 1,1 miljoen) wordt verklaard door een aantal overige kleine mutaties.

  • 3. Er is € 3,2 miljoen overgeboekt van opdrachten Caribisch Nederland naar Agentschapsbijdrage Caribisch Nederland voor wederopbouw en erosiebestrijding op Sint Eustatius. Het dan resterende verschil (- € 0,2 miljoen) wordt verklaard door mutaties in de agentschapsbijdrage RWS.

  • 4. Vanuit de wederopbouwgelden (op het insrument Opdrachten) en de regio-envelop is € 6 miljoen gerealiseerd voor de kustbescherming en de aanpak van erosie op Sint Eustatius. Daarnaast is er € 0,4 miljoen van het instrument Opdrachten naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden overgeboekt, voor de wederopbouw van de luchthaven Saba.

17.01 Luchtvaart

17.01.01 Opdrachten

Opdrachten Geluidsisolatie Schiphol (GIS) en Schadeclaims Schiphol

Doel van het project Geluidsisolatie Schiphol fase 3 (GIS-3) is het verminderen van geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door middel van geluidsisolatie. De uitgaven die in 2019 zijn gedaan hadden betrekking op de behandeling en uitbetaling van schadeclaims. Er zijn geen uitgaven geweest voor de aankoop van percelen van eigenaren met een grondpositie in het geluids- en veiligheidssloopzone Schiphol (GIS) binnen het Luchthaven indelingsbesluit.

Overige opdrachten

1. Programma Schiphol

Het budget is voornamelijk besteed aan opdrachten ten behoeve van de implementatie maatregelen die volgen uit onder andere het nieuwe normen- en handhavingsstelsel voor Schiphol,aanpassing van de regels voortkomend uit wet en regelgeving, zijnde Wet luchtvaart, het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol (LIB) en het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) Daarnaast zijn opdrachten verstrekt in het kader van Doc29 en ten behoeve van integrale veiliheidsanalyses.

2. OVV-follow-up

Sinds 13 december 2018 rapporteert de minister halfjaarlijks aan de Kamer over de opvolging van de aanbevelingen van de OVV. Op 10 juli 2019 is de laatste voortgangsrapportage verschenen (Kamerstukken 2018-2019, 29 665, nr. 373). Hierin is onder meer beschreven hoe het ministerie verder werkt aan het versterken van de rol als systeemverantwoordelijke voor de veiligheid op Schiphol. In 2019 is bovendien een onafhankelijke evaluatie gestart van de opvolging van de aanbevelingen van de OVV.

3. Lelystad

De doelstelling is om Lelystad Airport (LA) zo snel mogelijk open te stellen als overloopluchthaven van Schiphol voor groot commercieel verkeer. In 2019 is hard gewerkt om dit mogelijk te maken. De uitgaven hadden voornamelijk betrekking op opdrachten met betrekking op het Startbesluit Luchtruim Herziening, de zienswijze- en voorhangprocedure wijziging Luchthavenbesluit. De organisatie en begeleiding van voorlichtingsbijeenkomsten in de regio. Route- en geluidsberekeningen. Eveneens werden opdrachten verstrekt in het kader van de dossiers volgelaanvaringen en gevolgen van het stikstofbesluit.

4. Nadere uitwerking luchtruimvisie en civiel-militaire samenwerking

Begin 2018 is het project luchtruimherziening van start gegaan. De doelen van de luchtruimherziening zijn verruiming van civiele en militaire capaciteit in het luchtruim, efficiënter gebruik en beheer van het luchtruim en vermindering van de impact van vliegroutes op de omgeving.

Het budget werd in hoofdzaak ingezet voor de voorbereiding en uitvoering van de plan MER (afronding 2020), de notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD), en het opstellen van projectplannen. Tevens werden opdracht verstrekt in het kader van publicaties en voorlichtingsbijeenkomsten.

5. Omgevingsmanagement

In dit kader werd budget ingezet voor onder andere de Klankbordgroep Luchtvaartnota, de Kerngroepen Luchtvaart, alsmede diverse informatiebijeenkomsten in de regio, onder andere rond het programma Meten en Berekenen en de opzet van het monitoringsprogramma Lelystad.

6. State Safety Programme

Ten behoeve van herziening van het SSP Actieplan 2019-2020 werd opdracht verleend voor de ondersteuning daarbij.

7. Verminderen risico op vogelaanvaringen

In 2019 is het budget met betrekking het voorkomen van vogelaanvaringen besteed aan:

  • De Tijdelijke subsidieregeling onderwerken graanresten 2018-2022;

  • het controleren van de met de agrariërs overeengekomen maatregelen in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling onderwerken graanresten 2018-2022;

  • monitoring van de vogelpopulatie rond Schiphol (nulmeting);

  • ganzen vangacties rondom Schiphol;

  • Ganzenjachtdagen.

8. Opdrachten Caribisch Nederland

Het betreft het de financiering van diverse onderzoeken en opleidingen, en de jaarlijks terugkerende kosten voor instandhouding van de luchtvaartpublicaties. Vanaf 2018–2020 betreft het ook de financiering van de wederopbouw van de Bovenwindse eilanden als gevolg van de orkanen in september 2017 (zie ook 17.01.04 Bijdragen aan mede-overheden).

9. KDC

In 2019 heeft de Stichting Knowledge & Development Center (KDC) projecten uitgevoerd gericht op een betere voorspelbaarheid van de verkeersstromen en de luchthaven capaciteit en vermindering van milieubelasting, afstemming van verkeer van verschillende luchthavens, beter betrekken van operators bij de benutting van de beschikbare capaciteit en er is gewerkt aan de procesverbetering voor de introductie van nieuwe concepten in de praktijk. De structurele verbinding met de Technische Universiteit Delft en Hogeschool van Amsterdam is voortgezet. Dit leverde een flink aantal studenten dat de opleiding heeft afgerond door te werken aan research voor de luchtvaart.

17.01.02 Subsidies

Versneld onderwerken graanresten ten behoeve van reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol

Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod. Er is een subsidieregeling voor het bijdragen aan het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. Het doel van de regeling is een vermindering van het aantrekken van foeragerende ganzen. In 2019 is ruim € 1,4 miljoen uitgegeven aan deze subsidieregeling.

Leefbaarheidsfonds

In het kader van hinderbeperking is de tweede tranche van het leefbaarheidsfonds, met een looptijd van 2016-2020, een belangrijke impuls voor de inpassing van de luchthaven Schiphol in haar omgeving. De partijen Schiphol, de provincie Noord-Holland en het Rijk hebben afgesproken om in totaal € 30 miljoen voor een tweede fase ter beschikking te stellen aan de Stichting Leefomgeving Schiphol. Het Rijk stelt hiervan maximaal € 10 miljoen ter beschikking. Hiervan is € 5,3 miljoen uitgegeven in 2016 en € 2,9 miljoen in 2017. In 2019 is € 1,0 miljoen uitgegeven.

Hiernaast zijn er diverse kleinere subsidies verstrekt aan Omgevingsraad Schiphol en commissies regionaal overleg, de Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg en het verbeteren van luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika.

Incidentele subsidies

1. Ondersteuning luchtverkeersdienstverlening Bonaire

Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. In 2019 heeft IenW hiervoor een subsidie van € 0,65 miljoen aan DC-ANSP verstrekt.

2. Subsidie luchthaven Twente

Area Development Twente (ADT) ontvangt van IenW een subsidie van maximaal € 0,9 miljoen voor het doen van luchtzijdige investeringen voor de ontwikkeling van luchthaven Twente (onder de voorwaarde dat de bijdrage voldoet aan de regels voor staatssteun) en voor het laten uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheden voor een remote tower concept voor luchtverkeersdienstverlening. Het deel van de subsidie dat betrekking heeft op het onderzoek voor een remote tower concept is in 2017 in voorschot verstrekt en is in 2019 vastgesteld waarbij in 2019 € 0,02 miljoen is betaald aan ADT. De verstrekking van het overige deel van de subsidie ten behoeve van de luchthaven Twente heeft nog niet plaatsgevonden.

3. Omgevingsraad Schiphol (maatschappelijke consultatie)

Conform de motie van het lid Remco Dijkstra (Kamerstukkken II, 2017-2018, 29 665, nr. 314) is een brede maatschappelijke consultatie uitgevoerd als onderdeel van het adviestraject over een toekomstbestendig Nieuw Normen- en Handhavingstelsel (NNHS) en wonen-vliegen door de ORS. Hiertoe heeft de ORS in 2019 een incidentele subsidie ontvangen van € 0,22 miljoen.

4. Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordigers Regionale Luchthavens

Ter ondersteuning van belangengroepen en omwonenden van Luchthavens is in 2019 een subsidie verstrekt aan de Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordigers Regionale Luchthavens (ABReL).

17.01.03 Bijdrage aan agentschappen

Er zijn bijdragen aan RWS ter beschikking gesteld. Het grootste gedeelte hiervan heeft betrekking op Caribisch Nederland en betreft:

  • de uitvoering van de masterplannen van de luchthavens op Caribisch Nederland, gericht op het wegwerken van de tekortkomingen ten aanzien van de internationale regelgeving;

  • de uitvoering van het watermanagementplan voor de aanpak van de erosie op Sint Eustatius;

  • de wederopbouw van de luchthaven op Sint Eustatius na de orkanen van september 2017.

17.01.04 Bijdragen aan mede-overheden

Voor de aanpak van de erosie op het eiland zijn middelen beschikbaar gesteld aan Sint Eustatius in het kader van de wederopbouw na de orkanen van september 2017 en de Regio Envelop voor de regionale opgaven. Met deze bijdragen zijn diverse onderdelen van het watermanagementplan opgepakt en gereed gemaakt voor uitvoering. RWS ondersteunt en begeleidt het openbaar lichaam in dit proces.

Voor de wederopbouw van de luchthaven Saba is een bijdrage verstrekt aan het openbaar lichaam Saba van € 0,4 miljoen.

17.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

Voor de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization, aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Kroatië, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC) is in 2019 een bedrag uitgegeven van € 1,3 miljoen, waarvan € 1,1 miljoen via de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

17.01.06 Bijdragen aan ZBO’s

Kadaster

In lijn met de ICAO verplichting voorziet EU-verordening 73/2010 in een wettelijk kader voor het ontwikkelen van een database van obstakels voor veilige luchtvaartoperaties binnen het Nederlands luchtruim. Daartoe werd aan het Kadaster, bij wijze van voorschot een bedrag betaald van € 0,171 miljoen betaald

Garantie LVNL

Het luchtvaartbegeleidingssysteem van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) nadert het einde van zijn technische levensduur en dient te worden vervangen. Het proces hiertoe loopt inmiddels. Daarnaast is de huisvesting uitgebreid. Voor deze twee ontwikkelingen gaat LVNL bij het Ministerie van Financiën leningen aan voor een maximaal bedrag van € 165 miljoen. In het kader van de regelgeving met betrekking tot schatkistbankieren stelt het Ministerie van IenW zich garant voor deze leningen.

Ontvangsten

De ontvangsten betreffen met name de ontvangsten Eurocontrol internal tax, zijnde het verschil tussen de ontvangsten afkomstig van Eurocontrol voor de luchtdienstverlening boven FL 245 (het hogere luchtruim) en de door de LVNL namens de Staat der Nederlanden aan Eurocontrol betaalde contributies inzake Eurocontrol en Maastricht Upper Area Control Center (MUAC). Deze ontvangst wordt ingezet voor een subsidie om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen. Daarnaast betreft het ontvangsten van de ACM die de kosten van haar toezichtstaken deels aan de sector doorbelast.

Licence