Base description which applies to whole site

4.3 Beleidsartikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zorgen ervoor dat studenten hun talenten maximaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Studenten worden voorbereid op passend vervolgonderwijs en/of een positie op de arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.

De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van middelbaar onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van individuele studenten en bij de behoeftes van de maatschappij. De sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) omvat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de volwasseneneducatie. Het middelbaar beroepsonderwijs heeft een belangrijke maatschappelijke en economische functie. Het is een leverancier van werknemers voor de arbeidsmarkt. Ook is het een schakel tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs.

Financieren

De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het middelbaar onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren

De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van aanvullende bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, kwaliteitsafspraken en wet- en regelgeving.

Regisseren

De Minister vult haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.

Kengetallen
Tabel 20 Kengetallen

Kengetal

2015

2016

2017

2018

2019

2020

1

Percentage studenten in het mbo dat zich uitgedaagd voelt1

35%

37%

38%

37%

37%

 

2

Studenttevredenheid2

      
  

Cijfer opleiding

7

7,1

 
        

6,73

  

Cijfer instelling

6,6

6,7

 
        

6,53

  

Percentage tevreden over school en studie4

   

62%

 

1

Cijfers over 2020 worden najaar 2021 verwacht.

2

Dit kengetal wordt tweejaarlijks gemeten.

3

Vanwege een andere antwoordmogelijkheid bij de vragen zijn de cijfers niet vergelijkbaar met eerdere jaren

4

Vanwege een andere vraagstelling over de tevredenheid is het cijfer voor 2018 niet vergelijkbaar met eerdere jaren, en worden deze eerdere jaren niet getoond. Vanaf 2020 wordt deze vraag niet meer gesteld.

Tabel 21 Studenten middelbaar beroepsonderwijs (aantallen x 1.000)
  

2016

2017

2018

2019

20201

1

Aantal studenten mbo (x 1.000 excl. vavo en vanaf 2018 inclusief groen onderwijs)2

454,1

459

492,4

498,6

506,1

 

Bol

359,3

357,7

373,6

370,8

379,0

 

Bbl

94,8

101,3

118,8

127,8

127,1

 

Vavo

9,7

9,8

8,7

8,4

6,4

2

Onderwijsuitgaven per mbo-student (x € 1.000)3

8

8,1

8,3

8,3

8,6

1

Bron: DUO, 1cijferbestand. Het 1cijferbestand van DUO kan afwijken van de in voorgaande jaren gebruikte Referentieraming.

2

(Sub)totalen geven een kleine afwijking door het afronden van de aantallen.

3

De onderwijsuitgaven per student zijn berekend door de middelen voor het instrument bekostiging en de steunmaatregelen corona voor het instrument subsidies te delen door het ongewogen aantal mbo-studenten uit de referentieraming 2021.

Met de mbo-sector is het «Bestuursakkoord 2018–2022 Trots, vertrouwen en lef» afgesloten. De uitvoering van dit bestuursakkoord is in volle gang. Studenten, docenten en externe stakeholders (bedrijfsleven, regionale overheden, andere onderwijsinstellingen) worden daarbij actief betrokken. In december 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het bestuursakkoord. Het bestuursakkoord kent drie speerpunten:

  • innovatie van het onderwijs om beter in te spelen op de regionale opgave;

  • gelijke kansen voor alle studenten ongeacht afkomst;

  • leven lang ontwikkelen: uitbouwen van het onderwijs voor volwassen.

Recent is het instrument van de kwaliteitsafspraken in het mbo onderzocht door MBO in Bedrijf en de NSOB. Belangrijke conclusie van de onderzoekers is dat, ondanks enkele kritische noten vanuit het veld, er bij de mbo-scholen overwegend tevredenheid is over de invulling van de kwaliteitsafspraken en over de nieuwe verhoudingen tussen het Ministerie van OCW, de MBO Raad en mbo-scholen. Kenmerkend voor deze verhoudingen is een gelijkwaardige samenwerking, met veel ruimte voor instellingen om samen met de regionale partners in te spelen op de regionale opgaven.

De constructieve samenwerking rond het bestuursakkoord biedt een goede basis om in de komende jaren de uitdagingen waaraan het mbo wordt gesteld het hoofd te bieden.

Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 4 (bedragen x € 1.000)
      

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

 

4.478.441

4.333.854

4.424.079

5.275.175

4.993.746

4.412.944

580.802

waarvan garantieverplichtingen

5.866

‒ 20.656

110.994

‒ 7.208

107.437

0

107.437

waarvan overige verplichtingen

4.472.575

4.354.510

4.313.085

5.282.383

4.886.309

4.412.944

473.365

         

Uitgaven

4.118.177

4.209.212

4.601.918

4.654.063

4.864.049

4.679.783

184.266

         

Bekostiging

 

3.704.063

3.786.795

4.151.144

4.210.160

4.330.200

4.218.548

111.652

Hoofdbekostiging

 

3.278.808

3.298.079

3.607.090

3.678.920

3.777.137

3.673.007

104.130

 

Bekostiging mbo-instellingen1

3.210.597

3.229.517

3.537.697

3.608.204

3.704.028

3.600.387

103.641

 

Bekostiging Caribisch Nederland

7.020

6.109

5.491

5.316

5.744

7.220

‒ 1.476

 

Bekostiging vavo

61.190

62.454

63.902

65.400

67.365

65.400

1.965

Kwaliteitsafspraken

 

298.623

366.000

399.635

417.800

440.000

440.000

0

 

Investeringsbudget

179.935

183.600

196.069

381.300

440.000

440.000

0

 

Resultaatsafhankelijk budget

118.688

182.400

203.566

36.500

0

0

0

Aanvullende bekostiging

 

126.632

122.716

144.419

113.440

113.063

105.541

7.522

 

Regionaal Investeringsfonds

15.834

20.691

22.729

21.676

21.010

23.075

‒ 2.065

 

Salarismix Randstadregio's

41.277

42.293

47.591

48.397

51.503

50.000

1.503

 

Regionaal programma

 

30.400

30.400

30.400

30.550

30.466

84

 

Tegemoetkoming schoolkosten mbo

4.968

10.000

10.000

10.000

10.000

 

10.000

 

Gelijke kansen

 

4.332

18.761

2.967

0

2.000

‒ 2.000

 

Schoolmaatschappelijk werk in het mbo

15.003

15.000

14.938

 

0

  
 

Plusvoorziening overbelaste jongeren en wijkscholen

30.400

   

0

  
 

Programmagelden regio's

19.150

   

0

  

Subsidies (regelingen)

254.258

235.308

246.410

241.277

322.155

255.647

66.508

Subsidieregeling praktijkleren

188.450

196.500

201.500

204.048

213.500

212.600

900

Permanent leren

   

464

0

0

0

Leven Lang Ontwikkelen

    

3.895

11.750

‒ 7.855

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met taal

11.688

14.072

22.780

16.007

16.031

14.500

1.531

Loopbaanorientatie

737

1.462

2.949

3.234

3.275

1.275

2.000

Vakwedstrijden mbo

    

3.200

3.200

0

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

    

69.745

0

69.745

ROC Leiden

32.458

7.017

525

 

0

  

Overige subsidies

20.925

16.257

18.656

17.524

12.509

12.322

187

Opdrachten

 

11.642

15.567

8.573

8.238

5.039

4.990

49

In- en uitbesteding

3.515

6.214

4.228

3.590

5.039

4.990

49

Caribisch Nederland

8.127

9.353

4.345

4.648

0

 

0

Bijdrage aan agentschappen

29.760

24.328

21.108

17.831

21.868

19.334

2.534

Dienst Uitvoering Onderwijs

27.312

22.128

18.312

15.539

19.758

16.334

3.424

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

2.448

2.200

2.796

2.292

2.110

3.000

‒ 890

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

3.984

51.901

54.910

54.998

61.156

66.399

‒ 5.243

College voor Toetsen en Examens

    

0

6.893

‒ 6.893

Wet SLOA

    

0

3.273

‒ 3.273

SBB

3.984

51.901

54.910

54.998

61.156

56.233

4.923

Bijdrage aan medeoverheden

114.470

95.313

119.773

121.559

123.631

114.865

8.766

RMC's

33.350

34.068

35.309

35.309

40.951

35.309

5.642

Educatie

57.548

58.985

60.391

60.356

62.174

60.356

1.818

Regionaal Programma

21.850

0

22.593

18.457

19.200

19.200

0

Caribisch Nederland

1.722

2.260

1.480

7.437

1.306

0

1.306

         

Ontvangsten

3.338

2.786

6.742

3.875

5.082

4.000

1.082

1

Vanaf 2018 inclusief de bekosting van het groen mbo-onderwijs.

De realisatie van de verplichtingenuitgaven in 2020 is € 580,8 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt onder andere verklaard door de bijstelling van de verplichtingenraming met € 92 miljoen bij het instrument regionaal programma, omdat voor dit programma de jaren 2021 t/m 2023 in 2020 additioneel zijn verplicht. Daarnaast heeft er ook een bijstelling van de verplichtingenraming zonder kaseffecten 2020 plaatsgevonden als gevolg van aanpassingen (€ 183 miljoen). Het betreft voornamelijk de doorwerking voor het bekostigingsjaar (kas) 2021 van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020 en de referentieraming 2020 die in 2020 verplicht zijn (€ 168,7 miljoen). 

De realisatie van de uitgaven 2020 ligt € 184,3 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 1,1 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De verschillen worden bij de toelichting op de instrumenten verduidelijkt.

Bekostiging

Hoofdbekostiging

Bekostiging mbo-instellingen

De rijksbijdrage die de mbo-instellingen ontvangen, is gebaseerd op de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). De bekostiging is nader uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit WEB.

Het landelijk budget dat beschikbaar is voor de mbo-instellingen wordt verdeeld in een budget voor entree-opleidingen en een budget voor de niveaus 2 t/m 4. Het budget voor de entree-opleidingen wordt verdeeld over de instellingen naar rato van het aantal ingeschreven studenten. Het budget voor de niveaus 2 t/m 4 wordt verdeeld naar rato van het aantal ingeschreven studenten en het aantal afgegeven diploma’s van elke instelling. De mate waarin een student meetelt is afhankelijk van de leerweg (beroepsopleidende leerweg (bol) of beroepsbegeleidende leerweg (bbl)) en de opleiding (c.q. de prijsfactor van de opleiding). De mate waarin een diploma meetelt is afhankelijk van het niveau en de vraag of de student al eerder een mbo-diploma heeft behaald. De regeling tegemoetkoming studiekosten liep tot en met 2019-2020, de middelen uit deze regeling (€ 10 miljoen) zouden in 2020 worden toegevoegd aan de lumpsum ten behoeve van het mbo-studentenfonds. Als gevolg van de coronacrisis heeft de behandeling van het wetsvoorstel versterken positie mbo-student vertraging opgelopen. Het mbo-studentenfonds is onderdeel van dit wetsvoorstel. Als gevolg van de vertraging is de regeling tegemoetkoming studiekosten met een jaar verlengd en zullen de middelen ten behoeve van het mbo-studentenfonds per 2021 aan de lumpsum worden toegevoegd. In 2020 is € 103,6 miljoen toegevoegd aan de lumpsum voor de mbo-instellingen. Deze stijging wordt grotendeels verklaard door de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.

Bekostiging Caribisch Nederland

Deze middelen zijn bedoeld om de instellingen in Caribisch Nederland via lumpsumbekostiging te financieren voor de studenten die middelbaar beroepsonderwijs volgen. In Caribisch Nederland wordt op alle drie de eilanden, Bonaire, St. Eustatius en Saba (BES-eilanden) middelbaar beroepsonderwijs (mbo) aangeboden. Op de twee Bovenwinds gelegen eilanden (St. Eustatius en Saba) wordt alleen een beperkt aantal entree-opleidingen en opleidingen op niveau 2 aangeboden. Op het Benedenwinds gelegen eiland Bonaire worden op alle mbo-niveaus opleidingen aangeboden.

Bekostiging vavo

De rijksbijdrage voor het verzorgen van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) is voor 2020 beschikbaar gesteld op basis van het vanaf 2015 ingevoerde bekostigingsmodel voor het vavo. De verdeling van de beschikbare middelen voor 2020 heeft plaatsgevonden aan de hand van het aantal ingeschreven studenten op 1 oktober 2018, het aantal vakken dat door studenten met een voldoende is afgesloten en het aantal afgegeven diploma’s in het kalenderjaar 2018. In 2020 is circa € 2 miljoen toegevoegd aan het budget voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.

Kwaliteitsafspraken

Investeringsbudget

Alle mbo-instellingen hebben een kwaliteitsagenda ingediend om aanspraak te kunnen maken op het investeringsbudget en resultaatafhankelijk budget voor de kwaliteitsafspraken over de periode 2019-2022. De commissie kwaliteitsafspraken mbo heeft in het voorjaar van 2019 de kwaliteitsagenda’s beoordeeld en na een herkansingsronde zijn uiteindelijk de agenda’s van alle mbo-instellingen goedgekeurd. Daardoor is aan alle instellingen het investeringsbudget toegekend.

Resultaatafhankelijk budget

Het resultaatafhankelijke deel van het budget voor de kwaliteitsafspraken wordt op twee momenten verdeeld onder de instellingen die de gestelde doelen in de kwaliteitsagenda in voldoende mate hebben gehaald. Sommige doelstellingen zijn gezien de coronapandemie moeilijker te bereiken voor de mbo-scholen, maar er zijn ook thema’s waar juist een versnelling plaatsvindt (bijvoorbeeld online onderwijs). Het beoordelingskader van de kwaliteitsafspraken biedt de Commissie kwaliteitsafspraken mbo ruimte om de resultaten integraal te beoordelen, en daarbij rekening te houden met onvoorziene (externe) omstandigheden. Dit betekent dat als kwaliteitsafspraken niet vervuld kunnen worden als gevolg van het coronavirus, de resultaatafhankelijke bekostiging toch kan worden uitgekeerd. In 2021 vindt een tussentijdse beoordeling plaats van het resultaatafhankelijk budget over de voortgang in de jaren 2019 en 2020. In 2023 vindt een eindbeoordeling plaats over de gehele periode 2019–2022.

Aanvullende bekostiging

Regionaal investeringsfonds (RIF)

Met het Regionaal Investeringsfonds worden middelen beschikbaar gesteld voor duurzame publiek-private samenwerking (pps) van beroepsonderwijs, bedrijfsleven en regionale overheden. Mbo-instellingen kunnen een aanvraag doen voor bekostiging van een samenwerkingstraject dat leidt tot verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. De samenwerkingspartners dragen financieel voor 50% tot 67% bij. In 2020 is € 21 miljoen uitgekeerd. Dat is € 2,1 miljoen minder dan in de vastgestelde begroting staat. Dit is onder andere te verklaren door een meerjarige kasschuif om de beschikbare middelen voor de RIF-regeling in overeenstemming te brengen met het (verwachte) betalingsritme.

Salarismix Randstadregio’s

In het Actieplan Leerkracht van Nederland zijn afspraken vastgelegd over de ambities op het gebied van professionalisering en de versterking van de salarismix in de Randstadregio’s. Er zijn via de «Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s", aanvullend op de lumpsum, structureel middelen beschikbaar gesteld om in deze regio’s tot een versterking van de salarismix te komen. Al deze middelen zijn in 2020 aan de scholen uitgekeerd volgens de in de regeling vastgestelde verdeling. De cijfers over de invulling van de salarismix in 2020 in de totale Randstad zullen in 2021 verschijnen op www.functiemix.nl.

Regionaal programma

In de eerste helft van 2020 zijn alle Regionale Meld- en Coördinatiepunten (RMC-regio's) verder gegaan met de uitvoering van de afspraken uit de vierjarige regionale programma’s voor de aanpak van voortijdig schoolverlaten (vsv) en de begeleiding van jongeren in een kwetsbare positie. Aan het begin van het schooljaar 2020-2021 zijn alle regio’s gestart met het nieuwe vierjarige regionale programma, waarin zij wederom maatregelen nemen om vsv te voorkomen en te bestrijden en jongeren in een kwetsbare positie te begeleiden. Voor de uitvoering van het regionaal programma was in 2020 in totaal € 49,8 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 30,6 miljoen via de contactschool naar de regio gegaan en € 19,2 miljoen via de RMC-contactgemeente naar de regio (zie Bijdrage aan medeoverheden).

Tegemoetkoming schoolkosten mbo

De regeling tijdelijke voorziening leermiddelen is in 2020 met een jaar verlengd. Om deze reden is in 2020 de realisatie € 10 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Via de regeling is € 10 miljoen beschikbaar gesteld om de schoolkosten voor minderjarige bol-studenten uit minimagezinnen te beperken. Hiermee wordt geborgd dat minderjarige bol-studenten niet vanwege financiële redenen afzien van een mbo-opleiding en dat deze studenten de opleiding volgen die bij hun talenten en ambities past. Het budget is in zijn geheel uitgeput.

Gelijke kansen

De realisatie is in 2020 € 2 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit is veroorzaakt door een incidentele overboeking van € 2 miljoen van het onderdeel Gelijke Kansen naar het onderdeel Loopbaanoriëntatie onder het instrument subsidies.

Subsidies

Praktijkleren

De subsidieregeling praktijkleren heeft tot doel werkgevers te stimuleren om praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen aan te bieden. Dankzij de regeling kunnen leerlingen, studenten of werknemers die een (beroeps)opleiding volgen, zich beter voorbereiden op de arbeidsmarkt en kunnen werkgevers beschikken over beter opgeleid personeel. De subsidie is een tegemoetkoming voor de kosten die een werkgever maakt voor begeleiding. In 2020 was voor de reguliere regeling praktijkleren € 202,9 miljoen subsidie beschikbaar, inclusief € 0,9 miljoen in verband met een correctie op het budget voor de uitvoeringskosten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het grootste deel van het subsidiebudget (€ 194,8 miljoen) was bestemd voor het mbo en de overige middelen waren bestemd voor de compartimenten vmbo, hbo en promovendi en technologisch ontwerpers in opleiding (toio's). In de regeling geldt een maximum subsidiebedrag van € 2.700 per volledige praktijk- of werkleerplaats. Werkgevers ontvingen echter € 2.079 per praktijkleerplaats in het mbo en maximaal € 655 per praktijkleerplaats in het hbo. Om het aanbod van mbo-praktijkleerplaatsen in de sectoren landbouw, horeca en recreatie te stimuleren was voor deze sectoren € 10,6 miljoen beschikbaar voor een aanvullende subsidie, bovenop de reguliere subsidie. Per mbo-praktijkleerplaats kwam de aanvullende subsidie in 2020 uit op € 1.567.

Leven lang ontwikkelen

Het Ministerie van OCW werkt met andere departementen, sociale partners, onderwijsinstellingen en andere stakeholders aan het realiseren van een doorbraak op leven lang ontwikkelen (permanent leren). In 2020 zijn de beschikbare OCW middelen voor het verbeteren van de randvoorwaarden voor leven lang ontwikkelen ingezet voor de subsidieregeling flexibel beroepsonderwijs derde leerweg en de verkenning van een digitaal scholingsoverzicht. De realisatie is € 7,9 miljoen lager dan de vastgestelde begroting van € 11,8 mln. Dit wordt veroorzaakt door een kasschuif van € 3,7 miljoen aan middelen voor de regeling flexibilisering mbo. Daarnaast is op het onderdeel flexibilisering in 2020 sprake van een overlopende verplichting van € 1 miljoen om de beschikbare middelen, conform regeling, in overeenstemming te brengen met het betalingsritme en is er € 0,9 miljoen vrijgevallen. Ook is € 2,4 miljoen van de oorspronkelijke begroting overgeboekt naar het instrument opdrachten t.b.v. het scholingsportaal en kleinere opdrachten.

Tel mee met Taal

Ter ondersteuning van de aanpak van laaggeletterdheid zijn in 2020 middelen beschikbaar gesteld als bijdrage aan het landelijke programma «Tel mee met Taal» dat door de Ministeries van OCW, SZW, VWS en BZK wordt uitgevoerd en gefinancierd. Met dit programma worden onder andere gemeenten, aanbieders van cursussen, werkgevers, bibliotheken en maatschappelijke organisaties ondersteund om laaggeletterden te herkennen, door te verwijzen en te scholen. De activiteiten worden door verschillende partijen uitgevoerd. In 2020 is er onder meer een landelijk Expertisepunt Basisvaardigheden opgericht en is begonnen met het certificeren van taalhuizen. Mede dankzij een in het Regeerakkoord opgenomen extra investering van € 5 miljoen per jaar, investeert het kabinet gedurende de looptijd van het programma (2020-2024) in totaal bijna € 125 miljoen in maatregelen voor de aanpak van laaggeletterdheid. Dit is een aanvulling op het structurele budget voor volwasseneneducatie dat gemeenten ontvangen (€ 60,4 miljoen per jaar).

Loopbaanoriëntatie (LOB)

De middelen zijn ingezet ten behoeve van betere studiekeuze- en arbeidsmarktvoorlichting via het portal KiesMBO met objectieve informatie over mbo-opleidingen, beroepen en arbeidsmarkt. Daarnaast zijn de middelen via het Expertisepunt LOB ingezet voor verbetering van de loopbaanbegeleiding in het mbo inclusief de overgangen vmbo-mbo-hbo en via het Kennispunt Gelijke Kansen, diversiteit en inclusie (GKDI) voor betere loopbaanbegeleiding en voorbereiding op de arbeidsmarkt van jongeren met een migratieachtergrond en of lage sociaal economische status. De realisatie is in 2020 € 2 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit is veroorzaakt door een incidentele overboeking van € 2 miljoen van het onderdeel Gelijke Kansen naar het onderdeel loopbaanoriëntatie onder het instrument subsidies.

Vakwedstrijden mbo

Voor het organiseren van vakwedstrijden is op basis van de subsidieregeling vakwedstrijden vmbo en mbo in 2020 € 3,2 miljoen subsidie toegekend aan World Skills Netherlands (WSNL).

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

Met de subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s onderwijs 2020–2021 hebben bekostigde po-scholen, vo-scholen en mbo-instellingen alsmede niet-bekostigde instellingen overige educatie in 2020 de mogelijkheid gekregen om subsidie aan te vragen voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s. Dit is een steunmaatregel naar aanleiding van de coronacrisis. De programma's zijn bedoeld om achterstanden, ontstaan door de (gedeeltelijke) sluiting van de scholen en instellingen wegens de coronacrisis, weg te werken. De doelgroep van de regeling bestaat uit po-leerlingen, vo-leerlingen en mbo-studenten in een kwetsbare positie (met een vergroot risico) op leer- en ontwikkelachterstanden of studievertraging, mbo-studenten met studievertraging in de beroepspraktijkvorming en vavo-studenten en deelnemers overige educatie met studievertraging. Voor alle categorieën geldt dat (het vergrote risico op) de achterstanden en studievertraging het gevolg moet zijn van genoemde sluiting. Voor de mbo-studenten was er in totaal € 65,1 miljoen beschikbaar inclusief verhoging van € 0,5 miljoen. Voor de vavo-studenten was er in totaal € 2 miljoen beschikbaar en voor de deelnemers overige educatie was er in totaal € 2,6 miljoen beschikbaar inclusief verhoging van € 1,4 miljoen. De verhogingen vonden plaats in het tweede aanvraagtijdvak om alle aanvragen geheel te kunnen honoreren. Aangezien het budget voor mbo en overige educatie daarmee is uitgeput, is er voor die sectoren geen derde tijdvak geweest.

Overige subsidies

Hieronder vallen posten zoals het Techniekwerken vo+mbo, ondersteuning RMC’s, School en veiligheid en Kennispunt onderwijs & examinering.

Opdrachten

In- en uitbesteding

Dit betreft middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken.

Bijdragen aan agentschappen

Dienst Uitvoering Onderwijs

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van de bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft hier het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel. De realisatie is in 2020 € 3,4 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting doordat er meer uitvoeringskosten benodigd waren dan begroot.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft middelen ontvangen voor het uitvoeren van de subsidieregeling praktijkleren.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

College voor Toetsen en Examens (CvTE)

Het CvTE is een zbo dat verantwoordelijk is voor de examens voor rekenen en taal in het beroepsonderwijs en staatsexamens Nederlands als tweede taal. De realisatie is in 2020 € 6,9 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit komt doordat er ten behoeve van het werkprogramma CvTE 2020 € 8,1 miljoen is overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs). Om de middelen hiervoor bij het juiste budget te plaatsen heeft er daarnaast een structurele overboeking van circa € 1,2 miljoen van het onderdeel Wet SLOA naar het onderdeel CvTE plaatsgevonden.

Wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende activiteiten (SLOA)

De subsidieverlening voor Cito verloopt op basis van de Wet SLOA. De middelen worden ingezet voor het ontwikkelen van centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels in het mbo door Cito. De realisatie in 2020 is € 3,3 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit komt mede omdat er een overboeking heeft plaatsgevonden in 2020 van € 1 miljoen naar het onderdeel overige subsidies. Door een wijziging in het beleid voor rekenexamens worden de rekenexamens niet meer belegd bij Cito. In plaats daarvan worden deze middelen ingezet ter subsidiëring van de opstart van een nieuwe coöperatie waarbinnen rekenexamens door en voor de mbo-scholen worden gemaakt. In dit kader heeft er ook een meerjarige kasschuif plaatsgevonden om de beschikbare middelen hiervoor in overeenstemming te brengen met het juiste betalingsritme. Daarnaast heeft er een structurele overboeking van circa € 1,2 miljoen plaatsgevonden van het onderdeel Wet SLOA naar het onderdeel CvTE.

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

De SBB heeft in 2020 middelen ontvangen voor de uitvoering van wettelijke taken. SBB onderhoudt onder andere de kwalificatiestructuur in het mbo. In 2020 heeft SBB voor diverse opleidingen de kwalificatiedossiers aangepast en geactualiseerd. Een andere wettelijke taak die SBB heeft uitgevoerd is het zorgen voor voldoende kwalitatief goede stageplaatsen en leerbanen in het mbo. Naast de reguliere middelen heeft SBB in 2020 € 4 miljoen aan extra middelen ontvangen voor de uitvoering van het actieplan stages en leerbanen. Dit is een steunmaatregel om de stagetekorten ten gevolge van de coronacrisis zoveel mogelijk te beperken.

Bijdragen aan medeoverheden

Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC's)

Gemeenten hebben met de RMC-functie de taak om deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt te volgen van jongeren tot 23 jaar die geen startkwalificatie hebben. De RMC-functie zorgt er samen met andere betrokken partijen in de regio voor dat deze jongeren worden begeleid naar school, zorg, werk of een combinatie daarvan. De financiering voor de uitvoering van de RMC-taak vindt plaats middels een specifieke uitkering. In 2020 is er € 5,6 miljoen meer gerealiseerd dan de vastgestelde begroting. Dit wordt verklaard door een eenmalig extra specifieke uitkering van € 4 miljoen voor het voorkomen van uitval en werkloosheid onder vsv'ers, onderdeel van de corona-steunmaatregelen. Daarnaast is er in 2020 € 1,6 miljoen aan loon- en prijsontwikkeling toegevoegd.

Educatie

Sinds 1 januari 2015 wordt het educatiebudget per specifieke uitkering verstrekt aan samenwerkende gemeenten binnen een arbeidsmarktregio (via de contactgemeente). Gemeenten besteden dit budget aan opleidingen Nederlandse taal, rekenen en digitale vaardigheden voor de doelgroepen van het educatie-aanbod, waaronder laaggeletterden en niet-inburgeringsplichtige migranten. Gemeenten hebben voor de besteding van het budget bestedingsvrijheid. Zo kunnen gemeenten opleidingen aanbieden die aansluiten bij de vraag van de diverse doelgroepen van de volwasseneneducatie.

Regionaal programma

Voor de uitvoering van het regionaal programma voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie is in 2020 een bedrag van € 19,2 miljoen uitgekeerd. Dit is in de vorm van een specifieke uitkering aan RMC-contactgemeenten verstrekt.

Caribisch Nederland

Aan de openbare lichamen in Caribisch Nederland wordt jaarlijks een bijzondere uitkering verstrekt voor de Sociale Kanstrajecten Jongeren (SKJ). Voor de samenwerking met Curaçao, Sint Maarten en Aruba worden middelen beschikbaar gesteld, bestemd voor het stimuleren van studeren in de regio en het bevorderen van voorzieningen in de regio, mede ten behoeve van de inwoners van Caribisch Nederland. De realisatie is in 2020 € 1,3 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit wordt met name verklaard doordat de middelen voor de SKJ op het instrument bekostiging stonden. De SKJ is echter een bijdrage aan medeoverheden en wordt daarom op dat instrument gerealiseerd.

Ontvangsten

De ontvangsten van € 5,1 miljoen in 2020 zijn onder andere het gevolg van afrekeningen die betrekking hadden op subsidies en regelingen.

Licence