Base description which applies to whole site

4.6 Beleidsartikel 17 Luchtvaart

Het versterken van de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse luchtvaartsector en het realiseren van een efficiënt, veilig en duurzaam luchtvaartbestel voor goederen, passagiers en omwonenden.

Regisseren

De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart. De rol «regisseren» heeft betrekking op de volgende taken:

  • Voor een veilig en duurzaam gebruik van netwerken stelt de Minister normen en handhaaft deze. Daarbij valt te denken aan de wetgeving voor het Nieuw Normen- en Handhavingstelsel Schiphol om geluidshinder te beperken. Om de concurrentiekracht van de luchtvaart te versterken streeft de Minister internationaal naar een gelijk speelveld. Daarin passen een actief Nederlands lidmaatschap van de International Civil Aviation Organization (ICAO) en een gerichte bijdrage in de totstandkoming van Europese regelgeving inclusief een actieve rol in agentschappen als de European Aviation Safety Agency (EASA).

  • Voor het in stand houden en versterken van het luchtvaartnetwerk van verbindingen van Nederland met de rest van de wereld zijn internationale overeenkomsten cruciaal (multilateraal en bilateraal). De Minister sluit hiertoe overeenkomsten met de vanuit de Nederlandse luchtvaartpolitiek gezien belangrijke landen.

  • Daarnaast wordt mede vanuit het oogpunt van verbetering van het milieu en van de kwaliteit van de leefomgeving de innovatie en de transitie naar een duurzame luchtvaart bevorderd.

  • IenW zorgt voor de regelgeving op het gebied van marktordening, passagiersrechten, veiligheid, milieu en security. Veel van deze regelgeving komt in internationaal of Europees kader tot stand. In deze kaders levert Nederland een actieve bijdrage gericht op de Nederlandse belangen.

  • De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en verbeteren van de inrichting, het beheer en het gebruik van het luchtruim en op de verbetering van de prestaties van Luchtverkeersleiding Nederland en het Maastricht Upper Area Control Centre, een intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (co-locatie) en een betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).

  • De Minister geeft zoveel mogelijk ruimte voor ondernemerschap, met een maximaal beroep op de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven voor duurzaamheid en voor een permanente verbetering van de veiligheid middels introductie van veiligheidsmanagement en toezicht gebaseerd op risico’s en veiligheidsprestatie.

  • De Minister richt zich op het veilig stellen van voldoende nationale luchthavencapaciteit en geeft invulling aan de wettelijke taken en verplichtingen ten aanzien van inrichting en gebruik van luchthavens en de omgeving.

  • Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.

  • Tevens draagt de Minister zorg voor een actieve inzet van Nederland in internationale gremia waar discussies worden gevoerd en besluiten worden genomen die van invloed zijn op het Nederlandse (mainport)beleid, zoals in de Europese Raad van Transportministers.

  • Het behalen van de doelstelling hangt af van de betrokkenheid van en samenwerking met andere overheden en het bedrijfsleven. Daarnaast spelen het innovatieve vermogen van en technologische ontwikkelingen in de luchtvaartsector, de internationale ontwikkelingen en ontwikkelingen in internationale organisaties (EU, Eurocontrol, EASA, ICAO, e.a.) een rol alsmede economische ontwikkelingen in Nederland.

Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

Tabel 35 Indicator: Creëren van luchthavencapaciteit Schiphol
 

Basiswaarde

    

Realisatie

Streefwaarde

 

2009

2016

2017

2018

2019

2020

2020

Gerealiseerde vliegtuigbewegingen t.o.v plafond 500.000

390.000

479.000

497.000

499.446

497.303

227.317

500.000

 

78%

96%

99%

99%

99%

44%

100%

Bron realisatie: https://www.schiphol.nl/nl/schiphol-group/pagina/verkeer-en-vervoer-cijfers Bron streefwaarde: (Kamerstukken II 2014–2015 34 098, nr. 1–3).

Toelichting

Voor de luchthaven Schiphol is in 2008 voor de periode tot en met 2020 een plafond voor het aantal vliegtuigbewegingen afgesproken van 510.000. In 2015 is dat plafond verlaagd naar 500.000 per jaar. Het Rijk heeft daarnaast de verantwoordelijkheid voor het creëren van capaciteit op de luchthavens Eindhoven en Lelystad.

Er is gewerkt aan het wettelijk verankeren van het Nieuwe Normen- en Handhavingstelsel voor de luchthaven Schiphol (NNHS). Dit is van belang voor de indicator over luchthavencapaciteit, omdat de toegestane aantal vliegbewegingen een afgeleide zijn van deze regelgeving. De wet waarin dit stelsel is opgenomen, is op 30 maart 2016 gepubliceerd in het Staatsblad, maar nog niet formeel in werking getreden. Het bij de nieuwe wet behorende Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) is nog in voorbereiding. Totdat het in voorbereiding zijnde LVB in werking is getreden, is het nieuwe stelsel formeel nog niet van kracht.

De impact van Covid-19 op de luchtvaart was in 2020 gigantisch. Het jaar begon met reisbeperkingen van en naar China, waarbij het effect op Schiphol en Nederland nog beperkt was. In het voorjaar breidden die beperkingen zich over de gehele wereld uit, met op het dieptepunt allerlei vliegverboden waardoor bijna alleen nog maar vrachtvluchten door konden gaan. De terugval in Europa bedroeg op dat moment ‒ 92,8% (gemiddeld 2099 vluchten per dag). Tijdens de zomer herstelde het vliegverkeer zich langzaam en was er sprake van een voorzichtig herstel in augustus. Vanaf september nam het vliegverkeer weer af doordat het virus in Nederland en omliggende landen weer oplaaide waardoor er negatieve reisadviezen voor verschillende landen werden afgegeven. Het gemiddeld aantal vluchten van de top 10 Europese luchtvaartmaatschappijen nam in 2020 af tussen de 45% ‒ 67%.

Tabel 36 Indicator: Creëren extra luchthavencapaciteit Eindhoven en Lelystad
 

Basiswaarde 2009

Gerealiseerd t/m 2016

Gerealiseerd t/m 2018

Gerealiseerd t/m 2019

Gerealiseerd t/m 2020

Streefwaarde 2020

Luchthaven capaciteit Eindhoven

0

25.000

25.000

25.000

25.000

25.000

Luchthaven capaciteit Lelystad

0

45.000

45.000

45.000

45.000

45.000

Bron Eindhoven Airport: Luchthavenbesluit Eindhoven 2014 (Stb. 2014, 356 en Kamerstukken II, 2013–2014, 31 936, nr. 187), Vergunning burgermedegebruik exploitant militaire luchthaven Eindhoven ten behoeve van Eindhoven Airport N.V. (gebruiksjaren 2016 tot en met 2019) (Stcrt,. 2015, 47829), Vergunning burgermedegebruik exploitant militaire luchthaven Eindhoven ten behoeve van Eindhoven Airport N.V. (Stcrt., 2019, 71975). Bron Lelystad: Luchthavenbesluit Lelystad (Staatsblad 2015, nr. 130.).

Toelichting

De ontwikkeling van Eindhoven en Lelystad (met in totaal 70.000 extra vliegtuigbewegingen op jaarbasis) moet ervoor zorgen dat Schiphol meer ruimte overhoudt voor mainportverkeer en de concurrentiepositie van Schiphol wordt versterkt, conform het Convenant «Behoud en versterking mainportfunctie en netwerkkwaliteit luchthaven Schiphol».

Op 31 december 2019 liep de burgermedegebruiksvergunning af op basis waarvan Eindhoven Airport voor de jaren 2016 tot en met 2019 gebruik kon maken van de militaire luchthaven Eindhoven (Stcrt. 2015, 47829). Met die vergunning werd de volledige ruimte van 25.000 extra civiele vliegtuigbewegingen aan Eindhoven Airport vergund. Als gevolg van de uitvoering van het advies van de heer Pieter van Geel ‘Opnieuw verbonden’ ten aanzien van de korte termijn is voor de gebruiksjaren 2020 en 2021 op 20 december 2019 een nieuwe burgermedegebruiksvergunning door de staatssecretaris van Defensie in overeenstemming met de minister van IenW aan Eindhoven Airport afgegeven (Stcrt. 2019, 71975 en Kamerstukken II 2019-2020, 31 936, nr. 713). Voor deze twee jaren wordt in plaats van de volledige civiele geluidsruimte een maximum aantal vliegtuigbewegingen van 41.500 vergund en ook zijn de geplande vluchten na 23:00 uur vanaf 25 oktober 2020 niet meer toegestaan.

Ten behoeve van de uitbreiding van Lelystad Airport heeft het kabinet een Luchthavenbesluit vastgesteld dat op 1 april 2015 in werking is getreden met een voorziene uitbreiding van de luchthaven voor groot commercieel verkeer: gefaseerd naar maximaal 45.000 vliegtuigbewegingen. Tot de herziening van het luchtruim is dit aantal maximaal 10.000 vliegtuigbewegingen. Alle betrokken overheden en marktpartijen werken met volle inzet aan ingebruikname van de luchthaven. Op 31 maart 2020 is de Tweede Kamer bij brief geïnformeerd dat de openingsdatum van Lelystad Airport voor groot commercieel verkeer is uitgesteld (Kamerstukken II 2019-2020, 31 639, nr. 732).

Tabel 37 Indicator: Positie in de ranglijst o.b.v. aeronautical kosten (luchthavengelden, ATC-heffingen, overheidsheffingen) van hoog (positie 1) tot laag (positie 10)

Ranglijst kostenniveau (van hoog naar laag)

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Streefwaarde 2016 e.v.

London Heathrow (LHR)

1

1

1

1

1

 

Parijs (CDG)

4

4

4

4

5

 

Frankfurt (FRA)

2

2

2

2

2

 

Gatwick

3

3

5

5

3

 

Schiphol

9

10

10

10

9

< LHR, FRA, CDG

Zürich

5

5

6

6

6

 

München

6

6

3

3

4

 

Brussel

8

8

7

7

8

 

Madrid

7

7

8

8

10

 

Bron: SEO Benchmark Luchthavengelen en Overheidsheffingen van verschillende jaren (2014 t.m. 2020)

Toelichting

Het is belangrijk dat de kosten voor luchtvaartmaatschappijen op Schiphol concurrerend zijn ten opzichte van andere luchthavens. Een concurrerend kostenniveau draagt immers bij aan het in stand houden van het netwerk van luchtverbindingen van en naar Nederland. Om een beeld te krijgen van het relatieve kostenniveau van Schiphol vindt jaarlijks een vergelijking plaats van de luchthavengelden, de Air Traffic Control (ATC)-heffingen en de overheidsheffingen op Schiphol en een aantal concurrerende luchthavens. In deze benchmark wordt berekend wat op de verschillende luchthavens voor een identiek pakket vluchten, dat representatief is voor Schiphol, aan deze kosten betaald zou moeten worden. In de benchmark wordt Schiphol met de belangrijkste concurrerende West-Europese luchthavens vergeleken en met de luchthavens Dubai en Istanbul. In de benchmark 2020 zijn voor het eerst ook de luchthavens Düsseldorf en Kopenhagen opgenomen. De vier luchthavens Dubai, Istanbul, Düsseldorf en Kopenhagen zijn geen onderdeel van de indicator in de tabel hierboven. De resultaten van de laatste benchmark laten zien dat het totale berekende kostenniveau op Schiphol medio 2020 lager is dan de meeste andere onderzochte West-Europese luchthavens in de benchmark. Alleen de kostenniveaus van Madrid en Kopenhagen is lager. Daarnaast zijn ook de kostenniveaus van de verder weg gelegen concurrerende hubs Istanbul en Dubai in 2020 lager dan van Schiphol.

Tabel 38 Kengetal: Geluidsbelasting rond Schiphol

Periode

2016

2017

2018

2019

2020

Grenswaarde TVG

Gedurende het gehele etmaal (Lden)

62,79

62,81

62,57

62,53

n.n.b

63.46 dB(A)

Gedurende de periode van 23.00 tot 7.00 uur (Lnight)

52,46

52,25

51,68

51,72

n.n.b

54.44 dB(A)

Bron: Handhavingsrapportage Schiphol (ILT, 2019) Bron grenswaarde: Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (2004).

Toelichting

In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol zijn voor de luchthaven grenzen gesteld aan het totale volume van de geluidbelasting (TVG) dat het vliegverkeer in een jaar mag produceren. In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol is vastgelegd dat het totale volume van de geluidbelasting afkomstig van het luchthavenluchtverkeer bij Schiphol per gebruiksjaar overdag (de Lden) niet meer dan 63,46 dB(A) en voor de nacht (de Lnight) niet meer dan 54,44 dB(A) mag bedragen. Bij dreigende overschrijding wordt door de ILT handhavend opgetreden.

Voor de jaarlijkse totale risicogewicht score (TRG-score) voor Schiphol in relatie tot de TRG-grenswaarde in het Luchthavenverkeerbesluit wordt verwezen naar de handhavingsrapportage Schiphol, ILT, 2019.

De gegevens over 2020 waren nog niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2022.

Tabel 39 Kengetal: Aantal passagiersbestemmingen waarnaar (> 2 x per jaar) met vnl. geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven

Luchthaven

2016

2017

2018

2019

2020

Amsterdam

262

266

272

277

271

Frankfurt

290

309

322

319

295

London Heathrow

186

203

210

220

249

Parijs Charles de Gaulle

290

294

316

330

294

Brussel

193

200

204

203

191

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS), op basis van APGdat.

Toelichting

In deze tabel is het aantal passagiersbestemmingen per luchthaven opgenomen waarvoor geldt dat deze meer dan twee keer per jaar worden aangevlogen. Omdat er in het begin van 2020 nog geen restricties waren als gevolg van COVID-19, is het effect van de pandemie op het aantal bestemmingen niet zo groot. Op Frankfurt, Parijs Charles de Gaulle en Brussel daalt het aantal bestemmingen in 2020 sterker dan op Schiphol. Opvallend is dat het aantal bestemmingen op Londen Heathrow gestegen is.

Tabel 40 Kengetal: Aantal vliegtuigbewegingen, passagiers en vrachttonnage per luchthaven
 

2016

2017

2018

2019

2020

Vliegbewegingen (x 1.000)

     

Amsterdam

479

497

499

497

227

Frankfurt

453

465

501

503

204

London Heathrow

473

474

476

476

201

Parijs Charles de Gaulle

473

476

481

498

212

Brussel

207

221

218

218

83

Passagiers (in miljoenen)

     

Amsterdam

64

68

71

72

21

Frankfurt

61

64

69

70

19

London Heathrow

76

78

80

81

22

Parijs Charles de Gaulle

66

69

72

76

22

Brussel

22

25

26

26

7

Vracht (x 1.000 ton)

     

Amsterdam

1.662

1.731

1.716

1570

1442

Frankfurt

2.029

2.109

2.087

2005

1857

London Heathrow

1.541

1.698

1.685

1587

1141

Parijs Charles de Gaulle

1.953

2.011

1.987

1903

1618

Brussel

464

513

532

489

506

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS / ACI)

Toelichting

Bovenstaande kengetallen geven het verkeer (vliegtuigbewegingen) en vervoer (passagiers en vracht) op Schiphol weer in vergelijking met andere grote Noordwest-Europese luchthavens. Op alle luchthavens zijn de aantallen vliegtuigbewegingen en passagiers in 2020 als gevolg van COVID-19 sterk gedaald. De daling op Schiphol is iets minder sterk dan op de andere luchthavens. Het effect van de pandemie op het vrachtvervoer is veel minder sterk.

Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties

De jaarlijkse Monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties van SEO Economisch Onderzoek geeft een beeld van de ontwikkeling van de netwerkkwaliteit op Schiphol ten opzichte van de belangrijkste concurrerende luchthavens. Daarnaast wordt in de monitor het netwerk van Air France KLM vanaf Schiphol vergeleken met dat vanaf Parijs Charles de Gaulle. Zo wordt de naleving van de staatsgaranties gevolgd die in het kader van de fusie van KLM met Air France zijn afgesproken. De monitor richt zich op de kwaliteit van de directe verbindingen vanaf luchthavens («directe connectiviteit»), de verbindingen vanaf luchthavens met een overstap onderweg («indirecte connectiviteit») en de huboperatie op luchthavens («hubconnectiviteit»).

De Monitor netwerkkwaliteit en staatsgaranties 2020 laat zien dat de luchtvaartsector hard geraakt is door COVID-19. De connectiviteit van Schiphol is sterk gedaald. Opvallend is dat Schiphol zich in vergelijking met de concurrentie het minst slecht heeft ontwikkeld: andere luchthavens zien een nog sterkere daling in de verschillende connectiviteitsmaten. De netwerken van Air France-KLM zijn zowel op Schiphol als op Parijs Charles de Gaulle zwaar getroffen door het coronavirus. In verhouding presteert Schiphol iets beter. De aangeboden vrachtcapaciteit van Air France-KLM daalt op beide luchthavens, doordat een groot deel van de bellycapaciteit op intercontinentale passagiersvluchten wegvalt. Om dit verlies deels te compenseren heeft Air France-KLM op bepaalde routes passagierstoestellen ingezet als vrachtvlucht.

Tabel 41 Kengetal: Gemiddelde vertraging per vlucht toe te rekenen aan Air Traffic Management (in minuten)
 

2016

2017

2018

2019

2020

Taakstelling vanaf 2000 met herijking voor 2002-2006

0,5

0,5

0,5

0,5

n.n.b.

Gerealiseerd

0,91

0,94

1,83

1,67

n.n.b.

Bron: Performance Review Body, Performance Monitoring Dashboarrd 2019.

Toelichting

Het Rijk heeft geen directe invloed op het aantal minuten vertraging in het Europese luchtruim. Dit kengetal is een internationaal gemiddelde en wordt bepaald door operationele factoren, zoals capaciteitsplanning, human resource management, weersomstandigheden en stakingen. Dit kengetal geeft bij gebruikelijke verkeersvolumes wel een beeld van de efficiëntie van het luchtvaartbestel. Vanwege het beperkte verkeersvolume in 2020 is dat voor dit jaar slechts beperkt het geval.

De gegevens over 2020 waren nog niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2022.

Tabel 42 Kengetal: Gemiddelde ATFM-vertraging per vlucht
 

2016

2017

2018

2019

2020

Grenswaarde

     

Gemiddelde ATFM-vertraging (en route en airport) per vlucht in minuten per vlucht gerealiseerd

2

2

2

2

n.n.b

Gerealiseerd

     

Gemiddelde ATFM-vertraging (en route en airport) per vlucht in minuten per vlucht gerealiseerd

    

n.n.b.

Gerealiseerd

     

Gemiddelde ATFM-vertraging (airport) per vlucht in minuten per aankomende vlucht volgens de PRB methode

2

3,22

2,19

3,88

n.n.b

Bron: Performance Review Body, Performance Monitoring Dashboard 2019.

Toelichting

Dit kengetal heeft betrekking op de gemiddelde vertraging op Nederlandse luchthavens. Het merendeel van de vertragingen treedt op in de terminalfase van een vlucht en wordt veroorzaakt door weersomstandigheden (storm, mist, sneeuw) die een direct negatief effect hebben op de afhandeling van de starts en landingen in de vluchtfase beneden een hoogte van een kilometer. Ondanks het beperkte verkeersvolume hebben deze factoren ook in 2020 voor beperkte vertragingen gezorgd.

LVNL hanteert met ingang van 2015 dezelfde systematiek als de Performance Review Body om vertragingen te meten. Verder heeft LVNL in 2015 de vertragingswaarden vanaf 2010 herberekend volgens de PRB-systematiek om de effecten van de wijziging van de meetsystematiek transparant weer te geven. Er is uitsluitend sprake van een technische wijziging in de meetsystematiek zonder een beleidsmatige impact.

De gegevens over 2020 waren nog niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij de begroting 2022.

Het regeerakkoord heeft een Luchtvaartnota 2020-2050 aangekondigd. Op 15 mei 2020 is de Ontwerp-Luchtvaartnota 2020-2050 verschenen (Kamerstukken II 2019-2020, 31 936, nr. 741) en vervolgens ter inzage gelegd. Na verwerking van de inspraakreacties is de Luchtvaartnota op 20 november 2020 vastgesteld in het Kabinet (Kamerstukken II 2019-2020, 31 936, nr. 820). De Luchtvaartnota is opgebouwd rond vier publieke belangen: het borgen van de veiligheid, het zorgdragen voor een goede internationale verbondenheid, het belang van een verbeterde kwaliteit van de leefomgeving en het halen van de klimaatdoelen voor de luchtvaart. Het ministerie neemt de regie bij de uitwerking en implementatie van het beleid. Dit gebeurt op basis van actuele wetenschappelijke inzichten en op een transparante wijze met betrokkenheid van belanghebbenden. De Luchtvaartnota is voorzien van een uitvoeringsagenda met daarin een overzicht en planning van de vervolgacties.

In de Luchtvaartnota is vastgelegd dat voor Schiphol van ongeclausuleerde groei geen sprake meer kan zijn en kwaliteit centraal komt te staan. Dat betekent dat eerst stappen moeten worden gezet in hinderbeperking voor de omgeving alvorens ruimte ontstaat voor verdere ontwikkeling. In 2020 is het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van het Nieuwe Normen- en Handhavingstelsel (NNHS) in de Ministerraad geaccordeerd. Dit besluit voorziet in de juridische verankering van het NNHS. Door het sterk verminderde verkeer op Schiphol als gevolg van de coronacrisis staat de ontwikkeling van Schiphol boven 500.000 in een ander licht.

Er is gewerkt aan de openstelling van Lelystad Airport om Schiphol te ontlasten. Lelystad Airport is gerealiseerd en begin 2020 is ook de Verkeersverdelingsregel (VVR) voor Schiphol en Lelystad Airport goedgekeurd door de Europese Commissie en de Raad van State. Op 31 maart 2020 is de Tweede Kamer bij brief geïnformeerd dat de openingsdatum van Lelystad Airport voor groot commercieel verkeer is uitgesteld (Kamerstukken II 2019-2020, 31 639, nr. 732). Besluit over openstelling van Lelystad Airport wordt door het volgende kabinet genomen.

Voor Eindhoven Airport is gewerkt aan de uitwerking van het sturingsmodel voor geluid, zoals de heer Van Geel dit heeft geadviseerd in zijn advies ‘Opnieuw verbonden’ van april 2019. Bij dit nieuwe sturingsmodel staat een aanzienlijke vermindering van de civiele geluidbelasting in 2030 als gevolg van het luchthavenverkeer op Eindhoven Airport centraal, in plaats van te blijven sturen op aantallen vliegtuigbewegingen. De heer Van Geel is in juli 2020 gevraagd om een aanvullend advies over het sturingsmodel uit te brengen. Dit aanvullend advies is verzonden aan de Kamer en dient als basis voor besluitvorming in een bestuurlijk overleg van begin 2021 over de toekomstige ontwikkeling van Eindhoven Airport. (Kamerstukken II 2019-2020, 31 936, nr. 828 en Kamerstukken II 2020-2021, 31 936, nr. 829).

Het Nederlandse luchtruim en het luchtverkeersleidingsconcept is sinds tientallen jaren stapsgewijs doorontwikkeld. Het doel van de luchtruimherziening is te komen tot een integrale, toekomstbestendige inrichting en beheer van het luchtruim, gebaseerd op een gewogen belangenafweging, in samenwerking met internationale partners en in voortdurende dialoog met belanghebbenden. De ontwerp-Voorkeursbeslissing (VKB) is een richtinggevend besluit op hoofdlijnen. Het bevat een conceptueel plan voor de hoofdstructuur van het toekomstig Nederlandse luchtruim alsmede een nieuw operationeel concept voor de afhandeling van het verkeer. De ontwerp-VKB wordt onderbouwd door een onafhankelijk opgestelde milieueffectrapportage in de vorm van een plan-MER. De ontwerp-VKB is in januari 2021 gepubliceerd en open gesteld voor zienswijzen.

Over de ontwikkelingen in 2020 op het gebied van duurzame luchtvaart is de Tweede Kamer geïnformeerd bij brief van 9 december 2020 (Kamerstukken II 2019-2020, 31 936, nr. 826). ). Mondiaal heeft de implementatie van CORSIA (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation) onverminderd de aandacht. De administratieve handelingen in het kader van CORSIA, zoals de emissierapportage over het jaar 2019, zijn in 2020 uitgevoerd.

Op basis van resolutie van de 40ste Algemene Vergadering van ICAO is een internationaal proces gestart met het oog op het vaststellen van een lange termijn CO2-reductiedoelstelling in 2022. Nederland is intensief bij dit proces betrokken.

Op Europees niveau heeft de Commissie een publieke consultatie geopend over de herziening van het EU ETS (European Emissions Trading System). Deze consultatie gaat in op het afbouwen van het aandeel gratis rechten en het naast elkaar bestaan van het EU ETS en CORSIA na 2024. De consultatie is een voorloper op het uiteindelijke voorstel. Naar verwachting wordt dit voorstel in het tweede kwartaal van 2021 gepresenteerd, waarna de onderhandelingen zullen starten. Nationaal is de inzet voortgezet op de ontwikkeling van duurzame alternatieve brandstoffen zoals biokerosine en synthetische kerosine en op het stimuleren van innovatieve technologie, zoals elektrisch of hybride vliegen en het efficiënt gebruik van het luchtruim. Door het ministerie van Financiën is samen met ons ministerie en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat verder gewerkt aan de invoering van financiële maatregelen, zoals deze in het regeerakkoord zijn genoemd

Het ministerie werkte in 2019 en 2020 aan de implementatie en de evaluatie van de aanbevelingen in het rapport Veiligheid vliegverkeer Schiphol van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) conform de aanpak zoals beschreven in de brief aan de OVV van 11 oktober 2017 (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018, 29 665, nr. 242). In 2019 is de onafhankelijke evaluatie gestart van de opvolging van de aanbevelingen van de OVV. Deze is op 30 maart 2020, tezamen met een integrale veiligheidsanalyse van Schiphol naar de Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2019-2020, 29 665, nr. 384).

Op 22 december 2017 is de rapportage van de beleidsdoorlichting artikel 17 Luchtvaart aan de Tweede Kamer gestuurd. In de begeleidende Kamerbrief (Kamerstukken II 2017-2018, 32 861, nr. 28) waren twee vervolgstappen aangekondigd: Ten eerste aanscherping/aanpassing van de in artikel 17 Luchtvaart opgenomen doelen, kengetallen en indicatoren en ten tweede een daaruit voortvloeiende evaluatieagenda met een planning voor beleidsmonitors en -evaluaties voor de komende doorlichtingsperiode die loopt tot 2022. Omdat het wenselijk is dat deze vervolgstappen in overeenstemming zijn met het beleid van de nieuwe luchtvaartnota, is in een verzamelbrief van 28 november aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2018-2019, 31 936, nr. 526) uitgelegd dat de invulling van deze vervolgstappen parallel zal lopen met het traject van de uitvoering van de nieuwe Luchtvaartnota (2020-2050).

Door afname van het vliegverkeer in 2020 kwam de financiering van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) onder druk te staan, want deze wordt grotendeels betaald uit de heffingen die de luchtvaartmaatschappijen betalen die het Nederlandse luchtruim gebruiken. Dit leverde voor LVNL een tijdelijk liquiditeitsprobleem op. Om in 2020 de liquiditeit te waarborgen heeft IenW zich garant gesteld voor de verhoging van het rekening courant krediet met € 120 miljoen.

Tabel 43 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde Begroting

Verschil

 
 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

 

Verplichtingen

30.324

12.483

20.877

37.066

167.781

45.574

122.207

1

Waarvan garantieverplichtingen

   

0

140.700

23.000

117.700

 

Uitgaven

27.440

14.982

21.913

28.695

33.366

25.304

8.062

 

17.01 Luchtvaart

27.440

14.982

21.913

28.695

33.366

25.304

8.062

 

17.01.01 Opdrachten

8.587

7.187

12.458

12.223

11.672

15.502

‒ 3.830

2

Opdrachten GIS

3.170

1.766

2.436

909

50

2.050

‒ 2.000

 

- Caribisch Nederland

0

0

0

1.397

1.364

6.265

‒ 4.901

 

- Overige Opdrachten

5.417

5.421

10.022

9.917

10.258

7.187

3.071

 

17.01.02 Subsidies

8.455

6.365

3.214

3.953

3.080

3.177

‒ 97

 

- Leefbaarheidsfonds

0

0

0

1.000

400

400

0

 

-Subsidie tarieven Bonaire

0

647

805

649

691

319

372

 

- Subsidie omploegen graan

1.894

1.773

1.510

1.441

1.361

1.786

‒ 425

 

- Overige Subsidies

6.561

3.945

899

863

628

672

‒ 44

 

17.01.03 Bijdragen aan agentschappen

9.040

108

4.244

4.649

6.809

1.449

5.360

3

- Waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland)

8.955

0

4.082

4.422

6.411

1.000

5.411

 

- Waarvan bijdrage aan RWS

71

88

148

213

336

435

‒ 99

 

- Waarvan bijdrage aan KNMI

14

20

14

14

14

14

0

 

- Waarvan bijdrage aan RVO

0

0

0

0

48

0

48

 

17.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

0

0

779

6.356

9.552

3.500

6.052

4

- Bijdrage Caribisch Nederland

0

0

779

6.356

9.049

3.500

5.549

 

- Overige bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

503

0

503

 

17.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

1.281

1.247

1.141

1.255

1.058

1.476

‒ 418

 

17.01.06 Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

77

75

77

259

1.195

200

995

 

Ontvangsten

8.392

1.237

1.611

1.631

1.086

1.174

‒ 88

 

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere realisatie (+ € 122,2 miljoen) op de verplichtingen wordt verklaard door de volgende zaken:

  • Bij Voorjaarsnota is de garantieverplichting aan Winair afgeboekt (- € 23 miljoen). Eind 2019 heeft Winair gemeld dat de onderneming vanwege gewijzigde marktomstandigheden en toekomstplannen thans geen behoefte meer heeft aan een garantstelling voor de aanschaf van nieuwe vliegtuigen voor de korte afstand (waaronder tussen thuisbasis St Maarten en de Nederlandse gemeenten Saba en Sint Eustatius) zoals aanvankelijk werd beoogd.

  • De hogere verplichtingenrealisatie betreft met name de garantstelling door IenW voor de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) voor de verhoging van het rekening courant krediet met € 140 miljoen. Daarnaast is een lening van € 2,7 miljoen verstrekt aan luchtvaartmaatschappij Winair. Met het verstrekken van deze lening wordt de interinsulaire connectiviteit van Saba, Sint Eustatius met Sint Maarten en Bonaire op de korte termijn gewaarborgd.

  • Airport Coordination Netherlands (ACNL) is per 1 april 2020 een publiekrechtelijk zbo onder verantwoordelijkheid van IenW. ACNL wil na omvorming tot ZBO gebruik maken van de mogelijkheid om te schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. IenW stelt zicht hiervoor garant tot een maximum van € 0,5 miljoen. Daarnaast is deze leenfaciliteit van ACNL verhoogd met € 0,2 miljoen naar € 0,7 miljoen om dit jaar de liquiditeit te waarborgen. IenW stelt zich hiervoor garant.

  • Tot slot zijn er diverse kleine verplichtingen (€ 1,8 miljoen) aangegaan die oorspronkelijk niet waren begroot.

  • 2. De lagere realisatie (- € 3,8 miljoen) op het opdrachtenbudget wordt verklaard door het volgende:

  • Voor «opdrachten GIS» zijn de uitgaven voor het Schadeschap luchthaven Schiphol (planschade en nadeelcompensatie) lager doordat er minder claims zijn geweest dan eerder was voorzien.

  • De lagere uitgaven op het instrument Opdrachten Caribisch Nederland worden voornamelijk veroorzaakt door een overboeking bij Voorjaarsnota van € 5,5 miljoen van het opdrachtenbudget naar het instrument Bijdragen aan medeoverheden ten behoeve van een bijzondere uitkering aan Sint Eustatius voor de bestrijding van erosie. Daarnaast heeft BZK een bijdrage verstrekt voor de uitgaven opdrachten Sint Eustatius.

  • Tot slot is er bij overige opdrachten € 3,1 miljoen meer gerealiseerd dan begroot.

  • 3. De hogere realisatie betreft met name de toevoeging van middelen aan de agentschapsbijdrage RWS (Caribisch Nederland) bij Miljoenennota 2021 voor de erosiebestrijding op Sint Eustatius en de update van het masterplan Sint Eustatius.

  • 4. De hogere realisatie wordt verklaard door de overboeking bij Voorjaarsnota van € 5,5 miljoen van het opdrachtenbudget naar het instrument Bijdragen aan medeoverheden ten behoeve van een bijzondere uitkering aan Sint Eustatius voor de bestrijding van erosie. Daarnaast zijn er specifieke uitkeringen verstrekt aan de gemeente Haarlemmermeer en aan de gemeente Lelystad.

Uitgaven

17.01.01 Opdrachten

Opdrachten Geluidsisolatie Schiphol (GIS)

De uitgaven die in 2020 zijn gedaan voor Schiphol hadden betrekking op aankopen in de geluidssloopzones en klachtenafhandeling. De uitgaven voor geluidsisolatie (GIS) zijn in eerdere jaren gedaan, het Geluidsisolatieprogramma fase 3 (GIS-3) is in 2012 afgerond, hiervoor zijn dus geen middelen meer beschikbaar.

Overige opdrachten

1. Programma Schiphol

In 2020 is gewerkt aan het verankeren van politiek-bestuurlijke en juridische afspraken in regelgeving. Verder is er afgelopen jaar een start gemaakt met een beoordeling van het bestaande ruimtelijk beleid rondom Schiphol. Hierin is bekeken of en zo ja, welke aanpassingen de komende jaren nodig zijn aan het Luchthavenindelingsbesluit (LIB) en om invulling te geven aan de uitgangspunten van de Luchtvaartnota. Een belangrijk aspect hiervan is het verankeren van politiek-bestuurlijke en juridische afspraken in regelgeving, hierbij gaat het om het vaststellen van een LVB en LIB.

Tot 1 juni 2020 beoordeelde het Schadeschap Schiphol de verzoeken en droeg zij zorg voor de uitkering van schadevergoeding. Het Schadeschap Schiphol is opgevolgd door het door het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat opgerichte Schadeloket Luchtvaart. Dit Schadeloket draagt per 1 juni 2020 zorg voor de afhandeling van planschade en nadeelcompensatieclaims die samenhangen met besluiten voor de luchthaven Schiphol, en de luchthavens Eelde, Lelystad, Maastricht en Rotterdam. 

2. Normen en handhavingsstelsel

Het budget is besteed aan opdrachten ten behoeve van de implementatie van het nieuwe normen- en handhavingsstelsel voor Schiphol en aanpassing van de wet- en regelgeving, zijnde de Wet luchtvaart en het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) en aan aanpassing van overige wet- en regelgeving, zijnde de Wet luchtvaart, het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB).

3. OVV-follow-up

Sinds 13 december 2018 rapporteert de minister halfjaarlijks aan de Kamer over de opvolging van de aanbevelingen van de OVV. Op 10 juli 2019 is de laatste voortgangsrapportage verschenen Kamerstukken II 2020-2021, 29 665, nr. 395. Hierin is onder meer beschreven hoe het ministerie verder werkt aan het versterken van de rol als systeemverantwoordelijke en de veiligheid op Schiphol. In 2019 is bovendien een onafhankelijke evaluatie gestart van de opvolging van de aanbevelingen van de OVV. Deze is op 30 maart 2020, tezamen met een integrale veiligheidsanalyse van Schiphol naar de Kamer gestuurd. (Kamerstukken II 2019-2020, 29 665 nr. 384). 

4. Lelystad

Lelystad Airport moet fungeren als overloopluchthaven voor Schiphol, zodat op Schiphol meer ruimte vrijkomt voor mainportgebonden verkeer. Omdat voor de openstelling van Lelystad Airport voor groot commercieel handelsverkeer een stevige extra inzet nodig is, is besloten een project Lelystad Airport in te richten. In de Kamerbrief van 21 februari 2018 (Kamerstukken II 2017-2018, 31 936, nr. 462) wordt ingegaan welke concrete stappen er moeten worden gezet in de richting van de opening van de luchthaven. Belangrijke stappen waarvoor extra inzet nodig is zijn bijvoorbeeld het wijzigen van het Luchthavenbesluit en het organiseren van een monitoringsprogramma. In de Kamerbrief van 31 maart 2020 (Kamerstukken II 2019-2020, 31 936, nr. 732) is aangegeven dat de openstelling van Lelystad Airport met een jaar is uitgesteld tot november 2021 als gevolg van COVID-19. Om een bijdrage te kunnen leveren aan het economisch herstel worden de voorbereidingen voor openstelling van Lelystad Airport voortvarend voortgezet. Daarbij gaat het om afronding van de voorhang van de wijziging van het Luchthavenbesluit uit 2015 en om een stikstofaanpak die na het wegvallen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) voldoet aan de Natuurbeschermingswet.

5. Nadere uitwerking luchtruimvisie en civiel-militaire samenwerking

Het kabinet werkt aan een nieuwe indeling van het Nederlandse luchtruim. Het programma Luchtruimherziening is gericht op het bereiken van drie samenhangende doelen: efficiënter gebruik en beheer van het luchtruim, beperking van klimaateffect en hinder in de omgeving, en verruiming van de civiele capaciteit en militaire missie effectiviteit. De Tweede Kamer is in 2020 volgens afspraak twee keer geïnformeerd over de voortgang van het programma (Kamerstukken II 2019-2020, 31936, nr. 795 en Kamerstuk 2020Z25488).

In 2020 is hard gewerkt aan het opstellen van de ontwerp-Voorkeursbeslissing (ontwerp-VKB) voor het toekomstig luchtruim. Het bevat een conceptueel plan voor de hoofdstructuur van het toekomstig Nederlandse luchtruim alsmede een nieuw operationeel concept voor de afhandeling van het verkeer. De ontwerp-VKB wordt onderbouwd door een onafhankelijk opgestelde milieueffectrapportage (PlanMER).

Vanaf de zomer is gestart met een gezamenlijke haalbaarheidsstudie met Duitsland naar een grensoverschrijdend oefengebied. In oktober heeft een kick-off plaatsgevonden met de Duitse ministeries van Transport en Defensie en de Nederlandse ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Defensie, de luchtverkeersleidingsorganisaties en de Duitse en Nederlandse luchtmacht. In november is de samenwerking met Duitsland bestuurlijk bekrachtigd met een Joint Declaration of Intent.

De (financiële) middelen zijn voornamelijk ingezet voor het opstellen van de PlanMER, het uitwerken van alternatieven, het inhuren van expertise, het doen van onderzoek en het organiseren van het omgevingsmanagement.

6. Omgevingsmanagement

In 2020 heeft een zienswijzeprocedure plaatsgevonden voor de ontwerp-Luchtvaartnota. Deze is begeleid met informatie over procedure en inhoud. Verder is inzet geleverd bij het opstellen van de Luchtvaartnota onder andere via de Klankbordgroep en via de provinciale Kerngroepen. Voor de Luchtruimherziening is in 2020 betrokkenheid van de omgeving verzorgd via onder meer Ontwerpdagen, informatieve bijeenkomsten met provinciale bestuurders en via de CRO’s/COVM en de eerdergenoemde Kerngroepen. Vanuit het Rijk is intensief contact onderhouden met de omgevingspartijen rond Schiphol en de overige luchthavens. De COVID-crisis heeft de mogelijkheden tot fysieke bijeenkomsten sterk gereduceerd; om die reden is veel overleg online gedaan.

7. State Safety Programme (SSP)

In 2018 is het SSP Actieplan geactualiseerd, resulterend in het SSP Actieplan 2019-2020. Dit actieplan is gepubliceerd op Rijksoverheid.nl. In 2019 is gewerkt aan een nieuw State Safety Programme, dat februari 2020 onder de naam Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024 (NLVP) is aangeboden aan de Tweede Kamer. Van dit NLVP is juni 2020 een Engelse vertaling gepubliceerd.

Om pragmatische redenen (Follow up OVV rapportage over de Veiligheid Schiphol, de compliance met ICAO voor het auditprogramma, het in 2020 gestarte onderzoek naar een nieuwe Nationale Veiligheidsanalyse methodiek (NVA) is besloten eerst de NVA methodiek te ontwikkelen. Deze wordt eind 1e kwartaal 2021 verwacht. In lijn met die nieuwe NVA methodiek wordt een nieuw NLVP Actieplan ontwikkeld, gebaseerd op deze methodiek, waarbij eerder al genoemde punten uit het SSP actieplan 2019-2020 zullen worden meegewogen.

8. Verminderen risico op vogelaanvaringen

Het «Convenant reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol» dat op 31 december 2018 afliep is door de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen (NRV) verlengd tot de startdatum van een nieuw vervangend convenant. In 2019 zijn de maatregelen om het risico van vogelaanvaringen, die op basis van het convenant worden genomen, geëvalueerd. Het rapport van deze evaluatie is in februari 2020 afgerond. Op basis hiervan hebben de leden van de NRV een nieuwe convenanttekst opgesteld. Eind 2020 is deze tekst door de externe convenantpartijen geaccordeerd en daarmee ligt er een nieuw «Convenant reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol», dat tot april 2024 van kracht is. De doelstelling, om het aantal ganzenbewegingen binnen de 10 km zone rond Schiphol te verminderen en daarmee het risico van vogelaanvaringen te beperken, is onveranderd.

9. Opdrachten Caribisch Nederland

Het betreft de aanschaf van apparatuur en installaties ter bevordering van het veilig gebruik van de luchthavens en ter verbetering van de bedrijfsvoering.

De impact van COVID-19 heeft ook invloed gehad de uitvoering van de projecten op de eilanden. Zo is op Saba, St. Eustatius en Bonaire voor luchtvaart verder gebouwd aan luchtvaartinfrastructuur op de grond en in de lucht, dit conform de internationale luchtvaarteisen voor veiligheid. IenW heeft onder andere samen met de eilanden gewerkt aan het verbeteren van luchtvaartkaarten en geïnvesteerd in technieken om de conditie van de landingsbaan te meten. Ook is Sint Eustatius de eerste helft van 2020 vanuit IenW ondersteund met de inzet van een Airport Manager.

Ook heeft IenW verder gebouwd aan duurzame luchtvaart, zo is tussen de vier Koninkrijkslanden over de toekomst van de luchtvaart een studenten Webinar gehouden. Uitkomsten hiervan worden in 2021 meegewogen in verdere planvorming.

10. KDC

In 2020 werden belangrijke stappen gezet om Vaste Naderingsroutes naar Schiphol mogelijk te maken, die tevens een hoge capaciteit hebben en milieu verantwoord zijn, zodat benutting van die routes bij een normale verkeersstroom overdag mogelijk wordt. Daarmee zijn ook voorbereidende stappen gezet voor herindeling van het luchtruim. Daarnaast is bezien hoe de infrastructuur op de grond beter kan worden gebruikt en benut: Nog meer onderhoud van de ILT vanaf de grond, effecten van kleine aanpassingen van de grondinfrastructuur en gebruik daarvan, samenwerking in luchthaven processen. De samenwerking met Technische Universiteit Delft en Hogeschool van Amsterdam werd voortgezet.

17.01.02 Subsidies

1. Versneld onderwerken graanresten ten behoeve van reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol.

Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod in de omgeving van de luchthaven. De afgelopen jaren was er een subsidieregeling voor het bijdragen aan het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. Met ingang van 1 januari 2018 is voor de periode 2018-2022 een nieuwe regeling van kracht op grond waarvan een vergoeding verstrekt kan worden. Agrarische ondernemers kunnen op vrijwillige basis deelnemen, met de deelnemers worden overeenkomsten gesloten. In 2020 werden er op 1.726 ha. graanakker de resten na de oogst versneld ondergewerkt.

2. Omgevingsraad Schiphol en Commissies Regionaal Overleg

IenW draagt financieel bij aan de activiteiten van de Omgevingsraad Schiphol (ORS). Dit onafhankelijke overleg- en adviesorgaan verenigt bewoners, regionale en lokale overheden, luchtvaartpartijen en brancheorganisaties met als doel om de hinder van Schiphol zoveel mogelijk te beperken en een optimaal gebruik van de luchthaven te bevorderen. De bijdrage bedroeg in 2020 € 0,264 miljoen. Aan de Commissies Regionaal Overleg (CRO’s) van de luchthavens van nationale betekenis Lelystad, Maastricht, Rotterdam en Eelde is in 2020 per commissie een rijksbijdrage van € 0,035 miljoen verstrekt. In de Luchtvaartnota is de nieuwe beleidslijn voor de commissies beschreven. Dit betekent onder andere dat de subsidie per 2021 verdubbeld wordt naar €0,070 per CRO per jaar.

3. Leefbaarheidsfonds

Bij de afnemende mogelijkheden van hinderbeperking is de tweede tranche van het leefbaarheidsfonds een belangrijke impuls voor de inpassing van de luchthaven Schiphol in haar omgeving. De partijen Schiphol, de provincie Noord-Holland en het Rijk hebben afgesproken om in totaal € 30 miljoen voor een tweede fase ter beschikking te stellen aan de Stichting Leefomgeving Schiphol

Het Rijk heeft maximaal € 10 miljoen ter beschikking gesteld. waarvan € 5,3 miljoen in 2016, € 2,9 miljoen in 2017, € 1,0 miljoen in 2019 en € 0,4 miljoen in 2020, in 2021 zal nog maximaal € 0,4 miljoen betaald worden.

4. Subsidie Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg

IenW heeft in 2020 een subsidie beschikbaar gesteld van € 0,075 miljoen aan de Stichting Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg voor de behandeling van klachten over de vliegbasis Geilenkirchen (AWACS) en de andere buitenlandse luchthavens in de grensregio met Limburg (Weeze-Niederrhein, Luik-Bierset). Aangezien het hier gaat om buitenlandse luchthavens die milieueffecten hebben op Nederlands grondgebied is hiertoe besloten in het belang van de informatievoorziening aan de omgeving.

5. Verbeteren luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika

In de periode tot en met 2023 wordt jaarlijks maximaal € 0,05 miljoen beschikbaar gesteld aan de stichting AviAssist ten behoeve van het verbeteren van de luchtvaartveiligheid in de regio Zuidoost Afrika. IenW heeft het initiatief genomen om te zorgen dat in die regio kennis over luchtvaartveiligheid wordt gedeeld, maar vooral goed gebruikt. De bijdrage in 2020 bedroeg € 0,05 miljoen.

Incidentele subsidies

1. Ondersteuning luchtverkeersdienstverlening Bonaire

Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (dc-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. De bijdrage in 2020 bedroeg € 0,691 miljoen

2. Subsidie luchthaven Twente

Area Development Twente (ADT) ontvangt van IenW een subsidie van maximaal € 0,9 miljoen voor het doen van luchtzijdige investeringen voor de ontwikkeling van luchthaven Twente (onder de voorwaarde dat de bijdrage voldoet aan de regels voor staatssteun) en voor het laten uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheden voor een remote tower concept voor luchtverkeersdienst-verlening. Deze subsidie vloeit voort uit het amendement Koopmans (Kamerstukken II 2007-2008, 31200 XII, nr. 60) en geeft invulling aan de afspraken uit de Bestuursovereenkomst Gebiedsontwikkeling Vliegveld Twente (Bijlage bij Kamerstukken II 2009-2010, 31 936, nr. 17).

17.01.03 Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft voornamelijk de bijdrage die aan RWS ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van de masterplannen luchthavens Caribisch Nederland gericht op het wegwerken van de tekortkomingen ten aanzien van de internationale regelgeving voor de vliegveiligheid en voor de wederopbouw van de Bovenwindse eilanden als gevolg van de geleden schade door de orkanen Irma en Maria in september 2017. In 2020 is verder gebouwd aan de terminal en verkeerstoren op Statia. Vanwege de inreisbeperkingen lukte het evenwel niet de verkeerstoren en terminal op de luchthaven op St. Eustatius tijdig gereed te hebben. De verkeerstoren en de terminal wordt in het voorjaar van 2021 opgeleverd.

17.01.04 Bijdrage aan medeoverheden

In 2020 is voor de bijzondere uitkering aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius € 9,049 miljoen betaald. De middelen zijn ingezet voor de aanpak van de erosieproblematiek.

Er is een incidentele specifieke uitkering aan de gemeente Haarlemmermeer verstrekt van € 0,429 miljoen voor het Field Lab Geluidsbewust Bouwen in Hoofddorp. Met dit experiment wordt meer inzicht verkregen in de mogelijkheden van het instrument geluidbewust bouwen voor nieuwbouwwoningen en mogelijk ook aanpassingen aan bestaande woningen in de omgeving rond Schiphol en andere luchthavens in Nederland.

Er is een incidentele specifieke uitkering aan de gemeente Lelystad verstrekt van € 0,074 miljoen voor vergoeding van de gederfde leges van de aanpassing van de omgevingsvergunning betreffende het project Lelystad Airport teneinde de gedoogsituatie te beëindigen en daarmee juridische procedures te voorkomen

17.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

Voor de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization, aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Kroatië, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC) is in 2020 een bedrag uitgegeven van € 1,058 miljoen, waarvan € 0,938 miljoen via de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). 

17.01.06 Bijdragen aan ZBO’s (LVNL)

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)

Voortvloeiend uit de afspraken die gemaakt zijn in de ‘Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg’ is ten behoeve van het operationeel houden van de Soesterbergradar voor het de vliegveiligheid op en rond de luchthaven Schiphol, in 2020 een bijdrage van € 0,1 miljoen verstrekt aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).

RDW

Aan de RDW is een bijdrage van € 1,1 miljoen verstrekt voor de bouw van een drone-operatorregister voor de registratie van onbemande luchtvaartuigen.

Garantie LVNL

Het luchtvaartbegeleidingssysteem van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) nadert het einde van zijn technische levensduur en dient te worden vervangen. Daarnaast wordt een uitbreiding van de huisvesting voorzien. Hiervoor gaat LVNL bij het ministerie van Financiën leningen aan voor een totaalbedrag van € 165 miljoen. In het kader van de regelgeving met betrekking tot schatkistbankieren stelt het ministerie van IenW zich garant voor deze leningen.

Daarnaast stelt IenW zich garant voor de rekening courant verhouding met het ministerie van Finciën voor een bedrag van € 165 miljoen.

Het ministerie van IenW stelt zich voor € 0,7 miljoen garant voor het rekening courant krediet voor Airport Coordination Netherlands (ACNL).

Licence