Base description which applies to whole site

4.5 Artikel 5 Werkloosheid

De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid en stimuleert hen het werk te hervatten.

De overheid biedt werknemers die hun baan verliezen en geheel of gedeeltelijk werkloos worden, bescherming tegen het verlies aan loon als gevolg van werkloosheid. Zij kunnen een beroep doen op een uitkering die voorziet in een tijdelijk loonvervangend inkomen om de periode van werkloosheid te overbruggen. Hiervoor zijn werknemers verplicht verzekerd op grond van de Werkloosheidswet (WW). Door middel van instrumenten als bijvoorbeeld de sollicitatieplicht, het besluit passende arbeid en inkomstenverrekening stimuleert de overheid een terugkeer naar werk.

Werklozen die bij instroom in de WW 60 jaar of ouder zijn, komen na afloop van hun WW-recht in aanmerking voor een uitkering op minimumniveau op grond van de Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW). Vanaf 2020 stijgt de leeftijdsgrens om voor de IOW in aanmerking te komen naar 60 jaar en 4 maanden.

Als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde WW of IOW en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.

Werknemers in Caribisch Nederland ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt de overheid deze verplichting over.

De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Daarnaast stimuleert de Minister met financiële instrumenten initiatieven die bijdragen aan de werking van de arbeidsmarkt. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • het borgen van het activerend karakter van de regelingen en van hun bijdrage aan de werking van de arbeidsmarkt;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Inwerkingtreding van uniforme regeling onwerkbaar weer

De Regeling onwerkbaar weer is op 1 januari 2020 in werking getreden. Als een buitengewone natuurlijke omstandigheid (bijvoorbeeld vorst, sneeuw en overvloedige regenval) zich voordoet waardoor de overeengekomen arbeid (gedeeltelijk) niet verricht kan worden én is voldaan aan de voorwaarden voor het doen van een melding, kan een werkgever na het verstrijken van een uniform aantal wachtdagen worden vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht. UWV neemt de loondoorbetaling dan gedeeltelijk over middels een WW-uitkering. Een vergelijkbare regeling bestond ook al voor 1 januari 2020, maar toen was er nog geen sprake van een uniform aantal wachtdagen. Vanwege de zachte winter van 2020 heeft UWV maar een zeer beperkt aantal aanvragen in behandeling hoeven nemen.

Risicomodel verwijtbare werkloosheid 

Naar aanleiding van de WW-fraude die is geconstateerd in het najaar van 2018 heeft UWV onderzoek gedaan naar mogelijkheden tot intensievere controle op verwijtbare werkloosheid. Uit het onderzoek is gebleken dat de inzet van risicomodellen het meest effectief is (Kamerstukken II 2019/20, 26 448, nr. 634). De implementatie van het risicomodel verwijtbare werkloosheid was oorspronkelijk medio 2020 gepland, maar is vanwege de impact van de coronacrisis op de capaciteit binnen UWV uitgesteld naar 2021.

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Werknemers Westhaven

De Minister van SZW heeft een tijdelijke financiële tegemoetkoming beschikbaar gesteld voor werknemers die als gevolg van de sluiting van de Hemwegcentrale zijn ontslagen of herplaatst en die daardoor inkomensverlies leiden. De subsidieregeling is op 20 mei 2020 in werking getreden.

Stopzetten regeling werktijdverkorting

Per 17 maart 2020 is de regeling werktijdverkorting (wtv) stopgezet. De uitbraak van het coronavirus heeft geleid tot een ongekend groot beroep op de regeling, waardoor de uitvoering ervan tegen zijn grenzen aanliep. Bovendien wilde het kabinet werkgevers graag sneller en meer financieel tegemoetkomen dan binnen de ingetrokken wtv-regeling mogelijk was. Daartoe is ter vervanging van de wtv de NOW in werking getreden.

Tabel 44 Begrotingsgefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

57.069

173.025

104.008

126.669

129.951

115.743

14.208

        

Uitgaven

56.986

166.729

108.108

124.430

131.300

116.911

14.389

        

Inkomensoverdrachten

       

IOW

40.280

65.037

69.600

102.626

116.469

103.680

12.789

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

17

24

20

46

36

105

‒ 69

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Dagloonbesluit

0

92.900

28.500

0

35

0

35

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

0

0

0

0

9

0

9

Subsidies

       

Experimenten 50+

0

703

2.108

0

332

0

332

Scholing en plaatsing oudere werklozen

16.189

5.000

331

6

0

0

0

Ontwikkeladvies 45+

0

0

636

10.707

4.733

1.600

3.133

Overige subsidies algemeen

0

1.803

1.872

793

568

1.168

‒ 600

Opdrachten

       

Opdrachten

500

1.262

1.041

272

118

0

118

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Scholing WW

0

0

4.000

9.980

9.000

10.358

‒ 1.358

        

Ontvangsten

0

1.171

3.398

10.789

1.300

0

1.300

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 45 Premiegefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Uitgaven

5.863.820

5.139.206

4.402.744

3.916.464

4.288.372

3.827.525

460.847

        

Inkomensoverdrachten

       

WW

5.863.820

5.139.206

4.402.744

3.916.464

4.288.372

3.724.276

564.096

        

Nominaal

0

0

0

0

0

103.249

‒ 103.249

        

Ontvangsten

386.000

329.026

301.000

260.000

226.961

260.068

‒ 33.107

UFO

386.000

329.026

301.000

260.000

226.961

253.000

‒ 26.039

Nominaal

0

0

0

0

0

7.068

‒ 7.068

Inkomensoverdrachten
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW)

De IOW geeft werklozen die bij aanvang van de WW-uitkering 60 jaar of ouder zijn, na afloop van hun WW-uitkering recht op een vervolguitkering. Ook gedeeltelijk arbeidsgeschikten die bij aanvang van de loongerelateerde WGA-uitkering 60 jaar of ouder zijn, kunnen na afloop van hun loongerelateerde uitkering recht hebben op IOW. Vanaf 2020 geldt een minimumleeftijd van 60 jaar en 4 maanden bij aanvang van de WW- of WGA-uitkering. De IOW is een tijdelijke regeling die wordt uitgevoerd door UWV.

Budgettaire ontwikkelingen

De IOW-uitgaven komen € 13 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 3 miljoen) is de realisatie € 10 miljoen hoger dan begroot. De uitkeringslasten vallen hoger uit dan geraamd doordat de uitkeringslasten voor 2019 te laag waren bevoorschot aan UWV. Als gevolg hiervan heeft een nabetaling plaatsgevonden in 2020 van zo'n € 5 miljoen. Daarnaast viel de uitkeringshoogte in 2020 hoger uit dan geraamd. Dit komt deels doordat het opwaartse effect van de netto-netto koppeling in de IOW op de gemiddelde uitkeringshoogte te laag was ingeschat. Zoals in tabel 46 is te zien, vielen de volumes in 2020 slechts zeer beperkt hoger uit dan begroot.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 46 Kerncijfers IOW
 

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Begroting 2020

Verschil 2020

Volume IOW (x 1.000 uitkeringsjaren)

3,6

5

5,7

7,6

8,5

8,3

0,2

Bron: UWV, jaarverslag.

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

Werknemers in Caribisch Nederland ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt de overheid deze verplichting over.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven aan de Cessantiawet zijn zo'n € 70.000 lager dan begroot. Bij de uitgaven aan deze regeling kunnen tussen de jaren grote verschillen bestaan, afhankelijk van het aantal bedrijven dat failliet is gegaan en het aantal betrokken werknemers. Dat de onderschrijding in 2020 relatief fors is heeft naast reguliere fluctuatie ook te maken met de Tijdelijke Compensatieregeling Loonkosten en Inkomensverlies CN, die ondersteuning biedt aan bedrijven waardoor er minder bedrijven failliet gaan.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 47 Kerncijfers Cessantiawet (Caribisch Nederland)
 

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Begroting 2020

Verschil 2020

Volume Cessantiawet (x 1.000 uitkeringen)

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

0,0

Bron: RCN-unit SZW.

Werkloosheidswet (WW)

De WW verzekert werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Het verlies aan inkomen kan voor een bepaalde periode gedeeltelijk opgevangen worden met een uitkering. Het recht op een WW-uitkering duurt minimaal 3 maanden. De maximale duur is 24 maanden voor uitkeringen die na 1 april 2019 zijn gestart. Hoeveel maanden mensen recht hebben op WW verschilt per persoon, afhankelijk van het aantal jaren dat iemand actief is geweest als werknemer. Per jaar arbeidsverleden bouwt een werknemer de eerste tien jaar één maand recht op een WW-uitkering op. Vanaf het elfde jaar bouwt een werknemer met elk gewerkt jaar een halve maand recht op WW-uitkering op. Arbeidsjaren van vóór 2016 leveren altijd een volledige maand recht op WW-uitkering op. De WW wordt uitgevoerd door UWV. Hoofdstuk 10, Sociale fondsen SZW, gaat nader in op de financiering van de uitgaven aan de WW.

Budgettaire ontwikkelingen

De WW-uitgaven komen € 564 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 103 miljoen, de post nominaal in tabel 45) is de realisatie € 461 miljoen hoger dan begroot.

De hogere werkloosheidsuitgaven komen door de coronacrisis. Hierdoor zijn meer mensen in de WW gekomen dan voorzien. De gemiddelde uitkering is daarentegen gedaald, omdat de nieuwe instromers in de WW wat jonger waren dan anders. Jongeren verdienen minder, en dus is hun WW-uitkering ook lager.

Beleidsrelevante kerncijfers

De coronacrisis is goed zichtbaar in de volumes van de WW (tabel 48), die zo'n 30.000 uitkeringsjaren hoger uitvallen dan geraamd. De instroom was in alle kwartalen van het jaar hoger, met name in het tweede kwartaal. Het aantal beëindigde WW-uitkeringen is ook behoorlijk groter dan geraamd, omdat een deel van de extra instromers in hetzelfde jaar weer is uitgestroomd, bijvoorbeeld doordat zij hun maximale duur bereikten of nieuw werk vonden. De hoge uitstroom kan ook deels worden verklaard doordat er in 2020 relatief veel jonge mensen de WW zijn ingestroomd. Deze groep heeft gemiddeld genomen een kortere WW-duur en is dus voor een deel ook alweer in 2020 uitgestroomd.

Tabel 49 illustreert dat de werkhervatting met betrekking tot 2020 is gedaald. Een mogelijke verklaring hiervoor is eveneens gelegen in de coronacrisis en de daarmee samenhangende beperkende (lockdown-)maatregelen ten aanzien van meerdere sectoren, waardoor de werkgelegenheid is afgenomen.

Tabel 48 Kerncijfers WW
 

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Begroting 2020

Verschil 2020

Volume WW (x 1.000 uitkeringsjaren)

333

291

241

201

221

191

30

Aantal lopende WW-uitkeringen (x 1.000, ultimo)

412

330

263

223

286

234

52

Aantal WW-instromers (x 1.000)

491

390

336

330

479

341

138

 

waarvan nieuwe uitkeringen (x 1.000)

294

296

443

1

 

waarvan herleefde uitkeringen (x 1.000)2

42

29

36

1

Aantal beëindigde WW-uitkeringen (x 1.000)

525

472

403

369

417

331

86

Bron: UWV, jaarverslag.

1

Dit getal wordt niet geraamd.

2

Wie na afloop van een WW-uitkering binnen 26 weken weer werkloos wordt, kan de oude WW-uitkering weer terugkrijgen. Dit wordt «herleving» genoemd.

Tabel 49 Werkhervatting uit de WW
 

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Aandeel werkhervatting binnen 12 maanden na instroom

35

27

31

30

26

 

waarvan leeftijd bij instroom jonger dan 55 jaar

37

28

32

32

27

 

waarvan leeftijd bij instroom 55 jaar en ouder

24

21

24

24

20

      

Aandeel werkhervatting binnen 3 maanden na instroom

16

9

12

13

11

Bron: UWV, jaarverslag.

Handhaving

In de afgelopen jaren is een fors aantal maatregelen aangekondigd en uitgevoerd om misbruik met WW-uitkeringen op te sporen en tegen te gaan. Het betroffen maatregelen om actief overtredingen aan te pakken als ook om het risicomanagement structureel en in gezamenlijkheid tussen UWV en SZW te verbeteren en te borgen. Zo zijn in 2020 de ZW en de WIA op misbruikrisico’s doorgelicht en is gestart met het structureel borgen van het nieuwe risicomanagement binnen UWV en SZW. Ook heeft UWV de drie risicomodellen gericht op verwijtbare werkloosheid, verblijf buiten Nederland en sollicitatieactiviteiten doorontwikkeld. In 2021 wordt gewerkt aan de structurele implementatie van de eerste twee modellen. Daarnaast is verder gewerkt aan een beter adressenbeleid, onder meer door een succesvolle pilot in samenwerking met LAA (Landelijke Aanpak Adreskwaliteit) om de registratie van niet ingezetenen terug te dringen. Ook heeft UWV preventieve maatregelen genomen om regelovertreding te voorkomen, zoals het vertalen van de rechten en plichten verbonden aan de WW, ZW en WIA in zeven talen. De uitvoering van de maatregelen heeft wel vertraging ondervonden door de coronacrisis, met name de maatregelen waarbij direct contact met uitkeringsgerechtigden aan de orde was, zoals onderzoeken naar verblijf buiten Nederland. Desondanks is op vele terreinen voortgang geboekt in een verbeterde aanpak van fraude.

De kerncijfers op het gebied van preventie tonen een afwijkend beeld ten opzichte van de voorgaande jaren. De cijfers zijn in de eerste plaats niet helemaal te vergelijken, aangezien dit jaar het onderzoek op een iets andere manier is uitgevoerd dan de jaren hiervoor (zie paragraaf 3.1.4 in het onderdeel beleidsprioriteiten van dit jaarverslag voor een algemene uitleg). De kennis van de verplichtingen is gedaald van 96% in 2019 naar 91% in 2020. Wordt gekeken naar het effect van de coronacrisis dan is de daling heel licht. Voor uitkeringsgerechtigden waarbij de uitkering voor de crisis is gestart is het 94%, voor uitkeringsgerechtigden die sinds de crisis een uitkering ontvangen is het 89%. Ook de gepercipieerde detectiekans is gedaald van 77% in 2019 naar 61% in 2020. De oorzaak hiervan valt niet eenduidig te geven, maar heeft mogelijk deels te maken met een hoger percentage van mensen met een uitkering gestart tijdens de coronacrisis die aangeven niet te weten hoe deze kans in te schatten (35% versus 20% met een uitkering vóór de start van de crisis). Als gevolg van de coronamaatregelen is het aantal interne en externe fraudemeldingen bij UWV gedaald en zijn de mogelijkheden voor het doen van onderzoek naar mogelijke regelovertreding beperkt. Hierdoor is ook het aantal onderzochte signalen afgenomen. Bijgevolg zijn er minder overtredingen geconstateerd, hetgeen geresulteerd heeft in een lager benadelingsbedrag.

Tabel 50 Kerncijfers WW (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Preventie1

Gepercipieerde detectiekans (%)

81

79

78

77

612

Kennis van de verplichtingen (%)

96

97

96

96

912

Opsporing3

Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000)

20

15

3,7

3,4

2,8

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)4

14

10

1,0

1,0

0,8

Totaal benadelingsbedrag (x 1 mln)

22

21

5,5

4,5

3,6

Sanctionering3

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

2,5

4,5

1,7

1,4

1

Aantal boetes (x 1.000)

13

7,8

0,8

0,8

0,6

Totaal boetebedrag ( x 1 mln)

6,8

4,2

1,2

1,1

0,8

  

Ontstaansjaar vordering

  

2016

2017

2018

2019

2020

Terugvordering3

Incassoratio boete + benadelingsbedrag ultimo 2020 (%)

74

68

46

37

25

1

Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

2

I&O Research «Kennis der verplichtingen in de coronacrisis». Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek is sprake van een trendbreuk.

3

UWV, jaarverslag.

4

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

De Minister van SZW stelt een tijdelijke financiële tegemoetkoming beschikbaar voor werknemers die als gevolg van de sluiting van de Hemwegcentrale zijn ontslagen of herplaatst en die daardoor inkomensverlies lijden. De subsidieregeling is op 20 mei 2020 in werking getreden.

Budgettaire ontwikkelingen

Ten tijde van het opstellen van de begroting 2020 was deze regeling er nog niet. Daarom is hier destijds ook niets voor begroot. De uitgaven aan deze regeling bedroegen in 2020 zo'n € 9.000.

Subsidies

Vanuit dit budget worden de subsidies uitgekeerd voor de regeling Experimenten 50+. Vanwege onduidelijkheid over de verantwoording zijn de projecten niet in het laatste kwartaal van 2019 vastgesteld, maar in 2020. Daartoe is € 0,7 miljoen doorgeschoven naar 2020. Doordat de laatste subsidies lager zijn vastgesteld bedraagt de budgetuitputting circa € 0,3 miljoen.

Voor de tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies vijfenveertigplussers (voorheen 2e loopbaanadvies) is € 3,2 miljoen doorgeschoven van 2019 naar 2020. De totale uitgaven aan het ontwikkeladvies in 2020 komen uit op € 4,7 miljoen. De reden hiervoor is dat de regeling open stond tot 10 januari 2020 en veel declaraties pas eind 2019 zijn ingediend, waardoor deze pas in 2020 konden worden beoordeeld en betaald. De regeling is inmiddels afgerond.

De overige subsidies bestaan uit drie subsidieprojecten, waarvan twee van AWVN en één van de Ambachtsacademie. Het budget is door middel van een kasschuif van € 0,6 miljoen in overeenstemming gebracht met het kasritme van de regelingen.

Opdrachten

De eindevaluatie van Perspectief 50+ is opgeleverd in 2020 in plaats van in 2019 vanwege een extra 2-meting. Omdat de eindevaluatie was voorzien in 2019 stond hiervoor in 2020 geen budget op de begroting. Om te kunnen voldoen aan de verplichting is via de eindejaarsmarge budget overgeheveld naar 2020.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

De Tijdelijke regeling scholingsbudget UWV is eind 2020 afgelopen. De regeling heeft UWV in staat gesteld vele duizenden scholingstrajecten in te kopen voor WW-gerechtigden met een scholingsbehoefte. De uitputting van het budget in 2020 is in grote mate beïnvloed door de coronacrisis. In het voorjaar en begin van de zomer is de uitputting van het budget aanzienlijk teruggelopen vanwege de contactbeperkende maatregelen: intensieve begeleiding van werkzoekenden kon niet meer op locatie, veel opleidingsinstituten sloten tijdelijk de deuren en de richtlijnen van UWV moesten worden aangepast op basis van de snel veranderende arbeidsmarkt. Na de zomer is de uitputting van het budget gestegen, tot een niveau boven initiële verwachting. Reden hiervoor is de hogere instroom in de WW en meer vraag naar scholing richting een kansrijk beroep vanwege het ontbreken van baanperspectieven in bepaalde sectoren. Deze bewegingen hebben samen geleid tot een onderuitputting van € 1,3 miljoen in 2020.

Ontvangsten

Begrotingsgefinancierde ontvangsten

In 2019 is € 1,3 miljoen minder uitgegeven uit het scholingsbudget WW dan geraamd. Dit bedrag is in 2020 terugontvangen van UWV.

Ontvangsten UFO

De overheid is eigenrisicodrager voor de WW. UWV verhaalt de uitkeringslasten op overheidswerkgevers. Deze lasten staan als ontvangsten op dit artikel en zijn in 2020 €26 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 7 miljoen) is de realisatie € 19 miljoen lager dan begroot.

Licence