Base description which applies to whole site

4.1 Artikel 1 Volksgezondheid

Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij in gezondheid leven.

 

1981

2005

2010

2016

2017

2018

2019

1. Absolute levensverwachting in jaren:1

       

- mannen

72,7

77,2

78,8

79,9

80,1

80,2

80,5

- vrouwen

79,3

81,6

82,7

83,1

83,3

83,3

83,6

        

2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid:2

       

- mannen

59,9

62,5

63,9

64,9

65,0

64,2

64,8

- vrouwen

62,4

61,8

63,0

63,3

63,8

62,7

63,2

1

De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen in 2018 bedroeg 83,3 jaar. Dat is 3,1 jaar hoger dan die van mannen (80,2 jaar). Sinds 1981 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1981 een winst van 7,5 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 4 jaar ouder geworden.

2

Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal 'gezonde' jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk: 1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid? 2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon? Mensen die deze vraag beantwoorden met 'goed' of 'zeer goed' worden gezond genoemd.

Een belangrijke beleidsopgave voor de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Mensen zijn in eerste instantie echter wel zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid en dienen zichzelf -indien mogelijk- te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), ziet namens VWS onder meer toe op de naleving van de Warenwet en de Tabakswet. Op het gebied van voedselveiligheid en consumenteninformatie zijn vrijwel uitsluitend Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing.

De Minister vervult de volgende rollen:

Stimuleren:

  • Bevorderen dat mensen gezonder leven door gezonde keuzes makkelijker te maken en te zorgen voor betrouwbare informatie over een gezonde leefstijl.

  • Inzetten op een gezonder aanbod van voeding (Akkoord Verbetering Productsamenstelling).

Financieren:

  • Financieren van doelmatige, kwalitatieve en toegankelijke bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing van levensbedreigende ziekten, zoals borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.

  • Financiering Nationaal Programma Grieppreventie.

  • Financiering van de neonatale hielprikscreening, de Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (PSIE), de prenatale screeningen en de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT).

  • Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere het Rijksvaccinatieprogramma.

  • Financiering voor het uitvoeren van wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde.

  • Financiering van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.

  • Financiering van de abortusklinieken.

  • Financiering van de landelijke ondersteuningsstructuur ten behoeve van de kwaliteit en doelmatigheid van zorg.

  • Het financieren van projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg (ZonMw).

Regisseren:

  • Het opstellen van wettelijke kaders voor de:

    • Bescherming van consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en het handhaven ervan door de NVWA.

    • Bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door gemeenten respectievelijk de NVWA.

    • Bescherming van proefpersonen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek zonder de voortgang van de medische wetenschap onnodig te belemmeren en het toezicht houden op de toetsing en uitvoering van het onderzoek.

    • Jeugdgezondheidszorg en het doen handhaven van de kwaliteit van deze zorg door de IGJ.

  • Aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze de makkelijke keuze is.

  • Het tegengaan van ontstaan en verspreiding van resistentie tegen antibiotica en andere middelen in de gezondheidszorg, voedsel, milieu en binnen de dierhouderij, in nauwe samenwerking met het Ministerie van LNV, onder meer door het beter schoonmaken en het beperken van het gebruik van desinfectantia.

  • In het geval van A-ziekten (Wet publieke gezondheid) geeft de minister leiding aan de bestrijding van deze infectieziekten.

  • Coördinatie van het interdepartementaal drugsbeleid en zorgen voor het wettelijk kader (Opiumwet) en voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid.

  • Het formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.

  • Het bevorderen van de seksuele gezondheid en de preventie en ondersteuning bij onbedoelde (tiener) zwangerschappen.

De voorgenomen beleidswijzigingen uit de begroting 2020 zijn grotendeels volgens planning uitgevoerd of in gang gezet. Daarnaast zijn, voornamelijk als gevolg van de coronacrisis aanvullende beleidswijzigingen uitgevoerd. Het beleidsverslag gaat inhoudelijk op de belangrijkste conclusies in.

Vaccinatiealliantie

De Vaccinatiealliantie, die als doel heeft om de vaccinatiegraad met de inzet van de verschillende partners te verhogen, is in 2020 tweemaal digitaal bijeengekomen. Eén bijeenkomst stond in het teken van COVID-19 en vaccinaties en de andere ging over volwassenenvaccinatie, desinformatie en bijwerkingen en veiligheid van vaccins. Omdat de Vaccinatiealliantie draait om ontmoeting en samenwerking blijkt het een uitdaging om deze aspecten online tot uitdrukking te laten komen, maar de deelnemers waarderen de bijeenkomsten desondanks en de opkomst is hoog. Ruim honderd artsen, verpleegkundigen, doktersassistenten, apothekers, verloskundigen, communicatiedeskundigen, wetenschappers en beleidsmakers gingen met elkaar in gesprek over initiatieven om de vaccinatiegraad verder te verhogen (Kamerstukken II 2019/20, 32 793, nr. 473).

In 2020 is er een start gemaakt met de voorbereidingen voor de implementatie van de COVID-19 vaccinatie, zodat er in 2021 gevaccineerd kan worden. Er vindt nauwe samenwerking plaats met het RIVM en de uitvoerders van de COVID-19 vaccinatie (o.a., de huisartsen en GGD'en), om vorm te geven aan zaken rond de logistiek, distributie, registratie en communicatie rondom de vaccinatie.

Nationaal Preventieakkoord

Met het Nationaal Preventieakkoord zijn stevige ambities voor 2040 afgesproken. De gevolgen van COVID-19 waren van invloed op de prioriteiten van veel partijen in 2020, toch hebben veel partijen aangegeven juist extra gemotiveerd te zijn om ook na deze kabinetsperiode door te willen gaan met de inzet van het Nationaal Preventieakkoord. Het coronavirus heeft het belang van leefstijl immers duidelijk gemaakt. In 2020 is het RIVM gestart om in samenwerking met experts uit het veld te inventariseren welke effectieve maatregelen er substantieel aan kunnen bijdragen om deze ambities te bereiken. Het rapport zal in maart 2021 afgerond zijn en dan is het aan een volgend kabinet om te bezien hoe de maatregelen worden uitgevoerd.

Subsidieregeling abortusklinieken Mede op basis van de evaluatie (ADR, 2019) is de Subsidieregeling abortusklinieken inhoudelijk gewijzigd en is de werkingsduur verlengd. Voortzetting van de subsidieregeling werd zeer wenselijk geacht vanwege het belang van goede, voldoende beschikbare en toegankelijke abortushulpverlening. De wijzigingen gaan om de definities van de activiteiten, een aantal nieuwe financiële begrippen, de uitbreiding van subsidiabele activiteiten, toevoeging van aparte tarieven binnen de late zwangerschapsafbrekingen en voor de inzet van een anesthesioloog (Kamerstukken II 2019/20, 29 214, nr. 83).

Subsidieregeling KIDEr is een subsidieregeling ingericht voor kunstmatige inseminatie met donorzaad voor vrouwen zonder mannelijke partner (KID), omdat deze geen aanspraak hebben op deze behandeling vanuit de Zorgverzekeringswet. Dit is voortgekomen uit het feit dat zorgverzekeraars hebben aangekaart dat KID-behandelingen niet op grond van deze wet kunnen worden vergoed voor vrouwen zonder mannelijke partner, omdat er bij hen, door ontbreken van een mannelijke partner, geen sprake is van een medische indicatie (Kamerstukken II 2018/19, 35 300, nr 95). In 2020 is voor 10.693 behandelingen subsidie aangevraagd. Dit is meer dan verwacht.

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie1

Vastgestelde begroting2

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

776.570

862.659

948.043

1.484.927

5.417.362

841.280

4.576.082

        

Uitgaven

714.222

757.151

822.505

980.201

2.508.610

1.039.858

1.468.752

        

1. Gezondheidsbeleid

227.762

243.033

283.045

354.671

405.933

433.721

‒ 27.788

Subsidies

2.363

3.980

6.927

14.903

23.194

25.007

‒ 1.813

(Lokaal) gezondheidsbeleid

2.233

3.703

6.577

14.329

22.538

24.520

‒ 1.982

Overige

130

277

350

574

656

487

169

Opdrachten

1.645

1.895

1.730

1.878

2.429

2.080

349

(Lokaal) gezondheidsbeleid

1.645

1.895

1.730

1.878

2.429

2.080

349

Bijdragen aan agentschappen

104.371

101.464

103.373

111.032

128.582

108.907

19.675

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

80.354

81.760

83.474

87.264

94.964

90.474

4.490

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

23.726

19.704

19.375

23.533

33.618

17.846

15.772

Overige

291

0

524

235

0

587

‒ 587

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

119.258

135.676

170.981

226.858

251.728

297.590

‒ 45.862

ZonMw: programmering

119.098

135.469

170.943

226.858

251.728

297.590

‒ 45.862

Overige

160

207

38

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

125

18

34

0

0

137

‒ 137

Aanpak Gezondheidsachterstanden

0

0

‒ 17

0

0

0

0

Overige

125

18

51

0

0

137

‒ 137

        

2. Ziektepreventie

371.428

393.503

414.601

475.109

1.935.975

439.164

1.496.811

Subsidies

163.382

185.307

190.366

218.333

312.752

206.085

106.667

Ziektepreventie

44.824

46.895

45.093

73.791

104.770

9.069

95.701

Bevolkingsonderzoeken

118.558

138.412

145.273

144.542

146.184

147.196

‒ 1.012

Vaccinaties

0

0

0

0

61.798

49.820

11.978

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

508

476

394

655

1.113.067

10.355

1.102.712

Ziektepreventie

508

476

394

655

1.113.067

10.355

1.102.712

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

206.613

206.831

222.927

255.202

328.201

221.680

106.521

RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra

206.613

64.220

63.404

255.202

206.843

93.396

113.447

RIVM: Bevolkingsonderzoeken

0

0

0

0

39.661

37.631

2.030

RIVM: Vaccinaties

0

0

0

0

81.697

89.640

‒ 7.943

Overige

0

142.611

159.523

0

0

1.013

‒ 1.013

Bijdrage aan medeoverheden

925

889

914

919

181.955

1.044

180.911

Overige

925

889

914

919

181.955

1.044

180.911

        

3. Gezondheidsbevordering

96.724

101.168

105.822

127.635

136.571

140.318

‒ 3.747

Subsidies

79.255

84.363

88.823

107.333

115.431

116.037

‒ 606

Preventie van schadelijk middelengebruik

2.203

1.900

10.007

18.051

22.007

19.114

2.893

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

11.730

15.067

17.611

23.992

31.352

23.857

7.495

Letselpreventie

3.931

3.987

4.297

4.519

4.729

4.301

428

Bevordering van seksuele gezondheid

36.181

36.778

38.633

43.445

56.350

67.788

‒ 11.438

Overige

25.210

26.631

18.275

17.326

993

977

16

Opdrachten

3.344

3.228

3.365

6.463

6.920

9.029

‒ 2.109

Gezondheidsbevordering

3.344

3.228

3.365

6.463

6.920

9.029

‒ 2.109

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

60

174

1.242

‒ 1.068

Overige

0

0

0

60

174

1.242

‒ 1.068

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

114

‒ 114

Overige

0

0

0

0

0

114

‒ 114

Bijdragen aan medeoverheden

14.125

13.577

13.634

13.779

14.046

13.896

150

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

14.125

13.577

13.634

13.779

14.046

13.896

150

Overige

0

0

0

0

0

0

0

        

4. Ethiek

18.308

19.447

19.037

22.786

30.131

26.655

3.476

Subsidies

17.197

18.363

17.383

20.613

27.054

24.374

2.680

Abortusklinieken

15.913

16.543

15.675

18.162

18.271

17.482

789

Medische Ethiek

1.284

1.820

1.708

2.451

8.783

6.892

1.891

Opdrachten

79

83

41

523

500

772

‒ 272

Medische Ethiek

79

83

41

523

500

772

‒ 272

Bijdragen aan agentschappen

1.032

1.001

1.613

1.650

2.577

1.509

1.068

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

1.032

1.001

1.613

1.650

2.577

1.509

1.068

        

Ontvangsten

16.000

18.716

35.248

23.488

36.024

13.903

22.121

Overige

16.000

18.716

35.248

23.488

36.024

13.903

22.121

1

Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

Stand inclusief amendementen, moties en NvW

1. Gezondheidsbescherming

Bijdragen agentschappen

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De opdrachtverlening aan de NVWA bedroeg in 2020 € 95 miljoen en dat is € 4,5 miljoen hoger dan begroot. Dit is grotendeels gevolg van aanvullend budget (circa € 1,9 miljoen) voor diverse domeinen en de loon- en prijscompensatie (€ 1,9 miljoen) die bij eerste suppletoire begroting 2020 beschikbaar zijn gekomen. Daarnaast is er € 0,7 miljoen budget overgeheveld uit 2019.

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

De opdrachtverlening aan het RIVM voor uitvoering van programma’s bedroeg in 2020 € 33,6 miljoen en is € 15,8 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dit als gevolg van een groot aantal aanvullende opdrachten waarvoor bij de eerste, tweede suppletoire begroting en slotwet budget is overgeheveld naar dit instrument. Het betreft opdrachten die zijn ondergebracht en uitgevoerd in de RIVM-programma’s Volksgezondheid en Zorg (€ 8,9 miljoen), Beleidsondersteuning Geneesmiddelen en Medische technologie (€ 0,7 miljoen) en Risicoschatting en beoordeling ten behoeve van beleid (€ 1,9 miljoen). Voorts is additioneel budget beschikbaar gesteld in het kader van de bestrijding van de COVID-19 uitbraak voor uitvoering van gedragsgericht onderzoek (€ 4,1 miljoen).

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ZonMw: programmering

Conform de begroting heeft ZonMw een groot aantal projecten en onderzoeken op het gebied van gezondheid, preventie en zorg laten uitvoeren. Per saldo zijn de uitgaven € 45,9 miljoen lager dan begroot.

Door de coronacrisis is vertraging opgetreden in programma's die door ZonMw worden uitgevoerd. De hiermee gemoeide middelen (€ 76,0 miljoen) schuiven daarom door naar latere jaren. Tevens zijn middelen voor de uitvoering van de Maatschappelijke Diensttijd (€ 10,8 miljoen) overgeboekt naar artikel 4 Zorgbreed beleid.

Verder is het budget verhoogd voor de uitvoering van de programma’s Zorg voor Innoveren (€ 4,6 miljoen), Een tegen eenzaamheid (€ 3,3 miljoen), Juiste zorg op de juiste plek (€ 2,8 miljoen), Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (€ 2,8 miljoen), Zingeving en Geestelijke verzorging (€ 2,1 miljoen), Kwaliteitsgelden (€ 3,1 miljoen) en Gewoon bijzonder (€ 1,6 miljoen).

Voorts is additioneel budget toegevoegd in het kader van de bestrijding van de COVID-19 uitbraak voor een actie- en onderzoeksprogramma gericht op mitigatie van zowel de effecten van de coronapandemie als de effecten van de maatregelen tegen de pandemie (€ 13,6 miljoen) en een urgent onderzoek BCG-vaccinatie kwetsbare ouderen (4,1 miljoen). De overige mutaties bedragen per saldo € 3,0 miljoen.

2. Ziektepreventie
Tabel 8 Kengetallen Deelname aan vaccinatieprogramma, bevolkingsonderzoeken en screeningen in procenten

1

2005

2010

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Percentage deelname aan Rijksvaccinatieprogramma

95,8%

95,0%

94,8%

93,1%

91,2%

90,2%

90,2%

90,8%2

Percentage deelname aan Nationaal Programma Grieppreventie

76,9%

68,9%

50,1%

53,5%

49,9%

51,3%

52,6%3

n.n.b.

Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek borstkanker

81,7%

80,7%

77,6%

77,3%

76,8%

76,6%

75,7%4

n.n.b.

Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

65,5%

64,3%

64,4%

60,3%

56,9%

57,6%.

56,0%5

n.n.b.

Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek darmkanker

73,0%

73,0%

72,7%

72,7%

71,5%6

n.n.b.

Percentage deelname aan hielprik

99,6%

99,7%

99,3%

99,2%

99,2%

99,1%

99,3%7

n.n.b.

Percentage deelname aan NIPT

39,2%

43,9%

46,5%8

n.n.b.

1

In de tabel zijn de meest actuele kengetallen uit de staat van Volksgezondheid en Zorg opgenomen. Deze worden jaarlijks geactualiseerd.

2

Voor het verslagjaar 2020 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2019) is dit percentage 90,8%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2015 dat alle vaccinaties volgens het RVP-schema toegediend heeft gekregen vóór het bereiken van de leeftijd van 2 jaar.

3

Dit kerncijfer betreft het percentage gevaccineerde personen in de groep patiënten die conform het advies van de Gezondheidsraad in aanmerking komen voor vaccinatie tegen influenza.

4

Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. De doelgroep van het bevolkingsonderzoek bestaat uit vrouwen van 50 tot 75 jaar.

5

Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De doelgroep van dit bevolkingsonderzoek bestaat uit 30-60 jarige vrouwen.

6

Dit kerncijfer betreft het percentage personen dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek dikke darmkanker.

7

Dit kerncijfer betreft het percentage pasgeborenen dat gescreend is.

8

Deelname NIPT vanaf april 2017. Dit kerncijfer betreft het percentage zwangere vrouwen dat deelneemt aan de NIPT ter bepaling van een eventuele verhoogde kans op een kind met het downsyndroom, edwardssyndroom of patausyndroom.

Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. Hierbij moet in acht worden genomen dat de beschermingsgraad in de praktijk hoger ligt dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.

Subsidies

Ziektepreventie

De gerealiseerde uitgaven bedragen € 104,8 miljoen. Dat is circa € 95,7 miljoen hoger dan het geraamde bedrag van € 9,1 miljoen. Het budget voor de tegemoetkoming Q-koorts patiënten is verhoogd met € 3,1 miljoen als gevolg van de verruiming van de subsidieregeling (Kamerstukken II 2018/19, 25295, nr. 70). Verder is additioneel budget beschikbaar gesteld in het kader van de bestrijding van de COVID-19 uitbraak voor de geplande opschaling van IC-capaciteit inclusief het opleiden van IC-personeel (€ 91,5 miljoen). De overige mutaties bedroegen per saldo € 1,1 miljoen.

Vaccinaties

De deelname aan de griep- en pneumokkenvaccinatie in het najaar 2020 was hoger dan geraamd. Daarom is besloten om voor beide vaccinaties extra vaccins aan te schaffen. Naast de aanschafkosten zijn er aanvullende kosten voor de inenting van de extra deelnemers (vaccinatiekosten € 12,0 miljoen) gemaakt.

Opdrachten

Ziektepreventie

Voor de uitvoering van vaccinonderzoek (€ 5,8 miljoen) en het onderzoek naar alternatieven voor dierproeven (€ 1,6 miljoen) is budget overgeboekt naar artikel 10 Apparaatsuitgaven. Voorts zijn binnen artikel 1 middelen overgeheveld naar het instrument RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra voor de uitvoering van de opdracht Aanpak Antibioticaresistentie (€ 2,2 miljoen) en naar het instrument Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit voor de uitvoering van de Exotische muggenbestrijding.

Verder is additioneel budget beschikbaar gesteld in het kader van de bestrijding van de COVID-19 uitbraak. De GGD GHOR heeft in totaal € 564,4 miljoen ontvangen voor de verrichting van de door de minister aangewezen taken ten bate van de publieke gezondheid. Dit betreft onder andere de realisatie en coördinatie van een Klant contact centrum coronatesten, het realiseren en coördineren van ondersteuning voor het telefonisch bron- en contactonderzoek, het ontwikkelen en implementeren van CoronlT en de realisatie van een Landelijk Serviceloket Teststraten (LST). Voorts is € 241,1 miljoen beschikbaar gesteld voor de financiering van de laboratoriumkosten voor de analyse van de testen, € 257,2 miljoen voor de aankoop van testmaterialen, € 18,4 miljoen voor de realisatie van aanvullende afnamecapaciteit op de GGD XL-lokaties én complementaire testlocaties en € 6,0 miljoen voor de aanschaf van Batch Devices (Neuzen) voor het doen uitvoeren van een implementatie studie naar de werking en resultaten van een diagnostische module (ademtest). Voor overige uitgaven (onder andere de financiering van het Landelelijk Centrum Diagnostische Keten en het coronadashboard) is € 24,6 miljoen beschikbaar gesteld.

Bijdrage aan agentschappen

RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra

De deelname aan de griep- en pneumokkenvaccinatie in het najaar was hoger dan eerder geraamd. Daarom is besloten om voor beide vaccinaties extra vaccins aan te schaffen (€ 7,7 miljoen). Verder is het budget verhoogd voor de additionele opdrachten Verder met vaccineren (€ 1,5 miljoen), implementatie 13-weken echo (€ 2,9 miljoen), en Aanpak Antibioticaresistentie (€ 4,1 miljoen). Daarnaast is € 8,0 miljoen overgeheveld van het instrument RIVM: Vaccinaties voor de implementatiekosten van de maternale kinkhoestvaccinatie, de rotavirusvaccinatie en de pneumokokkenvaccinatie voor ouderen. Tevens is- zoals aangegeven in de tweede suppletoire begroting -op dit budget een correctieboeking van € 7,3 miljoen gedaan om de voorgenomen activiteiten te kunnen uitvoeren. De overige mutaties bedragen per saldo € 6,1 miljoen.

Verder is additioneel budget beschikbaar gesteld in het kader van de bestrijding van de COVID-19 uitbraak voor de levering van het medicijn Veklury (remdesivir) (€ 33,8 miljoen) en overige (genees)middelen voor preventie of behandeling van COVID-19 (€ 2,8 miljoen), voor de rioolwatersurveillance (€ 14,0 miljoen) en voor extra kosten van de RIVM-organisatie (€ 25,2 miljoen).

RIVM: Vaccinaties

Er is € 8,0 miljoen overgeheveld naar het instrument RIVM: Opdrachtverlening aan Kenniscentra voor de (implementatie)kosten van de maternale kinkhoestvaccinatie, de rotavirusvaccinatie en de pneumokokkenvaccinatie voor ouderen.

Bijdrage aan medeoverheden

Overige

Er is in het kader van de bestrijding van de COVID-19 een additioneel budget van € 180,9 miljoen beschikbaar gesteld voor de meerkosten die GGD’en en Veiligheidsregio’s maken. Het gaat hier onder meer om het uitvoeren van tests, bron- en contactonderzoek, extra gemaakte kosten voor reguliere taken en Inkomstenderving door wegvallen van inkomsten.

3. Gezondheidsbevordering

Subsidies

Preventie van schadelijk middelengebruik

In 2020 is € 22 miljoen aan subsidies preventie van schadelijk middelengebruik verstrekt. Dit is een verschil € 2,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting van € 19,1 miljoen. € 2 miljoen is door andere directies bijgedragen voor de verstrekking van diverse subsidies. Daarnaast is € 1,9 miljoen besteed aan subsidies in het kader van Nationaal Preventieakkoord alcohol en tabak uit de beschikbaar gekomen middelen van de kasschuif bij voorjaarsbesluitvorming. Voor de uitvoering van het wietexperiment is € 0,8 miljoen overgeboekt naar het ministerie van J&V. De overige mutaties bedragen € 0,2 miljoen.

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

In het kader van gezonde leefstijl en gezond gewicht is in 2020 € 7,5 miljoen meer aan subsidies verstrekt dan begroot namelijk in totaal € 31,4 miljoen. Voor de uitvoering van het Stimuleringsprogramma Seksuele en relationele vorming is € 6,8 miljoen overgeheveld van subsidies Bevordering van seksuele gezondheid. De overige mutaties bedragen € 0,7 miljoen.

Bevordering van seksuele gezondheid

De gerealiseerde uitgaven bedragen € 56,3 miljoen. Dat is € 11,5 miljoen lager dan het geraamde bedrag van € 67,8 miljoen. Zoals al eerder toegelicht in de tweede suppletoire begroting 2020 is voor de uitvoering van de subsidieregeling Kunstmatige inseminatie met donorsemen € 2,3 miljoen overgeheveld naar het artikelonderdeel Ethiek, is voor het onderdeel Stimuleringsprogramma Seksuele en relationele vorming van het Zevenpuntenplan € 6,8 miljoen overgeheveld naar Subsidies Gezonde leefstijl en gezond gewicht en was voor de goede en tijdige uitvoering van het Zevenpuntenplan € 2,3 miljoen minder nodig dan eerder geraamd. De overige mutaties bedragen per saldo minus € 0,1 miljoen.

Ontvangsten

Overige ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 22,1 miljoen worden veroorzaakt door niet geraamde ontvangsten in verband met de afrekening van betaalde voorschotten uit voorgaande jaren aan:

  • de screeningsorganisaties voor de uitvoering van de bevolkingsonderzoeken op basis van de Subsidieregeling Publieke Gezondheid in verband met de afroming van bestemmingsreserves (€ 16,8 miljoen);

  • VUMC Amsterdam, AZ Maastricht en Erasmus MC voor de uitvoering van de Niet invasieve preventieve test op basis van de subsidieregeling NIPT (€ 3,1 miljoen);

  • de overige niet geraamde ontvangsten bedragen € 2,2 mln.

Licence