Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 2 Curatieve zorg

Een kwalitatief goed, toegankelijk en betaalbaar aanbod voor curatieve zorg.

De Minister voor Medische Zorg is verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg. De Zorgverzekeringswet vormt samen met de zorgbrede wetten, zoals de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) de wettelijke basis van dit stelsel.

Vanuit deze verantwoordelijkheid vervult de Minister de volgende rollen:

Stimuleren:

  • Het bevorderen van de kwaliteit, (patiënt)veiligheid en innovatie in de curatieve zorg.

  • Het bevorderen van voldoende beschikbaarheid van medische producten en lichaamsmateriaal.

  • Het ondersteunen van initiatieven om de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de curatieve zorg te garanderen en/of te verbeteren. Belangrijk daarin zijn de initiatieven om te komen tot een betrouwbare en veilige informatie-uitwisseling. Het ondersteunen van initiatieven om fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen.

  • Het bevorderen van de werking van het stelsel door het systeem van risicoverevening.

  • Het bevorderen dat verzekerden beschikken over de juiste en begrijpelijke informatie om een keuze te kunnen maken voor een zorgverzekering.

  • Het stimuleren van regionale samenwerking tussen zorgaanbieders in de eerste- en de tweedelijn om antibioticaresistentie aan te pakken.

  • Het faciliteren en ondersteunen van gemeenten en regio’s in het realiseren van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag.

Financieren:

  • Het bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het financieren van de zorguitgaven voor kinderen tot 18 jaar.

  • Het bevorderen van kwalitatief goede zorg door medefinanciering van hoogwaardig oncologisch onderzoek.

  • Het financieren van onderzoek dat gericht is op een snellere ontwikkeling van waarde toevoegende medische producten en behandelwijzen tegen aanvaardbare prijzen.

  • Het financieren van onderzoek dat bijdraagt aan kwalitatief goed en gepast gebruik van genees- en hulpmiddelen.

  • Het financieren van initiatieven voor het ontwikkelen van alternatieve verdienmodellen voor de ontwikkeling van toekomstige geneesmiddelen therapieën.

  • Het verbeteren van de kwaliteit van de zorg door financiering van de familie- en vertrouwenspersonen in ggz-instellingen.

  • Het financieren van diverse initiatieven gericht op suïcidepreventie waaronder 24/7 beschikbaarheid van acute anonieme psychische hulp.

  • Het (mede)financieren van het digitale communicatiesysteem voor de zwaailichtsector.

  • Het financieren van initiatieven die bijdragen aan een zorgvuldige orgaan- en weefseldonorwerving in de ziekenhuizen, het onderhouden van het donorregister en het geven van publieksvoorlichting over orgaan- en weefseldonatie.

  • Het financieren van onderzoek ten behoeve van het monitoren van de productveiligheid.

  • Het bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het (deels) compenseren van de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan onverzekerde (verwarde) personen, illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.

  • Het compenseren van kostencomponenten die een gelijk speelveld verstoren (risicoverevening).

  • Het financieren van initiatieven op het gebied van ICT-infrastructuur ten behoeve van innovatieve zorgverlening en toegankelijkheid van gegevens voor patiënten.

Regisseren:

  • Het onderhouden van wet- en regelgeving op het gebied van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, lichaamsmaterialen en bloedvoorziening.

  • Het (door)ontwikkelen van productstructuren op basis waarvan onderhandelingen over bekostiging plaatsvinden.

  • Het bepalen van de normen/criteria, waaraan de registers (bijvoorbeeld het BIG-register) die worden bijgehouden om de werking van het stelsel te bevorderen, moeten voldoen.

De voorgenomen beleidswijzigingen uit de begroting 2020 zijn grotendeels volgens planning uitgevoerd of in gang gezet. Daarnaast zijn, voornamelijk als gevolg van de coronacrisis aanvullende beleidswijzigingen uitgevoerd. Het beleidsverslag gaat inhoudelijk op de belangrijkste conclusies in.

Bevorderen contracteren

Basis van het zorgverzekeringsstelsel is dat zorgverzekeraars afspraken maken over de kwaliteit van geleverde zorg en de bijbehorende prijzen met de zorgaanbieders. Dat is in het belang van patiënten en premiebetalers. Uit onderzoek is gebleken dat (vooral) in de wijkverpleging en (deelsectoren van) de ggz het aandeel niet-gecontracteerde zorg in de afgelopen jaar fors toenam. Dit is zorgelijk omdat contractering hét vehikel is om de kwaliteit van de zorg te verbeteren, de betaalbaarheid te vergroten en de toegankelijkheid te waarborgen. In de hoofdlijnenakkoorden ggz en wijkverpleging hebben partijen diverse maatregelen afgesproken om contractering te bevorderen. Onderdeel van die afspraken was dat als ondanks alle inspanningen en na gezamenlijke analyse de contracteergraad niet zou stijgen, dit zou leiden tot aanpassing in de wet- en regelgeving. Om dit mogelijk te maken, heeft VWS het wetsvoorstel bevorderen zorgcontractering voorbereid. De wetswijziging zou de overheid de mogelijkheid geven om voor bepaalde (deel)sectoren de hoogte van de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg in (nadere) regelgeving vast te leggen en deze dus niet langer over te laten aan verzekeraars en de daarover ontstane jurisprudentie. Nieuwe cijfers van Vektis (Kamerstukken II, 2020/21, 23 235, nr. 213) over het aandeel niet-gecontracteerde zorg in de wijkverpleging (5,7% in 2019; tegen 9% in 2018 en 7,2% in 2017) en alle inspanningen die worden ingezet, verkleinen de noodzaak om dit wetsvoorstel in te dienen. Ook andere ontwikkelingen in de wijkverpleging en ggz, zoals de aanstaande wijzigingen in de bekostiging, maken het aangaan van een contract naar verwachting aantrekkelijker. Het kabinet heeft daarom besloten eerst te bezien of dit voldoende bijdraagt aan het verminderen van niet-gecontracteerde zorg.

Paramedische zorg

De uitvoering van de bestuurlijke afspraken paramedische zorg is in 2020 doorgelopen, maar met vertraging op een aantal onderdelen vanwege de coronacrisis. Een voorbeeld van vertraging die is opgelopen is het onderdeel organisatiegraad: het programmaplan hiervoor is enkele maanden later dan gepland opgeleverd. Ook zijn de werkzaamheden voor het verkennen van een ‘resultaatindex’ later gestart. Uitstel heeft nergens tot afstel geleid. De paramedische zorg is hard getroffen door de coronacrisis: veel praktijken moesten een periode de deuren sluiten. Desondanks zijn er in het kader van de bestuurlijke afspraken verschillende project- en programmaplannen, onderzoeksrapporten en andere producten opgeleverd. Zo zijn een kostenonderzoek en een rapport over het ICT-landschap in de paramedische zorg opgeleverd, dit was een nulmeting en met dit als uitgangspunt zal de gegevens uitwisseling verbeterd gaan worden in de komende jaren. Verder is het programmaplan voor het onderdeel organisatiegraad vastgesteld en is het ZonMw-programma grotendeels volgens de oorspronkelijke planning doorgelopen (verschillende subsidies zijn in dat kader reeds verstrekt) en is een haalbaarheidsstudie naar een nieuwe declaratiesystematiek gestart.

Wettelijke verankering verzekerdeninvloed

Het is belangrijk om het organiserend vermogen in de regio te versterken, zodat toekomstige uitdagingen tijdig worden gesignaleerd en worden aangepakt. Uit een debat over het rapport «Kwaliteit loont» in 2015 is gebleken dat het belangrijk is, dat patiënten en verzekerden een stevige stem hebben in de noodzakelijke verandering; zorg is alleen juist als het mensen verder helpt in hun functioneren (Kamerstukken II 2014/15, 31 765, nr. 116). We ondersteunen patiënten daarom in hun betrokkenheid in de regio en versterken de invloed van verzekerden bij verzekeraars. Tevens is het wetsvoorstel invloed verzekerden per januari 2021 van kracht geworden, die deze invloed formaliseert en versterkt. Op deze manier krijgen verzekerden – die samen met verzekeraars en zorgaanbieders de hoeksteen vormen van de Zvw – een duidelijke positie. Daarnaast moet het organiserend vermogen van zorgorganisaties worden versterkt om de samenwerking op te zoeken, zodat patiënten de goede, samenhangende zorg krijgen die zij nodig hebben. We zouden bijvoorbeeld niet meer moeten spreken van ontslag uit het ziekenhuis, maar van overdracht. We zien dat koepelorganisaties en partijen in het veld hiervoor veel goede initiatieven ontwikkelen. Overigens betekent de wetswijziging geen grote wijziging in de praktijk, het is niet zo dat invloed van verzekerden op het (inkoop)beleid van verzekeraars vóór invoering per 2021 niet gebeurde, integendeel, het is een formalisering van grotendeels bestaande praktijk (Kamerstukken II 2017/18, 34 971, nr. 3).

Personen met verward gedrag

In het kader van de aanpak gericht op personen met verward gedrag is eerder al het Verbindend Landelijk Ondersteuningsteam (VLOT) van start gegaan. VLOT bestaat uit een klein kernteam van de vier landelijke opdrachtgevers (BZK, VWS, JenV en de VNG) en een ondersteuningsteam met 10 regioadviseurs. Tot medio 2021 ondersteunt VLOT, gemeenten en ketenpartners in de regio bij het realiseren van een persoonsgerichte aanpak voor kwetsbare personen (waaronder personen met verward gedrag) en verbindt VLOT landelijke programma’s met elkaar. De aanpak van VLOT valt binnen het in 2020 vastgestelde prioriteitenplan, dat focus aanbrengt in de aanpak gericht op personen met verward gedrag. In het kader van dit prioriteitenplan is in 2020 onder andere een dashboard beveiligde bedden ontwikkeld, werk gemaakt van de ketenveldnorm levensloopfunctie en is het landelijk meldnummer zorgwekkend gedrag gelanceerd (Kamerstukken II 2019/20, 25 424, nr. 548). Dit heeft eraan bijgedragen dat in steeds meer regio’s een goed werkende aanpak voor personen met verward gedrag van de grond komt, zodat mensen eerder passende hulp en ondersteuning krijgen.

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie1

Vastgestelde begroting2

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

3.640.437

3.533.898

2.953.820

3.157.586

4.793.652

3.080.575

1.713.077

        

Uitgaven

4.236.317

3.735.342

3.449.505

3.112.270

4.372.943

3.117.206

1.255.737

        

1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

156.150

152.275

162.528

205.944

1.451.369

193.180

1.258.189

Subsidies

143.016

135.534

144.358

172.263

176.553

141.236

35.317

Medisch specialistische zorg

86.979

90.273

94.709

77.503

74.511

80.533

‒ 6.022

Curatieve ggz

14.810

16.715

19.320

20.832

18.719

18.909

‒ 190

Eerste lijnszorg

1.381

2.312

2.126

2.058

2.638

9.893

‒ 7.255

Lichaamsmateriaal

12.475

14.702

15.683

17.002

33.049

20.608

12.441

Medische producten

8.605

4.443

8.544

48.473

47.636

11.293

36.343

Overige

18.766

7.089

3.976

6.395

0

0

0

Opdrachten

7.927

6.977

5.917

14.668

1.237.410

17.542

1.219.868

Medisch specialistische zorg

1.397

874

450

1.914

743

1.157

‒ 414

Curatieve ggz

1.307

1.307

660

864

274

4.887

‒ 4.613

Eerste lijnszorg

150

‒ 179

391

28

781

153

628

Lichaamsmateriaal

1.965

1.909

625

7.933

6.793

8.335

‒ 1.542

Medische producten

2.534

2.608

3.691

3.877

1.228.819

3.010

1.225.809

Overige

574

458

100

52

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

5.157

9.421

10.883

17.300

34.744

32.208

2.536

aCBG

652

1.889

3.446

1.855

2.513

1.694

819

aCBG

0

2.700

450

284

2.200

2.200

0

CIBG

4.505

4.832

6.987

15.161

30.031

28.314

1.717

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

50

343

1.370

1.713

1.374

2.126

‒ 752

Overige

50

343

1.370

1.713

1.374

2.126

‒ 752

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

68

‒ 68

Overige

0

0

0

0

0

68

‒ 68

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Garanties

0

0

0

0

1.288

0

1.288

Overige

0

0

0

0

1.288

0

1.288

        

3. Ondersteuning van het zorgstelsel

4.080.167

3.583.067

3.286.977

2.906.326

2.921.574

2.924.026

‒ 2.452

Subsidies

2.339

27.220

51.158

76.084

100.614

118.719

‒ 18.105

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen

927

1.171

1.206

1.083

1.212

1.303

‒ 91

Regeling medisch noodzakelijke zorg onverzekerden

0

94

2.421

21.000

30.594

14.250

16.344

Regeling veelbelovende zorg

0

0

0

0

1.213

25.946

‒ 24.733

Medisch-specialistische zorg

0

25.428

47.016

42.481

51.826

59.431

‒ 7.605

Curatieve ggz

1.120

80

120

9.020

4.861

8.981

‒ 4.120

Eerste lijnszorg

0

0

0

0

10.908

8.702

2.206

Overige

292

447

395

2.500

0

106

‒ 106

Bekostiging

3.944.450

3.433.044

3.184.380

2.789.138

2.771.211

2.762.515

8.696

Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-

2.556.450

2.493.930

2.695.900

2.749.253

2.723.169

2.722.900

269

Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen

35.000

37.114

37.480

39.885

48.042

39.615

8.427

Overige

1.353.000

902.000

451.000

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten

110.137

104.121

29.328

25.286

26.554

18.523

8.031

Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel

25.048

23.056

24.469

25.185

26.461

18.397

8.064

Overige

85.089

81.065

4.859

101

93

126

‒ 33

Opdrachten

7.358

3.161

3.199

2.951

10.244

5.618

4.626

Risicoverevening

1.826

1.699

1.400

1.084

1.259

1.986

‒ 727

Uitvoering zorgverzekeringstelsel

548

263

524

267

555

1.201

‒ 646

Medisch-specialistische zorg

0

0

0

0

7.208

118

7.090

Curatieve ggz

0

0

0

0

407

417

‒ 10

Eerste lijnszorg

0

0

0

0

72

100

‒ 28

Overige

4.984

1.199

1.275

1.600

743

1.796

‒ 1.053

Bijdrage aan agentschappen

15.883

15.521

14.187

12.467

7.943

13.846

‒ 5.903

CJIB: Onverzekerden en wanbetalers

15.883

15.521

14.187

12.467

7.943

13.846

‒ 5.903

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

4.725

400

5.008

4.803

205

SVB: Onverzekerden

0

0

3.225

400

5.008

3.778

1.230

Overige

0

0

1.500

0

0

1.025

‒ 1.025

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

2

‒ 2

VenJ: Bijdrage C2000

0

0

0

0

0

2

‒ 2

        

Ontvangsten

152.126

8.906

5.701

6.158

12.924

5.053

7.871

Overige

152.126

8.906

5.701

6.158

12.924

5.053

7.871

1

Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

Stand inclusief amendementen, moties en NvW

Uitgaven

1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

Subsidies

Medisch Specialistisch Zorg

Per 1 juli 2020 zijn de netwerkzorgactiviteiten op het gebied van palliatieve zorg van IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland) en Fibula (Stichting Fibula Platform Netwerken Palliatieve Zorg Nederland) samengevoegd bij Fibula. De overheveling van activiteiten heeft geleid tot een incidenteel lagere uitgave van € 1,8 miljoen binnen artikel 2 op subsidies Medisch specialistische zorg. De subsidie wordt vanaf nu verleend vanaf een ander artikel (artikel 3) en de activiteiten worden gecontinueerd door Fibula. Op artikel 3 was nog ruimte voor het uitvoeren van de subsidie en bleek overheveling van de middelen daarom niet nodig.

Daarnaast is ter dekking van problematiek op de VWS-begroting is, vooruitlopend op de jaarlijkse onderuitputting, in de eerste suppletoire begroting 2020 reeds een korting verwerkt op diverse beleidsartikelen. Daarmee is beoogd om het budget op de VWS-begroting zo goed mogelijk te verdelen en het zo mogelijk te maken om extra middelen voor nieuw beleid in te zetten en gedurende het jaar minder onderuitputting op te laten treden. Op dit budget is een korting van circa € 4,5 miljoen verwerkt. Daarnaast is nog een aantal kleinere mutaties verwerkt waardoor de realisatie op deze post € 6 miljoen lager uitvalt dan begroot.

Eerste lijnszorg

Zoals toegelicht in de tweede suppletoire begroting 2020, werd de verlaging van het budget hoofdzakelijk veroorzaakt doordat een fors aantal voornemens als gevolg van de coronacrisis geen doorgang konden vinden (€ 3,1 miljoen) en een herschikking van het budget binnen artikel 2 (€ 4,1 miljoen). Hierdoor vielen de uitgaven voor de subsidies Eerstelijnszorg € 7,3 miljoen lager uit.

Lichaamsmateriaal

De hogere uitgaven voor lichaamsmateriaal worden onder andere verklaard door een bijdrage die is verstrekt om de plasmageneesmiddelenfaciliteit in Nederland te kunnen behouden zodat de overdracht aan een derde partij kon plaatsvinden. Deze bijdrage van € 12 miljoen bestaat uit voor € 6 miljoen een beroep op de afgegeven garantie aan de Stichting Sanquin. De andere helft is als lening aan Sanquin Holding BV verstrekt om de periode te overbruggen tot de datum van overdracht op 1 januari 2021.

Medische producten

De uitgaven voor subsidies medische producten zijn € 36,3 miljoen hoger uitgevallen. De hogere uitgaven voor medische producten kunnen onder meer verklaard worden door een bijdrage aan de Stichting voorbereiding Pallasreactor in verband met de voorzieningszekerheid van medische radio-isotopen en een subsidie voor de stichting Nationaal Farmaceutische Kennis-, ontwikkel en opleidingscentrum.

Opdrachten

Medische producten

Voor medische hulpmiddelen is een budget van € 1.228,8 miljoen beschikbaar en € 1.225,8 miljoen uitgegeven. De hogere uitgaven betreffen de inkoop van medische hulpmiddelen en het verzorgen van de logistiek daaromtrent ter bestrijding van de COVID-19 pandemie. Deze medische hulpmiddelen betreffen onder andere medische mondmaskers, beademingsapparatuur, desinfectantia, testmaterialen en apparatuur. Slechts een deel van de testmaterialen wordt op dit artikel verantwoord. Gedurende het jaar is de verantwoordelijkheid voor het inkopen hiervan overgeheveld naar beleidsartikel 1.

Curatieve ggz

De uitgaven geraamd onder de post opdrachten Curatieve ggz zijn € 4,6 miljoen lager uitgevallen. Een bedrag van € 3,6 miljoen is elders binnen artikel 2 ingezet doordat de activiteiten waarvoor deze middelen zijn geraamd niet worden uitgevoerd. Het resterende deel van de lagere uitgaven betrof meerdere kleine mutaties, waaronder € 0,2 miljoen bestemd voor de voor de uitvoering van de Hey campagne en een bedrag van € 0,3 miljoen bestemd voor de inrichting van een landelijk meldnummer dat mensen kunnen bellen als ze zich zorgen maken over iemand in hun omgeving (mensen met verward gedrag), of voor mensen die zelf voor niet-acute situaties hulp of advies nodig hebben.

3. Ondersteuning van het zorgstelsel

Subsidies

Regeling medisch noodzakelijke zorg onverzekerden

In de eerste suppletoire begroting 2020 is op basis van op dat moment beschikbare gegevens de uitgavenraming fors verhoogd. In de loop van 2020 bleek dat de werkelijke uitgaven minder sterk stijgen dan zich begin 2020 liet aanzien, maar ten opzichte van de in de begroting opgenomen uitgavenraming is sprake van een overschrijding van € 16,3 miljoen. Deze hogere uitgaven hangen samen met de versoepeling van de regeling en de grotere bekendheid.

Regeling veelbelovende zorg

Er is sprake van een nieuwe regeling, waarvan de uitvoering nog niet volledig op stoom gekomen is waardoor er € 24,7 miljoen is overgebleven.

Medisch-specialistische zorg

Voor het ontsluiten van patiëntgegevens in de medisch-specialistische zorg en de uitwisseling tussen instellingen onderling is er de periode 2020-2023 in totaal € 75 miljoen beschikbaar voor ziekenhuizen, universitair medische centra en overige instellingen voor medisch specialistische zorg (VIPP-programma voor de MSZ). Als gevolg van de coronacrisis konden de ziekenhuizen in 2020 geen prioriteit geven aan de subsidieaanvragen. De verlaging van het budget met circa € 18,3 miljoen betreft dan ook een kasschuif om het kasritme in overeenstemming te brengen met de uitgaven. Daarnaast is sprake van een groot aantal andere kleine mutaties die per saldo ertoe leiden dat het budget totaal met € 7,6 miljoen is wordt onderschreden.

Curatieve ggz

In 2020 is beperkt gebruik gemaakt van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg waarmee medisch specialisten worden gefaciliteerd bij de overstap naar loondienst. Hierdoor zijn de uitgaven voor de subsidieregeling € 6,2 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Ter dekking van problematiek op de VWS-begroting is, vooruitlopend op de jaarlijkse onderuitputting, in de eerste suppletoire begroting reeds een korting verwerkt op diverse beleidsartikelen. Daarmee is beoogd om het budget op de VWS-begroting zo goed mogelijk te verdelen en het zo mogelijk te maken om extra middelen voor nieuw beleid in te zetten en gedurende het jaar minder onderuitputting op te laten treden. Bij de tweede suppletoire begroting 2020 is gekeken waar de onderuitputting is opgetreden. Op sommige plekken zijn ook correctieboekingen verwerkt. Op dit budget heeft een correctieboeking van circa €2 miljoen plaatsgevonden.

Bekostiging

Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen

In de afgelopen jaren was reeds sprake van een gestage stijging van de uitgaven. In 2020 zijn de uitgaven voor zorg aan onverzekerbare vreemdelingen fors toegenomen met € 8,4 miljoen. De oorzaak van deze stijging wordt nog onderzocht.

Inkomensoverdrachten

Overgangsregeling FLO/VUT-ouderenregeling ambulancepersoneel

De uitgaven voor de FLO/VUT-ouderenregeling ambulancepersoneel zijn (€ 8,1 miljoen) hoger uitgevallen, onder andere als gevolg van wijzigingen in regelgeving waarvan is afgesproken dat deze risico’s voor VWS zijn.

Opdrachten

Medisch-specialistische zorg

Er is een opdracht verstrekt aan het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) om een Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) in te richten om de spreiding van patiënten over Nederland in goede banen te leiden. Tevens zijn er middelen beschikbaar gesteld om patiënten te kunnen vervoeren. De uitgaven hiervoor bedroegen in 2020 circa €7, 2 miljoen.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten in 2020 worden veroorzaakt door afrekeningen van eerder verstrekte subsidievoorschotten.

Licence