Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Een duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond. Het doel is de vraagstukken op het gebied van bodemkwaliteit, drinkwatervoorziening, grondwater, bodemdaling, duurzaam bodembeheer, ordening van de ondergrond in relatie met de maatschappelijke opgaven als energietransitie en klimaatadaptatie aan te pakken. Daarnaast is het beleid gericht op het tot stand brengen van een betrouwbare en betaalbare drink- en afvalwatervoorziening in Caribisch Nederland. ↵

Het Rijk is enerzijds verantwoordelijk voor het systeem van wet- en regelgeving omtrent beheer en gebruik van bodem en ondergrond en stimuleert anderzijds de investeringen en de bescherming daarvan. Daardoor heeft de Minister van IenW een stimulerende en een regisserende rol

Tabel 14 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid art.13
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

30.388

25.560

35.953

73.935

117.403

113.560

3.843

        

Uitgaven

22.459

34.025

35.188

79.900

115.153

137.280

‒ 22.127

        

Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel

       

4 Ruimtegebruik bodem

18.220

30.608

31.841

77.902

113.283

135.439

‒ 22.156

5 Eenvoudig Beter

4.231

3.417

3.347

1.998

1.869

1.841

28

        
        

Ontvangsten

809

3.202

234

0

51

0

51

StimulerenVoor het onderdeel Bodem en Ondergrond is de algemene doelstelling om te komen tot een duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond. Het Rijk bevordert de investeringen in de kwaliteit van bodem en ondergrond door middel van:

  • Stimuleren van het duurzaam gebruik van het bodemsysteem.

  • Bestuurlijke afspraken over de bodemsaneringsopgave.

  • Het efficiënt beschermen van drinkwaterbronnen door het landelijk faciliteren/stimuleren van de totstandkoming van gebiedsdossiers.

  • Het aanpassen van de Wet VROM BES en de Wet Fin BES met als doel het mogelijk maken van het invoeren van een afvalwaterheffing en de verkoop van gezuiverd afvalwater voor irrigatie en zo de exploitatiekosten van het afvalwaterbeheer in het kader van de afvalwatervoorziening op Bonaire (Caribisch Nederland) te dekken, en om de uitvoerbaarheid van de Wet Elektriciteit en drinkwater BES te verbeteren.

RegisserenDe Minister van IenW heeft bij het onderwerp Bodem en Ondergrond een systeemverantwoordelijkheid voor het goed laten verlopen van processen op het gebied van duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond. De Minister van IenW is vanuit deze rolopvatting verantwoordelijk voor

  • Het proces waarbij de decentrale overheden in staat worden gesteld om uiterlijk in 2030 de bodemverontreinigingsproblematiek te beheersen.

  • De verdere ontwikkeling van regelgeving en kennis van de bodem en ondergrond. Deze ontwikkeling ondersteunt het beleid in relatie tot maatschappelijke opgaven en faciliteert de toepassing daarvan door de andere overheden. Dit geldt ook voor nieuwe bodembedreigende stoffen, zoals PFAS.

  • Het ondersteunen van de decentrale overheden bij het uitvoeren van de bodemtaken onder zowel het huidig recht als onder de Omgevingswet.

  • Het beheer en onderhoud van de regelgeving op het gebied van bodembescherming (WM), bodembeheer (Bbk) en bodemsanering (Wbb) en de kwaliteitsborging in het bodembeheer (Kwalibo).

  • De verkenning en uitwerking van een betere aansluiting van de stoffenregelgeving bodem met de andere milieudomeinen water en lucht.

  • Het programma Bodem en Ondergrond. In de NOVI is het programma Bodem en Ondergrond aangekondigd. In 2021 is gestart met een verkenning om na te gaan welke beleidsopgaven moeten worden opgepakt. Uitwerking (kwartiermaken) van het programma vond plaats in 2022 en loopt door in 2023. Doel is om in de loop van 2023 met het programma te starten.

  • Het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

  • Het beleid (beleidsnota drinkwater), de regelgeving (drinkwaterwet) en het uitoefenen van toezicht/handhaving (via de ILT) op de levering van deugdelijk drinkwater.

  • De zorg – samen met andere bestuursorganen – voor de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening (zorgplicht).

  • Het Ministerie van IenW zet zich in Caribisch Nederland in voor betaalbaar, betrouwbaar en toegankelijk drinkwater. Dat doel is bereikt door het verstrekken van subsidies enerzijds en het wijzigen van de Wet Elektriciteit en Drinkwater BES en de Warenwet BES per 1 januari 2023 anderzijds. Die laatste doet nu meer recht aan de eilandelijke situatie en daarmee is de uitvoerbaarheid van de wet verbeterd.

  • Teneinde de drinkwatertarieven te verlagen, zijn de structurele middelen voor subsidies per 1 juli 2022 verhoogd en vastgelegd in de Tijdelijke subsidieregeling drinkwater BES en rioolwaterzuiveringsinstallatie Bonaire 2018 tot en met 2024. Het gaat zowel om structurele subsidies voor het verlagen van het vaste aansluittarief als om incidentele subsidies in het waterproductie en/of distributienet op alle drie de eilanden (zie ook paragraaf subsidies).

Beleidsnota DrinkwaterDe Beleidsnota drinkwater 2021-2026 is via de Implementatie- en Uitvoeringsagenda Drinkwater in uitvoering. Het hoofddoel van de beleidsnota is het voorzien in voldoende drinkwater van goede kwaliteit, voor iedereen in Europees en Caribisch Nederland, voor nu en in de toekomst. Dit hoofdddoel is verder uitgewerkt in de volgende doelen:

• Goede kwaliteit drinkwaterbronnen• Voldoende drinkwaterbronnen• Bewust en zuinig drinkwatergebruik• Drinkwaterbereiding, -kwaliteit en -levering blijvend op orde• Beveiligde en weerbare drinkwatervoorzieningHet Rijk, medeoverheden en de drinkwatersector monitoren op basis van bestaande meetprogramma’s toezichtkaders en beleidsevaluaties periodiek de drinkwatervoorziening en de voortgang van genomen maatregelen. Als onderdeel van de implementatie- en uitvoeringsagenda wordt gewerkt aan een monitoringsdashboard voor drinkwater die de basis vormt voor een jaarlijkse voortgangsrapportage om integraal inzicht te bieden in de staat van de drinkwatervoorziening en eventuele knelpunten.

Monitoring voortgang bodemsaneringsopgaveIn 2022 is de monitoringsrapportage over 2021 vastgesteld en is gewerkt aan de monitoring over het jaar 2022. De monitor verzamelt de voortgang van de 41 bevoegde overheden Wbb (12 provincies en 29 grotere steden). De monitor richt zich in hoofdzaak op de voortgang van de aanpak van spoedlocaties. Dat zijn locaties waarvan sanering noodzakelijk is vanwege onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid, ecologie of verspreiding van de verontreiniging naar het grondwater. In totaal is inmiddels 50 % van de spoedlocaties (821 van de 1643) afgehandeld (al dan niet met nazorg om het saneringsresultaat te consolideren). Bij de overige locaties is de sanering in uitvoering (639 locaties, 39%) of moet de sanering nog starten (183 locaties, 11 %). In de periode tussen de uitvraag in 2020 en 2021 is de sanering op 45 locaties aangevangen en op 80 locaties afgehandeld. De bevoegde overheden hebben gezamenlijk 386 locaties (betreft zowel spoedlocaties als andere gesaneerde locaties) in beheer waarbij sprake is van actieve nazorg om het saneringsresultaat te consolideren. Er zijn in totaal 23 gebieden in Nederland waar sprake is van een gebiedsgericht grondwaterbeheer, waarbinnen de grondwaterverontreiniging veroorzaakt door in totaal 195 spoedlocaties en 186 niet-spoedlocaties wordt beheerd.

In de Tweede Kamerbrief over ‘Water en Bodem Sturend’ zijn structurerende keuzes voor het beleid voor de bodem en ondergrond opgenomen. Deze hebben betrekking op: regie op de inrichting en ordening van ondergrond, behoud van waardevolle bodems, duurzaam beheer van landbouwbodems en verstoring van de bodem en hergebruik van grond. In programma bodem en ondergrond worden de structurerende keuzes nader uitgewerkt.

Bestuurlijke afspraken

Op 24 november 2022 zijn er bestuurlijke afspraken over bodem gemaakt tussen IenW, IPO, VNG en Unie van Waterschappen (zie Kamerstuk 30015, nr. 111). Een vitale bodem en ondergrond is van groot belang voor veel maatschappelijke opgaven, zoals een gezonde fysieke leefomgeving, het aanpassen op het veranderende klimaat, de transitie naar duurzame energievoorziening, woningbouw, kringlooplandbouw en schoon drinkwater.

Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben afgesproken om in samenwerking te werken aan het verbeteren van de vitaliteit van de bodem en ondergrond. Met deze samenwerking worden landelijk, provinciaal en lokaal beleid en uitvoering beter met elkaar verbonden en afgestemd, gericht op herstel, bescherming en duurzame benutting van bodem en ondergrond.

Verschillende locaties met een industrieel verleden zijn nog sterk verontreinigd. In sommige steden vormt bodemlood een gezondheidsrisico en nieuwe zorgwekkende stoffen als PFAS worden alom in bodems aangetroffen. Het herstel van de bodemkwaliteit door beheer en sanering is een belangrijke pijler onder het werken aan een vitale bodem. Voor de gezamenlijke aanpak van die herstelopgave zijn langjarige afspraken gemaakt, ook over het budget dat daarvoor beschikbaar wordt gesteld aan provincies en gemeenten.

De minister heeft de Kamer hier op 21 december per brief over geïnformeerd.

Kwaliteitsborging in het bodembeheer (Kwalibo)

Het programma Versterking Kwalibo-stelsel is in februari 2022 gestart met de implementatie van circa 40 maatregelen uit het door de Taskforce vastgestelde plan van aanpak. Voor het werkspoor Versterking publieke sturing is een aantal maatregelen afgerond en verreweg de meeste maatregelen zijn opgepakt. Deze maatregelen zijn gericht op het versterken van de publieke sturing op het Kwalibo-stelsel ter invulling van de stelselverantwoordelijkheid van de staatssecretaris. De implementatie van de maatregelen onder het werkspoor Versterking VTH-keten heeft een vertraging van minimaal 6 maanden opgelopen door de moeizame werving van de door de ILT benodigde capaciteit. Voor dit werkspoor zijn wel in het najaar van 2022 gezamenlijke risicosturingsanalyses uitgevoerd voor vijf ketens door Deltares. De resultaten hiervan vormen de basis voor de implementatie van de overige maatregelen ter versterking van de VTH-keten en de informatiepositie van de ILT met als doel het terugdringen van het nalevingstekort en het voorkomen van milieuschade.

Herijking diepeplassenbeleid

Op 6 juli 2022 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het resultaat van de brede bestuurlijke dialoog over de herijking van het diepeplassenbeleid. Tijdens de dialoog zijn bouwstenen voor nieuw beleid opgehaald en deze zijn vertaald in een viertiental actiepunten. In de tweede helft van 2022 is gewerkt aan een actieplan voor een planmatige uitvoering van deze actiepunten. Aan het verbetertraject zal de komende jaren worden gewerkt. In de tweede helft van 2022 is ook een participatieonderzoek gestart naar de ervaringen van omwonenden bij het verondiepen van diepe plassen. Met het onderzoek wordt een beeld gevormd hoe het proces van verondiepen is beleefd en welke elementen vertrouwen bieden en welke niet.

PFAS

De meest recente actualisatie van het handelingskader PFAS is in december 2021 gepubliceerd. Hierover heeft in januari 2022 voorlichting door middel van een webinar plaatsgevonden. Om te onderzoeken hoe PFAS het beste in de bodemregelgeving kan worden genormeerd, is een onderzoek gestart hoe het handelingskader aansluit op de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water.

In 2022 is een onderzoek afgerond naar de locaties waar zich mogelijk verhoogde concentraties PFAS in de bodem bevinden. Er bleek geen centraal overzicht te geven te zijn. Wel konden typen locaties geïdentificeerd worden. Het rapport is in juli 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Om de medeoverheden te ondersteunen bij de beslissing of er op bepaalde locaties met PFAS-verontreinigingen maatregelen nodig zijn, heeft het RIVM in mei geactualiseerde Indicatieve Niveaus voor Ernstige Verontreiniging (INEV's) gepubliceerd. Voor het aanpakken van PFAS-verontreinigde locaties zijn specifieke uitkeringen (SPUK) beschikbaar. In mei van dit jaar konden medeoverheden aanvragen indienen; allen zijn gehonoreerd. In totaal gaat het om 27 projecten ter waarde van 12,4 miljoen euro. In de praktijk blijkt behoefte te zijn aan een handreiking hoe om moet worden gegaan met PFAS-saneringen. Volgend jaar zal daarom met de medeoverheden gewerkt worden aan een invulling daarvan.

Caribisch Nederland - drinkwater

Het Ministerie van IenW zet zich in Caribisch Nederland in voor betaalbaar, betrouwbaar en toegankelijk drinkwater. Dat doel is bereikt door het verstrekken van subsidies enerzijds en het wijzigen van de Wet Elektriciteit en Drinkwater BES en de Warenwet BES anderzijds. Die laatste doet nu meer recht aan de eilandelijke situatie en daarmee is de uitvoerbaarheid van de wet verbeterd. Dat is belangrijk voor de nutsbedrijven en openbare lichamen die een belangrijke eilandelijke taak te vervullen hebben in de openbare drinkwatervoorziening. De gewijzigde Wet Elektriciteit en Drinkwater BES en Warenwet BES treden per 1 januari 2023 in werking.

Teneinde de drinkwatertarieven te verlagen, zijn de structurele middelen voor subsidies per 1 juli 2022 verhoogd en vastgelegd in de Tijdelijke subsidieregeling drinkwater BES en rioolwaterzuiveringsinstallatie Bonaire 2018 tot en met 2024. Het gaat zowel om structurele subsidies voor het verlagen van het vaste aansluittarief als om incidentele subsidies in het waterproductie en/of distributienet op alle drie de eilanden (zie ook paragraaf subsidies).

Caribisch Nederland – afvalwater en mariene milieu

De gewijzigde Wet VROM BES en Wet FIN BES treden per 1 januari 2023 in werking. Ten eerste wordt daarmee de zorgplicht van de Openbare Lichamen voor afvalwater verbreed van alleen het inzamelen naar het gehele beheer ervan, in gebieden waar dat doelmatig wordt geacht. Ten tweede is de grondslag voor een afvalwaterheffing geregeld, waarmee de eilanden de mogelijkheid krijgen hun afvalwaterbeheer middels een heffing te bekostigen. Beide is van belang voor een verbeterd (marien) milieu.

Voor afvalwater en het mariene milieu werkt IenW verder binnen de kaders van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030 (NMBP). Met middelen uit het NMBP is Bonaire aan de slag met het opstellen van een afvalwatervisie; Saba en Sint Eustatius zullen in 2023 vormgeven. De resultaten hiervan zijn belangrijk voor het bepalen van vervolgprojecten in het kader van afvalwater. Ondertussen zijn in 2022 middelen (ruim € 3,47 miljoen) verstrekt aan Bonaire voor een aantal concrete projecten die nu al van start moeten gaan, zoals Hhet uitbreiden van de RWZI zuiveringscapaciteit en het realiseren van een 40-tal extra aansluitingen op de riolering en de bouw van een havenontvangstinstallatie om afvalwater van jachthaven Harbour Village in te nemen. Bovendien is er € 600.000 toegekend uit het NMBP budget voor het opzetten van programma’s voor de monitoring van de zeewaterkwaliteit rondom alle drie de eilanden. Deze gaan helpen om meer inzicht te krijgen in de status van het mariene milieu aldaar. Tevens kunnen ze laten zien hoe de staat van het mariene milieu wordt beïnvloed door NMBP-projecten en andere maatregelen, hetgeen richting kan geven aan verder beleid ter bescherming van het mariene milieu.

Europese bodemstrategie

In januari 2022 is de kabinetsreactie opgesteld ten aanzien van de Bodemstrategie. Er is een quickscan impact analyse en een bedrijfseffectentoets uitgevoerd op de EU-Bodemstrategie om op hoofdlijnen de consequenties voor Nederland in beeld te brengen. Er is door IenW, in afstemming met de medeoverheden en departementen, een reactie gegeven op de publieke consultatie van de EC in opmaat naar een EU richtlijn bodemgezondheid met als doel om de Nederlandse positie in een vroegtijdig stadium beter voor het voetlicht te brengen en richting te geven aan de wijze waarop Nederland een en ander graag geregeld ziet in het richtlijnvoorstel bodemgezondheid.

Er is een gesprek gevoerd met de Europese Commissie om de Nederlandse situatie, en kansen en risico’s van de Bodemrichtlijn, toe te lichten. Er is actief geparticipeerd – zowel mondeling als schriftelijk - in de Europese expertgroep bodembescherming. Er zijn diverse participatie-activiteiten georganiseerd om stakeholders te betrekken bij de EU-bodemstrategie en de in 2023 verwachte richtlijn bodemgezondheid.

Emissies van zeer zorgwekkende stoffen en PFAS-restrictie

In 2022 is er gewerkt om de emissies van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) in beeld te brengen. In dit kader is er nu een eerste groep van gegevens opgenomen in nationale database die in de loop van de tijd verder gevuld zal worden.

In de zomer van 2022 is gestart met een kwalitatieve evaluatie van het ZZS-emissiebeleid. In Europees verband heeft Nederland samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen gewerkt aan het opstellen van een Europees restrictievoorstel voor PFAS. PFAS staat voor alle soorten poly- en perfluoralkylstoffen. Dit zijn chemische stoffen die door de mens zijn gemaakt, diverse (zeer) schadelijke eigenschappen hebben en in het milieu niet afbreken. Conform de regels van de REACH-verordening wordt het voorstel uitvoerig onderbouwd met een beschrijving van de risico’s van de stoffen. Daarnaast zijn er alternatieven voor deze stoffen in beeld gebracht en is er gekeken naar de economische impact van de voorgestelde maatregelen.

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

 

Verplichtingen

30.388

25.560

35.953

73.935

117.403

113.560

3.843

1

         

Uitgaven

22.459

34.025

35.188

79.900

115.153

137.280

‒ 22.127

 
         

4 Ruimtegebruik bodem

18.220

30.608

31.841

77.902

113.283

135.439

‒ 22.156

 

Opdrachten

6.000

10.804

10.703

7.754

7.118

14.831

‒ 7.713

2

Bodem en STRONG

1.688

6.360

5.329

4.645

4.614

12.271

‒ 7.657

 

RWS Leefomgeving

4.269

4.444

5.374

3.109

1.823

2.560

‒ 737

 

Overige Opdrachten

43

0

0

0

681

0

681

 

Subsidies

7.303

15.769

10.202

14.087

20.406

20.102

304

 

Bedrijvenregeling

2.311

9.428

2.088

3.943

7.678

14.991

‒ 7.313

 

Subsidies Caribisch Nederland

4.992

6.341

8.114

10.144

10.912

5.111

5.801

 

Overige subsidies

    

1.816

0

1.816

 

Programma Commissie MER

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

3.569

3.795

3.736

3.825

7.628

3.825

3803

3

Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.569

3.795

3.736

3.825

3.869

3.825

44

 

Waarvan bijdrage aan agentschap RIVM

    

3.759

0

3759

 

Bijdragen aan medeoverheden

1348

240

7.200

52.176

78.125

96.681

‒ 18.556

4

Meerjarenprogramma Bodem

1348

0

7.200

52.032

78.125

96.681

‒ 18.556

 

Bijdragen aan Caribisch Nederland

0

240

0

0

0

0

0

 

Overige bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

144

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter)nationale ogranisaties

0

0

0

60

7

0

7

 
         

5 Eenvoudig Beter

4.231

3.417

3.347

1.998

1.869

1.841

28

 

Opdrachten

743

1057

202

0

0

0

0

 

Eenvoudig Beter

2

0

0

0

0

0

0

 

Overige Opdrachten

741

1057

202

0

0

0

0

 

Subsidies

0

0

0

0

0

0

0

 

Stimuleringsregeling Impl Omgevingswet

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

3.488

2.360

3.145

1.998

1.869

1.841

28

 

Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.488

2.360

3.145

1.998

1.869

1.841

28

 
         

Ontvangsten

809

3202

234

0

51

0

51

 

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere realisatie van het verplichtingenbudget van per saldo € 3,8 miljoen is met name het gevolg van het versneld aangaan van verplichtingen voor de Bedrijvenregeling (€ 1,3 miljoen). Overige mutaties verklaren het resterende verschil van per saldo € 2,5 miljoen.

  • 2. De lagere realisatie van € -7,7 miljoen is met name veroorzaakt door een vertraging in de uitvoering van een bodemsaneringsproject binnen het programma Bodem en Strong.

  • 3. De hogere realisatie van de bijdrage aan agentschappen (€ 3,8 miljoen) wordt met name veroorzaakt door de budgetoverheveling vanuit het opdrachtenbudget en een structurele budgetoverheveling in het kader opdrachten aan de agentschappen RIVM voor onderzoek naar actuele informatie over blootstelling via voedsel, drinkwater en milieucompartimenten en een opdracht voor emissieregistratie .

  • 4. De lagere realisatie van de bijdragen aan medeoverheden (€ -18,6 miljoen) wordt veroorzaakt door de vertragingen in de bodemsanering projecten binnen het Meerjarenprogramma Bodem.

Uitgaven

4 Ruimtegebruik bodem

Opdrachten

De opdrachtverlening heeft betrekking op uitbesteding van diverse beleidsinhoudelijke onderzoeksopdrachten en evaluaties aan derden op het gebied van bodem, drinkwater en waterketen, Caribisch Nederland, Commissie van deskundigen Drinkwaterbesluit, bodemenergie en PFAS en NEN-regelgeving (drinkwater, bodem, zwemwater). Ook de uitgaven voor een aanvullende sanering van het EMK-terrein in Krimpen aan de IJssel vallen onder dit budget.

Subsidies

Bedrijvenregeling

Op grond van de Wet bodembescherming en het Besluit financiële bepalingen bodemsanering, zijn subsidies ten behoeve van saneringsmaatregelen van bedrijven vastgelegd en uitgekeerd in 2021. Jaarlijks kunnen bedrijven via lokale overheden en Stichting Bodembeheer NL verzoeken tot subsidievaststelling indienen van uit te voeren saneringen. Daarnaast kan een beroep worden gedaan op cofinanciering. In de periode tot 2008 hebben circa 10.000 bedrijven zich hiervoor aangemeld. Bedrijven hebben tot 2024 de tijd om een onderbouwde aanvraag tot subsidieverlening in te dienen. Het verzoek tot subsidievaststelling dient vervolgens vóór 2030 ingediend te worden.

Caribisch Nederland

De subsidies voor Caribisch Nederland zijn bedoeld om bij te dragen aan de toegankelijkheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland. Een goede drinkwatervoorziening is van groot belang voor de volksgezondheid, het welzijn en de welvaart van Caribisch Nederland. Vanwege de geringe bevolkingsomvang, het ontbreken van grote zoetwatervoorraden en het insulaire karakter is de drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland erg duur. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat stelt daarom jaarlijks subsidie beschikbaar om een deel van de kosten te dekken zodat de tarieven voor de inwoners lager zijn dan de kostendekkende tarieven.

Ook worden er incidenteel subsidies verleend in investeringen in de drinkwaterproductie- en/of distributievoorzieningen. In 2022 hebben de eilanden de volgende subsidies ontvangen voor het verlagen van hun drinkwatertarieven: Bonaire € 4,650 miljoen, Sint Eustatius € 1,082 miljoen en Saba € 100.000 (en een restant van € 261.000 uit 2021). Voor de investeringen: Bonaire € 450.0000 (uitbreiden waterproductie, in totaal € 1,35 miljoen over 3 jaar), Sint Eustatius € 1,5 miljoen (verbeteren en uitbreiden drinkwaternet; in totaal € 4,5 miljoen subsidie over 3 jaar), Saba € 1 miljoen (o.a. verbeteren waterinlaat en uitbreiden distributienet van Reverse Osmosis water).

Bijdrage aan agentschappen

Aan RWS zijn bijdragen verstrekt voor het verrichten van en ondersteuning van de beleidsontwikkeling op het gebied van bodem en ondergrond en voor de ondersteuning van de uitvoering van de bodemtaken onder de omgevingswet.

Bijdrage aan medeoverheden

De bestuurlijke afspraken voor 2021 zijn doorgezet naar 2022. Deze afspraken vormden de basis voor het verstrekken van een bijdrage aan andere overheden voor de financiering van de uitvoering van de afspraken, inclusief de aanpak van verontreinigingen. Deze aanpak bestaat uit een aantal onderdelen. Ten eerste de aanpak van locaties aangemerkt als spoed wegens onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid, de ecologie of verspreiding van verontreinigingen naar het grondwater. Ten tweede locaties waarvan de saneringsopgaven als buitenproportioneel zijn aangemerkt. Hierbij gaat het zowel om verontreinigingen met PFAS als met diffuus lood.

Daarnaast werden bijdrages verstrekt op basis van toezeggingen die in het verleden zijn gedaan door het Rijk aan provincies en gemeenten in verband met de uitvoering van hun bodemsaneringstaken in het kader van de Wet bodembescherming.

Daarnaast zijn incidentele bijdragen verstrekt. Hieronder valt de voortzetting van de bestaande aanpak van bodemverontreinigingen met asbest in Twente. Ook in het kader van de problematiek met het lozen van druggerelateerde stoffen in de bodem zijn specifieke uitkeringen verstrekt. In 2022 ging dit om drie locaties in de provincie Noord-Brabant. De inzet is om saneringskosten van drugsafvallozingen te verhalen op de veroorzakers.

5 Eenvoudig Beter

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft een bijdrage aan Rijkswaterstaat voor de kosten die het agentschap maakt voor de transitie in het kader van de Omgevingswet.

Licence