Base description which applies to whole site

3.2 De niet-beleidsartikelen (Ministerie van Financiën IXB)

Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 8 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

266.049

0

266.049

9.436

275.485

8.372

6.852

2.187

1.187

          

Uitgaven

266.049

0

266.049

9.436

275.485

8.372

6.852

2.187

1.187

          

Personeel kerndepartement

184.300

0

184.300

3.554

187.854

4.590

4.570

545

‒ 455

waarvan: Eigen personeel

175.027

0

175.027

4.844

179.871

5.890

5.870

1.845

845

waarvan: Inhuur Externen

8.767

0

8.767

‒ 1.290

7.477

‒ 1.300

‒ 1.300

‒ 1.300

‒ 1.300

waarvan: Overig personeel

506

0

506

0

506

0

0

0

0

          

Materieel kerndepartement

81.749

0

81.749

5.882

87.631

3.782

2.282

1.642

1.642

waarvan: ICT

12.743

0

12.743

3.900

16.643

1.900

400

400

400

waarvan: bijdrage aan SSO

39.208

0

39.208

2.082

41.290

1.932

1.932

1.242

1.242

waarvan: overig materieel

29.798

0

29.798

‒ 100

29.698

‒ 50

‒ 50

0

0

          

Ontvangsten

51.837

0

51.837

856

52.693

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Eigen personeel (+ € 4,8 mln.)

De belangrijkste wijziging betreft extra middelen voor de transitie en de versterking van de Belastingdienst, Toeslagen, Douane en kerndepartement. De middelen hebben betrekking op het aanstellen van een tweede staatssecretaris en op de ontvlechting van de Belastingdienst in drie afzonderlijke Directeuren-Generaal. Dit heeft gevolgen voor de aansturing en ondersteuning vanuit het kerndepartement.

Materiële uitgaven (+ € 5,9 mln.)

De belangrijkste wijzigingen zijn het gevolg van:

  • Het project digitalisering schatkistbankieren en de beheerskosten daarvan, met als doel om het systeem waarmee decentrale overheden en semioverheidsinstellingen bij het ministerie van Financiën schatkistbankieren, te vernieuwen (+ € 3,9 mln.).

  • Extra budget voor bijdragen aan SSO's ten behoeve van de transitie en versterking van Belastingdienst, Toeslagen en Douane (+ € 0,8 mln.).

  • De stijgende kosten van SSC-ICT (+ € 1,4 mln.).

Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 10 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2020 (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire (4)

Stand 1e suppletoire (5)=(3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

180.362

0

180.362

285.405

465.767

254.561

366.536

347.668

375.832

          

Uitgaven

175.432

0

175.432

285.405

460.837

254.561

366.536

347.668

375.832

          

Uitgaven

175.432

0

175.432

285.405

460.837

0

0

0

0

Programma onvoorzien

33.210

0

33.210

176.510

209.720

152.756

264.997

248.416

276.936

Apparaat onvoorzien

25.580

0

25.580

‒ 3.155

22.425

0

0

0

0

Loonbijstelling

103.731

0

103.731

95.172

198.903

85.693

85.590

83.749

83.666

Prijsbijstelling

12.911

0

12.911

16.878

29.789

16.112

15.949

15.503

15.230

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Programma onvoorzien (+ € 176,5 mln.)

In het programma onvoorzien worden middelen gereserveerd voor toekomstige plannen. Er zijn middelen toegevoegd voor:

  • Compensatie ouders: Het kabinet heeft, zoals aangegeven in de Kabinetsreactie op het eindrapport van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen, het rapport van de ADR en het Zwartboek van 13 maart jl., besloten middelen beschikbaar te stellen om de gevolgen van een onredelijk hard toeslagenstelsel zo veel mogelijk te repareren. Dit betreft € 390 mln. voor de compensatie van ouders, waarvan € 200 mln. in 2020.

  • Transitie en structurele versterking Belastingdienst, Toeslagen, Douane en Kerndepartement: De ontvlechting van de Belastingdienst in drie afzonderlijke Directeuren-Generaal heeft gevolgen voor de daarvoor benodigde aansturing, kaderstelling en ondersteuning. Dit heeft personele consequenties bij zowel de te ontvlechten onderdelen en de bijbehorende ondersteunende functies binnen de Belastingdienst als het kerndepartement. Hiervoor wordt € 10,1 mln. gereserveerd in 2020 en € 20 mln. structureel.

  • Belastingdienst op orde: In de jaren 2022 en verder wordt budget gereserveerd voor het pakket «Belastingdienst op Orde». Dit wordt op een later moment aan artikel 1 en het nog op te richten artikel voor Toeslagen toegekend.

Tevens worden de resterende middelen op de Aanvullende Post voor Beheerst vernieuwen overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Financiën en met een kasschuif in het gewenste ritme gezet

(- € 15,9 mln. in 2020). Daarnaast wordt het resterende budget voor de opstartkosten van Invest NL en Invest Internationaal overgeboekt naar artikel 3 (Financieringsactiviteiten publiek-private sector; ‒ € 5 mln.). De dekking van de uitvoeringskosten van maatregelen uit het Belastingplan 2019 en 2020 worden middelen overgeboekt naar artikel 1 (- € 5,7 mln.). Om aan te sluiten bij de verwachte toekomstige uitvoeringskosten van fiscale maatregelen en wetgeving is een deel van de resterende reservering hiervoor verschoven van 2020 naar latere jaren (- € 7 mln.).

Apparaat onvoorzien (- € 3,2 mln.)

Een deel van de dekking voor het project digitalisering schatkistbankieren wordt overgeboekt naar artikel 8 (Apparaat kerndepartement).

Loonbijstelling (+ € 95,2 mln.)

De loonbijstelling tranche 2020 wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting.

Prijsbijstelling (+ € 16,9 mln.)

De prijsbijstelling tranche 2020 wordt toegevoegd aan de Financiënbegroting.

Licence