Base description which applies to whole site

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. ISB 1 en 2, NvW)

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 7) (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

 

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

2.846.839

3.179.320

504.891

‒ 8.968

3.675.243

waarvan betalingsverplichtingen

2.846.439

3.178.920

504.841

‒ 8.978

3.674.783

waarvan garantieverplichtingen

400

400

50

10

460

Procesrisico's

400

400

50

10

460

      

Uitgaven (1) + (2)

2.926.639

3.236.302

203.579

‒ 60.482

3.379.399

      

(1) Programma-uitgaven

477.609

503.892

100.057

11.969

615.918

waarvan juridisch verplicht

 

62,6%

  

95,0%

      

Bekostiging

6.178

6.228

50.702

‒ 33.000

23.930

Vergoeding proceskosten

6.178

6.228

50.702

‒ 33.000

23.930

      

Garanties

245

245

50

10

305

Garantie procesrisico's

245

245

50

10

305

      

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

14.908

14.908

2.026

0

16.934

Waarderingskamer

1.953

1.953

34

0

1.987

Kadaster

1.971

1.971

35

0

2.006

Kamer van Koophandel

4.270

4.270

75

0

4.345

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

6.714

6.714

1.882

0

8.596

      

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

437

437

7.508

0

7.945

Internationale Douaneraad

175

175

0

0

175

Overige internationale organisaties

262

262

7.508

0

7.770

      

Opdrachten

258.961

296.917

26.433

8.898

332.248

ICT opdrachten

209.043

249.899

13.288

5.528

268.715

Overige opdrachten

49.918

47.018

13.145

3.370

63.533

      

Bijdrage agentschappen

104.880

85.157

13.338

‒ 4.725

93.770

Logius

104.690

81.967

13.335

‒ 4.725

90.577

CIBG

190

190

3

0

193

Overig

0

3.000

0

0

3.000

      

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

10.786

10.786

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

10.786

10.786

      

Rente

92.000

100.000

0

30.000

130.000

Belasting-en invorderingsrente

92.000

100.000

0

30.000

130.000

      

(2) Apparaatsuitgaven

2.449.030

2.732.410

103.522

‒ 72.451

2.763.481

waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland

13.000

13.000

1.000

200

14.200

      

Personeel

2.109.698

2.355.356

106.758

‒ 80.294

2.381.820

waarvan: Eigen personeel

1.868.318

1.942.247

128.611

‒ 20.689

2.050.169

waarvan: Inhuur externen

233.664

404.393

‒ 22.119

‒ 58.839

323.435

waarvan: Overig personeel

7.716

8.716

266

‒ 766

8.216

      

Materieel

339.332

377.054

‒ 3.236

7.843

381.661

waarvan: ICT

22.188

13.188

1.382

6.279

20.849

waarvan: Bijdrage SSO's

199.745

246.642

‒ 17.833

‒ 17.933

210.876

waarvan: Overige

117.399

117.224

13.215

19.497

149.936

      

Ontvangsten (3) + (4)

156.204.310

154.769.517

‒ 25.810.441

7.743.781

136.702.857

      

(3) Programma-ontvangsten

156.161.216

154.722.177

‒ 25.817.258

7.731.938

136.636.857

waarvan: Belastingontvangsten

155.435.235

154.102.196

‒ 25.837.258

7.646.919

135.911.857

      

Rente

368.377

390.377

20.000

29.623

440.000

Belasting- en invorderingsrente

368.377

390.377

20.000

29.623

440.000

      

Boetes en schikkingen

177.777

115.777

0

49.223

165.000

Ontvangsten boetes en schikkingen

177.777

115.777

0

49.223

165.000

      

Bekostiging

179.827

113.827

0

6.173

120.000

Kosten vervolging

179.827

113.827

0

6173

120.000

      

(4) Apparaatontvangsten

43.094

47.340

6.817

11.843

66.000

Toelichting

Verplichtingen

Verplichtingen (+ € 495,9 mln.)

Verwacht wordt dat er voor € 495,9 mln. meer verplichtingen worden aangegaan in 2020 ten opzichte van de eerste suppletoire begroting. De voornaamste oorzaken van deze mutatie zijn:

  • Een ophoging van de verplichtingen met € 143,1 mln. behorend bij hogere kasuitgaven in 2020 (zie hiervoor de toelichting onder het kopje uitgaven). Dit wordt met name verklaard door de toekenning van de loonbijstelling (+ € 71,3 mln.) en compensatie voor de extra uitgaven als gevolg van de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB, + € 69,5 mln.).

  • Een verhoging van de verplichtingen van € 313 mln. bij Miljoenennota vanwege de herijking van de meerjarige verplichtingen. De Belastingdienst en Douane werken aan het verbeteren van het verplichtingenbeheer en contractmanagement. Het verbeterde inzicht is meegenomen in de meerjarenraming verplichtingen en leidt er toe dat beter verantwoord kan worden in welke jaren de Belastingdienst en Douane aan te gane verplichtingen verwacht in afwijking van de kasuitgaven (betalingsritme).

  • Daarnaast wijkt de verplichtingenraming af van de kasraming, omdat de kasuitgaven voor externe inhuur in 2020 lager uitvallen en tegelijkertijd op deze post dit jaar meer verplichtingen worden aangegaan ten behoeve van 2021 dan eerder geraamd (ca. € 30 mln.). De hogere verplichtingen voor inhuur is het gevolg van de extra activiteiten die zijn gemeld in de eerste suppletoire begroting en de ontwerpbegroting 2021, waarbij de inhuurcontracten voor 2021 in 2020 worden aangegaan.

  • Als laatste wijkt de verplichtingenraming af van de kasraming, doordat het contract voor Logius met betrekking tot 2021 die in 2020 wordt verplicht, lager uitvalt dan geraamd (ca. ‒ € 30 mln.).

Uitgaven

Bekostiging (+ € 17,7 mln.)

De grote complexiteit van de kinderopvangtoeslagendossiers en daarbij het maken van wet- en regelgeving en het inrichten van de herstelorganisatie maakt het noodzakelijk om het ritme van de betalingen aan te passen. Voor de compensatie van ouders, wat budgettair wordt verantwoord op de post 'vergoeding proceskosten', is dit jaar op artikel 1 € 50 mln. beschikbaar gesteld. Naar verwachting wordt dit jaar echter, op basis van de meest recente inzichten, ca. € 18 mln. besteed:

  • Hiervan wordt ca. € 17 mln. verantwoord op artikel 1. In dit bedrag is rekening gehouden met de extra tegemoetkoming van € 750 in 2020 aan ouders die zich voor 1 november 2020 bij de Belastingdienst hebben gemeld als gedupeerde5, evenals een noodvoorziening acute en schrijnende gevallen.

  • Daarnaast betreft € 1 mln. van deze hersteluitgaven de nabetalingen kinderopvangtoeslag in verband met proportioneel vaststellen van de kinderopvangtoeslag en het matigen van terugvorderingen tot vijf jaar terug. Deze uitgaven worden op de begroting van het ministerie van SZW verantwoord. Ter dekking daarvan wordt nu € 1 mln. overgeboekt van artikel 1 naar het ministerie van SZW.

Het resterende, dit jaar niet-bestede deel (€ 32 mln.) van de beschikbare middelen voor compensatie ouders bij de tweede suppletoire begroting, wordt afgeboekt en doorgeschoven naar volgend jaar. Hierdoor wordt in totaal het beschikbare budget voor compensatie ouders op artikel 1 bij de tweede suppletoire begroting met € 33 mln. verlaagd (€ 32 mln. en € 1 mln. voor SZW).

Opdrachten (+ € 35,3 mln.)

Dit betreft een herschikking (van externe inhuur en bijdrage aan SSO's naar opdrachten) van de ICT-middelen die in de eerste suppletoire begroting zijn toegekend (ca. € 20 mln.), hogere kosten door prijsstijgingen (ca. € 4 mln.) en hogere uitgaven aan ICT-opdrachten dan geraamd (ca. € 5 mln.). Daarnaast is er ca. € 3 mln. overgeheveld vanaf artikel 9 Douane voor ICT-opdrachten die door de IV-organisatie worden uitgevoerd.

Bijdrage aan medeoverheden (+ € 10,8 mln.)

De Belastingdienst heeft een akkoord met de VNG gesloten om de betrokken gemeenten voor € 11 mln. in 2020 te compenseren voor de kosten die gepaard gaan met de hulp die gemeenten bieden aan toeslagengedupeerden. Hiervan wordt € 0,2 mln. in het btw-compensatiefonds gestort. In de derde voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag6wordt nader ingegaan op de samenwerking met gemeenten in relatie tot de herstelorganisatie.

Rente (+ € 30,0 mln.)

Op basis van de meest recente realisaties vallen de uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente dit jaar naar verwachting hoger uit dan geraamd.

Personeel (+ € 26,5 mln.)

Per saldo zijn de personele uitgaven naar verwachting € 26,5 mln. hoger.

De belangrijkste verklaringen hierbij zijn:

  • Een neerwaartse bijstelling van de budgetten voor eigen personeel (- € 20 mln.) en externe inhuur (- € 59 mln.) voornamelijk als gevolg van de coronacrisis. De coronacrisis heeft impact op de uitvoering en dienstverlening van de Belastingdienst. De in de eerste suppletoire begroting toegekende budgetten om de «Belastingdienst op orde» te brengen, worden dit jaar daarom niet geheel besteed. De uitgaven voor eigen personeel van de Belastingdienst vallen lager uit, doordat werving vertraagd is, er minder reis- en verblijfskosten zijn, congressen niet worden georganiseerd en opleidingen anders worden aangeboden. Ondanks de coronacrisis gaan dienstverlening en processen zoveel mogelijk door, maar is ook besloten om bepaalde activiteiten tijdelijk te stoppen of te verminderen. Dit om bedrijven te ontzien (bijvoorbeeld met de uitstelregeling betaling belastingschulden en het pauzeren van invorderingsprocessen), maar ook omdat voor bepaalde taken fysiek contact nodig is. Door contactbeperkende maatregelen kan de Belastingdienst bijvoorbeeld minder makkelijk op bezoek (zoals een bedrijfsbezoek en een boekenonderzoek) bij ondernemers. In de 1e voortgangsrapportage van de Belastingdienst7 wordt ingegaan op de gevolgen van de crisis op de Belastingdienst.

  • Hogere loonkosten vanwege een stijging in de cao-lonen en een stijging van de sociale premies (+ € 71,3 mln.), waarvoor bij Miljoenennota loonbijstelling is toegekend.

  • Incidenteel hogere uitgaven door de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB) per 1 januari 2020 (+ € 69,5 mln.).

  • Diverse kasschuiven (- € 25 mln.) voor onder andere projecten Beheerst vernieuwen en de implementatie van de EU-richtlijn en EU-verordening voor btw op e-commerce om middelen in het juiste ritme te brengen.

  • Een herschikking van 'externe inhuur naar «ICT-opdrachten» van ‒ € 10 mln. Dit betreft ICT-middelen die in de eerste suppletoire begroting zijn toegekend ten behoeve van het op orde brengen van de Belastingdienst.

Materieel (+ € 4,6 mln.)

  • ICT: de uitgaven voor materieel ICT zijn hoger als gevolg van een hoger dan geraamde aanschaf van laptops, ipads, beeldschermen etc. vanwege het thuiswerken.

  • Bijdrage aan SSO's: bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) bevat voornamelijk uitgaven voor huisvesting die via het Rijksvastgoedbedrijf lopen. De uitgaven in 2020 vallen lager uit vanwege onderbezetting en vertraging in de werving. Dit komt onder andere door de coronamaatregelen waardoor ook minder bijbehorende fte-kosten worden gemaakt voor huisvesting, facilitair, ICT en de werkplek (- € 17,9 mln.). Daarnaast hebben er bij de Miljoenennota herschikkingen plaatsgevonden om de bij Voorjaarsnota verkregen middelen op de juiste subartikelen te verantwoorden: ‒ € 20 mln. van bijdrage aan SSO's naar overig materieel (+ € 10 mln.) en overige opdrachten (+ € 10 mln).

  • Overige: de kosten op overig materieel vallen hoger uit door de bij Bijdrage aan sso's genoemde herschikking en aangezien de Belastingdienst meer diensten, zoals bijvoorbeeld huisvesting en data, levert aan andere overheidspartijen dan geraamd. Hiertegenover staan extra apparaatsontvangsten.

Ontvangsten

Belastingontvangsten (- €18,2 mld.)

In de Najaarsnota 2020 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

Tabel 7 Belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. ISB 1 en 2, NvW)

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 7) (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

Totaal belastingontvangsten

193.285.600

193.285.600

‒ 17.546.122

175.739.478

– /– Afdracht Gemeentefonds

31.901.410

33.151.951

409.598

33.561.549

– /– Afdracht Provinciefonds

2.480.413

2.556.850

46.110

2.602.960

– /– Afdracht BES-fonds

41.875

44.050

11.832

55.882

– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

3.426.667

3.430.553

176.677

3.607.230

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

155.435.235

154.102.196

‒ 18.190.339

135.911.857

Rente (+ € 49,6 mln.)

Als gevolg van de coronamaatregelen zijn dit voorjaar lagere ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente geraamd, die geleid hebben tot neerwaartse bijstellingen in incidentele suppletoire begrotingen. Op basis van de meest recente realisatiecijfers vallen de ontvangsten in 2020 naar verwachting minder tegen dan tot nu toe geraamd.

Boetes en schikkingen (+ € 49,2 mln.)

Als gevolg van de coronamaatregelen zijn dit voorjaar lagere ontvangsten aan boetes en schikkingen geraamd, die geleid hebben tot neerwaartse bijstellingen in incidentele suppletoire begrotingen. Op basis van de meest recente realisatiecijfers vallen de ontvangsten in 2020 naar verwachting minder tegen dan tot nu toe geraamd.

Apparaatsontvangsten (+ € 18,7 mln.)

De apparaatsontvangsten zijn naar verwachting € 18,7 mln. hoger. Dit komt omdat de Belastingdienst meer diensten levert aan andere overheidspartijen (zoals bijvoorbeeld huisvesting en data). De hogere ontvangsten hangen samen met hogere, met name materiële, uitgaven.

Licence