Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Bij Najaarsnota 2022 was er een bedrag van € 445,5 mln aan verplichtingen geraamd en een bedrag van € 403,1 mln aan kasuitgaven. Op dit artikel is ten opzichte van de Najaarsnota in 2022 € 266,9 mln minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 115,3 mln minder aan verplichtingen aangegaan.

Bij Najaarsnota 2022 was er een bedrag van € 106 mln aan ontvangsten geraamd. De gerealiseerde ontvangsten zijn in 2022 € 0,5 mln hoger dan begroot bij de Najaarsnota.

Verplichtingen

Verplichtingenmutaties groter dan € 5 mln:

  • Voor Onco Research is € 6,4 mln minder aan verplichtingen gerealiseerd. Met dit instrument wordt de subsidiebeschikking aan Oncode Instituut verleend. De tweede fase van pijler 3 in de financiering aan Oncode vindt pas op z'n vroegst in 2023 plaats.

  • De committering aan RegMed (€ 13 mln) kon niet in 2022 worden gerealiseerd. Samen met het Ministerie van VWS wordt hier in 2023 verder vorm aan gegeven.

  • Voor het leningen deel van Thematisch Technology Transfer is voor € 6,8 mln minder verplicht dan begroot. De uitvoering van deze regeling loopt niet synchroon met het initiële geraamde kas- en verplichtingenritme.

  • Voor het Innovatiekrediet is in totaal € 46,5 mln minder aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit komt doordat er minder bedrijven zich hebben aangemeld die in aanmerking kwamen voor de lening op zowel het klinische als het technische deel.

  • De bijdrage aan RVO was € 8,1 mln lager dan begroot.

  • De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van het Dutch Venture Initiative worden bepaald door de investeringen en terugontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. Het beheer van de middelen ligt bij de ROM Oost NL. Omdat de ontvangsten op de fondsen door ROM Oost NL opnieuw worden ingezet voor uitgaven zijn er geen middelen opgevraagd op de EZK begroting. Hierdoor is er € 7,1 mln minder verplicht in het kader van DVI en DVI II dan begroot.

  • Voor kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is minder aan verplichtingen gerealiseerd dan geraamd. In 2023 wordt deze storting, die betrekking heeft op 2 ROM's gerealiseerd.

  • De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een geldlening voor innovatieve bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase. De omvang en het moment van de verplichtingen in het kader van Vroege Fase Financiering worden bepaald door aanvragen van innovatieve bedrijven en starters. In 2022 is er op het regionale luik extra budget opengesteld maar een aantal aanvragen is doorgeschoven naar 2023. Daarnaast heeft er onderuitputting plaatsgevonden op het nationale luik. In totaal is er € 12 mln minder verplicht dan begroot.

  • De Vroegefasefinanciering heeft ook een NWO variant. Hiervoor is in 2022 een beschikking opengesteld voor de komende 2,5 jaar. Daardoor is er € 5,8 mln meer verplicht dan begroot. Dit betekent dat de komende 2 jaar niets meer hoeft te worden verplicht voor deze openstelling.

Uitgaven

Uitgavenmutaties groter dan € 5 mln:

  • Voor de regeling Thematische Technology Transfer (leningendeel) werd € 15,7 mln minder uitgegeven vanwege een lagere liquiditeitsbehoefte van de TTT-fondsen. Tevens loopt het begrootte kasritme niet synchroon met de uitfinanciering van het fonds.

  • Voor het Innovatiekrediet is in totaal € 15,2 mln minder uitgegeven dan geraamd. De kasuitgaven op het innovatiekrediet fluctueren jaarlijks door individuele uitbetalingsafspraken met bedrijven op basis van afgesproken mijlpalen.

  • Voor Onco Reserach is er € 20,8 mln minder uitgegeven dat geraamd in de 2e suppletoire begroting. De beschikking voor de tweede financierings fase van Oncode institute is in 2022 vastgesteld voor twee van de drie pijlers. Uitfinanciering vindt in toekomstige jaren plaats.

  • De bijdrage aan RVO was € 8,1 mln lager dan begroot.

  • De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van het Dutch Venture Initiative worden bepaald door de investeringen en terugontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. DVI zit momenteel in de beheerfase. Het beheer van de middelen ligt bij de ROM Oost NL. Omdat de ontvangsten op de fondsen door ROM Oost NL opnieuw worden ingezet voor uitgaven zijn er geen middelen opgevraagd op de EZK begroting. Hierdoor is er € 73,1 mln minder utgefinancierd in het kader van DVI en DVI II dan begroot.

  • Voor kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is minder aan verplichtingen gerealiseerd dan geraamd. In 2023 wordt deze storting, die betrekking heeft op 2 ROM's, gerealiseerd.

  • Het Deep Tech Fund, onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020, is pas in 2022 operationeel geworden. De eerste capital calls van Invest NL zullen vanaf 2023 plaatsvinden. De € 35 mln aan begrote middelen zijn daarom niet benut.

  • Het Fonds Alternatieve Financiering is onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020. De uitfinanciering van het fonds is op basis van de kredietbehoefte van de uitvrager. Er is in 2022 een lagere capital call geweest dan begroot. Hierdoor is er € 12,2 mln minder aan uitgaven gedaan dan begroot.

  • De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een geldlening voor innovatieve bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase. De omvang en het moment van de verplichtingen in het kader van Vroege Fase Financiering worden bepaald door aanvragen van innovatieve bedrijven en starters. In 2022 is er op het regionale luik extra budget opengesteld maar een aantal aanvragen is doorgeschoven naar 2023. Daarnaast heeft er onderuitputting plaatsgevonden op het nationale luik. In totaal is er € 11,5 mln minder uitgegeven dan begroot.

Ontvangsten

Ontvangstenmutaties groter dan € 5 mln:

  • Er is € 26 mln meer ontvangen op het Innovatiekrediet. Dit komt door de terugbetaling van een aantal succesvolle technische projecten. De ontvangsten op het Innovatiekrediet fluctueren jaarlijks.

  • Vanuit de Regionale ontwikkelingsmaatschappijen zijn er twee leningen afbetaald. De ontvangsten vallen hierdoor € 5,6 mln hoger uit dan begroot.

  • Voor het Dutch Venture Initiative (DVI) is € 47,7 mln minder ontvangen dan geraamd. De omvang en het moment van de uitgaven en ontvangsten in het kader van het DVI worden bepaald door de investeringen en ontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. Het beheer van de middelen ligt bij de ROM Oost NL. De ROM gebruikt ontvangsten op de fondsen om nieuwe portfolio's te financieren.

  • Er is € 12,9 mln meer ontvangen dan verwacht bij de Seed-regeling. De omvang en het moment van de ontvangsten in het kader van de Seed-regeling worden bepaald door de investeringen en ontvangsten van de verschillende Seed-fondsen. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang, bijvoorbeeld als er enkele grote exits binnen een jaar plaatsvinden. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen, waardoor realisatie kan afwijken van de begroting.

Licence