Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Versterken van de innovatieve kracht van Nederland door het beschikbaar stellen van financiering voor innovatief en snelgroeiend MKB en voor fundamenteel en toegepast onderzoek en het behouden van vermogen voor toekomstige generaties. Dit deel van het beleid is onderdeel van het bedrijvenbeleid zoals omschreven in artikel 2 van deze begroting. Het Toekomstfonds is revolverend van aard.

De Minister van EZK is rijksbreed systeemverantwoordelijk voor versterking van het innovatievermogen, in het bijzonder gericht op het bedrijfsleven en verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemingsklimaat.

De Minister van EZK en de bewindslieden van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek.

Vanuit deze verantwoordelijkheden heeft de Minister een financierende en faciliterende rol, samenhangend met de stimulerende, regisserende en faciliterende rollen, zoals vermeld in artikel 2 van deze begroting:

Financieren/faciliteren

  • Het mede-financieren van investeringen in R&D en innovatie (zie tevens artikel 2);

  • Het faciliteren van toegang tot en financieren van (risico)kapitaal voor bedrijven.

Om – aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.

Start-up en mkb-financiering

Het onderdeel start-ups en mkb-financiering van het Toekomstfonds is erop gericht om de beschikbaarheid van risicokapitaal voor startups en het snelgroeiende en innovatieve bedrijfsleven in Nederland te vergroten. Een goede toegang tot financiering ondersteunt ondernemingen in hun groeistrategie en daarmee het economische groeivermogen.

In 2022 is het Deeptech Fund operationeel geworden, dat EZK samen met Invest-NL heeft opgericht. Dit fonds heeft een totaalomvang van € 250 mln. Het fonds heeft inmiddels eerste investeringen verricht. Verder werd in 2022 de evaluatie van de ROM’s aan de beide Kamers aangeboden. Deze evaluatie schetst over het geheel een positief beeld van de toegevoegde waarde van de ROM’s, waarbij de meerwaarde vooral zit in de geïntegreerde aanpak van investeren, innoveren en internationaliseren in de regio, waarbij gelijktijdig de verbindingen met landelijk beleid worden georganiseerd.

Eind 2022 is gestart met de voorbereidingen van de evaluatie van de risicokapitaalregelingen (Seed Capital, Vroegefase Financiering, Innovatiekrediet en DVI). Deze evaluatie zal in 2023 worden afgerond. In de evaluatie zal er aandacht zijn voor de samenhang van de verschillende instrumenten alsmede de revolverendheid.

Investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek

De regelingen in het kader van investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek zijn gericht op ondersteuning van kennisproductie, -verspreiding en -toepassing. Hiervoor geldt een gezamenlijke beleidsverantwoordelijkheid met het ministerie van OCW. In 2022 is een deel van de laatste beschikbare beleidsmiddelen verplicht aan een tweede fase van de pilot Oncode. Daarnaast is door VWS € 9,5 mln beschikbaar gesteld in dit deel van het Toekomstfonds voor een specifieke tender binnen de Thematisch Technology Transfer (TTT)-regeling op het thema pandemische paraatheid. Deze tender is in december geopend. De vier regelingen die vanuit het deel fundamenteel en toegepast onderzoek zijn gefinancierd zitten in de beheerfase. Van enkele binnen die regelingen gefinancierde projecten is het terugbetalingsschema vastgesteld. De evaluatie van het deel fundamenteel en toegepast onderzoek en de vier regelingen en de pilot Oncode daarbinnen is tevens in 2022 van start gegaan en in maart 2023 openbaar geworden. Door de lange terugbetalingsperiode en het uitblijven van nieuwe beleidsmiddelen zijn vooralsnog geen nieuwe niet reeds aangekondigde beleidsinitiatieven voorzien. Op basis van genoemde evaluatie kan ook een eerste inschatting worden gemaakt van de revolverendheid binnen het onderzoeksdeel. Deze wordt in de evaluatie geschat op circa 60%, maar kent nog grote onzekerheden.

Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

117.494

132.206

510.706

389.876

330.250

169.513

160.737

        

Uitgaven

124.189

124.306

440.276

328.336

136.227

245.374

‒ 109.147

        

Subsidies

1.860

1.050

2.791

2.905

2.941

3.162

‒ 221

Smart Industry

324

254

172

120

38

184

‒ 146

Haalbaaarheidsstudies STW

1.536

796

796

796

547

 

547

Thematische Technology Transfer

  

1.823

1.989

2.356

2.978

‒ 622

        

Leningen

114.442

114.532

429.134

316.250

123.838

233.474

‒ 109.636

Startups / MKB financiering

       

Volledig revolverend

       

Fund to Fund

28.500

28.000

16.500

7.000

 

27.292

‒ 27.292

ROM's

8.835

 

317.197

207.162

5.036

17.000

‒ 11.964

Co-investment venture capital instrument / EIF

 

5.000

    

0

Smart Industry

      

0

Dutch Future Fund

    

6.083

6.000

83

Deep Tech Fund

     

25.000

‒ 25.000

Fonds Alternatieve Financiering

    

7.844

10.000

‒ 2.156

Deels revolverend

       

Innovatiekrediet

41.208

40.954

50.838

53.334

41.211

56.999

‒ 15.788

Risicokapitaal Seed Capital

21.535

27.617

26.916

34.916

38.039

53.559

‒ 15.520

Vroegefasefinanciering / informal investors

10.303

10.736

12.657

6.855

16.961

20.514

‒ 3.553

Startups / MKB

      

0

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

       

Met vermogensbehoud

       

Fundamenteel en toegepast onderzoek

2.802

1.732

497

2.514

117

2.500

‒ 2.383

Onco research

615

 

2.323

1.016

4.441

2.431

2.010

Smart Industry

644

493

333

231

74

315

‒ 241

Thematische Technology Transfer

  

1.873

3.222

4.032

7.364

‒ 3.332

RegMed XB

     

4.500

‒ 4.500

        

Bijdrage aan agentschappen

7.887

8.724

8.351

9.181

9.449

8.738

711

Bijdrage RVO.nl

7.887

8.724

8.351

9.181

9.449

8.738

711

        

Ontvangsten

31.440

33.447

60.150

82.025

106.437

75.300

31.137

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

5.835

 

26.756

20.889

38.421

30.000

8.421

Fund to Fund

  

0

  

17.900

‒ 17.900

DVI II

  

0

  

1.100

‒ 1.100

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

1.846

5.981

1.183

980

642

 

642

Co-investment venture capital instrument / EIF

  

15.000

   

0

Innovatiekrediet

10.639

10.585

8.452

28.021

42.070

16.000

26.070

Seed Capital

13.028

14.156

7.542

30.362

23.189

10.300

12.889

Vroege fase financiering

92

2.725

1.217

1.530

2.082

 

2.082

Thematische Technology Transfer

   

243

2

 

2

Dutch Future Fund

    

30

 

30

Tabel 24 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2022

2022

2022

2022

Verplichtingen

117.494

132.206

510.706

389.876

330.250

169.513

160.737

waarvan garantieverplichtingen

       

waarvan overige verplichtingen

117.494

132.206

510.706

389.876

330.250

169.513

160.737

Verplichtingen

De verplichtingenrealisatie is € 160,7 mln hoger dan de raming. Dit wordt met name veroorzaakt door een beschikking aan Invest-NL voor Deep Tech Fund. Het verplichtingenbudget ter hoogte van € 175 mln is in de 1e suppletoire begroting aan artikel 3 toegevoegd in verband met de eindejaarsmarge van 2021. Uitfinanciering vindt vanaf 2023 plaats. Daarnaast is er € 25 mln verplichtingenbudget aan artikel 3 toegevoegd voor Dutch Future Fund, ook in het licht van de eindejaarsmarge van 2021. Voor Onco Research is € 12,5 mln verplichtingenbudget niet beschikt. In de 2e suppletoire begroting heeft een ophoging plaatsgevonden voor de tweede fase van pijler 3 financiering Oncode, waarbij pijler 3 later zal worden beschikt. Daar tegenover zijn er voor het Innovatiekrediet € 34,4 mln minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit komt doordat er minder projecten zijn aangevraagd dan verwacht.

Uitgaven

Leningen

Fund to fund (Dutch Venture Initiative)

De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van het Dutch Venture Initiative (DVI) worden bepaald door de investeringen en terugontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. DVI bevindt zich momenteel in de beheerfase. ROM Oost NL is verantwoordelijk voor het beheer van de middelen. Omdat de ontvangsten op de fondsen door ROM Oost NL opnieuw worden ingezet voor uitgaven, zijn er geen middelen opgevraagd op de EZK-begroting. Hierdoor is € 27,3 mln minder uitgefinancierd in het kader van DVI en DVI II dan begroot.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Voor kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is minder aan verplichtingen geraaliseerd dan geraamd. In 2023 wordt deze storting, die betrekking heeft op 2 ROM's, van € 12 mln gerealiseerd.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fund is in 2022 operationeel geworden. Aangezien de eerste capital calls van Invest-NL vanaf 2023 zullen plaatsvinden, is het budget van € 25 mln vooralsnog niet benut.

Risicokapitaal Seed Capital

De capital calls van Seed-fondsen zijn te vroeg in de tijd begroot. Hierdoor is € 15,5 mln niet uitgegeven. Wel is een groot deel van deze onderuitputting reeds verplicht.

Innovatiekrediet

Voor het Innovatiekrediet is € 15,8 mln minder aan kasuitgaven verricht dan geraamd. Dit komt doordat er minder projecten zijn aangevraagd dan begroot, zowel op het klinische als het technische terrein.

Tabel 25 Kengetallen
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Bron

Innovatiekrediet

         

RVO

Aantal bedrijven dat Innovatiekrediet gebruikt

40

33

32

29

31

29

27

19

16

 

Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met een Innovatiekrediet (x € 1 mln)

123

119

136

159

173

139

167

97

116

 

Seed Capital en Fund of funds

         

RVO.nl/EIF

Aantal participaties via SEED (vanaf 2018 incl. SEED Business Angels)

24

35

37

48

58

77

51

42

67

 

Omvang gestimuleerd risicokapitaal voor innovatieve bedrijven door SEED (x € 1 mln) (vanaf 2018 incl. SEED Business Angels)

27,3

31,1

31,6

40,4

47

54,6

52,8

69,6

79,4

 

Vroegefasefinanciering1

         

RVO.nl/NWO-TTW

Aantal ondernemers dat Vroege Fase Financiering gebruikt

 

21

22

19

20

19

17

22

7

 

Thematische Technology Transfer (TTT) regeling

         

RVO

Het aantal nieuwe (initiële) participaties in het afgelopen kalenderjaar van TTT-fondsen

      

12

13

13

 

Aantal startende bedrijven ten gevolgen van de valorisatieactiviteiten door een TTT-samenwerkingsverband

      

6

n.n.b.

n.n.b.

 
1

Een deel van de Vroege Fase Financiering loopt via TTW (tot 1 januari 2017 STW).

Ontvangsten

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

De hogere ontvangsten van € 8,4 mln betreffen hoger dan geraamde terugbetalingen van de Corona Overbruggingsleningen (COL). Hier was in 2021 nog geen geld voor geraamd omdat niet duidelijk was wanneer de terugbetalingen van de lening zouden starten. Doordat in 2021 eerder dan verwacht terugbetalingen binnen kwamen, is er voor 2022 wel geraamd.

Fund to Fund

Voor het Dutch Venture Initiative (DVI) is € 17,9 mln minder ontvangen dan geraamd. De omvang en het moment van de uitgaven en ontvangsten in het kader van het DVI worden bepaald door de investeringen en ontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. ROM Oost NL is verantwoordelijk voor het beheer van de middelen. Deze ROM gebruikt ontvangsten op de fondsen om nieuwe portfolio's te financieren. Hierdoor zijn de ontvangsten niet terug te vinden op de EZK-begroting.

Innovatiekrediet

Voor het Innovatiekrediet is € 26 mln meer ontvangenn dan begroot. De oorzaak hiervan is dat een aantal grote technische en klinische projecten eerder dan verwacht is terugbetaald, met als gevolg dat in de komende jaren de ontvangsten lager zullen zijn dan oorspronkelijk geraamd.

Seed-regeling

Op de Seed-regeling is € 12,9 mln meer ontvangen dan geraamd. De omvang en het moment van de ontvangsten in het kader van de Seed-regeling worden bepaald door de investeringen en ontvangsten van de verschillende Seed-fondsen. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang, bijvoorbeeld als er enkele grote exits binnen een jaar plaatsvinden. Vooraf zijn deze fluctuaties niet goed te ramen, waardoor realisatie kan afwijken van de begroting.

Licence