Base description which applies to whole site

2.2 Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

De gerealiseerde verplichtingen zijn € 24,5 miljoen en de uitgaven € 26,8 miljoen lager dan bij Najaarsnota was geraamd. Hieronder worden de grootste posten genoemd.

  • Tozo: Er is € 13,8 miljoen minder verplicht en uitgegeven dan verwacht. Dit heeft twee oorzaken. Eén gemeente heeft voorafgaand aan de vaststelling in 2023 alvast een terugbetaling van hun voorschot gedaan. Daarnaast was er in de verwachte uitgaven nog geen rekening gehouden met onrechtmatige uitgaven van gemeenten. Een deel van de onrechtmatige uitgaven van gemeenten wordt namelijk niet vergoed, daardoor zijn de werkelijke uitgaven lager uitgevallen.

  • Subsidies: Er is € 1,9 miljoen minder verplicht en € 7 miljoen minder uitgegeven. Er waren minder aanvragen en lagere bedragen voor de subsidies dan verwacht. Ook hoefden er minder hoge bedragen vooruit te worden betaald (een laag bevoorschottingspercentage). Daarnaast was er bij sommige subsidies vertraging in het subsidieproces. Tevens is de betaling van de werkgeversdeals als onderdeel van het Sociaal Innovatie Fonds (SIF) doorgeschoven naar 2023 (€ 2,2 miljoen).

  • Waarborgfonds: Er is € 6,0 miljoen minder verplicht. De meerjarige verplichting voor de gehele subsidieperiode is al in 2021 aangegaan, waardoor de eerder geboekte reservering voor 2023 niet meer nodig is.

  • Opdrachten: Er is € 2,8 miljoen minder verplicht en € 2,7 miljoen minder uitgegeven. Dit komt voornamelijk omdat een aantal activiteiten in 2022 geen doorgang gevonden.

    Voor de opdracht bevordering arbeidsparticipatie is er minder verplicht (€ 1,9 miljoen) en uitgegeven dan gedacht (€ 0,8 miljoen). Er zijn in dit opdrachtenbudget betalingen van eind 2022 doorgeschoven naar 2023 (€ 0,3 miljoen). Ook zijn er activiteiten niet doorgegaan rond Dichterbij dan je denkt / aanpak krapte (€ 0,1 miljoen), de Regionale mobiliteitsteams (€ 0,1 miljoen) en Breed Offensief in het najaar van 2022 (€ 0,3 miljoen).

    Voor het onderdeel armoede en schulden is er minder verplicht (€ 0,8 miljoen) en uitgegeven dan gedacht (€ 0,4 miljoen). Er zijn in dit opdrachtenbudget betalingen van eind 2022 doorgeschoven naar 2023 (€ 0,3 miljoen). Ook is er vervolgonderzoek niet doorgegaan rond bewindvoering (€ 0,1 miljoen) en zijn er verschillende bijeenkomsten en expertsmeetings in het najaar van 2022 niet doorgegaan (€ 0,1 miljoen).

Ontvangsten

De gerealiseerde ontvangsten zijn € 3,0 miljoen hoger dan bij Najaarsnota was geraamd. Dit betreft terugontvangsten van de incidentele subsidies op artikel 2.

Licence