Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd artikel 2 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

7.380.940

16.277

7.397.217

‒ 137.432

7.259.785

‒ 491.226

‒ 517.999

‒ 588.827

‒ 573.539

          

Uitgaven

7.388.951

16.277

7.405.228

‒ 140.656

7.264.572

‒ 490.984

‒ 517.893

‒ 588.817

‒ 574.687

          

Inkomensoverdrachten

         

Macrobudget participatiewetuitkering en intertemporele tegemoetkoming

6.446.650

15.674

6.462.324

‒ 396.312

6.066.012

‒ 382.122

‒ 406.361

‒ 464.606

‒ 443.077

Tozo en Bijstand zelfstandigen bedrijfskrediet (Bbz 2004)

15.016

0

15.016

294.420

309.436

‒ 3.470

‒ 3.987

‒ 3.987

‒ 3.987

AIO

380.514

0

380.514

‒ 20.036

360.478

‒ 24.463

‒ 27.649

‒ 30.897

‒ 35.556

TW

474.868

0

474.868

‒ 45.516

429.352

‒ 84.057

‒ 83.631

‒ 93.344

‒ 94.809

Bijstand overig

910

0

910

‒ 130

780

‒ 110

‒ 110

‒ 110

‒ 120

Onderstand (Caribisch Nederland)

4.174

270

4.444

853

5.297

2.610

3.399

3.939

3.962

Subsidies (regelingen)

         

Regionale kansen kinderen

0

0

0

36

36

0

0

0

0

SBCM

2.800

0

2.800

0

2.800

0

0

0

0

NIBUD

314

0

314

71

385

6

2

0

0

Overige subsidies algemeen

10.340

0

10.340

14.112

24.452

1.952

1.498

1.500

1.500

Armoede en schulden

488

0

488

130

618

0

0

0

0

Alle kinderen doen mee

13.780

0

13.780

1.615

15.395

237

0

0

0

Opdrachten

         

Opdrachten algemeen

26.181

333

26.514

10.101

36.615

‒ 1.567

‒ 1.054

‒ 1.312

‒ 2.600

Bekostiging

         

ZonMw

1.297

0

1.297

0

1.297

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

ZonMw

175

0

175

0

175

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Financien

1.100

0

1.100

0

1.100

0

0

0

0

Bijdrage aan sociale fondsen

         

Pensioenfonds Wsw

10.000

0

10.000

0

10.000

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

335

0

335

0

335

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Contributie CASS

9

0

9

0

9

0

0

0

0

          

Ontvangsten

18.215

0

18.215

216.755

234.970

‒ 298

‒ 2.447

‒ 4.945

‒ 5.443

          

Ontvangsten

         

Algemeen

18.215

0

18.215

0

18.215

‒ 298

‒ 797

‒ 1.595

‒ 2.193

Tozo retour kapitaal verstrekkingen

0

0

0

216.755

216.755

0

‒ 1.650

‒ 3.350

‒ 3.250

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 140,7 miljoen bij de uitgaven en ‒ € 147,4 miljoen bij de verplichtingen. De mutatie bij de ontvangsten is € 216,8 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.

Juridisch verplichte uitgaven

De juridisch verplichte uitgaven zijn bij stand 1e suppletoire begroting 2022 99,42%.

Inkomensoverdrachten: macrobudget participatiewetuitkeringen en intertemporele tegemoetkoming

  • 1. Het deelbudget voor bijstand voor 2022 en latere jaren is verlaagd t.o.v. het budget uit de begroting 2022. Dit komt voornamelijk door de verwerking van de voorlopige realisaties 2021 (- € 140,4 miljoen in 2022) en de conjunctuur (- € 143,3 miljoen in 2022).

  • 2. Door uitstel van het wetsvoorstel Breed Offensief gaat de vrijlating Loonkostensubsidie later van start. Dit zorgt voor een beleidsmatige besparing in 2022 van ‒ € 3,5 miljoen en een kasschuif van € 4,1 miljoen van 2022 naar 2023.

  • 3. Het deelbudget voor Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers (IOAW) voor 2022 en latere jaren is verlaagd t.o.v. het budget uit de begroting 2022. Hier zijn verschillende oorzaken voor: de voorlopige realisaties 2021 (- € 11,1 miljoen in 2022) en de aangepaste prognose van de doorstroom van de WW naar de IOAW (- € 20,4 miljoen in 2022).

  • 4. Bij de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikt gewezen Zelfstandige (IOAZ) is het deelbudget voor 2022 en latere jaren aangepast op basis van de voorlopige realisaties 2021 (- € 3,4 miljoen in 2022).

  • 5. Het deelbudget voor loonkostensubsidie (LKS) voor 2022 en latere jaren is verlaagd t.o.v. het budget uit de begroting 2022. Dit komt door de verwerking van de volumerealisaties van 2021 (- € 21,7 miljoen in 2022). Verder is de voorlopige prijsrealisatie van 2021 verwerkt, dit leidt tot een toename van € 11,7 miljoen in 2022.

  • 6. Het budget voor de Bbz voor 2022 is met ‒ € 60,4 miljoen bijgesteld als gevolg van de verwerking van de voorlopige realisaties 2021. Dit effect is enkel doorgetrokken voor 2022, vanwege het incidentele karakter van de meevaller door afloop van de Tozo per 1 oktober 2021 en de doorstroom van zelfstandigen naar de Bbz.

  • 7. Vanwege het intrekken van het wetsvoorstel Fraudevorderingen in de vermogenstoets van de Participatiewet is de daaraan gekoppelde besparing uitgeboekt. Vanaf 2022 wordt er € 0,5 miljoen toegevoegd aan het budget voor de bijstand, het effect loopt op tot € 1,3 miljoen in 2026. Dit is een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting.

  • 8. In het Coalitieakkoord is opgenomen om de leeftijdsgrens voor kostendelende medebewoners op te hogen naar 27 jaar. Dit betekent dat inwonende jongvolwassenen tot 27 jaar niet langer meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten. Vanaf 2023 wordt er € 54,3 miljoen aan het macrobudget toegevoegd oplopend naar € 57,3 miljoen vanaf 2026.

  • 9. In het Coalitieakkoord is opgenomen om de afbouw van de Algemene Heffingskorting (AHK) in het referentieminimumloon in 2024 en 2025 te versnellen. Naast een besparing op de hoogte van de uitkering, daalt hierdoor ook het beroep op de bijstand. In 2024 levert dit een besparing op van ‒ € 9,0 miljoen, vanaf 2025 is er structureel jaarlijks ‒ € 18,0 miljoen besparing tot de afbouw van de AHK in het referentieminimumloon is afgerond.

  • 10. In het Coalitieakkoord is opgenomen om een minimumuurloon in te voeren. Dat heeft ook gevolgen voor de uitgaven van Loonkostensubsidie, doordat het wettelijk minimumloon voor een deel van de personen die werken met loonkostensubsidie omhoog gaat. Vanaf 2024 wordt er € 23,2 miljoen aan het budget toegevoegd oplopend naar € 27,7 miljoen in 2026.

Inkomensoverdrachten: Tozo en Bijstand zelfstandigen

  • 1. Op basis van definitieve realisaties van 2020 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) wordt de vergoeding van gemeenten dit jaar vastgesteld. Dit leidt tot een nabetaling in 2022 (€ 19,7 miljoen).

  • 2. Op basis van voorlopige realisaties van 2021 van de Tozo worden de voorschotten die eerder aan gemeenten zijn toegekend dit jaar bijgesteld. Dit leidt tot een nabetaling in 2022 (€ 274,7 miljoen). Definitieve afrekeningen volgen volgend jaar.

  • 3. Gemeenten hebben in 2021 kosten gemaakt voor het Bbz voor binnenvaartschippers (BOB), waar geen rekening mee was gehouden. Die kosten worden in 2023 vergoed (€ 0,5 miljoen 2023).

  • 4. Gemeenten hebben in 2021 minder kapitaalverstrekkingen uitgegeven dan gedacht. Dit werkt door als een besparing in de raming van ‒ € 4,0 miljoen jaarlijks structureel vanaf 2023.

Inkomensoverdrachten: Algemene Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)

  • 1. Op basis van de realisatiecijfers van de SVB worden de AIO-uitkeringslasten meerjarig neerwaarts bijgesteld. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat het aantal AIO-gerechtigden in de toekomst minder hard zal stijgen dan eerder verwacht. Voor 2022 leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van ‒ € 20,1 miljoen oplopend naar ‒ € 34,2 miljoen in 2026.

  • 2. In het Coalitieakkoord is opgenomen dat inwonende jongvolwassen tot 27 jaar niet meer mee tellen als kostendeler voor de uitkering van de huisgenoten . Dit heeft tot gevolg dat AIO-gerechtigden met een huisgenoot tot 27 jaar een hogere uitkering gaan ontvangen. Ook kan deze maatregel tot gevolg hebben dat meer personen recht krijgen op de AIO. Vanaf 2023 worden de AIO-uitgaven jaarlijks met € 2,0 miljoen naar boven bijgesteld.

  • 3. Burgers kunnen worden gekort op hun AOW-uitkering als zij niet (volledig) hebben voldaan aan hun AOW-premieplicht en de SVB hen schuldig nalatig verklaard. Naar aanleiding van een verkenning is besloten te starten met het wetstraject om schuldig nalatig verklaren af te schaffen. Als het schuldig nalatig verklaren proces wordt afgeschaft per 2023 zullen minder AOW-gerechtigden worden gekort op hun AOW, waardoor zij hun recht op AIO (deels) verliezen. Om hier rekening mee te houden worden de AIO -uitgaven vanaf 2023 bijgesteld (- € 1,4 miljoen in 2023).

Inkomensoverdrachten: Toeslagenwet

  • 1. De raming van de Toeslagenwet (TW) voor 2022 is op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en nieuwe werkloosheidsverwachtingen van het CPB met ‒ € 45,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager verwachte gemiddelde uitkeringshoogte van TW-aanvullingen (- € 26,0 miljoen in 2022), vooral bij aanvulling op de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Vanwege de ontwikkelingen bij de moederwetten is ook het aantal TW-aanvullingen naar beneden bijgesteld. Dit zorgt voor een daling van de lasten van ‒ € 19,9 miljoen in 2022. De prijs- en volumeontwikkelingen van 2022 zetten meerjarig door.

  • 2. In het coalitieakkoord is een aantal maatregelen opgenomen dat effect heeft op de TW. De invoering van een minimumuurloon zorgt voor lagere TW-uitgaven van ‒ € 3,2 miljoen in 2024 oplopend tot ‒ € 11,5 miljoen structureel. Ten slotte is opgenomen dat de leeftijdsgrens voor de kostendelersnorm verhoogd wordt naar 27 jaar. Dit betekent dat inwonende jongvolwassenen tot 27 jaar niet langer meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten. Vanaf 2023 stijgen de TW-uitgaven hierdoor met € 1,1 miljoen oplopend tot € 1,2 miljoen in 2026.

  • 3. Daarnaast is in het coalitieakkoord opgenomen dat het wettelijk minimumloon (WML) verhoogd wordt met 7,5%. In het coalitieakkoord was beoogd dat deze stijging vanaf 2024 stapsgewijs zou ingaan, maar deze invoering is recent vervroegd naar 2023. Door de verhoging van het wettelijk minimumloon stijgen de TW-norm en de TW-lasten. Deze stijging is elders op de Rijksbegroting opgenomen. De wettelijk minimumloon stijging zorgt ook voor een besparing op de TW, omdat de uitkeringen bij de moederwetten stijgen en er hierdoor minder TW-aanvullingen nodig zijn. Dit leidt tot lagere lasten van ‒ € 40 miljoen in 2023 aflopend tot ‒ € 35 miljoen in 2027.

Inkomensoverdrachten: bijstand overig

  • 1. De begrotingsraming voor de bijstand overig (voornamelijk bijstand voor mensen die al de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt) is voor 2022 aan de hand van nieuwe realisatiegegevens van de SVB licht neerwaarts bijgesteld (- € 0,1 miljoen).

Inkomensoverdrachten: onderstand en re-integratie Caribisch Nederland (CN)

  • 1. De begrotingsraming voor de onderstand en re-integratie CN is op basis van realisatiegegevens meerjarig naar boven bijgesteld. Voor 2022 leidt dit tot een mutatie van € 0,5 miljoen.

  • 2. In het Coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt om stapsgewijs toe te werken naar het ijkpunt sociaal minimum op CN. Met deze middelen (€ 0,3 miljoen in 2022, oplopend naar € 3,4 miljoen in 2027) wordt de onderstand stapsgewijs verhoogd in verband met het ijkpunt sociaal minimum.

Subsidies en opdrachten

  • 1. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 9,7 miljoen).

  • 2. Om beter aan te sluiten bij het benodigde kasritme zijn er drie budgettair neutrale kasschuiven van 2022 (- € 3,5 miljoen) naar de jaren 2023 tot en met 2027.

  • 3. Van het overgebleven budget subsidies en opdrachten in 2021 is er € 7,4 miljoen via de eindejaarsmarge aan de begroting 2022 toegevoegd.

  • 4. Er zijn in totaal vijf overboekingen met andere departementen verwerkt op de verschillende onderdelen (- € 0,2 miljoen). De grootste is de overboeking naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de het nationaal plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (- € 0,1 miljoen).

  • 5. In het Coalitieakkoord is de envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden opgenomen. In 2022 wordt hieruit € 1,5 miljoen ingezet voor preventie van armoede en schulden door versterking inzet vrijwilligers en ervaringsdeskundigen en € 11,2 miljoen ingezet voor programma schulden.

Verplichtingen artikel 2 

Bij een aantal van de subsidie en opdrachten mutaties wijkt het verplichtingenbedrag af van het kasbedrag. Omdat de verplichtingen van opdrachten in 2022 worden aangegaan en de kasuitgaven pas in latere jaren plaatsvinden is alleen kasbudget via een kasschuif overgeboekt uit 2022 naar latere jaren. Hierdoor zijn de verplichtingenmutaties in totaal ‒ € 3,2 miljoen lager dan de uitgavenmutaties.

Ontvangsten: Algemeen

  • 1. Doordat gemeenten in 2021 minder Bijstand Zelfstandigen (Bbz) kapitaalverstrekkingen hebben uitgegeven dan gedacht en lagere inkomsten hebben uit eerder uitgegeven kapitaalverstrekkingen dan verwacht, worden er komende jaren minder terugontvangsten verwacht. In 2023 ‒ € 0,3 miljoen oplopend tot ‒ € 2,2 miljoen in 2026.

Ontvangsten: Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers

  • 1. Op basis van definitieve realisaties van 2020 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) wordt de vergoeding van gemeenten dit jaar vastgesteld. Dit leidt tot terugvorderingen in 2022 (€ 10,8 miljoen).

  • 2. Op basis van de voorlopige realisaties van 2021 van de Tozo worden de voorschotten die eerder aan gemeenten zijn toegekend dit jaar bijgesteld. Dit leidt tot terugvorderingen in 2022 (€ 205,9 miljoen).

  • 3. Als gevolg van de verwerking van de realisaties van 2021 worden er minder ontvangsten verwacht uit Tozo-kapitaalverstrekkingen, ‒ € 1,7 miljoen in 2024 oplopend tot ‒ € 3,4 miljoen in 2026.

Licence