Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Met het artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte wordt invulling gegeven aan een meer flexibele planning van infrastructuur zoals toegezegd in de kabinetsreactie op IBO Flexibiliteit (Kamerstukken II 2016-2017, 34 550 A, nr. 5).

Het artikel bevat alle (plan)flexibele budgetten die gereserveerd zijn voor het verbeteren van de bereikbaarheid en gerelateerd aan de beleidsdoel­ stellingen zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII en de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) "vlot, veilig en leefbaar". De planflexibele budgetten zijn de budgetten welke naar mening van het kabinet flexibel zijn om bij (nieuwe) planvorming te betrekken. Het gaat om de (beschikbare) investeringsruimte, reserveringen die worden aangehouden en om de projectbudgetten gedurende de verken­ningsfase. Over deze budgetten zijn nog geen (definitieve) bestuurlijke afspraken gemaakt en zijn niet-juridisch verplicht. Door deze budgetten bijeen te plaatsen in één artikel zijn alle flexibele budgetten overzichtelijk gepresenteerd en worden na besluitvorming, zoals een voorkeursbe­slissing, ingezet bij de betreffende modaliteit. Het gaat om algemene reser­veringen, de investeringsruimte, verkenningen naar bereikbaarheidsopgaven en reserveringen voor korte termijn mobiliteitsmaatregelen. De budgetten op artikel 11 zijn de basis voor het berekenen van de flexnorm in de uitvoeringsagenda mobiliteit.

In dit artikel staan ook de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan deze verkenningen is dat ze – indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking maar dat een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. Dit is zo vastgelegd in de MIRT- werkwijze. In deze werkwijze staat het opgavengericht werken voorop. Samen met bestuurlijke partners wordt steeds bezien welke maatregel op welk schaalniveau, op de korte en op de lange termijn het meest bijdraagt aan de opgave bereikbaarheid. Zo ontstaat een mix van maatregelen die samen met andere partners over een langere periode worden uitgevoerd.

Zodra er bestuurlijke afspraken worden gemaakt bijvoorbeeld door vaststelling van een voorkeursbeslissing worden de budgetten gemuteerd naar het betreffende productartikel.

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van uitvoering art. 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

  

205.684

171.231

216.064

276.884

468.645

Uitgaven

  

186.895

175.825

219.064

242.872

443.115

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

  

0%

    

11.01 Verkenningen

  

5.000

4.000

109.063

173.871

339.458

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

  

5.639

    

11.03 Reserveringen

  

176.256

171.825

110.001

69.001

103.657

11.03.01 Programma's

  

13.259

25.001

32.000

30.000

12.407

11.03.02 Overige reserveringen

  

162.997

146.824

78.001

39.001

91.250

11.04 Generieke investeringsruimte

       

11.05 Investeringsruimte toebedeeld modaliteit

       

11.05.01 Investeringsruimte Hoofdwegennet

       

11.05.02 Investeringsruimte Spoorwegen

       

11.05.03 Investeringsruimte Hoofdvaarwegen

       

Ontvangsten

   

17.500

30.000

  

11.09 Ontvangsten

   

17.500

30.000

  

Budgetflexibiliteit

De budgetten zijn in 2022 niet juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2022.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2035 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2035.

Tabel 10 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
  

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Uitgaven

 

186.895

175.825

219.064

242.872

443.115

561.662

796.131

11.01

Verkenningen

  

5.000

4.000

109.063

173.871

339.458

474.467

634.519

11.02

Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

  

5.639

      

11.03

Reserveringen

  

176.256

171.825

110.001

69.001

103.657

87.195

161.612

11.04

Generieke investeringsruimte

         

11.05

Investeringsruimte toebedeeld modaliteit

         

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Ontvangsten

  

17.500

30.000

    

11.09

Ontvangsten

   

17.500

30.000

    
Tabel 11 (vervolg) Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
  

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2021-2035

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Uitgaven

654.115

603.820

1.151.387

695.755

1.014.157

828.409

1.796.133

9.369.340

11.01

Verkenningen

 

544.365

181.032

     

2.465.775

11.02

Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

        

5.639

11.03

Reserveringen

 

109.750

66.269

105.000

159.000

106.700

287.352

116.770

1.830.388

11.04

Generieke investeringsruimte

  

356.519

1.046.387

536.755

907.457

541.057

1.679.363

5.067.538

11.05

Investeringsruimte toebedeeld modaliteit

         

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Ontvangsten

       

47.500

11.09

Ontvangsten

        

47.500

11.01 Verkenningen

Motivering

In dit artikel staan de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan de verkenningen nieuwe stijl is dat ze – indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking maar een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. De verkenningen op dit artikel dragen bij aan de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de SVIR.

Producten

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Bij het BO MIRT 2020 (Kamerstukken II 2020-2021, 35570 A, nr. 45) is besloten een MIRT-verkenning te starten naar de capaciteitsuitbreiding van de A27 tussen Almere Haven en knooppunt Eemnes. De hiervoor gereserveerde middelen (€ 21,8 miljoen) uit het gebiedsprogramma Amsterdam zijn toegevoegd aan deze MIRT-verkenning.

  • 2. In het kader van de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam wordt gewerkt aan de aanpak van het NMCA-knelpunt A16 Van Brienenoordcorridor. De gereserveerde middelen voor de aanpak van dit knelpunt in het Mobiliteitsfonds (€ 200 miljoen), die eerder waren toegekend aan het gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma MoVe (Rotterdam en Den Haag), zijn toegekend aan deze MIRT-verkenning.

  • 3. Bij het BO MIRT 2020 is besloten dat het Rijk extra middelen beschikbaar stelt voor dit project. Het taakstellende budget voor de aanpassing A2 Deil-Den Bosch- Vught wordt verhoogd met € 379,2 miljoen tot € 830 miljoen, waarvoor dekking wordt gevonden in de resterende middelen van de Aanvullende Post Rutte III op artikel 11.05. Naast deze reservering is er € 24 miljoen beschikbaar voor de kortetermijnaanpak.

  • 4. Op basis van de BO MIRT-afspraak 2019 over een verkennend onderzoek naar station(somgeving), zal een MIRT-verkenning integrale knooppuntontwikkeling ’s-Hertogenbosch worden gestart. Een integrale oplossing voor knooppunt (hub) ’s-Hertogenbosch draagt voor OV en Spoor bij aan capaciteitsvergroting van het emplacement, verbetering van transfercapaciteit en doorloop, robuustheid van het netwerk, is faciliterend voor aanleg van ERTMS en biedt een kwaliteitsverbetering voor OV en station. In verband met de integrale aanpak is het binnen PHS gereserveerde budget (PHS-deelproject transfer Den Bosch) van € 40 miljoen toegevoegd aan dit projectbudget.

Tabel 12 Projectoverzicht behorende bij 11.01: Verkenningen (bedragen x € 1 miljoen.)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

Voorkeursbeslissing

Toelichting

Projecten Noordwest-Nederland

    

A9 Rottepolderplein

32

31

2021

 

Amsterdam Zuid 5e en 6e spoor

172

168

nnb

 

OV en Wonen Utrecht

156

152

nnb

 

A27 Almere Haven

22

 

nnb

1

Projecten Zuidwest-Nederland

    

A15 Papendrecht-Gorinchem

734

717

2021

 

Oeververbinding Rotterdam

205

 

Regio

2

Projecten Zuid-Nederland

    

A2 Deil-Den Bosch/Vught

854

464

2021

3

A58 Breda-Tilburg

56

55

2021

 

Spoorhub Den Bosch

67

25

nnb

4

Projecten Oost-Nederland

    

A50 Bankhoef-Paalgraven

71

69

nnb

 

N35 Wijthmen-Nijverdal

102

100

nnb

 

Totaal verkenningsprogramma

2.470

1.781

  

Begroting (MF 11.01)

2.470

1.781

  

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor kortetermij n-mobiliteitsmaatregelen. Met het programma Beter Benutten is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan door met kleine en/of slimme maatregelen mobiliteitsvraagstukken aan te pakken. De gereserveerde middelen op dit artikel zijn nog niet specifiek toegewezen aan decentrale overheden of specifieke uitvoeringsmaatregelen. Daarmee zijn deze budgetten planflexibel.

Producten

Er zijn nog geen middelen gereserveerd voor aanvullende mobiliteitsmaatregelen na het programma Beter Benutten. Om de toekomstige bereikbaarheidsopgaven aan te pakken is naast aanleg van infrastructuur ook noodzakelijk om in te zetten op innovatie en benutting. Op dit artikelonderdeel kunnen specifiek voor deze onderdelen middelen worden gereserveerd.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Kortetermijnaanpak files

Een deel van het restbudget van de kortetermijnaanpak file van de A1/A35 Azelo-Buren wordt gebruikt voor de realisatie van een weefvak bij Delden/Hengelo-Zuid, conform afspraak bij het BO MIRT 2020.

Tabel 13 Projectoverzicht behorende bij 11.02: Korte termijn maatregelen (bedragen x € 1 miljoen.)
 

Budget

Planning

Projectomschrijving

huidig

vorig

Voorkeursbeslissing

Projecten Nationaal

   

Kortetermijnaanpak files

6

10

nvt

Totaal kortetermijnmaatregelen

   

Begroting (MF 11.02)

0

0

 

11.03 Reserveringen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor beleidsprioriteiten of voorziene omstandigheden waarbij nog geen sprake is van een formele verkenning of gedragen uitwerking. Deze middelen zijn bestemd voor specifieke toekomstige opgaven. Dit zijn bijvoorbeeld de gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s. In deze gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s wordt de bereikbaarheidsopgave in deze gebieden adaptief en integraal opgepakt. Daarbij wordt samengewerkt met de verschillende decentrale overheden. Wanneer duidelijk is hoe en wanneer de opgaven worden aangepakt, bijvoorbeeld met een verkenning of ander soortige (kortetermijn) maatregelen worden de gereserveerde middelen overgeboekt naar het betreffende productartikel of artikelonderdeel op artikel 11.

Producten

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Bij het BO MIRT is besloten een MIRT-verkenning te starten naar de capaciteitsuitbreiding van de A27 tussen Almere Haven en knooppunt Eemnes. De binnen het gebiedsprogramma Amsterdam gereserveerde middelen voor de A27 Almere Haven-Eemnes zijn toegevoegd aan de verkenning (11.01).

  • 2. Tijdens het BO MIRT 2018 en herbevestigd in 2021 heeft het Rijk een bijdrage toegezegd voor de realisatie van «no regret» maatregelen die kunnen bijdragen aan een goede bereikbaarheid van het Utrecht Science Park, aan het ontlasten van Utrecht Centraal, en aan de bereikbaarheid van woon- en werklocaties zoals de Merwedekanaalzone.

  • 3. De aan het gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma MoVe (Rotterdam en Den Haag) toegewezen middelen zijn nu toegekend aan de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam (A16 Van Brienenoordcorridor) (11.01). In het kader van deze MIRT-verkenning wordt gewerkt aan de aanpak van het NMCA-knelpunt A16 Van Brienenoordcorridor.

  • 4. Voor de uitvoering van de subsidieregeling Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer is € 5,9 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

  • 5. De reservering ERTMS is met een jaar geëxtrapoleerd en geïndexeerd op prijspeil 2021.

  • 6. Ten behoeve van de uitvoeringskosten van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid zijn middelen overgeboekt naar artikel 98 op Hoofdstuk XII.

  • 7. Teneinde invulling te geven aan de ambitie om te komen tot Klimaatneutrale netwerken (Kamerstukken II 2019-2020, 32 813, nr. 535) worden de voor het komende jaar gereserveerde middelen overgeboekt naar artikelen 12, 13 en 15 op het Mobiliteitsfonds.

  • 8. Op 26 juni 2020 is het Bestuursakkoord Compensatiepakket Marinierskazerne afgesloten tussen de Staat der Nederlanden, de provincie Zeeland, de gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen. Op de Aanvullende Post is hiervoor in het kader van het pakket ‘Wind in de Zeilen’ in totaal € 50 miljoen geraamd. Hiervan was al € 5 miljoen overgeboekt naar de begroting van IenW voor de ontwikkeling van de stationsomgeving Vlissingen. Nu wordt de resterende € 46 miljoen overgeboekt voor infrastructurele maatregelen die noodzakelijk zijn voor het rijden van de intercityverbinding Vlissingen-Rotterdam.

  • 9. In het BO MIRT 2020 is afgesproken dat Rijk en regio gezamenlijk een bedrag van € 10,5 miljoen reserveren voor het realiseren van 1000 overdekte fietsstallingsplekken en een nieuwe entreehal aan de noordzijde van de Mandelabrug ter hoogte van de Boerhavelaan in Zoetermeer. De regio reserveert daartoe € 6,5 miljoen en het Rijk € 4 miljoen. Vanuit de investeringsruimte Spoor (RA-deel) is € 4 miljoen toegevoegd.

  • 10. Om te komen tot robuuste hoofdvaarwegen is € 153 miljoen gereserveerd voor algemene bodemdalingsproblematiek. In het BO MIRT 2020 is besloten om hiervan € 100 miljoen te reserveren voor het aanpakken van bodemknelpunten voor de scheepvaart op grote rivieren.

  • 11. Ten behoeve van kort grensoverschrijdend spoorvervoer is vanuit de regeerakkoord middelen een reservering getroffen.

  • 12. Bij Voorjaarsnota 2021 is € 22,5 miljoen generale middelen toegevoegd aan artikel 11.03. Deze middelen worden bij de ontwerpbegroting 2022 toegevoegd aan de diverse projecten van RWS waar de meerkosten zijn gemaakt.

  • 13. Dit betreft een tweetal aanvullingen ten behoeve van stikstofmaatregelen. Er is budget vrijgemaakt vanuit de aanvullende post dat aanbestedende rijksdiensten (RWS, ProRail, RVB) in staat stelt om structureel uitstoot-verminderende criteria te stellen bij aanbestedingen (€ 135 miljoen). Daarnaast is er budget beschikbaar gesteld voor bronmaatregelen bij MIRT-projecten (€ 15 miljoen). De middelen zijn afkomstig van de onderuitputting van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv).

Tabel 14 Projectoverzicht behorende bij 11.03: Reserveringen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

Voorkeursbeslissing

Toelichting

Projecten Noordwest-Nederland

    

Gebiedsprogramma Amsterdam

152

170

nvt

1

Stedelijk Openbaar Vervoer Utrecht

6

15

nvt

2

Programma SBaB

7

10

nvt

 

Projecten Zuidwest-Nederland

    

Gebiedsprogramma Rotterdam - Den Haag

1

200

nvt

3

Stedelijk Openbaar Vervoer Den Haag-Rotterdam

104

103

nvt

 

Reserveringen

    

Beheer en onderhoud Caribisch Nederland

82

77

nvt

 

Spoorgoederenvervoer

10

17

nvt

4

ERTMS

512

400

nvt

5

Slimme en duurzame mobiliteit

202

206

nvt

 

Schone Lucht Akkoord

35

35

nvt

 

Strategisch Plan Verkeersveiligheid

291

450

nvt

6

Klimaatneutrale netwerken

 

30

nvt

7

Pakket Zeeland

68

22

nvt

8

Knooppuntontwikkeling OV

65

34

nvt

9

Robuuste Hoofdvaarwegen

153

 

nvt

10

Goederenvervoercorridors

81

88

nvt

 

Internationaal spoorvervoer

35

  

11

Meerkosten Covid

 

23

nvt

12

Reservering Stikstof

150

 

nvt

13

Overige reserveringen

    

Afrondingen

    

Totaal reserveringen

1.954

1.880

  

Begroting (MF 11.03)

1.954

1.880

  

11.04 Generieke investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel is de generieke investeringsruimte tot en met 2035 begroot. Dit betreft de investeringsruimte waarvoor nog geen bestemming is aangegeven, en ook niet specifiek is toebedeeld aan een beleidsreservering, (gebieds)programma, verkenning of een modaliteit.

Deze generieke investeringsruimte is onder meer beschikbaar voor het kunnen opvangen van (toekomstige) risico’s en nieuwe beleidswensen onder andere op basis van de SVIR, toekomstbeelden en de NMCA/IMA (Integrale Mobiliteitsanalyse). Deze investeringsruimte wordt jaarlijks gevoed door de verlenging van het fonds. Na bestuurlijke overleggen MIRT informeert het kabinet de Tweede Kamer over de voorstellen om de voor het huidig kabinet beschikbare investeringsruimte in te zetten.

Het Infrastructuurfonds is omgevormd tot een Mobiliteitsfonds. Kern van dit fonds is dat niet langer de modaliteit, maar de mobiliteit centraal staat. Tot 2030 zijn de financiële middelen verdeeld tussen de traditionele modaliteiten: wegen, spoorwegen en water. Middelen vanaf 2030 zijn gereserveerd voor tegenvallers, risico's en nieuwe investeringen en zullen op basis van een integraal afweegproces en nieuwe spelregels worden verdeeld.

De in de begroting 2021 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2034 bedroeg € 6,3 miljard. Door de aanpassingen doorgevoerd bij de 1e suppletoire begroting 2021 en de aanpassingen zoals hieronder vermeld bedraagt de herschikking van de investeringsruimte nu in de begroting 2022 € 5,1 miljard tot en met 2035.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Periodiek worden prestatieafspraken gemaakt met Rijkswaterstaat over beheer en onderhoud van het hoofdwegen- en hoofdvaarwegennet, zogenoemde Service Level Agreement (SLA) (€ 9 miljoen). Voor het hoofdvaarwegennet betreft dit dekking van kosten die RWS heeft gemaakt voor het repareren van schade aan het Zuidelijk havenhoofd in IJmuiden (€ 7 miljoen) en voor IA-Sourcing (€ 2 miljoen).

  • Mee- en tegenvallers Hoofdwegennet (€ 132,1 miljoen) en Hoofdvaarwegennet (€ 97 miljoen): Dit is de verwerking van het saldo mee- en tegenvallers binnen het Hoofdwegennet en Hoofdvaarwegennet en betreft met name de volgende projecten:

    • A16 Rotterdam: Bij het project A16 Rotterdam is vertraging ontstaan door het uitblijven van het verkrijgen van de watervergunning. De oorzaak hiervan lag in onzekerheden rond de omgang met chlorideconcentraties en PFAS in het projectgebied. Daarnaast heeft het project vertraging opgelopen als gevolg van de stikstofproblematiek. Dit heeft samen geleid tot een tegenvaller van € 125 miljoen waarvan € 45 miljoen wordt gedekt uit de investeringsruimte wegen (11.05) en € 80 miljoen vanuit de generieke investeringsruimte (11.04). Daarnaast is € 32 miljoen toegevoegd aan het project vanuit 11.04 voor het herstel van een bestaand kunstwerk.

    • A12-A15 Ressen-Oudenbroeken (ViA15): Het taakstellend budget is opgehoogd met € 39 miljoen vanwege vertragingskosten door het uitblijven van een onherroepelijk tracébesluit als gevolg van de stikstofproblematiek (€ 33 miljoen) en COVID-19 maatregelen (€ 6 miljoen). € 33 miljoen wordt gedekt vanuit de investeringsruimte wegen (11.05) en € 6 miljoen wordt gedekt vanuit de generieke investeringsruimte (11.04).

    • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere: In verband met het afnemend risico in het programma is € 72 miljoen overgeboekt vanuit het projectbudget ten bate van de generieke investeringsruimte (11.04).

    • N18 Varsseveld-Enschede: Het opleveren van het traject heeft geleid tot een meevaller van € 19,8 miljoen, welke terugvloeit naar de generieke investeringsruimte. Het positieve resultaat bestaat hoofdzakelijk uit een aanbestedingsmeevaller.

    • A24 Blankenburgverbinding: het projectbudget is verhoogd met € 18,7 miljoen voor de genomen maatregelen met betrekking tot PAS, PFAS en eisen waterveiligheid.

    • Rozenoordbrug: Het budget is met € 15 miljoen verhoogd voor het nemen van verstevigingsmaatregelen voor de zuidelijke Rozenoordbrug.

    • Spoedwet wegverbreding: Er vloeit een meevaller van € 11 miljoen naar de generieke investeringsruimte (11.04) als gevolg van minder opgetreden risico’s.

    • A1 Apeldoorn/Azelo: Het projectbudget is met € 9,4 miljoen verhoogd vanuit de generieke investeringsruimte (11.04) om de aanpassingen van de scope en de prijsstijgingen te financieren.

    • Zeetoegang IJmond: De inschrijving voor de Selectieve Onttrekking komt hoger uit dan de raming, waardoor aanvullend budget benodigd is (€ 67 miljoen). Daarnaast is het budget verhoogd ter dekking van onder meer gemaakte meerkosten bij RWS door COVID-19 (€ 11 miljoen).

    • Modernisering Maasroute fase 2: De verdieping van het Julianakanaal is vertraagd als gevolg van bodemsamenstellingproblematiek (€ 11 miljoen).

    • Vaarweg Lemmer-Delfzijl 1: Dit betreft een tegenvaller als gevolg van een BTW-naheffing (€ 8 miljoen).

  • In het BO MIRT 2020 is besloten om € 100 miljoen te reserveren voor het aanpakken van bodemknelpunten voor de scheepvaart op grote rivieren. Dit wordt uitgeboekt naar de reservering Robuuste Hoofdvaarwegen op 11.03.

  • De reservering voor bodemdalingproblematiek (€ 53 miljoen) wordt overboekt van artikel 11.04 naar de reservering Robuuste Hoofdvaarwegen op 11.03.

  • A1/A30 Barneveld: Bij het BO MIRT 2020 is besloten het budget voor dit project met € 38,1 miljoen aan te vullen, omdat de kosten voor de gekozen voorkeursvariant hoger uitvielen dan ingeschat. Tevens is een aantal optimalisaties uitgevoerd ten behoeve van de verkeersveiligheid.

  • Verkeersmaatregelen A28: Tijdens het BO MIRT 2020 zijn er financiële afspraken gemaakt met de provincies Gelderland, Overijssel en Drenthe over maatregelen die de doorstroming op de A28 Amersfoort-Hoogeveen de komende jaren op peil moeten houden. Het Rijk stelt € 30 miljoen beschikbaar om gerichte infrastructurele maatregelen te realiseren.

  • Naar aanleiding van de omvorming van artikel 20 naar artikel 11 heeft een herschiking van de investeringsruimte plaatsgevonden. De modaliteitsspecifieke investeringruimten zijn leeggeboekt. Om negatieve standen in deze investeringsruimte op te heffen zijn hier vanuit 11.04 middelen naar overgeboekt. Er wordt € 1,8 miljard aan de investeringsruimten 11.05 toegevoegd.

Tabel 15 11.04 Generieke investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

Voorfinanciering vrachtwagenheffing

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

0

Tabel 16 (vervolg) 11.04 Generieke investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2021-2035

Investeringsruimte

0

436.228

1.046.387

536.755

907.457

541.057

1.679.363

5.147.247

Voorfinanciering vrachtwagenheffing

0

‒ 79.709

0

0

0

0

0

‒ 79.709

Totaal

0

356.519

1.046.387

536.755

907.457

541.057

1.679.363

5.067.538

11.05 Investeringsruimte toebedeeld naar modaliteit

Motivering

Op dit artikelonderdeel is investeringsruimte per modaliteit gereserveerd die beschikbaar is voor sectorspecifieke opgaven en risico’s.

Producten

11.05.01 Wegen

Op dit artikelonderdeel wordt de beschikbare investeringsruimte voor de modaliteit wegen tot en met 2035 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. De risicoreserveringen worden nu afgedekt via 11.04.

De stand van de beschikbare investeringsruimte opgenomen in begroting 2021 tot en met 2034 bedroeg € 217 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen en de aanpassingen vermeld in de 1e suppletoire begroting 2021, bedraagt deze ruimte in de begroting 2022 nu € 0 tot en met 2035.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • A2 Deil-Den Bosch-Vught: Bij het BO MIRT 2020 is besloten dat het Rijk extra middelen beschikbaar stelt voor dit project. Het taakstellende budget voor de aanpassing A2 Deil-Den Bosch-Vught wordt verhoogd met € 379,2 miljoen tot € 830 miljoen, waarvoor dekking wordt gevonden in de resterende middelen Regeerakkoord Rutte III op artikel 11.05.

  • Dekking (totaal € 78 miljoen) voor tegenvallers A16 Rotterdam en A12-A15 Ressen-Oudenbroeken (ViA15) (zie toelichting bij 11.04).

  • Kleine infrastructurele knelpunten: Bij het BO MIRT 2020 is besloten dat het Rijk € 8,3 miljoen beschikbaar stelt (naast de bijdrage van de regio van € 17 miljoen) voor de kortetermijnaanpak van het zestal infrastructuurknelpunten ten aanzien van verkeersveiligheid en doorstroming in Noord-Nederland. Hiervoor worden middelen uit de resterende middelen Regeerakkoord Rutte III ingezet.

  • Overige kortetermijnmaatregelen: Er is een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar gesteld bij het BO MIRT 2020 ten laste van de resterende middelen Regeerakkoord Rutte III.

  • A12/A17 Ring Utrecht: Op 2 december 2020 is het nieuwe Tracébesluit gepubliceerd. Op basis van de integraal geactualiseerde kostenraming bij dit nieuwe Tracébesluit is het taakstellende budget voor de realisatie met € 262 miljoen verhoogd, met name vanwege de gewijzigde bouwmethode.

  • A27 Houten-Hooipolder: Om de realisatie van de A27 Houten-Hooipolder mogelijk te maken is het realisatiebudget met € 248 miljoen aangevuld als gevolg van een hogere projectraming ten tijde van het genomen uitvoeringsbesluit. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn het verhogen van de Merwedebruggen, een slechtere bodemgesteldheid, een slechtere areaalstatus en hogere engineeringkosten dan eerder geraamd.

  • Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport: Verbreding A6: Gedurende de verkenning bleken de mogelijke kosten voor het project fors hoger dan begroot. Na het onderzoeken en doorvoeren van verschillende versoberingsmaatregelen is een ophoging van € 34 miljoen benodigd om de gewenste scope van het project te realiseren.

  • Kosten Brexit: In verband met de gevolgen van Brexit is bij Truckparking sprake van een tegenvaller van €10 miljoen.

  • HXII Verkeersemissies: Ten behoeve van de monitoring van de verkeersemissies door TNO is € 24 miljoen aanvullend overgeboekt naar artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de begroting Hoofdstuk XII.

  • Zuidelijke Ringweg Groningen: Het Rijk stelt € 16,8 miljoen aanvullend beschikbaar voor het project Zuidelijke Ringweg Groningen, onder andere voor het langer in stand houden van de projectorganisatie.

  • Actualisatie Vrachtwagenheffing: Ten behoeve van het afronden van de voorbereidingsfase van de Vrachtwagenheffing is een additionele € 27,1 miljoen benodigd.

  • HXII BOA-capaciteit RWS: Ten behoeve van capaciteit voor Beleidsondersteuning en –advies (BOA) voor het programma Rijkswegen wordt vanuit de resterende middelen Aanvullende Post Rutte III € 5 miljoen overgeboekt naar artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de begroting Hoofdstuk XII.

  • RWS Service Level Agreement: Periodiek worden prestatieafspraken gemaakt met Rijkswaterstaat over beheer en onderhoud van het Hoofdwegen- en Hoofdvaarwegennet, zogenoemde Service Level Agreement (SLA). Er is sprake van diverse endogene en exogene ontwikkelingen waardoor hogere kosten worden gemaakt, zoals maatregelen in verband met spookrijders, brexit (truckparkings), en andere ICT-ontwikkelingen. Hiervoor wordt ten laste van de investeringsruimte € 12,5 miljoen aan middelen toegevoegd aan de onderhoud- en vernieuwingbudgetten van het Hoofdwegennet.

  • Naar aanleiding van de omvorming van artikel 20 naar artikel 11 heeft een herschiking van de inversteringsruimte plaatsgevonden. De modaliteitsspecifieke investeringruimten zijn leeggeboekt. Om negatieve standen in deze investeringsruimte op te heffen zijn hier vanuit 11.04 middelen overgeboekt. Er wordt € 1,8 miljard aan de investeringsruimten 11.05 toegevoegd.

Tabel 17 11.05.01 Investeringsruimte Hoofdwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

   

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

0

Tabel 18 (vervolg) 11.05.01 Investeringsruimte Hoofdwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2021-2035

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

0

11.05.02 Spoorwegen

Op dit artikelonderdeel wordt de beschikbare investeringsruimte voor de modaliteit spoorwegen tot en met 2035 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan, en ook geen verkenningen gestart. De risicoreserveringen worden nu afgedekt via 11.04.

De stand van de beschikbare investeringsruimte opgenomen in de begroting 2021 tot en met 2034 bedroeg € 54 miljoen. Door de hieronder vermelde (belangrijkste) budgettaire aanpassingen en de aanpassingen vermeld in de 1e suppletoire begroting 2021, bedraagt deze ruimte in de begroting 2022 € 0 tot en met 2035:

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Luchtdrukproblematiek Delft: Om de luchtdrukproblematiek in de spoortunnel onder Delft en het station op te lossen is € 4,6 miljoen overgeboekt naar het project Rijswijk-Schiedam inclusief spoorcorridor Delft.

  • BO MIRT 2020 afspraken: Naar aanleiding van de BO MIRT afspraken wordt geld beschikbaar gesteld vanuit de investeringsruimte (regulier of RA) aan projecten inzake het programma Spoorcapaciteit 2030 (€ 87 miljoen waarvan € 20 miljoen reeds bij de 1e suppletoire begroting 2021 is overgeboekt), spanningssluis Venlo (€ 5 miljoen), Knooppuntontwikkeling OV: Zoetermeer (€ 4 miljoen) en station Nijmegen (€ 25,8 miljoen).

  • Eindhoven-Düsseldorf: Er wordt € 15 miljoen overgeboekt naar Grensoverschrijdend vervoer (Eindhoven - Düsseldorf) vanuit de aanvullende middelen.

  • Internationaal spoorvervoer: Dit betreft een overboeking van € 35 miljoen uit de regeerakkoord middelen ten behoeve van de reservering internationaal vervoer.

  • Naar aanleiding van de omvorming van artikel 20 naar artikel 11 heeft een herschiking van de inversteringsruimte plaatsgevonden. De modaliteitsspecifieke investeringruimten zijn leeggeboekt. Om negatieve standen in deze investeringsruimte op te heffen zijn hier vanuit 11.04 middelen overgeboekt. Er wordt € 1,8 miljard aan de investeringsruimten 11.05 toegevoegd.

Tabel 19 11.05.02 Investeringsruimte Spoorwegen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

0

Tabel 20 (vervolg) 11.05.02 Investeringsruimte Spoorwegen (bedragen x € 1.000)
 

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2021-2035

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

0

11.05.03 Vaarwegen

Op dit artikelonderdeel wordt de beschikbare investeringsruimte voor de modaliteit vaarwegen tot en met 2035 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan, en ook geen verkenningen gestart. De risicoreserveringen worden nu afgedekt via 11.04.

De in de begroting 2021 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte resteerde er tot en met 2034 geen investeringsruimte vaarwegen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen en de aanpassingen vermeld in de 1e suppletoire begroting 2022, bedraagt deze ruimte in de begroting 2022 € 0 tot en met 2035:

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Cyber security: de beveiliging van de primaire processen, door middel van de door RWS voorgestelde maatregelen, is nodig om het cyberrisico te verlagen naar een acceptabel niveau voor RWS. Voor deze maatregelen om de organisatie te verstevigen en daarmee de prestaties op de netwerken die in beheer zijn van RWS preventief te wapenen tegen een toenemende dreiging en waar nodig aanvallen te detecteren en te verhelpen is € 8 miljoen overgeboekt naar artikel 15.

  • Naar aanleiding van de omvorming van artikel 20 naar artikel 11 heeft een herschiking van de inversteringsruimte plaatsgevonden. De modaliteitsspecifieke investeringruimten zijn leeggeboekt. Om negatieve standen in deze investeringsruimte op te heffen zijn hier vanuit 11.04 middelen overgeboekt. Er wordt € 1,8 miljard aan de investeringsruimten 11.05 toegevoegd.

Tabel 21 11.05.03 Investeringsruimte Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

0

Tabel 22 (vervolg) 11.05.03 Investeringsruimte Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2021-2035

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

0

Licence