Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.

Tabel 25 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art. 14 Regionaal, lokale infrastructuur(bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

 

Verplichtingen

107.860

8.201

56.127

29.189

5.939

8.256

‒ 2.317

1

Uitgaven

236.352

97.268

154.962

87.247

77.533

84.083

‒ 6.550

 

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

148.786

94.429

103.974

61.843

77.533

84.082

‒ 6.549

 

14.01.02 Planuitw. Progr. Reg/lok

0

253

0

0

0

1.606

‒ 1.606

 

14.01.03 Realisatieprogr. Reg/lok

148.786

94.176

103.974

61.843

77.533

82.476

‒ 4.943

2

14.01.04 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

14.02 Regionale Mob. Fondsen

0

0

0

0

0

0

0

 

14.03 RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid

87.566

2.839

50.988

25.404

0

1

‒ 1

 

14.03.01 RSP-ZZL: RB projecten

5.526

2.839

1.254

25.404

0

1

‒ 1

 

14.03.02 RSP-ZZL: mob. Fondsen

82.040

0

49.734

0

0

 

0

 

14.03.03 RSP-ZZL: REP

0

0

0

0

0

 

0

 

14.09 Ontvangsten

0

2.219

3.778

0

1.004

0

1.004

 

Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De lagere verplichtingenrealisatie wordt veroorzaakt door het per saldo negatief uitvallen van de ophoging van de ramingen in 2021 naar aanleiding van de prijsbijstelling 2021 en de verlaging in 2021 in verband met de storting in het btw-compensatiefonds t.b.v. het project Rotterdamse Baan.

  • 2. De lagere realisatie van € 4.9 miljoen wordt toegelicht bij de projecttabellen in paragraaf 14.01.03 Realisatieprogramma Regionaal/Lokaal.

14.01 Grote regionale/lokale projecten

Motivering

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten, waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan € 225 miljoen indien dat project geheel of gedeeltelijk wordt gerealiseerd binnen één of meer van de samenwerkingsgebieden, waarin de gemeente Amsterdam, de gemeente Rotterdam of de gemeente ‘s-Gravenhage is gelegen, of € 112,5 miljoen, indien dat project geheel in een ander gebied wordt gerealiseerd. Het project moet passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid, zoals verwoord in de begroting HXII beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor, de Lange Termijn Spooragenda (LTSa) en het Toekomstbeeld OV.

Producten

Algemeen

Regionale lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de decentrale overheid. IenW levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.

Verkenningen

Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de decentrale overheid uitgevoerd en pas na toetsing en besluitvorming door IenW al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.

14.01.02 Planuitwerkingsprogramma Regionaal/lokaal

Van een project dat in de planuitwerkingstabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen).

Tabel 26 Projectoverzicht behorende bij 14.01.02: Planuitwerkingsprogramma Regionaal, lokale infrastructuur (bedragen x € 1 miljoen)

Planuitwerkingsprogramma Regionaal, lokale infrastructuur (14.01.02)

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

Projectomschrijving

begroting

huidig

huidig

vorig

 

Overige projecten en reserveringen

     

Projecten in voorbereiding

50

52

   

Overige projecten in voorbereiding

     

Gesignaleerde risico's

     

Totaal programma planuitwerking en verkenning

     

Begroting (IF 14.01.02)

     

Toelichting

In 2021 is er niet gerealiseerd op dit artikel onderdeel.

14.01.03 Realisatieprogramma Regionaal/Lokaal

Tabel 27 Projectoverzicht behorende bij 14.01.03: Realisatieprogramma Regionaal, lokale infrastructuur (bedragen x € 1 miljoen)
 

begroting

realisatie

verschil

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2021

  

2021

 

2021

  

Projecten Noordwest-Nederland

        

Amstelveenlijn

 

0

0

81

81

2020/ 2022

2020/ 2022

 

Utrecht, tram naar de Uithof

31

32

1

113

113

2019

2019

 

Projecten Zuidwest-Nederland

        

HOV-NET Zuid-Holland Noord (vh Rijn-Gouwelijn)

6

6

0

213

217

divers

divers

 

Rotterdamsebaan

46

40

‒ 6

286

273

regio

regio

1

Afrondingen

‒ 1

       

Totaal

82

78

‒ 5

693

684

   

Begroting (IF 14.01.03)

82

78

      

Toelichting

  • 1. Rotterdamse baan:

  • Projectbudget: de verlaging van het projectbudget wordt veroorzaakt door de afdracht aan het BTW-compensatiefonds in 2020/2021 van in totaal ad € 13,6 miljoen.

  • Kasbudget 2021: de lagere realisatie in 2021 wordt veroorzaakt door de overboeking naar HXII ten behoeve van de afdracht aan het BTW-compensatiefonds 2021 van € 6,8 miljoen.

14.02 Regionale mobiliteitsfondsen

Motivering

Over heel Nederland worden verschillende Regionale Mobiliteitsfondsen (RMf) gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van de volgende impulsen:

  • Bereikbaarheidsoffensief Randstad;

  • Amendement Dijsselbloem;

  • Amendement Van der Staaij;

  • Regionale bereikbaarheid (Kwartje van Kok);

  • Amendement Van Hijum;

  • Quick Wins NWA eerste en tweede tranche;

  • Sluiskiltunnel.

14.03 RSP Zuiderzeelijn, pakket Regionale Bereikbaarheid

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen begroot n.a.v. het convenant Regio Specifiek Pakket Zuiderzeelijn tussenRijk-Regio (Kamerstukken II 2007-2008, 27 658, nr. 43). Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid in Noord-Nederland (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk-economisch programma (REP), tevens ten behoeve van Noord-Nederland. De voorwaarden voor het RSP zijn beschreven in het op 23 juni 2008 ondertekende convenant Rijk-Regio (Kamerstukken II 2008-2009, 31 700 A, nr. 19). Over de voortgang wordt de Tweede Kamer jaarlijks met een voortgangsrapportage (in het najaar) geïnformeerd.

Tabel 28 Projectoverzicht behorende bij 14.03: Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (bedragen x € 1 miljoen)

Projectoverzicht Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (14.03)

begroting

realisatie

verschil

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2021

  

2021

 

2021

  

14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten

0

0

0

72

72

   

14.03.02 Regionale Mobiliteit

0

0

0

588

589

   

14.03.03 Ruimtelijke economisch programma

0

0

0

5

0

   

Afrekening voorschotten

   

6

6

   

Begroting (IF 14.03)

0

0

 

671

667

   

LMCA Spoor: sporendriehoek (IF 13.03.01)

        

Totale rijksbijdrage Noord-Nederland

 

57

  

809

   

Toelichting

  • 1. RSP ZZL Pakket Bereikbaarheid: Ten behoeve van een uitkering aan Noord Nederland is € 5 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII.

14.09 Ontvangsten

Toelichting

Bij de subsidievaststelling Watergraafsmeer bleek er een meevaller van € 1 miljoen te zijn. Dit bedrag is door de provincie Utrecht teruggestort op de rekening van IenW.

Licence